Op 19 maart 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verkeersboete. De betrokkene, die een beroep had ingediend tegen een beslissing van de officier van justitie, werd beschuldigd van het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op 23 juni 2023. De verbalisant had geconstateerd dat de betrokkene een mobiele telefoon vasthield, maar de betrokkene betwistte dit en verklaarde dat hij een lampje vasthield dat hij voor werkdoeleinden gebruikte. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de verbalisant twijfelde aan zijn eigen waarneming, wat leidde tot de beslissing van de kantonrechter. De kantonrechter oordeelde dat de verkeersovertreding niet kon worden vastgesteld, omdat er reden was om te twijfelen aan de waarneming van de verbalisant. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking, en bepaalde dat de zekerheidstelling aan de betrokkene moest worden terugbetaald. De betrokkene had het recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.