ECLI:NL:RBNNE:2024:795

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 maart 2024
Publicatiedatum
11 maart 2024
Zaaknummer
18-009307-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensenhandel en oplichting met gebruik van misleiding en uitbuiting van kwetsbare positie

Op 11 maart 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel en oplichting. De verdachte heeft gedurende een periode van meer dan anderhalf jaar het slachtoffer misleid en uitgebuit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van het slachtoffer, die door persoonlijke omstandigheden en een gebrek aan zelfvertrouwen gemakkelijk te beïnvloeden was. De verdachte heeft het slachtoffer gedwongen tot het verrichten van seksuele handelingen en het maken van naaktfoto's en -video's, waarbij hij het merendeel van de opbrengsten voor zichzelf heeft gehouden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast zijn er vrijheidsbeperkende maatregelen opgelegd, waaronder een contactverbod met het slachtoffer en een locatieverbod. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Groningen
parketnummer 18.009307.23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 11 maart 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , thans verblijvende in de [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 26 februari 2024.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. V.R.C. Shukrula, advocaat te Amsterdam.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T. Pitstra.

Tenlastelegging

De (gewijzigde) tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
Aan verdachte is tenlastegelegd, kort en feitelijk weergegeven, dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2020 tot en met 22 november 2022 in [plaats] en/of [plaats] en /of [plaats] en/of op meerdere locaties in Nederland, meerdere malen, zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer] ;
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2020 tot en met 31 juli 2020 in
[plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of op een of meerdere
(andere) locaties in Nederland, meerdere malen, [slachtoffer] heeft opgelicht, subsidiair ten laste gelegd als verduistering;
3. hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2020 tot en met 22 november2022 in [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of op een of meerdere (andere) locaties in Nederland, meerdere malen, [slachtoffer] heeft opgelicht, subsidiair ten laste gelegd als verduistering.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feit 1, met in achtneming van de tenlastegelegde subvarianten 1, 4, 6 en 9 van artikel 273f, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Zij heeft daarbij aangevoerd dat aangeefster [slachtoffer] (hierna: aangeefster) met toepassing van de dwangmiddelen misleiding, misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en van een kwetsbare positie en dwang er toe is gebracht om seksuele diensten te verrichten, hetgeen verdachte financieel voordeel heeft opgeleverd.
Ten aanzien van de feiten 2 primair en 3 primair heeft de officier van justitie eveneens veroordeling gevorderd. Zij heeft daartoe aangevoerd dat dezelfde feiten en omstandigheden die maken dat sprake is van misleiding, waar het gaat om mensenhandel, ook het samenweefsel van verdichtsels vormen waardoor verdachte aangeefster heeft bewogen tot afgifte van al haar spaargeld ter hoogte van ongeveer 9.500,voor traden, een veelvoud daarvan aan geldbedragen voor een sneaker- en sushibedrijf en het aangaan van een schuld van 12.650- ten behoeve van een sneakerbedrijf.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte (integraal) moet worden vrijgesproken van de feiten 1, 2 primair en subsidiair en 3 primair en subsidiair.
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte aangeefster nimmer heeft gedwongen om seksuele handelingen te verrichten. Al hetgeen hem is ten laste gelegd is met wederzijdse toestemming gebeurd en er kan geen enkel dwangmiddel worden ontwaard uit het strafdossier. Aangeefster is een people pleaser en zij was blind van verliefdheid. Daarom heeft zij vrijwillig geld en cadeaus aan verdachte geschonken. Dit maakt niet dat sprake is van seksuele uitbuiting. Aangeefster is een vrijgevig persoon. Van zulke mensen maken andere mensen vaak gebruik. Gebruik is echter iets anders dan misbruik en al helemaal iets anders dan strafrechtelijke uitbuiting.
Met betrekking tot de feiten 2 primair en subsidiair en 3 primair en subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat er geen enkele sprake is van oplichting en/of verduistering. Verdachte was wel degelijk bezig met het investeren in en het opzetten van een gezamenlijk sushibedrijf. Dat dit bedrijf niet van de grond is gekomen, maakt niet dat sprake is geweest van oplichting of verduistering. Er is eveneens geïnvesteerd in sneakers, deze zijn verkocht en aangeefster beaamt dit ook. Verdachte heeft zich het geld dat hij van aangeefster heeft ontvangen niet toegeëigend. Dat verdachte heeft verzwegen dat hij (in werkelijkheid) het van aangeefster verkregen geld voor een groot deel zou hebben besteed aan goederen en/of andere uitgaven voor zichzelf of anderen kan niet worden bewezen. Verdachte heeft in de ten laste gelegde periode namelijk ook meer dan 21.000,- ontvangen van zijn pleegvader en bepaalde uitgaven kunnen evengoed bekostigd zijn van dat geld.
Oordeel van de rechtbank
Feit 1
Juridisch kader mensenhandel
Mensenhandel is strafbaar gesteld in artikel 273f Wetboek van Strafrecht (Sr). Dit artikel staat in titel XVIII, de titel die ziet op de misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid. Uit de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie over dit wetsartikel volgt dat mensenhandel is gericht op uitbuiting. Het belang van het individu staat voorop. Dat belang is het behoud van zijn of haar lichamelijke of geestelijke integriteit en vrijheid. De in artikel 273f Sr verboden gedragingen beïnvloeden de wil, waaronder is begrepen de keuzemogelijkheid van het slachtoffer, in die zin dat zij leiden tot het ontbreken van vrijwilligheid, waartoe ook behoort het ontbreken of de vermindering van de mogelijkheid een bewuste keuze te maken.
Dit gebrek aan een vrije keuze komt nader tot uitdrukking in de verschillende bestanddelen die deel uitmaken van artikel 273f Sr.
De vraag of - en zo ja, wanneer - sprake is van 'uitbuiting' in de zin van de artikel 273f, eerste lid, Sr), is niet in algemene termen te beantwoorden, maar sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Bij de beantwoording van die vraag komt onder meer betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling of de te verrichten activiteit, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt en het economisch voordeel dat daarmee door verdachte wordt behaald.1
Uitbuiting veronderstelt altijd een zekere mate van onvrijwilligheid of onderwerping van degene die wordt uitgebuit. In het geval van prostitutiewerkzaamheden zal er - gelet op de aard van het werk en de forse inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer - in het geval van gebruik van enig dwangmiddel en enig financieel gewin bij verdachte al snel sprake zijn van uitbuiting.
Instemming van het slachtoffer met de beoogde of bestaande uitbuiting is niet relevant, indien één van de in art 273f Sr genoemde dwangmiddelen is gebruikt.2
Ten aanzien van het dwangmiddel misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht overweegt de rechtbank dat dit veelal uit de omstandigheden kan worden afgeleid. In de wetsgeschiedenis wordt hierbij de vergelijking gemaakt met de mogelijkheid zich op te stellen als een mondige Nederlandse prostitué(e). Met een kwetsbare positie wordt onder andere bedoeld een situatie waarin een persoon geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik te ondergaan. Aan het begrip misbruik van een kwetsbare positie komt mede feitelijke betekenis toe.
Verdachte moet zich wel bewust zijn van de relevante feitelijke omstandigheden van de betrokkene waaruit het overwicht voortvloeit, dan wel van de kwetsbare positie van het slachtoffer, in die zin dat ten minste voorwaardelijk opzet ten aanzien van die omstandigheden en/of kwetsbare positie bij hem aanwezig moet zijn.
De rechtbank zal aan de hand van het zojuist geschetste kader beoordelen of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan uitbuiting van aangeefster.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt op basis van het strafdossier3 de volgende feitelijke gang van zaken vast.
Aangeefster en verdachte zijn in mei 2020 online met elkaar in contact gekomen.
Via een chatfunctie nam aangeefster verdachte al snel in vertrouwen en deelde ze haar (belaste) voorgeschiedenis met hem. Aangeefster werd dolverliefd op verdachte en al snel werd afgesproken in een hotel in Zaandam. Verdachte hield aangeefster voor dat zij een relatie hadden en dat er geld nodig was om te investeren in een gezamenlijke toekomst. Aangeefster werd overgehaald om verdachte 4.000 euro te lenen.
In juni/juli 2020 heeft verdachte aan aangeefster verteld dat hij zich bezig hield met traden. Verdachte deed dit voor zichzelf, maar ook voor anderen en hij kon haar geld verdubbelen. Hij liet aangeefster ook een schermafbeelding zien dat hij een keer zijn inleg verdubbeld had.4
In zijn verhoor bij de politie geeft verdachte evenwel toe dat hij naar aangeefster een demo-account heeft gestuurd en dat hij deze verdiensten niet zelf had gemaakt.5 Aangeefster heeft uiteindelijk in de periode juni/juli 2020 al haar spaargeld aan hem gegeven, een bedrag van 9500 euro.6 Verdachte is vervolgens al haar geld verloren, zo vertelde hij haar.
