ECLI:NL:RBNNE:2024:4957

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
20 november 2024
Publicatiedatum
18 december 2024
Zaaknummer
11063427 BU VERZ 24-817
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond beroep inzake verkeersboete voor negeren rood licht

Op 20 november 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een verkeersboete die aan de betrokkene is opgelegd voor het negeren van een rood verkeerslicht. De betrokkene reed op 13 april 2023 om 19:20 uur met een personenauto op de N370, ter hoogte van de kruising met de Pleiadenlaan in Groningen. De betrokkene bevond zich in de voorsorteerstrook voor linksafslaand verkeer en heeft de stopstreep overschreden terwijl het verkeerslicht voor linksaf op rood stond. De kantonrechter, mr. Th.A. Wiersma, heeft vastgesteld dat de gedraging is verricht, ondanks het verweer van de gemachtigde van de betrokkene, mr. M. Lagas van Appjection B.V., die aanvoerde dat de betrokkene niet door rood reed. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende is, tenzij er specifieke feiten zijn die aan de juistheid van de verklaring twijfelen. De foto's in het dossier bevestigden dat de betrokkene de stopstreep voor linksafslaand verkeer heeft overschreden. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en legde een sanctie op van € 289,00, inclusief administratiekosten. De gemachtigde verzocht om vergoeding van de proceskosten, maar de kantonrechter zag hier geen aanleiding voor. De uitspraak is gedaan in het openbaar en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: [nummer]
zaaknummer: 11063427 BU VERZ 24-817
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan ter openbare zitting van 20 november 2024 in het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (hierna: betrokkene),

wonende in [woonplaats],
(gemachtigde: mr. M. Lagas, Appjection B.V.).
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. Th.A. Wiersma
als griffier : mr. W.B. Jongsma
Gemachtigde en betrokkene zijn niet op de zitting verschenen. Als vertegenwoordigster van de officier van justitie is verschenen mr. R.A. van der Velde.
De verweten gedraging betreft ‘doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat’, verricht op 13 april 2023, om 19:20 uur, locatie: N370 Friesestraatweg kruising Pleiadenlaan in Groningen, met een personenauto, met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 289,00 (inclusief administratiekosten).
Gemachtigde voert onder verwijzing naar jurisprudentie aan dat betrokkene niet door rood reed. Op de foto’s valt te zien dat betrokkene zich bevindt op de rijbaan voor linksaf. Het verkeerslicht voor linksaf staat op rood, maar het verkeerslicht voor rechtdoor staat op groen. Betrokkene is van rijbaan gewisseld en bevindt zich op de tweede flitsfoto op de rijbaan voor rechtdoor. Gemachtigde verzoekt om vergoeding van de proceskosten.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
Gemachtigde betwist de gedraging en voert aan dat de juiste bebording ontbrak. In Mulderzaken is de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende voor het vaststellen van de gedraging. Dat is anders als de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden geeft, die laten twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de verklaring, of als zulke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De foto's van de gedraging bevinden zich in het dossier. Op de eerste foto is te zien dat betrokkene rijdt op de voorsorteerstrook voor linksafslaand verkeer, net voorbij de stopstreep. Het verkeerslicht voor linksafslaand verkeer straalt rood licht uit. Het verkeerslicht voor rechtdoorgaand verkeer straalt groen licht uit. Op de tweede foto is te zien dat betrokkene zich op de kruising bevindt en bezig is met invoegen in de rij met rechtdoor rijdende auto's.
Gelet op de positie van de betrokkene op de eerste foto van de gedraging stelt de kantonrechter vast dat de betrokkene hierbij de stopstreep voor linksafslaand verkeer heeft overschreden. De betrokkene bevond zich op de eerste foto van de gedraging voorbij de stopstreep (nog) geheel in de strook voor linksafslaand verkeer. De betrokkene is vervolgens rechtdoor gereden en ingevoegd in de rij met rechtdoorgaande voertuigen.
Nu de betrokkene bij het naderen van de verkeerslichten in de voorsorteerstrook voor linksafslaand verkeer reed en niet gestopt is bij de daartoe bestemde stopstreep, terwijl het voor die strook geldende verkeerslicht rood licht straalde, staat vast dat de gedraging is verricht. [1] Dat de betrokkene, na het voor hem bestemde rode licht te hebben genegeerd, een andere rijrichting heeft gekozen, kan daar niet aan afdoen. Verder ziet de kantonrechter geen aanleiding tot het achterwege laten of minderen van de sanctie. Voor vergoeding van de proceskosten bestaat geen aanleiding.
De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.Vgl. het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 8 januari 2016 (ECLI:NL:GHARL:2016:71).