ECLI:NL:RBNNE:2024:631
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen herziening definitieve berekeningen en terugvorderingen van zorgtoeslag, huurtoeslag en kindgebonden budget
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 16 februari 2024, zijn de beroepen van twee eisers tegen de herziening van hun definitieve berekeningen en terugvorderingen van zorgtoeslag, huurtoeslag en kindgebonden budget over de jaren 2020 en 2021 aan de orde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terugvorderingen niet onrechtmatig zijn en dat de besluiten van de Belastingdienst/Toeslagen niet in strijd zijn met het evenredigheidsbeginsel. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, wat betekent dat de eisers de teveel ontvangen toeslagen moeten terugbetalen. De rechtbank heeft in haar beoordeling de relevante wet- en regelgeving, zoals de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir), in acht genomen. De rechtbank concludeert dat de Belastingdienst/Toeslagen terecht de herzieningen heeft doorgevoerd op basis van gewijzigde inkomensgegevens die zijn ontvangen uit de Basisregistratie Inkomen (BRI). De eisers hebben aangevoerd dat zij niet op de hoogte waren van de wijzigingen in hun inkomensgegevens en dat de terugvorderingen hen in een financiële moeilijkheid hebben gebracht. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de eisers zelf verantwoordelijk zijn voor het controleren van hun inkomensgegevens en dat de terugvorderingen gerechtvaardigd zijn. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven tot matiging van de terugvorderingen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.