Verdachte wilde ook samen met aangeefster een sneaker- en een sushibedrijf opstarten. Daar moest aangeefster volgens haar verklaring maar een lening voor afsluiten7, wat verdachte ook heeft bevestigd.8
Aangeefster heeft vervolgens een bedrag van 12.650 geleend en daarvan 12.000 aan verdachte gegeven.9
Toen aangeefster vroeg waar het geld was gebleven, was verdachtes antwoord dat hij een deel op de bankrekening had gezet die was bevroren in verband met een rechtszaak.10 Dit betrof een leugen, zoals verdachte zelf ook heeft toegegeven ter terechtzitting. Van het opstarten van een sneakerbedrijf is het, los van het af en toe verkopen van een enkel paar sneakers via Vinted, nooit gekomen. Voor het opstarten van een sushibedrijf maakte aangeefster elke maand, vlak na haar salarisuitbetaling, het geld dat ze van haar loon kon missen naar verdachte over.11 Dit was zon 1200 euro. Later maakte ze wekelijks een bedrag over van 300 euro. Dit beaamt verdachte ook ter terechtzitting.
Het was voor verdachte echter niet genoeg dat aangeefster een deel van haar loon aan hem afstond. Er moest meer en sneller geld binnenkomen voor het sushibedrijf.12 Verdachte stelde vanaf april 2021 voor dat aangeefster wel seksfotos en videos kon verkopen, eerst via Telegram en Snapchat en later via de site F2F, en drong hier bij aangeefster voortdurend op aan.13 Hoewel zij eerst niet wilde, is zij toch voor het hogere doel, het opzetten van een sushibedrijf waardoor een gezamenlijke toekomst mogelijk werd, overstag gegaan.14 Verdachte promootte op Telegram haar snapchatprofiel met seksuele content, instrueerde haar hoe seksueel beeldmateriaal te maken en dwong haar op gebiedende toon om fotos en videos te posten.15 Aangeefster verklaart dat het geld dat voor haar fotos en videos werd betaald, nagenoeg allemaal naar verdachte ging.16 Dit wordt bevestigd door haar bankgegevens.17 Op een gegeven moment heeft verdachte zonder dat aangeefster het wist een seksadvertentie gemaakt en gedeeld waarin aangeefster zich aanbood voor seksdates.18
In maart en juni 2022 hebben vervolgens drie seksdates plaatsgevonden.19 Het eerste contact met de mannen verliep via verdachte. Hij maakte de afspraken. Het met de seksdates verdiende geld, is met uitzondering van één keer benzinegeld, naar verdachte gegaan.20 Verdachte heeft aangeefster overgehaald door haar voor te houden dat deze verdiensten voor hun gezamenlijke toekomst waren21. Aangeefster verklaart dat zij zich erg onder druk gezet voelde door verdachte. Dat ze altijd maar geld moest zoeken voor het sushibedrijf en dat zij daarin voor haar gevoel geen keuze had.22 Uit het strafdossier is overigens niet gebleken van enige concrete stappen tot het opzetten van een sushibedrijf. Verdachte zelf verklaart ook dat het sushibedrijf niet is doorgegaan en dat het geld is opgegaan aan traden en zijn levensonderhoud.
Verdachte onderschrijft grotendeels de verklaringen van aangeefster. Hij erkent - onder meer - dat hij meermalen (forse) geldbedragen van haar heeft ontvangen die afkomstig waren van aangeefster zelf, van een door aangeefster afgesloten lening bij de bank en uiteindelijk van aangeefsters inkomsten uit het delen/verkopen van seksfotos en -videos en het door haar verrichte sekswerk. Verdachte is echter van mening dat dit giften waren, in plaats van leningen (zoals aangeefster stelt), en geeft aan dat hij met het geld ging traden. Door middel van het traden probeerde hij het geld te verdubbelen, zodat er sneller geld geïnvesteerd kon worden in een sneaker- en sushibedrijf. Verdachte is - zo stelt hij - echter al het geld kwijtgeraakt met het traden. Verdachte ontkent dat sprake was van dwang(middelen). Hij verklaart dat hij alles in onderling overleg met aangeefster heeft besproken en dat hij geen oogmerk van uitbuiting had.23 De rechtbank komt op basis van het navolgende echter tot een andere conclusie.
Kwetsbaarheid aangeefster
Aangeefster heeft een belaste voorgeschiedenis en was in de jaren voordat zij verdachte leerde kennen eenzaam. Haar opa overleed, haar ouders gingen scheiden, het contact met haar moeder verliep moeizaam, ze had een problematische relatie achter de rug en ze kreeg te maken met een darmziekte.24 In 2019 is zij onder behandeling geweest bij InterPsy in Groningen. Uit het behandelrapport blijkt van haar lichamelijke en mentale klachten, van haar belaste voorgeschiedenis en van haar lage zelfbeeld en gebrek aan zelfvertrouwen.25
Aangeefster heeft verdachte vlak na hun kennismaking al snel in vertrouwen genomen en haar verleden met hem gedeeld.26 Verdachte bevestigt ter terechtzitting dat hij bekend was met haar medische problematiek en thuissituatie en was zich dan ook van haar kwetsbaarheid bewust. Bovendien blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit de diverse chatgesprekken tussen beiden dat aangeefster niet goed voor zichzelf kon opkomen en dat sprake was van een ongelijkwaardige verhouding.27 Het was voor aangeefster niet mogelijk om zich ten overstaan van verdachte op te stellen als een mondige prostituee.
Relatie tussen verdachte en aangeefster
Aangeefster en verdachte hadden vooral online contact. Zij zagen elkaar maar weinig28, soms zelfs maanden niet29. Het was ook verdachte die bepaalde wanneer ze elkaar zagen.
Zij spraken meestal af in een hotel en dan nagenoeg altijd op kosten van aangeefster.
Verdachte bleef dan, ondanks toezeggingen vooraf, vaak niet slapen, maar vertrok direct weer na de seks. Voorts blijkt uit diverse Telegram en WhatsApp chats tussen verdachte en aangeefster, die zijn aangetroffen op de telefoon van aangeefster, dat verdachte ook niet heel geïnteresseerd was in het wel en wee van aangeefster.30 Op berichten van aangeefster over persoonlijke zaken, gevoelens of gezondheidsklachten, reageerde verdachte meestal kort en weinig invoelend. Aangeefster kocht grote cadeaus voor verdachte, maar kreeg zelf niets.
Verdachte heeft aangeefster zelfs bewogen om voor zijn verjaardag een auto voor hem te kopen, zodat ze elkaar vaker zouden zien.31 Later heeft aangeefster ook nog een vervangende auto voor verdachte gekocht. Van elkaar vaker zien is nooit iets terecht gekomen. Verdachte heeft de familie en vrienden van aangeefster nooit ontmoet en zij mocht zijn kinderen en andere familie ook niet ontmoeten.32 Bovendien onderhield verdachte gedurende zijn omgang met aangeefster, in de periode van mei 2020 tot en met november 2022, ook relaties met diverse andere vrouwen, waarmee hij ook naar het buitenland op vakantie is geweest. Bij één van hen, [naam] , heeft hij in dezelfde periode zelfs een kind verwekt. Zij is ook nu nog de partner van verdachte.33 Verdachte bekent ter terechtzitting dat [naam] zijn vriendin is en dat hij een relatie met haar heeft gekregen tijdens zijn contact met aangeefster. Aangeefster heeft hij hierover niets verteld. Voorts zegt verdachte in een chatgesprek op zijn telefoon met de man die hij zijn vader noemt, ook letterlijk dat aangeefster een hoertjee was, die voor hem werkte en hem betaalde.34
Uit diverse WhatsApp chats blijkt ook dat elke keer als aangeefster wel weerstand probeerde te bieden, verdachte haar loyaliteit en een gezamenlijke toekomst ter discussie stelde.35
De rechtbank concludeert op basis van het voorgaande in onderlinge samenhang bezien dat er vanuit het perspectief van verdachte - anders dan hij aangeefster voorspiegelde - geen sprake was van een oprechte liefdesrelatie met aangeefster op basis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid.
Handelingen
De rechtbank acht gelet op het vorenoverwogene de feitelijke gedragingen zoals ten laste gelegd onder de verschillende gedachtestreepjes, onder B, bewezen.
Sub leden 1, 4, 6 en 9
De rechtbank leidt uit deze bewezenverklaarde feitelijke gedragingen af dat sprake is geweest van mensenhandel als bedoeld in artikel 273f, eerste lid, sub 1, 4, 6 en 9 Sr, waarbij door verdachte met gebruikmaking van de dwangmiddelen misleiding, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie is gehandeld ten opzichte van aangeefster. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Dwangmiddelen
Misleiding
Verdachte heeft aangeefster misleid door haar te doen geloven dat zij een relatie hadden die toekomstbestendig was en dat er (veel) geld nodig was om te investeren in die gezamenlijke toekomst. Op deze wijze heeft verdachte aangeefster uiteindelijk ook bewogen tot het maken en verkopen van naaktfotos en -videos, alsmede het verrichten van sekswerk, en haar inkomsten hieruit aan hem af te staan.
