ECLI:NL:RBNNE:2025:1379

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
21 januari 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
11260133 BU VERZ 24-1884
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep op overmacht bij verkeerssanctie na bedreiging door leerling

Op 21 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een beroep op de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene, een leerkracht, had een administratieve sanctie ontvangen voor het parkeren van haar voertuig op een groenstrook nabij de school waar zij werkt. Dit gebeurde op 14 september 2023, nadat zij zich bedreigd voelde door een leerling die mogelijk een mes bij zich had. De betrokkene parkeerde normaal gesproken op de P+R, maar vanwege de dreiging besloot zij dichter bij de school te parkeren om snel te kunnen vertrekken.

Tijdens de zitting heeft de betrokkene haar situatie toegelicht en een getuige meegebracht die haar verhaal ondersteunde. De kantonrechter, mr. P.G. Wijtsma, heeft de gedraging van de betrokkene vastgesteld, maar ook de bijzondere omstandigheden in overweging genomen. De kantonrechter oordeelde dat het beroep op overmacht slaagde, omdat de betrokkene onder de gegeven omstandigheden niet anders kon handelen. De rechtbank heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en verklaarde het beroep gegrond, waardoor de betrokkene het bedrag van de zekerheidstelling terugkrijgt.

De uitspraak benadrukt het belang van de context waarin verkeerssancties worden opgelegd en erkent dat er situaties kunnen zijn waarin de veiligheid van een individu voorop staat. De kantonrechter heeft de zaak met zorg behandeld en de belangen van de betrokkene afgewogen tegen de regels van de verkeershandhaving.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 261261455
zaaknummer: 11260133 BU VERZ 24-1884
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 21 januari 2025 op het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats] .
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. P.G. Wijtsma
als griffier : mr. M. Hidding
Betrokkene is op de zitting verschenen. Als getuige heeft zij meegebracht [getuige] . Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. R. van der Velde (hierna: de vertegenwoordiger).
De verweten gedraging betreft ‘voertuig laten staan in park, plantsoen, openbare beplanting of groenstroken’, verricht op 14 september 2023, om 13:30 uur, op de [pleeglocatie] , met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde sanctie bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
Betrokkene werkt als leerkracht op een school. Er was een incident met een leerling, die bedreigingen had geuit. Ook had hij mogelijk een mes bij zich. De politie was hierbij betrokken. Betrokkene parkeert normaal op de P+R, maar omdat zij zich bedreigd voelde, heeft zij voor één keer naast de school geparkeerd. De afstand naar de P+R is lang en zij zou daar dan alleen lopen. Gelet op de dreiging wilde zij graag dicht bij de school staan, zodat zij snel weg kon. Betrokkene heeft een brief van [getuige] , overgelegd, die haar verhaal ondersteunt.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
Betrokkene betwist de gedraging niet, maar voert argumenten aan om deze te verklaren. De gedraging kan hiermee worden vastgesteld. De kantonrechter moet vervolgens de vraag beantwoorden of er bijzondere omstandigheden zijn die het opleggen van een sanctie niet billijken of matiging van de sanctie rechtvaardigen.
Betrokkene doet een beroep op overmacht. Voor zo’n beroep moeten feiten of omstandigheden worden aangevoerd op grond waarvan aannemelijk kan worden gemaakt dat de betrokkene onder de gegeven omstandigheden niet anders heeft kunnen handelen dan zij heeft gedaan. Door de bedreigingen die zij ervoer wilde betrokkene zo dicht mogelijk bij de school parkeren. Er is maar een beperkt aantal parkeerplaatsen beschikbaar voor en naast de school; daarom is zij op de groenstrook gaan staan. [getuige] heeft als getuige op de zitting de verklaring van betrokkene ondersteund. Hij geeft daarnaast ook aan dat alle dichtstbijzijnde parkeerplekken vol waren en dat betrokkene en haar collega’s zich erg onveilig hebben gevoeld op de desbetreffende dag. De kantonrechter is met de vertegenwoordiger van oordeel dat het beroep op overmacht in dit geval slaagt. Hij zal het beroep gegrond verklaren en de sanctie vernietigen.
De kantonrechter:
- verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
- vernietigt die beslissing;
- verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gegrond;
- vernietigt die inleidende beschikking;
- bepaalt dat betrokkene het bedrag van de zekerheidstelling terugkrijgt.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: