ECLI:NL:RBNNE:2024:5013
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in een echtscheidingsprocedure: wanneer kan artikel 223 Rv wel?
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 6 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een echtscheidingsprocedure. De man verzocht om een wijziging van de voorlopige zorgregeling, zodat hij onbegeleide omgang zou hebben met zijn drie jongste kinderen. De vrouw daarentegen pleitte voor continuering van de huidige regeling, waarbij de kinderen nog steeds een onveilig gevoel bij de man ervaren. De Raad voor de Kinderbescherming adviseerde om eerst gesprekken te voeren met de ouders en kinderen voordat er een wijziging in de regeling zou plaatsvinden. De rechtbank heeft de zaak mondeling behandeld en na de behandeling direct uitspraak gedaan. De rechter heeft vastgesteld dat de man in zijn verzoek kan worden ontvangen, maar heeft het verzoek afgewezen. De rechter oordeelde dat de huidige zorgregeling in het belang van de kinderen moet worden voortgezet, gezien de zorgen over de veiligheid en het welzijn van de kinderen. De man toonde tijdens de behandeling een gebrek aan inzicht in de situatie, wat de rechter zorgelijk vond. De beslissing houdt in dat de man zich moet houden aan de eerder vastgestelde voorlopige regeling, en dat de proceskosten door beide partijen zelf gedragen moeten worden.