Verdachte heeft aangeefster ook misleid en voorgelogen, door haar voor te houden dat hij het door haar verdiende geld zou verdubbelen middels traden en investeren in een sneaker- en sushibedrijf. Dit, terwijl hij haar geld in werkelijkheid gebruikte voor zijn eigen levensonderhoud en andere zaken. Uit het strafdossier is op geen enkele wijze gebleken dat verdachte het door hem van aangeefster ontvangen geld op enig moment daadwerkelijk heeft ingezet en/of geïnvesteerd in het traden of een sushibedrijf dan wel heeft bewaard en/of aangewend ten behoeve van een gezamenlijke toekomst met aangeefster.
Misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en een kwetsbare positie
Verdachte diende zich bij aangeefster aan in een fase van eenzaamheid en met een sterke behoefte aan bescherming en liefde. Aangeefster nam verdachte vervolgens al snel in vertrouwen en vertelde haar over (belaste) voorgeschiedenis en omstandigheden.
Verdachte was zich dan ook zeer bewust van haar kwetsbaarheid en heeft misbruik gemaakt van haar verliefdheid en loyaliteit. Hij wist dat aangeefster alles over had voor een toekomst met hem samen. Hierdoor liet hij aangeefster haar spaargeld, haar inkomsten en door haar geleend geld afstaan en bewoog hij haar uiteindelijk zelfs tot het delen en verkopen van seksfotos en -videos en het verrichten van sekswerk, hetgeen hem financieel voordeel opleverde.
Oogmerk uitbuiting
Nu naar het oordeel van de rechtbank vaststaat dat aangeefster met toepassing van voornoemde dwangmiddelen door verdachte is gedwongen tot het maken/delen en verkopen van seksfotos en -videos, alsmede het verrichten van sekswerk én verdachte hier financieel voordeel uit heeft gehaald, te weten het overgrote deel van de opbrengsten uit deze werkzaamheden, is de rechtbank van oordeel dat verdachte haar heeft uitgebuit.
Dat verdachte daadwerkelijk handelde met het oogmerk van uitbuiting, vloeit naar het oordeel van de rechtbank voort uit hetgeen reeds ten aanzien van de dwangmiddelen is overwogen.
Het op deze wijze financieel voordeel behalen uit werkzaamheden die door een ander onder deze omstandigheden in de prostitutie worden verricht terwijl er sprake is van dwang, zoals de rechtbank hiervoor reeds heeft overwogen, leidt tot uitbuiting als bedoeld in artikel 273f Sr.
Periode
Op grond van de verklaringen van aangeefster over - onder meer - het verloop van de relatie tussen verdachte en aangeefster en op welk moment verdachte is begonnen met het bewegen van aangeefster tot het maken/delen en verkopen van seksfotos en -videos, eerst via Snapchat, Telegram en later via de site F2F, om genoeg geld te verdienen voor een toekomst samen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de (seksuele) uitbuiting plaatsvond in de periode van 1 april 2021 tot en met 22 november 2022.
Feiten 2 primair en 3 primair
De rechtbank stelt op grond hetgeen reeds is overwogen ten aanzien van feit 1 vast dat de onder feiten 2 primair en 3 primair ten laste gelegde oplichting eveneens wettig en overtuigend bewezen kan worden. Daartoe overweegt de rechtbank dat dezelfde feiten en omstandigheden die maken dat ten aanzien van de gepleegde mensenhandel sprake was van misleiding, eveneens de listige kunstgrepen en het samenweefsel van verdichtsels vormen die aangeefster heeft bewogen tot afgifte van al haar spaargeld ter hoogte van 9.500,- voor traden, een veelvoud daarvan aan geldbedragen voor een sneaker- en sushibedrijf en het aangaan van een schuld van 12.650,-.
Dat verdachte het spaargeld van aangeefster daadwerkelijk heeft gebruikt voor traden leidt de rechtbank niet af uit de inhoud van het strafdossier. Immers, uit het onderzoek naar de telefoongegevens en bankgegevens van verdachte in de ten laste gelegde periode is niet gebleken van traden (het aan- en verkopen van financiële instrumenten als bitcoins of cryptos).36 Er zijn door verdachte ook geen geldstromen in die richting inzichtelijk gemaakt. Verdachte heeft nagelaten om hier nader uitleg over te geven, dan wel deze stelling nader te onderbouwen middels aanvullende stukken. Bovendien heeft verdachte ook bekend dat hij naar aangeefster een demo-account heeft gestuurd, waaruit zou moeten blijken dat hij een keer geld had verdubbeld, maar dat hij deze verdiensten niet zelf had gemaakt.37
Dat verdachte daadwerkelijk bezig was met het investeren en het opzetten van een gezamenlijk sneakeren sushibedrijf is uit de inhoud van het strafdossier evenmin gebleken.
Op de bankrekening van verdachte zijn wel enkele mutaties terug te zien die verband zouden kunnen houden met de aan- en verkoop van sneakers, maar structureel en bedrijfsmatig is het niet.38 Ook is op de bankrekening van verdachte geen enkele transactie terug te vinden die gekwalificeerd zou kunnen worden als een investering in of anderszins betrokkenheid bij een sushibedrijf.39 Uit nader onderzoek door de politie is ook op geen enkele wijze gebleken dat verdachte daadwerkelijk ook maar enige concrete stappen heeft ondernomen tot het opzetten daarvan.40
Voorts had verdachte het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen. Immers, de door aangeefster afgegeven geldbedragen zijn niet gebruikt voor het traden ten behoeve van aangeefster, dan wel als investering in of het opzetten van een sneaker- en sushibedrijf. Evenmin is gebleken dat het geld anderszins is geïnvesteerd in een gezamenlijke toekomst met aangeefster. Verdachte heeft tijdens het verhoor bij de politie erkend dat aangeefster hem supportte41 en dat hij met dit geld in zijn levensonderhoud heeft voorzien.42 Dat verdachte aangeefster slechts twee keer heeft gevraagd om geld, zoals hij ter terechtzitting heeft verklaard, acht de rechtbank gelet op de overige inhoud van de bewijsmiddelen niet aannemelijk. Voorts blijkt uit onderzoek naar de bankgegevens van verdachte dat hij meermalen, zonder dat aangeefster dit wist, met andere vrouwen op vakantie geweest43, hij luxe kleding en andere goederen heeft gekocht en dat hij zijn
(ex-)vrouw en kinderen financieel heeft ondersteund.44 Verdachte had in de ten laste gelegde periode zelf geen of nauwelijks inkomen45. De door verdachte eerst ter terechtzitting naar voren gebrachte -niet onderbouwde- stelling dat hij in de ten laste gelegde periode ook schilderwerk verrichtte en hiervoor betaald werd, acht de rechtbank niet aannemelijk. Voor zover verdachte heeft beoogd te betogen dat hij in de ten laste gelegde periode ook meer dan 21.000,- heeft ontvangen van zijn pleegvader en bepaalde uitgaven aldus evengoed bekostigd kunnen zijn van dat geld, overweegt de rechtbank dat de door aangeefster op de rekening van verdachte gestorte bedragen vaak op dezelfde dag of kort hierna door verdachte worden overgeboekt naar (ex-)vriendinnen en worden uitgegeven bij o.a. Louis Vuitton in Antwerpen.46 Naar het oordeel van de rechtbank kan dit bezwaarlijk anders worden opgevat dan dat verdachte het door hem van aangeefster ontvangen geld uitgaf. Dat bij die uitgaven mogelijk ook geld uit andere bronnen werd gebruikt, maakt dit niet anders.
