ECLI:NL:RBNNE:2025:1849
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van schadevergoedingen voor waardedaling van percelen in het kader van mijnbouwschade
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen de toegekende schadevergoedingen voor waardedaling van zijn percelen beoordeeld. Eiser, eigenaar van de percelen sinds respectievelijk 1992 en 1978, had aanvragen ingediend bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) voor schadevergoedingen als gevolg van waardedaling door aardbevingen. Het IMG had in eerdere besluiten schadevergoedingen toegekend, maar eiser was van mening dat deze vergoedingen niet in overeenstemming waren met de getaxeerde waarden van de percelen, die in het kader van een bedrijfsoverdracht aan zijn zoon waren overgedragen.
De rechtbank oordeelt dat het IMG niet met de vereiste zorgvuldigheid heeft gehandeld bij de totstandkoming van de bestreden besluiten. De rechtbank stelt vast dat het IMG had moeten uitgaan van de taxatiewaarden, aangezien eiser de percelen had willen overdragen en taxatierapporten beschikbaar waren. De rechtbank vernietigt de besluiten van het IMG en draagt hen op om nieuwe besluiten te nemen, waarbij de taxatiewaarden in overweging moeten worden genomen. Tevens moet het IMG eiser begeleiden in het proces en het griffierecht van € 184,- aan eiser vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak voor bestuursorganen om adequaat te reageren op de informatie die door aanvragers wordt verstrekt. De rechtbank concludeert dat het IMG niet alleen de wettelijke normen moet volgen, maar ook moet zorgen voor een transparante en begrijpelijke communicatie met de aanvrager.