ECLI:NL:RBNNE:2024:4906

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 december 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
18.061753.23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor het bezit, verwerven, verspreiden en heimelijk filmen van kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal

Op 13 december 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit, verwerven, verspreiden en heimelijk filmen van kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal. De verdachte, geboren in 1957, heeft een gewoonte gemaakt van het bezit van een grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen en heeft zich ook schuldig gemaakt aan het verwerven en verspreiden van dit materiaal. Daarnaast heeft hij zich toegang verschaft tot dierenpornografisch materiaal en heeft hij heimelijk gefilmd in een klaslokaal, zijn woning en op een camping in Frankrijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in totaal 19.202 kinderpornografische afbeeldingen op de gegevensdragers van de verdachte zijn aangetroffen, waarvan 88 afbeeldingen voor hem benaderbaar waren. De verdachte heeft verklaard actief op zoek te zijn gegaan naar kinderpornografisch materiaal en dit ook naar anderen te hebben verstuurd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 179 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en het vermijden van contact met minderjarigen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn zorg voor zijn ernstig zieke vrouw en moeder, en de noodzaak om zijn behandeling voort te zetten.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18.061753.23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 13 december 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboorte datum] 1957 te [geboorte plaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 29 november 2024. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.G. Knegt, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
Hij, op één of meer tijdstipppen, op/in of omstreeks 1 januari 2021 tot en met 10 juni 2021, te Beilen, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens 19202 afbeeldingen, althans een groot aantal afbeeldingen, en/of 8 gegevensdragers, te weten een telefoon (Apple Iphone Pro 12) en/of een harddisk (Hitachi Ts5saa320) en/of een harddisk (Maxtor Diamondx Plus) en/of een computer met twee harde schijven (Toshiba Satellite A300) en/of een computer met een harde schijf (HP Compaq (notebook)) en/of een usb-stick (merk onbekend 1 GB goudkleurig) en/of een computer (Apple Macbook Pro) en/of een computer met een harde schijf (Apple I Mac), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid, aangeboden, vervaardigd, doorgevoerd, verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met een voorwerp en/of met vinger(s)/hand oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [link] p. 178 pv)
en/of
het met een vinger(s)/hand, betasten en/of aanraken van het de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [link] p. 179 pv)
en/of
het door een dier, oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp, en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [link] en [link]
[link]
[link] p. 180 pv)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam en/of gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [link] p. 180 pv)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 10 juni 2021, te Beilen, in elk geval in Nederland, één of meermalen, telkens 15, althans een aantal afbeeldingen, dan wel één of meerdere gegevensdragers, te weten één of meerdere harddisks (merk Maxtor Diamondmax Plus) en/of een computer (merk Apple I Mac)), in zijn bezit heeft gehad en/of toegang heeft verschaft tot en/of heeft verworven, bevattende (een) afbeelding(en) en/of (een) video(s), terwijl op die afbeelding(en) en/of video(s) ontuchtige handelingen zichtbaar is/zijn waarbij een mens en een dier betrokken zijn of schijnbaar is/zijn betrokken;
( [link]
p. 175 pv)
3.
hij in of omstreeks de periode van 2010 tot en met 2021 te Frankrijk, en/of te Assen en/of te Beilen, althans elders in Nederland, telkens gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt opzettelijk en wederrechtelijk:
  • op of omstreeks 15 augustus 2020 te Beilen, van een minderjarige aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats en/of
  • op of omstreeks de periode van 15 augustus 2020 te Beilen, van een dan wel meerdere onbekend gebleven minderjarige slachtoffers aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats en/of
  • op of omstreeks de periode van februari 2020 tot en met juni 2021 te Assen, van een dan wel meerdere onbekend gebleven slachtoffers aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten een klaslokaal van het [naam] , dan wel een andere school en/of
op of omstreeks augustus 2018 op camping [bedrijf] en/of camping [bedrijf] althans elders in Frankrijk, van twee onbekend gebleven vrouwen, aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten een douchehokje op de [bedrijf] ,
telkens een of meerdere afbeelding(en) heeft vervaardigd.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten. Met betrekking tot het bezit van kinderpornografische afbeeldingen zoals ten laste gelegd onder feit 1 heeft de officier van justitie het volgende aangevoerd.
Er werden ruim 19.000 kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen op de gegevensdragers van verdachte. Daarbij waren 88 van die afbeeldingen nog direct benaderbaar voor verdachte. Tevens waren, gelet op de wijze van opslaan, alle bestanden op de iMac, een MacBook Pro en de iPhone 12 Pro toegankelijk voor verdachte. In totaal kan van 18.776 afbeeldingen bewezen worden dat verdachte deze in bezit heeft gehad. Naast het in bezit hebben kan ook bewezen worden dat verdachte de kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven en verspreid. Dit blijkt uit chatgesprekken aangetroffen op de gegevensdragers van verdachte alsook uit de verklaring van verdachte dat hij naar kinderpornografisch materiaal zocht en het vervolgens ook naar anderen verstuurde. Voorts kan, gelet op de periode en de grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen, bewezen worden verklaard dat verdachte van het bezitten, verwerven en verspreiden van de afbeeldingen een gewoonte heeft gemaakt.
Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde feit heeft de officier van justitie het volgende aangevoerd. Op twee gegevensdragers van verdachte is ook dierenporno aangetroffen. Uit onderzoek blijkt dat door de wijze van opslaan de acht afbeeldingen die zijn aangetroffen op de iMac nog toegankelijk waren voor verdachte. Van die fotos kan derhalve het bezit wettig en overtuigend bewezen worden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De raadsman heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Er kan alleen van bezit van kinderpornografische afbeeldingen worden gesproken indien het bestand voor verdachte benaderbaar was. Uit het dossier blijkt dat er 19.029 afbeeldingen zijn aangetroffen in de zogeheten unallocated clusters. Het is vaste rechtspraak dat het aantreffen van kinderpornografisch materiaal in de unallocated clusters in zijn algemeenheid onvoldoende is voor het aannemen van bezit in de zin van artikel 240b Wetboek van Strafrecht. Ook van de overige afbeeldingen aangetroffen op de gegevensdragers van verdachte blijkt uit het dossier onvoldoende of deze bestanden voor verdachte benaderbaar waren. Gelet op het voornoemde dient verdachte te worden vrijgesproken van het bezit van kinderpornografisch materiaal.
Voorts is onder feit 1 ook het toegang verschaffen tot kinderpornografisch materiaal met gebruikmaking van een communicatiedienst ten laste gelegd. Verdachte verklaart nooit een account voor een enig online platform te hebben aangemaakt. Ook heeft hij geen gebruik gemaakt van een versleuteling of een besloten netwerk. Gelet op het voornoemde kan niet bewezen worden dat verdachte zich de toegang tot kinderpornografische afbeeldingen heeft verschaft door middel van gebruikmaking van een communicatiedienst. Ook is niet vast te stellen dat verdachte opzet had op het verkrijgen van die toegang. Verdachte dient ook vrijgesproken tot worden van het verwijt dat hij een gewoonte heeft gemaakt van het onder 1 ten laste gelegde. Verdachte beschrijft dat hij sommige periodes op zoek ging naar kinderpornografisch materiaal, het vervolgens wiste en even later weer opnieuw op zoek ging. Dat is onvoldoende om vast te stellen dat verdachte er een gewoonte van heeft gemaakt.
Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde feit heeft de raadsman het volgende aangevoerd. Ook ten aanzien hiervan (dierenporno) blijkt uit het dossier niet dat die afbeeldingen voor verdachte benaderbaar waren. Derhalve kan het bezit niet bewezen worden verklaard. Voorts kan niet worden vastgesteld dat verdachte opzet had op het verwerven van dierenporno. Verdachte heeft verklaard dat hij zich niets kan herinneren van dergelijke afbeeldingen. Gelet op de geringe hoeveelheid afbeeldingen is het voorstelbaar dat dergelijk materiaal is ondergesneeuwd bij het downloaden van andere afbeeldingen.