De rechtbank acht de feiten 1, 2 primair en 3 primair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 april 2021 tot en met 22 november 2022 in [plaats] en
[plaats] en [plaats] , meerdere malen,
(A) een ander, te weten [slachtoffer] , telkens
  • door misleiding, en
  • door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, en
  • door misbruik van een kwetsbare positie, heeft,
  • heeft geworven, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die ander, te weten die [slachtoffer] , (sub1) en
  • heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard(sub 4) en
  • heeft bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar, te weten die [slachtoffer] , seksuelehandelingen met en voor een derde, (sub 9) en
(B)
  • telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van een ander, te weten die[slachtoffer] , (sub 6) immers heeft hij, verdachte:
  • contact opgenomen en onderhouden met die [slachtoffer] , en
  • doen voorkomen dat hij en die [slachtoffer] een (liefdes)relatie waren aangegaan, en
  • meerdere malen, (in strijd met de waarheid) aan die [slachtoffer] te kennen gegeven, dat hij, verdachte,een gezamenlijke toekomst met die [slachtoffer] wilde hebben, en
  • verzwegen aan die [slachtoffer] dat hij, tijdens de relatie met die [slachtoffer] , (seksueel) contact eneen (seksuele) relatie met een of meerdere (andere) vrouw(en) had, en
  • meerdere malen, aan die [slachtoffer] kenbaar gemaakt dat hij, verdachte, veel geld nodig had en veelgeld van die [slachtoffer] wilde ontvangen en dat die [slachtoffer] veel geld voor hem en voor hen, verdachte en die [slachtoffer] , en voor een gezamenlijke toekomst en een gezamenlijk (sushi)bedrijf moest verdienen, en
  • meerdere malen, (in strijd met de waarheid) aan die [slachtoffer] te kennen gegeven en doenvoorkomen dat het van die [slachtoffer] verkregen en te verkrijgen geld bedoeld was voor
(voorbereiding van en investering in) een gezamenlijk (sushi)bedrijf, terwijl verdachte in werkelijkheid het van die [slachtoffer] verkregen geld besteedde en heeft besteed aan goederen en andere uitgaven voor zichzelf en anderen en aldus het van die [slachtoffer] verkregen geld niet ten behoeve van een (sushi)bedrijf heeft uitgegeven en geïnvesteerd en onder zich heeft gehouden, en
  • meerdere malen, aan die [slachtoffer] laten weten en anderszins kenbaar gemaakt dat die [slachtoffer] :
  • naaktfoto's en naaktfilmpjes (met een seksuele aard en strekking) van zichzelf moest (blijven) maken endie foto's en filmpjes aan een klant, moest (blijven) verkopen en tegen betaling verstrekken, en - tegen betaling seksuele handelingen moest (blijven) uitvoeren voor en/of met en/of bij een klant, en
  • meerdere malen, aan die [slachtoffer] laten weten en (anderszins) kenbaar gemaakt dat:
  • die [slachtoffer] (gewoon) naar verdachte moest luisteren (zie oa. pag. 394 van het dossier), en
  • die [slachtoffer] niet moeilijk moest doen (zie oa. pag. 504 van het dossier), en
  • die [slachtoffer] geld moest binnenbrengen (zie oa. pag. 514 van het dossier), en
  • die [slachtoffer] niet moest zeuren maar gewoon moest doen wat verdachte zei (zie pag. 516, 526 en531 van het dossier), en
  • hij om die [slachtoffer] geeft en, indien die [slachtoffer] om verdachte geeft, zij moest doen watverdachte zei (zie oa. pag. 520 van het dossier), en
  • die [slachtoffer] haar gevoel moest uitzetten (zie oa. pag. 523 van het dossier), en hij, verdachte, een javan die [slachtoffer] wilde horen (zie oa. pag. 526 van het dossier), en
  • die [slachtoffer] eigenlijk geen keus had (zie oa. pag. 526 van het dossier), en
  • meerdere malen, op en via Telegram en Snapchat en de websitef2f.com een advertentie - waarmee,tegen betaling, naaktfoto's en naaktfilmpjes met een seksuele aard en strekking van die [slachtoffer] en seks met die [slachtoffer] werd aangeboden - aangemaakt en aangepast en door die [slachtoffer] laten aanmaken en laten aanpassen, en
  • meerdere malen, naaktfoto's en/of naaktfilmpjes met een seksuele aard en strekking van die
[slachtoffer] gemaakt en door die [slachtoffer] laten maken en die fotos en filmpjes aan een klant tegen betaling aangeboden en verstrekt en door die [slachtoffer] laten aanbieden en verstrekken, en
  • meerdere malen, gesproken en (anderszins) gecommuniceerd met die [slachtoffer] en uitleg en(werk)instructies aan die [slachtoffer] gegeven over het maken en het promoten en het verkopen en het verstrekken van naaktfotos en naaktfilmpjes met een seksuele aard en strekking van die [slachtoffer] en over een seksafspraak en prostitutie en het (tegen betaling) uitvoeren van seksuele handelingen (voor en/of met een klant), en
  • meerdere malen, met klanten contact opgenomen en onderhouden en die [slachtoffer] met die klantencontact laten opnemen en laten onderhouden en met die klanten (prijs)afspraken gemaakt en door die [slachtoffer] laten maken, en
  • meerdere malen, geld van een klant en door die [slachtoffer] uit verkoop van die naaktfotos ennaaktfilmpjes en uit prostitutie verdiend geld en ( anderszins) aan die [slachtoffer] toebehorend geld ingenomen en in ontvangst genomen en door die [slachtoffer] (via de bank) aan verdachte laten overmaken en door verdachte laten opnemen en aan verdachte laten afstaan, zulks terwijl die [slachtoffer] kwetsbaar was en (daardoor) gemakkelijk te beïnvloeden was en zich aldus in een kwetsbare positie bevond en hij, verdachte, aldus heeft bewerkstelligd dat die [slachtoffer] van hem, verdachte, afhankelijk was, waaraan die [slachtoffer] zich niet heeft kunnen onttrekken en ten gevolge waarvan die [slachtoffer] geen weerstand aan verdachte heeft kunnen bieden;
2. hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 mei 2020 tot en met 31 juli 2020 in [plaats] en [plaats] en [plaats] , meerdere malen, telkens met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, een ander, te weten [slachtoffer] , heeft bewogen tot:
  • de afgifte van een geldbedrag van in totaal 9.500, en
  • heeft hij, verdachte doen voorkomen dat hij en die [slachtoffer] een (liefdes)relatie waren aangegaan, en
  • meerdere malen, in strijd met de waarheid aan die [slachtoffer] te kennen gegeven, dat hij, verdachte,een gezamenlijke toekomst met die [slachtoffer] wilde hebben, en
  • meerdere malen, in strijd met de waarheid aan die [slachtoffer] te kennen gegeven en doen voorkomendat verdachte door middel van traden (veel) geld voor zichzelf en voor een of meerdere anderen verdiend had, en
  • meerdere malen, aan die [slachtoffer] kenbaar gemaakt dat hij door middel van traden ook (veel) geldvoor die [slachtoffer] wilde verdienen en die [slachtoffer] (ook) rijker wilde maken, en
  • driemaal, naar die [slachtoffer] een bericht met een schermafbeelding (met daarop weergegevenmeerdere geldbedragen) gestuurd, waarmee verdachte in strijd met de waarheid kenbaar heeft gemaakt dat uit die afbeelding bleek dat verdachte door middel van traden (veel) geld had verdiend en winst had gemaakt, en
  • verzwegen en (anderszins) niet aan die [slachtoffer] kenbaar gemaakt dat op die schermafbeeldingeneen demo-account was weergegeven en dat de op die schermafbeeldingen weergegeven geldbedragen in werkelijkheid geen daadwerkelijk door verdachte verdiende gelden en winsten betroffen, en
  • verzwegen en (anderszins) niet (tijdig en volledig) aan die [slachtoffer] kenbaar gemaakt dat verdachtein werkelijkheid door middel van traden geen geld verdiende en meestal geld van zichzelf en anderen verloor, en
  • meerdere malen, aan die [slachtoffer] een onjuiste en onvolledige voorstelling van zaken en belangengegeven; waardoor die [slachtoffer] telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgiften;
3. hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 mei 2020 tot en met 22 november 2022 in [plaats] en [plaats] en [plaats] , meerdere malen, telkens met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen telkens door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, een ander, te weten [slachtoffer] , heeft bewogen tot:
- de afgifte van:
een bedrag van 10.000 en 2.000 en 400, en geldbedragen en meerdere sneakers, en
  • het aangaan van een schuld van 12.650, immers heeft hij, verdachte:
  • doen voorkomen dat hij en die [slachtoffer] een (liefdes)relatie waren aangegaan, en
  • meerdere malen, in strijd met de waarheid aan die [slachtoffer] te kennen gegeven, dat hij, verdachte,een gezamenlijke toekomst met die [slachtoffer] wilde hebben, en
  • meerdere malen, aan die [slachtoffer] in strijd met de waarheid te kennen gegeven dat de af te sluitenen afgesloten lening en het van die [slachtoffer] verkregen en te verkrijgen geld bedoeld was voor de voorbereiding van en investering in een gezamenlijk (sneaker- en sushi)bedrijf, en - verzwegen en anderszins niet te kennen gegeven dat verdachte in werkelijkheid:
het van die [slachtoffer] verkregen geld geheel, althans voor een groot deel, besteedde en heeft besteed aan goederen en andere uitgaven voor zichzelf en anderen dan die [slachtoffer] , en aldus het van die [slachtoffer] verkregen geld niet ten behoeve van een (sneaker- en sushi)bedrijf heeft uitgegeven en geïnvesteerd en onder zich heeft gehouden, waardoor die [slachtoffer] telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgiften en tot het aangaan van die schuld.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het bewezen verklaarde levert op:
1. mensenhandel, meermalen gepleegd
2. primair.oplichting
3. primair.oplichting
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de feiten 1, 2 primair en
3 primair wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en onder oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
Daarnaast heeft de officier van justitie ook de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden gevorderd, alsmede oplegging van de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid ex. artikel 38v Sr voor een periode van 5 jaar, inhoudende een contactverbod met aangeefster en een locatieverbod voor de omgeving van [plaats] , waarbij iedere overtreding hechtenis voor de duur van 2 weken volgt met een maximum van 6 maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft - mocht de rechtbank toch tot een bewezenverklaring komen - gepleit de gevorderde strafeis te matigen en daarbij in het bijzonder rekening te houden met de aanzienlijk kortere duur waarin de ten laste gelegde feiten hebben plaatsgevonden, de omstandigheid dat er geen geweld tegen aangeefster is gebruikt en zij niet is bedreigd of gechanteerd, alsmede het feit dat verdachte first offender is en voor zijn drie minderjarige kinderen wil zorgen. Daarnaast acht de raadsman de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden dat verdachte niet deelneemt aan kansspelen en traden en het meewerken aan controles van zijn digitale gegevensdragers een te grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van verdachte en heeft daarom verzocht deze voorwaarden niet op te leggen. Tevens heeft de raadsman zich verzet tegen de oplegging van een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid ex. artikel 38v Sr. Een contact- en locatieverbod is niet noodzakelijk, omdat verdachte überhaupt geen contact meer wil met aangeefster.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het Pro Justitia (PJ) psychologisch rapport van 25 januari 2024, opgemaakt door N. van der Weegen (GZ-psycholoog) en het advies van Reclassering Nederland van 13 februari 2024, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 8 januari 2024, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim anderhalf jaar schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van slachtoffer [slachtoffer] . Verdachte heeft het slachtoffer misleid, misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin zij verkeerde, van haar verliefdheid op hem en hij heeft haar (seksueel) uitgebuit. Verdachte was dwingend, had overwicht over het slachtoffer en stimuleerde haar uiteindelijk zelfs tot het verkopen van seksfotos en -videos en het verrichten van sekswerk. Het slachtoffer kon zich niet aan hem onttrekken. Pas na sterk aandringen van haar werkgever heeft zij uiteindelijk de stap durven te zetten om aangifte te doen.
