ECLI:NL:RBNNE:2024:5150

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 december 2024
Publicatiedatum
6 januari 2025
Zaaknummer
11248723 BU VERZ 24-1792
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake verkeersvoorschriften en onduidelijke parkeersituatie

Op 23 december 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, een mondelinge uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure met betrekking tot de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een beroep van betrokkene, die niet op de zitting aanwezig was, tegen een opgelegde administratieve sanctie van € 119,00 voor het stilstaan op een trottoir, voetpad, fietspad of ruiterpad. De gedraging vond plaats op 2 juni 2023 om 10:24 uur op de Astraat in Groningen met een bedrijfsauto. De betrokkene voerde aan dat het eenrichtingverkeer was en dat hij het verkeer zou blokkeren als hij op de rijbaan zou staan. Hij verwees naar foto’s die de onduidelijkheid van de situatie aantoonden, waarbij de betegeling in verschillende patronen de vraag opriep waar het trottoir begint.

De kantonrechter, mr. P.G. Wijtsma, overwoog dat de beroepsgronden van betrokkene slagen. Er kon niet met zekerheid worden vastgesteld dat de auto op het trottoir was geparkeerd, gezien de onduidelijke afbakening van de verschillende zones in het gebied, dat als een soort pleintje of 'shared space' kan worden aangemerkt. De rechter vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking, en verklaarde het beroep gegrond. Betrokkene krijgt het betaalde bedrag aan zekerheidstelling terug. De kantonrechter adviseerde betrokkene om bij de gemeente duidelijkheid te verkrijgen over de parkeersituatie in de toekomst.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: [nummer]
zaaknummer: 11248723 BU VERZ 24-1792
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 23 december 2024 in het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (hierna: betrokkene),

wonende in [woonplaats].
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. P.G. Wijtsma
als griffier : mr. W.B. Jongsma
Betrokkene is niet op de zitting verschenen. Als vertegenwoordigster van de officier van justitie is verschenen mr. S. Bayram.
De verweten gedraging betreft ‘stilstaan op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad (niet de rijbaan gebruiken)’, verricht op 2 juni 2023, om 10:24 uur, locatie: Astraat in Groningen, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
Betrokkene voert aan dat het op de plek waar hij stond eenrichtingverkeer is en dat hij al het verkeer zou blokkeren als hij op de rijbaan zou staan. Daarnaast voert hij onder verwijzing naar foto’s aan dat het onduidelijk is wat de rijbaan is. Het is meer een plein.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
De beroepsgronden slagen. Er kan inderdaad niet met zekerheid worden vastgesteld dat betrokkene zijn auto op het trottoir heeft geparkeerd. Op de bewuste plek ligt betegeling in verschillende patronen, die de vraag oproept waar het trottoir dan begint. De auto van betrokkene staat, zo valt op de foto’s in het dossier te zien, vrijwel volledig op een betegeling in een schuin patroon, met daarnaast een ander patroon van betegeling. Dit bevestigt dat het gebied inderdaad een soort pleintje of ‘shared space' is, waarbij de functies van de verschillende zones niet duidelijk zijn afgebakend. Op de foto’s van de verbalisant is verder betegeling zichtbaar met witte, uitstekende stippen die doorlopen tot aan de boom. Dit lijkt te suggereren dat dit deel bedoeld is voor voetgangers. Desondanks blijft onduidelijk of het specifieke gedeelte waarop betrokkene zijn auto heeft geplaatst, als voetpad kan worden aangemerkt. De gedraging kan daarom niet worden vastgesteld.
Ten slotte geeft de kantonrechter betrokkene in overweging om bij de gemeente voor de toekomst duidelijkheid te verkrijgen wat nu precies geldt op deze plek.
De kantonrechter:
- verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
- vernietigt die beslissing;
- verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gegrond;
- vernietigt die inleidende beschikking;
- bepaalt dat betrokkene het betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: