ECLI:NL:RBNNE:2024:654
Rechtbank Noord-Nederland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Ziektewet-uitkering en dwangsomvergoeding door het Uwv
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 15 februari 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) en de weigering van een dwangsomvergoeding door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) beoordeeld. Eiseres had verzocht om een ZW-uitkering per oktober 2020, maar het Uwv had deze aanvraag op 15 december 2021 afgewezen, omdat eiseres op dat moment niet verzekerd was voor de ZW. Na bezwaar bleef het Uwv bij deze afwijzing, maar paste de motivering aan. De rechtbank oordeelt dat het Uwv terecht heeft geoordeeld dat eiseres geen recht had op de ZW-uitkering, omdat er geen sprake was van arbeidsongeschiktheid door ziekte gerelateerd aan de zwangerschap. De rechtbank concludeert dat de artsen van het Uwv de beoordeling zorgvuldig hebben uitgevoerd en dat er onvoldoende bewijs is geleverd door eiseres om haar stelling te onderbouwen dat zij minder uren heeft gewerkt vanwege haar zwangerschap.
Daarnaast wordt de weigering van het Uwv om een dwangsomvergoeding toe te kennen besproken. Eiseres stelde dat het Uwv niet tijdig op haar bezwaar had beslist en dat haar ingebrekestelling niet onredelijk laat was. De rechtbank oordeelt echter dat de ingebrekestelling van eiseres prematuur was en dat de termijn tussen het verstrijken van de beslistermijn en de ingebrekestelling te lang was, waardoor het Uwv op goede gronden heeft besloten geen dwangsomvergoeding toe te kennen. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en bevestigt de afwijzing van de ZW-aanvraag en de weigering van de dwangsomvergoeding.