Mensenhandel is een zeer vergaande en ontluisterende manier van uitbuiting in de zin dat het financieel gewin alles bepalend is en de gevolgen voor het slachtoffer zeer ingrijpend zijn. Door aldus te handelen heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een ernstig strafbaar feit waarbij hij, met miskenning van de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer, zijn eigen financieel gewin op de voorgrond heeft gesteld.
De ervaring leert dat slachtoffers van dergelijke feiten nog gedurende lange tijd de psychische en emotionele schade ondervinden. Dat dit ook bij het slachtoffer het geval is, blijkt wel uit haar ter terechtzitting voorgelezen schriftelijke slachtofferverklaring. De rechtbank rekent verdachte dit feit dan ook zwaar aan.
Daarnaast heeft verdachte het slachtoffer ook opgelicht. Hij heeft haar onder meer doen geloven dat zij samen een handel in sneakers zouden opzetten en een sushibedrijf zouden beginnen. Zij gaf hem diverse geldbedragen, ging een lening aan en maakte maandelijks 600 tot 900 en later 300 euro per week aan hem over. Van de door verdachte voorgehouden plannen kwam echter niets terecht. Het geld van het slachtoffer verdween als sneeuw voor de zon. Verdachte leefde ervan en besteedde het aan levensonderhoud en - onder meer - aan andere vriendinnen. Het slachtoffer kreeg niets. Verdachte heeft ook hierbij enkel gehandeld vanuit zijn eigen financiële belang. Door zijn handelen heeft hij misbruik gemaakt van het vertrouwen dat het slachtoffer in hem had. Ook dit feit rekent de rechtbank verdachte aan.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte blijkens zijn justitiële documentatie in het verleden is veroordeeld voor uiteenlopende delicten, maar niet eerder voor soortgelijke strafbare feiten.
Verder laat de rechtbank meewegen dat verdachte ter terechtzitting nauwelijks inzicht heeft getoond in het verwerpelijke van zijn handelen en daarvoor geen verantwoordelijkheid heeft genomen, mede door te volharden in zijn ontkenning van de kern van de bewezen verklaarde gedragingen.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van voornoemd PJ psychologisch rapport. In dit rapport is onder meer - weergegeven dat verdachte lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken. Er is sprake van een groot aantal trekken van psychopathie. Verdachte is sterk op zichzelf gericht, is egocentrisch, heeft weinig empathie, gedraagt zich maatschappelijk onverantwoordelijk, neemt geen verantwoording voor zijn gedrag, liegt en manipuleert gemakkelijk, is geneigd anderen te misbruiken voor zijn eigen gewin en heeft geen adequaat functionerend geweten. Voornoemde persoonlijkheidstrekken van verdachte hebben zeker invloed gehad op zijn overwegingen en gedrag.
Verdachte kiest er echter voor om zich onverantwoordelijk te gedragen en te liegen en te manipuleren.
De psycholoog adviseert het ten laste gelegde volledig toe te rekenen. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat en wordt gevormd door de stoornis van verdachte. Er zijn de laatste jaren positieve ervaringen opgedaan met schematherapie bij mensen met de persoonlijkheidsstoornis van verdachte. Overwogen kan worden verdachte binnen een kader van een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden schematherapie te laten volgen. Een dergelijke behandeling kan plaatsvinden in een forensische polikliniek.
Reclassering Nederland merkt in voornoemd advies op dat, gelet op de vastgestelde persoonlijkheidsproblematiek, de aard en ernst van de verdenkingen en verdachte zijn systematisch stellige ontkenning, zeer gerede twijfel bestaat of een regulier reclasseringstoezicht met een ambulante behandeling toereikend zal zijn. De kans op een voortijdige negatieve beëindiging van het toezicht, wordt door de reclassering ingeschat als hoog. De reclassering is van mening dat dit kan worden ondervangen indien er aan verdachte een gedragsbeïnvloedende maatregel wordt opgelegd op grond van artikel 38v Sr.
De reclassering adviseert om een gecombineerde straf op te leggen, waarbij aan het voorwaardelijke strafdeel bijzondere voorwaarden worden gekoppeld, te weten een meldplicht, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), schadeherstel, dagbesteding, een verbod op kansspelen, controle van digitale gegevensdragers en geen andere huisvesting zonder toestemming.
De rechtbank is van oordeel dat met name gelet op de aard en de ernst van de bewezen verklaarde mensenhandel volgt dat uit het oogpunt van normhandhaving en vergelding slechts kan worden volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstaf van langere duur.
De rechtbank heeft daarbij acht geslagen op de LOVS-oriëntatiepunten voor straftoemeting mensenhandel en merkt deze zaak aan als een categorie II-zaak. In deze categorie valt de inzet van het middel misleiding dat zwaardere vormen aanneemt dan in categorie I.
Er is sprake geweest van een grote inbreuk op de grondrechten en autonomie van het slachtoffer, het slachtoffer kon zich niet zomaar onttrekken aan de situatie en er was sprake van overwicht op het slachtoffer, een loverboy-situatie.
Voor categorie II geldt een oriëntatiepunt van 14 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor een bewezenverklaarde periode, variërend van een dag/dagen tot enkele maanden. Omdat in deze zaak sprake is van een langere bewezen verklaarde periode (ruim anderhalf jaar) en de veroordeling naast mensenhandel ook ziet op oplichting, ziet de rechtbank aanleiding om de duur van de gevangenisstraf te verhogen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Sr, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren (zoals geëist door de officier van justitie), passend en geboden is. Het voorwaardelijke strafdeel dient als waarschuwing aan verdachte, teneinde te voorkomen dat hij zich opnieuw schuldig maakt aan (soortgelijke) strafbare feiten. Tevens zullen aan dit strafdeel, ter voorkoming van recidive, de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden worden verbonden, met uitzondering van een verbod op kansspelen en de controle van digitale gegevensdragers. Het opleggen van deze bijzondere voorwaarden acht de rechtbank niet opportuun, omdat de rechtbank geen directe relatie ziet met het recidiverisico.
De rechtbank zal verder bepalen dat de op grond van artikel 14c Sr te stellen bijzondere voorwaarden en het hierop uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn. Verdachte heeft zich - onder andere - schuldig gemaakt aan een misdrijf dat is gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon, te weten mensenhandel. Gelet op de inhoud van voornoemd PJ psychologisch rapport, het advies van de reclassering en de omstandigheden waaronder dit delict is begaan, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zonder hulp en bijstand wederom een dergelijk misdrijf zal plegen.
Voorts zal de rechtbank overeenkomstig de vordering van de officier van justitie en het advies van de reclassering op grond van artikel 38v Sr aan verdachte - ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten - een tweetal vrijheidsbeperkende maatregelen opleggen. Verdachte zal worden bevolen zich te onthouden van direct of indirect contact, ook niet via derden, met het slachtoffer [slachtoffer] en verdachte zal worden bevolen zich niet op te houden in een bepaald gebied, te weten [plaats] .
