Op 14 februari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het handelen in harddrugs, specifiek cocaïne en heroïne. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, conform het afdoeningsvoorstel dat was gemaakt in overleg met het Openbaar Ministerie. De verdachte, geboren in 2003, was aanwezig tijdens de zitting en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. B.P.M. Canoy. De officier van justitie, mr. D.P. Menting, heeft veroordeling gevorderd en de rechtbank heeft het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen geacht. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk verkopen en afleveren van cocaïne en heroïne in de periode van 19 augustus 2021 tot en met 19 oktober 2021 te Sneek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich niet heeft gerealiseerd dat zijn handelen schadelijk was voor de gezondheid van anderen en dat hij enkel handelde uit financieel gewin. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank heeft de gemaakte procesafspraken in acht genomen en geoordeeld dat deze recht doen aan de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft de taakstraf opgelegd met inachtneming van de tijd die de verdachte in verzekering heeft doorgebracht, die in mindering zal worden gebracht op de taakstraf.