Deze maatregel wordt opgelegd voor een periode van vijf jaren.
De rechtbank is van oordeel dat de op grond van artikel 38v Sr opgelegde maatregelen eveneens dadelijk uitvoerbaar moeten zijn, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen. Daarbij laat de rechtbank het belang van een veilige leefomgeving van het slachtoffer, waarbij zij niet de angst heeft dat verdachte contact met haar zal opnemen of zij hem zal tegenkomen, zwaarder wegen dan het belang van verdachte om zich te vrij te kunnen bewegen in [plaats] .
De rechtbank bepaalt tot slot dat bij iedere overtreding van het contact- dan wel locatieverbod aan verdachte 2 weken vervangende hechtenis zal worden toegepast, waarbij de totale duur van de vervangende hechtenis maximaal 6 maanden kan bedragen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
[slachtoffer] , bijgestaan door mr. U. Hansma, advocaat te Groningen, heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van 70.181,31 ter vergoeding van materiële schade en 12.500,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële schade voldoende is onderbouwd en voor toewijzing vatbaar is, met uitzondering van de opgevoerde toekomstige schade. Daarbij neemt de officier van justitie in aanmerking dat deze schade nog niet is geleden en het nog onduidelijk is hoe hoog deze schade uiteindelijk zal zijn. De gevorderde immateriële schade acht de officier van justitie alleszins redelijk en voor toewijzing vatbaar, vermeerderd met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden afgewezen, gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Meer subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de vordering onvoldoende is onderbouwd. Ten aanzien van de gevorderde materiële schade heeft de raadsman opgemerkt dat aangeefster de genoemde geldbedragen en goederen vrijwillig aan verdachte heeft geschonken. De wederrechtelijkheid ontbreekt.
Met betrekking tot de gevorderde immateriële schade heeft de raadsman betwist dat het causale verband tussen de psychische klachten welke aangeefster stelt te hebben overgehouden aan het handelen door verdachte. Al het leed dat aangeefster (ook in een vorige relatie) is aangedaan, kan nu niet op het conto van verdachte worden geschreven.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank levert de behandeling van de vordering van de benadeelde partij geen onevenredig zware belasting van het strafgeding op. Voorts is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feiten 1, 2 primair en 3 primair bewezen verklaarde.
Ten aanzien van de gevorderde materiële schade van totaal 70.181,31 overweegt de rechtbank als volgt.
De gevorderde materiële schade is als volgt opgebouwd:
  • 60.058,50,- (wederrechtelijk verkregen voordeel);
  • 1.710,32 (hotelkosten);
  • 2.930,84 (brandstof vervoer heen en terug hotels, nu en toekomstig);
  • 946,62 (opgenomen verlof voor aangifte);
  • 1.212,12 (brandstofkosten vervoer behandeling Fier, 26 dgn) en - 2.493,55 (rentebetalingen leningen ING nu en toekomstig).
Wat betreft de gevorderde materiële schade van 60.058,50 is aansluiting gezocht bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Gelet op de bewezenverklaarde mensenhandel acht de rechtbank, anders dan de raadsman, de wederrechtelijkheid van de door verdachte tijdens de relatie verkregen geldbedragen en goederen een gegeven. Dit bedrag is daarom voor toewijzing vatbaar.
Voorts merkt de rechtbank op dat de gevorderde hotelkosten van 1.710,32 tweemaal lijken te worden gevorderd, namelijk als hotelkosten en als onderdeel van de gevorderde brandstof vervoer heen en terug hotels, nu en toekomstig van totaal 2.930,84 (zijnde 1.710,32 hotelboekingen + 1.220,52 reiskosten hotels). Zie hiervoor de toelichting bij het verzoek tot schadevergoeding. Dit deel van de vordering zal daarom worden afgewezen. Het gevorderde bedrag zou anders dubbelop worden toegewezen.
Verder constateert de rechtbank dat in de toelichting bij het verzoek tot schadevergoeding een toekomstige schadepost reiskosten behandeling van 2.539,68 en een geschatte post resterende rentebetalingen van 337,68 worden genoemd. Het bedrag van 2.539,68 wordt echter in het verzoek tot schadevergoeding niet gevorderd en zal daarom evenmin worden toegewezen. De geschatte resterende rentebedragen van 337,68 zullen evenmin worden toegekend, omdat onzekerheid bestaat over de omvang van deze toekomstige schade.
Het overige deel van de door de benadeelde partij gevorderde materiële schade, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist en dat de rechtbank evenmin als onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal worden toegewezen tot een bedrag van 68.133,31 (te weten 70.181,31 1.710,32 337,68), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 november 2022.
De benadeelde partij heeft daarnaast vergoeding van immateriële schade gevorderd. Indien geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals in dit geval, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in haar eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in haar persoon is aangetast. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting van de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. Uit de brieven van behandelaar Fier van 29 december 2023 en 20 februari 2024 blijkt dat hier sprake van is. Voorts is de rechtbank van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat de gevorderde immateriële schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1, 2 primair en
3 primair bewezen verklaarde. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking de brief van behandelaar Fier van 20 februari 2024, waaruit - onder meer - volgt dat tijdens de behandeling situaties worden behandeld die zijn voortgekomen uit de relatie met de meest recente ex-partner in de periode van mei 2020 tot november 2022. Hiermee staat naar het oordeel van de rechtbank voldoende vast dat sprake is van causaal verband tussen het bewezenverklaarde handelen van verdachte en de gevorderde immateriële schade.
Het gevorderde bedrag van 12.500,-, waarvan de hoogte onvoldoende door verdachte is betwist, acht de rechtbank redelijk en billijk en zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 22 november 2022.
De rechtbank zal gelet op het vorenstaande de vordering tot een bedrag van totaal
80.633,31 toewijzen en de vordering voor het overige deel afwijzen.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 38w, 55, 273f, 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart het onder feit 1, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf ( ), niet zal worden ten uitvoer
gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
dat de veroordeelde zich uiterlijk binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis meldtbij Reclassering Nederland, locatie Alkmaar op het adres Drachterwaard 102. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
dat de veroordeelde zich laat behandelen door de forensische polikliniek [instelling] of een soortgelijkezorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie
een kortdurende opname indiceert, zal de veroordeelde zich, ,
laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling;
3. dat de veroordeelde zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk bij een werkgever, meteen vaste structuur voor minimaal 32 uur per week;
4. dat de veroordeelde zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van het OpenbaarMinisterie. Hij schrijft zich in op het adres van zijn partner in Alkmaar.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een ofmeer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Beveelt dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het hierop uit te oefenen toezicht, zijn.
Legt aan de veroordeelde op de als bedoeld in artikel 38v Sr voor de duur van :
  • beveelt dat de veroordeelde gedurende 5 jaren op geen enkele wijze direct of indirect contact op zalnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op (aangeefster);
  • beveelt dat de veroordeelde zich gedurende 5 jaren zich niet zal ophouden in [plaats] ;
  • beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel per overtreding wordtvervangen door 14 (veertien) dagen hechtenis en bepaalt daarbij dat de maximale hechtenis 6 maanden bedraagt;
  • beveelt dat deze maatregel is, omdat er ernstig rekening mee moet
worden gehouden dat de veroordeelde opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen;
- toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel nietop.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van 80.633,31 en veroordeelt verdachte om aan te betalen:
  • het bedrag van 80.633,31 (zegge: tachtigduizend zeshonderddrieëndertig euro en eenendertigeurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 november 2022 de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van [slachtoffer] voor het overige af.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van aan de Staat te betalen een bedrag van 80.633,31 (zegge: tachtigduizend zeshonderddrieëndertig euro en eenendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 november 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 68.133,31 aan materiële schade en
12.500,- aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 365 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. J.V. Nolta en mr. R.B. Maring, rechters, bijgestaan door mr. H. Wachtmeester-Koning, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 maart 2024.
Mr. R.B. Maring en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan verdachte is, na een toegewezen vordering aanpassing omschrijving feiten in tenlastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering - ten laste gelegd dat:
1. hij (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2020 tot en met 22 november 2022 in [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of op een of meerdere (andere) locaties in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal,
(A) een ander, te weten ( mevrouw) [slachtoffer] , (telkens)
  • door dwang en/of geweld en/of ( een) andere feitelijkhe(i)d(en), en/of
  • door dreiging met geweld en/of ( een) andere feitelijkhe(i)d(en), en/of
  • door afpersing en/of fraude en/of misleiding, en/of
  • door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, en/of
  • door misbruik van een kwetsbare positie, en/of
  • door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon teverkrijgen die zeggenschap heeft over die ander, te weten die [slachtoffer] , heeft,
  • geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk vanseksuele uitbuiting van die ander, te weten die [slachtoffer] , ( sub 1) en/of - gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander, te weten die [slachtoffer] , zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard, (sub 4) en/of
  • gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar, te weten die
[slachtoffer] , seksuele handelingen met en/of voor een derde, ( sub 9) en/of
(B)
  • ( telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van een ander, te weten die[slachtoffer] , ( sub 6) immers is/heeft hij, verdachte:
  • meerdere malen, althans eenmaal, ( via het spel Hide Away) contact opgenomen en/of onderhouden metdie [slachtoffer] , en/of
  • met die [slachtoffer] een ( liefdes)relatie aangegaan, althans het doen voorkomen dat hij en die
[slachtoffer] een ( liefdes)relatie waren aangegaan, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, ( in strijd met de waarheid) aan die [slachtoffer] te kennen gegeven,althans het doen voorkomen, dat hij, verdachte, van die [slachtoffer] houdt en/of een gezamenlijke toekomst met die [slachtoffer] wilde hebben, en/of
  • verzwegen en/of ( anderszins) aan die [slachtoffer] niet kenbaar gemaakt dat hij, tijdens de relatie metdie [slachtoffer] , ( seksueel) contact en/of een ( seksuele) relatie met een of meerdere ( andere) vrouw(en) had, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, aan die [slachtoffer] laten weten en/of ( anderszins) kenbaargemaakt dat hij, verdachte, ( veel) geld nodig had en/of ( veel) geld van die [slachtoffer] wilde ontvangen en/of dat die [slachtoffer] ( veel) geld voor hem en/of voor hen, verdachte en die [slachtoffer] , en/of voor een gezamenlijke toekomst en/of een gezamenlijk ( sushi)bedrijf moest verdienen, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, ( in strijd met de waarheid) aan die [slachtoffer] te kennen gegevenen/of het doen voorkomen dat het van die [slachtoffer] verkregen en/of te verkrijgen geld bedoeld was voor ( voorbereiding van en/of investering in) een gezamenlijk ( sushi)bedrijf, terwijl verdachte ( in werkelijkheid) het van die [slachtoffer] verkregen geld besteedde en/of heeft besteed aan goederen en/of ( andere) uitgaven voor zichzelf en/of voor een of meerdere ander(en) en/of (aldus) het van die
[slachtoffer] verkregen geld niet ten behoeve van een ( sushi)bedrijf heeft uitgegeven en/of geïnvesteerd en/of onder zich gehouden, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, aan die [slachtoffer] laten weten en/of ( anderszins) kenbaargemaakt dat die [slachtoffer] :
  • naaktfoto's en/of naaktfilmpjes ( met een seksuele aard en/of strekking) van zichzelf moest (blijven) maken en/of die foto's en/of filmpjes aan hem en/of aan een klant, althans een ander, moest ( blijven) verkopen en/of ( tegen betaling) verstrekken, en/of
  • tegen betaling seksuele handelingen moest ( blijven) uitvoeren voor en/of met en/of bij een klant, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, aan die [slachtoffer] laten weten en/of ( anderszins) kenbaargemaakt dat:
  • die [slachtoffer] ( gewoon) naar verdachte moest luisteren ( zie oa. pag. 394 van het dossier), en/of
  • die [slachtoffer] niet moeilijk moest doen ( zie oa. pag. 504 van het dossier), en/of
  • die [slachtoffer] geld moest binnenbrengen ( zie oa. pag. 514 van het dossier), en/of
  • die [slachtoffer] niet moest zeuren maar gewoon ( moest) doen ( wat verdachte zei) ( zie pag. 516, 526 en 531 van het dossier), en/of
  • hij om die [slachtoffer] geeft en/of, indien die [slachtoffer] om verdachte geeft, zij moest doen watverdachte zei ( zie oa. pag. 520 van het dossier), en
  • die [slachtoffer] haar gevoel moest uitzetten ( zie oa. pag. 523 van het dossier), en/of « hij, verdachte,een ja ( van die [slachtoffer] ) wilde horen ( zie oa. pag. 526 van het dossier), en/of
  • die [slachtoffer] ( eigenlijk) geen keus had ( zie oa. pag. 526 van het dossier), althans woorden vangelijke aard en/of strekking, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, ( op en/of via Telegram en/of Snapchat en/of de websitef2f.com) eenadvertentie - waarmee, tegen betaling, naaktfoto's en/of naaktfilmpjes ( met een seksuele aard en/of strekking) van die [slachtoffer] en/of seks met die [slachtoffer] werd(en) aangeboden - (aan)gemaakt en/of aangepast en/of door die [slachtoffer] laten ( aan)maken en/of laten aanpassen, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, naaktfoto's en/of naaktfilmpjes ( met een seksuele aard en/ofstrekking) van die [slachtoffer] gemaakt en/of door die [slachtoffer] laten maken en/of die foto's en/of filmpjes aan een klant tegen betaling aangeboden en/of verstrekt en/of door die [slachtoffer] laten aanbieden en/of verstrekken, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, gesproken en/of ( anderszins) gecommuniceerd met die [slachtoffer] en/of uitleg en/of ( werk)instructies aan die [slachtoffer] gegeven over het maken en/of het promoten en/of het verkopen en/of het verstrekken van naaktfoto's en/of naaktfilmpjes ( met een seksuele aard en/of strekking) van die [slachtoffer] en/of over een seksafspraak en/of prostitutie en/of het ( tegen betaling) uitvoeren van seksuele handelingen ( voor en/of met een klant), en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, met een of meerdere klanten contact opgenomen en/of onderhoudenen/of die [slachtoffer] met die klanten contact laten opnemen en/of laten onderhouden en/of met die klanten een of meerdere ( prijs)afspraken gemaakt en/of door die [slachtoffer] laten maken, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, geld van een klant en/of door die [slachtoffer] uit verkoop van dienaaktfoto's en/of naaktfilmpjes en/of uit prostitutie verdiend geld en/of ( anderszins) aan die [slachtoffer] toebehorend geld ingenomen en/of in ontvangst genomen en/of door die [slachtoffer] ( via de bank) aan verdachte laten overmaken en/of door verdachte laten opnemen en/of aan verdachte
laten afstaan,
(zulks) terwijl die [slachtoffer] een beperkt sociaal netwerk had en/of kwetsbaar was en/of ( daardoor) gemakkelijk te beïnvloeden was en/of zich ( aldus) in een kwetsbare positie beyond en/of hij, verdachte, ( aldus) heeft bewerkstelligd dat die [slachtoffer] van hem, verdachte, afhankelijk was, waaraan die [slachtoffer] zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan die [slachtoffer] geen weerstand aan verdachte heeft kunnen bieden;
2. hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2020 tot en met 31 juli 2020 in [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of op een of meerdere ( andere) locaties in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen ( telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een ander, te weten ( mevrouw) [slachtoffer] , heeft bewogen tot:
  • de afgifte van een of meerdere geldbedragen van in totaal ( ongeveer) 9.500, althans enig goed, en/of
  • het verlenen van een dienst en/of het ter beschikking stellen van gegevens en/of het aangaan van eenschuld, immers is/heeft hij, verdachte: - met die [slachtoffer] een ( liefdes)relatie aangegaan, althans het doen voorkomen dat hij en die [slachtoffer] een ( liefdes)relatie waren aangegaan, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, ( in strijd met de waarheid) aan die [slachtoffer] te kennen gegeven,althans het doen voorkomen, dat hij, verdachte, van die [slachtoffer] houdt en/of een gezamenlijke toekomst met die [slachtoffer] wilde hebben, en/of
  • verzwegen en/of ( anderszins) niet aan die [slachtoffer] kenbaar gemaakt dat hij, tijdens de relatie metdie [slachtoffer] , ( seksueel) contact en/of een ( seksuele) relatie met een of meerdere ( andere) vrouw(en) had, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, ( in strijd met de waarheid) aan die [slachtoffer] te kennen gegevenen/of het doen voorkomen dat verdachte door middel van traden ( veel) geld ( voor zichzelf en/of voor een of meerdere ander(en)) verdiend had, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, aan die [slachtoffer] kenbaar gemaakt dat hij ( door middel vantraden) ook ( veel) geld voor die [slachtoffer] wilde verdienen en/of die [slachtoffer] ( ook) rijker wilde maken, en/of
  • driemaal, althans meerdere malen of eenmaal, naar die [slachtoffer] een bericht en/of ( met) een(scherm)afbeelding ( met daarop weergegeven meerdere geldbedragen) gestuurd, waarmee verdachte ( in strijd met de waarheid) kenbaar heeft gemaakt ( dat uit die afbeelding bleek) dat verdachte door middel van traden ( veel) geld had verdiend en/of winst had gemaakt, en/of
  • verzwegen en/of ( anderszins) niet aan die [slachtoffer] kenbaar gemaakt dat op die
(scherm)afbeeldingen een demo-account was weergegeven en/of dat de op die (scherm)afbeeldingen weergegeven geldbedragen ( in werkelijkheid) geen ( daadwerkelijk) door verdachte verdiende gelden en/of winsten betroffen, en/of
  • verzwegen en/of ( anderszins) niet ( tijdig en/of volledig) aan die [slachtoffer] kenbaar gemaakt datverdachte ( in werkelijkheid) door middel van traden geen geld verdiende en/of ( meestal) geld (van zichzelf en/of een of meerdere ander(en)) verloor, althans dat verdachte met traden ( veel) meer geld verloor dan hij met traden verdiende, en/of
  • verzwegen en/of anderszins niet ( tijdig en/of volledig) aan die [slachtoffer] kenbaar gemaakt dat ( inwerkelijkheid) traden aanzienlijke risico's kent en/of dat het traden ' goed kan gaan en slecht kan gaan' en/of ( dat er een aanzienlijke risico bestond) dat verdachte en/of die [slachtoffer] zijn/haar/hun (ingelegd) geld kon(den) verliezen, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, aan die [slachtoffer] een onjuiste en/of onvolledige voorstelling vanzaken en belangen gegeven, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, zich voorgedaan als een succesvolle trader en/of als bonafide(partner voor en/of van die [slachtoffer] ), waardoor die [slachtoffer] ( telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n) en/of het verlenen van een dienst(en) en/of het ter beschikking stellen van gegevens en/of het aangaan van een/die schuld(en); Subsidiair:
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2020 tot en met 31 juli 2020 in [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of op een of meerdere ( andere) locaties in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk een of meerdere ( andere) geldbedrag(en) van in totaal ( ongeveer) 9.500, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan ( mevrouw) [slachtoffer] , in elk geval aan een ander ( dan verdachte) toebehoorde(n), en welke gelden, althans goederen, verdachte anders dan door misdrijf, te weten ( van die [slachtoffer] ) verkregen ( als investering) ten behoeve van traden en/of ( de kosten en/of uitgaven van) een ( gezamenlijk) ( sneaker- en/of sushi)bedrijf en/of een gezamenlijke toekomst ( met die [slachtoffer] ) en/of ( anderszins) ten behoeve van die [slachtoffer] , onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3. hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2020 tot en met 22 november 2022 in [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of op een of meerdere (andere) locaties in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen ( telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een ander, te weten ( mevrouw) [slachtoffer] , heeft bewogen tot:
- de afgifte van:
een bedrag van 10.000 en/of 2.000 en/of 400, althans een of meerdere ( uit een door die [slachtoffer] afgesloten lening afkomstige) geldbedragen ( van in totaal 12.400), en/of een of meerdere ( andere) geldbedragen en/of een of meerdere sneaker(s), althans enig goed, en/of
  • het verlenen van een dienst en/of het ter beschikking stellen van gegevens en/of het aangaan van eenschuld ( van 12.650), immers is/heeft hij, verdachte:
  • met die [slachtoffer] een ( liefdes)relatie aangegaan, althans het doen voorkomen dat hij en die
[slachtoffer] een ( liefdes)relatie waren aangegaan, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, ( in strijd met de waarheid) aan die [slachtoffer] te kennen gegeven,althans het doen voorkomen, dat hij, verdachte, van die [slachtoffer] houdt en/of een gezamenlijke toekomst met die [slachtoffer] wilde hebben, en/of
  • verzwegen en/of ( anderszins) aan die [slachtoffer] niet kenbaar gemaakt dat hij, tijdens de relatie metdie [slachtoffer] , ( seksueel) contact en/of een ( seksuele) relatie met een of meerdere ( andere) vrouw(en) had, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, aan die [slachtoffer] ( in strijd met de waarheid) te kennen gegevendat de af te sluiten en/of afgesloten lening en/of het van die [slachtoffer] verkregen en/of te verkrijgen geld bedoeld was voor ( voorbereiding van en/of investering in) een gezamenlijk
(sneaker- en/of sushi)bedrijf, en/of
- verzwegen en/of ( anderszins) niet te kennen gegeven dat verdachte ( in werkelijkheid):
het van die [slachtoffer] verkregen geld ( geheel, althans voor een groot deel,) besteedde en/of heeft besteed aan goederen en/of ( andere) uitgaven voor zichzelf en/of een of voor meerdere ander(en)
(dan die [slachtoffer] ), en/of ( aldus) het van die [slachtoffer] verkregen geld ( geheel, althans voor een groot deel,) niet ten behoeve van een ( sneaker- en/of sushi)bedrijf heeft uitgegeven en/of geïnvesteerd en/of onder zich heeft gehouden, en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, aan die [slachtoffer] een onjuiste en/of onvolledige voorstelling vanzaken en belangen gegeven, en/of - meerdere malen, althans eenmaal, zich voorgedaan als bonafide ( partner voor en/of van die [slachtoffer] ), waardoor die [slachtoffer] ( telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n) en/of het verlenen van een dienst(en) en/of het ter beschikking stellen van gegevens en/of het aangaan van een/die schuld(en); Subsidiair
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2020 tot en met 22 november 2022 in [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of op een of meerdere (andere) locaties in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk een of meerdere geldbedrag(en), althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan ( mevrouw) [slachtoffer] , in elk geval aan een ander ( dan verdachte) toebehoorde(n), en welke gelden, althans goederen, verdachte anders dan door misdrijf, te weten ( van die [slachtoffer] ) verkregen ( als investering) ten behoeve van ( de kosten en/of uitgaven van) een ( gezamenlijk) ( sneaker- en/of sushi)bedrijf en/of een gezamenlijke toekomst ( met die [slachtoffer] ) en/of ( anderszins) ten behoeve van die [slachtoffer] , onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
HR 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7099 (Chinese Horeca), HR 24 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3309.
Kamerstukken II 2003/04, 29 291, nr. 3, p.19.
Dossier NNRCC22016 SYSTRA, gesloten op 30 juni 2023; alle genoemde bewijsmiddelen zijn afkomstig uit dit dossier
Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever pagina 229 e.v.
Proces-verbaal van verhoor verdachte pagina 185 e.v.
WhatsApp chat, pagina 499-500 en proces-verbaal van bevindingen pagina 804 e.v.
Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever pagina 229 e.v.
Proces-verbaal van verhoor verdachte pagina 185 e.v.
WhatsApp chat, pagina 501-502 en proces-verbaal van bevindingen pagina 807
Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever pagina 229 e.v.
Proces-verbaal van bevindingen pagina 827
Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever pagina 229 e.v. en proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever pagina 237 e.v.
WhatsApp chat pagina 514-522 en proces-verbaal van verhoor verdachte pagina 197-198
Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever pagina 229 e.v.
Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever pagina 229 e.v., Telegram chat pagina 431 en procesverbaal van bevindingen pagina 416
Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever pagina 229 e.v.
Proces-verbaal van bevindingen pagina 830
Proces-verbaal van bevindingen pagina 700 (seksadvertentie)
Proces-verbaal van bevindingen pagina 696 en processen-verbaal van bevindingen paginas 93, 274 en 305
Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever pagina 229 e.v. en proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever pagina 237 e.v.
Proces-verbaal van bevindingen pagina 712
Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever pagina 237 e.v.
Verklaring verdachte ter terechtzitting van 26 februari 2024 24 Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever pagina 229 e.v.
25. Proces-verbaal van bevindingen pagina 377 e.v.
26. Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever pagina 229 e.v.
27. WhatsApp chat pagina 518
28. Proces-verbaal van verhoor aangever pagina 260 en Telegram chat pagina 417 en 461
29. Proces-verbaal van verhoor aangever pagina 236 en 237 en WhatsApp chat pagina 485
30. Proces-verbaal van bevindingen pagina 416 en proces-verbaal van bevindingen pagina 473
31. WhatsApp chat pagina 491 497 en proces-verbaal van bevindingen pagina 808
32. Proces-verbaal van verhoor aangever pagina 235 en WhatsApp chat pagina 484 - 486
33. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam] pagina 745
34. Proces-verbaal van bevindingen pagina 671
35. Proces-verbaal van bevindingen pagina 393, WhatsApp chat pagina 524-525
36. Proces-verbaal van bevindingen pagina 851
37. Proces-verbaal van verhoor verdachte pagina 185 e.v.
38. Proces-verbaal van bevindingen pagina 850-851
39. Proces-verbaal van bevindingen pagina 851-863
40. Proces-verbaal van bevindingen pagina 715 en pv bevindingen pagina 792
41. Proces-verbaal verhoor verdachte pagina 169
42. Proces-verbaal van verhoor verdachte pagina 185 e.v.
43. WhatsApp chat pagina 512-513, proces-verbaal van bevindingen pagina 849, 852-863 en proces-verbaal van verhoor verdachte pagina 170
44. Proces-verbaal van verhoor getuige pagina 755-756
45. Proces-verbaal van verhoor getuige pagina 741
46. Pv bevindingen pagina 853