Oordeel van de rechtbank
Feit 1 en 2
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1.
​De door verdachte ter zitting van 29 november 2024 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Alle gegevensdragers die op mijn adres in beslag zijn genomen, zijn van mij. Het klopt dat ik gedurende een periode, in ieder geval vanaf 1 januari 2021 totdat op 10 juni 2021 mijn gegevensdragers in beslag werden genomen, op verzoek van anderen via online platforms actief op zoek ben gegaan naar kinderpornografisch materiaal. Ik stuurde kinderpornografische afbeeldingen ook door naar anderen.
2. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal

d.d. 20 januari 2022 (met als bijlage een collectiescan waarin aangegeven is welke strafbare elementen en seksuele gedragingen op de kinderpornografische afbeeldingen zichtbaar zijn), opgenomen op pagina 165 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2021137023 d.d. 16 februari 2023, inhoudend als verklaring van verbalisant [verbalisant] :

In het opsporingsonderzoek contra: [verdachte] , is op het adres [adres] binnengetreden en werden voorwerpen in beslag genomen.
Vervolgens heb ik vastgesteld dat in de aan mij overgedragen bestanden en de andere voorwerpen in totaal 19202 afbeeldingen voorkwamen die volgens de bovengenoemde criteria kinderpornografisch zijn.
De voorwerpen met de onderstaande beslagcodes zijn onderzocht en daarop is wel strafbaar of anderszins relevant materiaal aangetroffen:
Nr. Beslagcode Diginummer
1. Telefoon Apple lphone Pro 12 21-0525-002
2 1392683 Harddisk Hitachi Ts5saa320 21-0525-003
6 1392700 Harddisk Maxtor Diamondx Plus 21-0525-007
8 1392702 Computer Toshiba Satellite A300 1 harde schijf uit computer 21-0525-009
9 1392704 Computer Hp Compaq ( notebook) Hardeschijf 21-0525-010
11 1392711 Usb-stick Onbekend 1 gb goudkleurig 21-0525-012
21 1392737 Computer Apple Macbook Pro 21-0525-022
22 1392740 Computer Apple I Mac Harde schijf in computer 21-0525-023

Dierenporno

Op de gegevensdragers 21-0525-007 en 21-0525-023 tref ik 15 dieren pornografische video's aan. Ik zie voornamelijk vrouwen die door een paard of hond anaal/vaginaal gepenetreerd worden. Ik zie dat de vrouwen naakt of gedeeltelijk gekleed zijn.
Resume, Collectiescan, Overzicht geselecteerde afbeeldingen en Toonmap
Op grond van het bovenstaande constateer ik dat zich op de digitale gegevensdragers en voorwerpen die bij verdachte in beslag zijn genomen 19202 kinderpornografische afbeeldingen bevonden. Van 19202 van de kinderpornografische afbeeldingen acht ik het, vanwege de locatie van de bestanden op de gegevensdrager, de manier waarop de bestanden daar zijn gekomen en de rol van verdachte daarbij,
aannemelijk dat verdachte die in bezit heeft, heeft verworven of zich de toegang daartoe heeft verschaft.
88 van de kinderporno grafische afbeeldingen waren, vanwege de locatie van de bestanden op de gegevensdrager, de manier waarop de bestanden daar gekomen zijn en de rol van verdachte daarbij, voor de gebruiker benaderbaar.
De totale aantal 19202 afbeeldingen heb ik verwerkt in de collectiescan (bijlage II). Deze collectiescan bevat een weergave van de op die afbeeldingen aangetroffen strafbare elementen. In de collectiescan is door het plaatsen van een X aangegeven welke vormen van seksuele handelingen zichtbaar waren op de als kinderpornografisch beoordeelde foto's en video's. De collectiescan geeft dan ook weer welke verschillende vormen van seksuele handelingen door mij op de kinderpornografische afbeeldingen zijn waargenomen.
3. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 16 september 2022, opgenomen op pagina 206 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Wij zien een aantal afbeeldingen waarop penetratie door een hond me een kind te zien is. Wat kun je daarover zeggen?
A: Dat verbaast mij. De dierenporno verbaasd me. V: Waarom verbaast je dat?
A: Omdat ik me dat niet kan herinneren, ik heb het weleens voorbij zien komen. Als je doorklikt komt het wel voorbij.
V: Downloadde je altijd bewust per afbeelding of ook wel grote hoeveelheden?
A: lk downloadde per afbeelding. Ik klikte op de afbeelding en downloadde die. Nooit met grotere hoeveelheden. Dus ik kan me niet voorstellen dat die zo zijn meegekomen.
Bewijsoverweging
Ten aanzien van feit 1
Op basis van de voornoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat er op de gegevensdragers van verdachte in totaal 19.202 kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen. Uit het dossier blijkt dat
19.029 van die afbeeldingen [naam] en [naam] bestanden zijn waarbij het
file path unallocatedis, waardoor de fotos zonder daarvoor bestemde software niet meer eenvoudig door de gebruiker te benaderen zijn. De enkele bevinding dat kinderpornografisch materiaal is aangetroffen in de unallocated clusters van een gegevensdrager is in zijn algemeenheid onvoldoende voor het aannemen van bezit in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. Van bijkomende omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten leiden, blijkt uit onderhavig strafdossier niet. Gelet op het voornoemde is de rechtbank met de raadsman van oordeel dat van een groot deel van de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen niet bewezen kan worden dat verdachte deze in zijn bezit had.
Uit het dossier blijkt echter ook dat 88 kinderpornografische afbeeldingen vanwege de locatie van de bestanden op de gegevensdrager, de manier waarop de bestanden daar gekomen zijn en de rol van verdachte daarbij, wel voor verdachte benaderbaar waren. Anders dan de raadsman ziet de rechtbank geen aanleiding om aan voornoemde conclusie te twijfelen. De rechtbank is derhalve van oordeel dat van 88 kinderpornografische afbeeldingen wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte die afbeeldingen in bezit heeft gehad. Daar komt bij dat de rechtbank op basis van de verklaring van verdachte dat hij via het internet actief opzoek ging naar kinderpornografisch materiaal ook wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte zich (met opzet) en door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang tot het kinderpornografisch materiaal heeft verschaft. Dat moet blijken dat gebruik is gemaakt van technologische middelen zoals een versleuteling of een besloten netwerk, zoals door de raadsman gesteld, is onjuist.1 Uit de jurisprudentie en wetsgeschiedenis volgt dat sprake is van "zich toegang verschaffen" als de verdachte een gedraging
verricht die is gericht op het verkrijgen van toegang tot kinderporno, bijvoorbeeld door het bezoeken van kinderpornografische platforms, zoals verdachte ter terechtzitting heeft verklaard te hebben gedaan. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte zich de toegang verschaft tot een groot aantal kinderpornografische afbeeldingen en heeft hij die verworven, al waren die ten tijde van de tenlastegelegde periode niet allemaal meer benaderbaar voor hem. Op basis van de verklaring van verdachte dat hij kinderpornografische afbeeldingen ook naar anderen verstuurde, acht de rechtbank eveneens wettig en overtuigend bewezen dat hij kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid.
Gelet op de hoeveelheid aan kinderpornografische afbeeldingen, de bewezenverklaarde periode en de verklaring van verdachte dat hij telkens weer op zoek ging naar kinderpornografisch materiaal, is de rechtbank van oordeel dat verdachte van het onder 1 ten laste gelegde feit een gewoonte heeft gemaakt.
Ten aanzien van feit 2
Met betrekking tot het bezit van dierenpornografische videos is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier onvoldoende blijkt of die bestanden voor verdachte benaderbaar waren. Het enkele feit dat de bestanden zijn aangetroffen op de iMac van verdachte acht de rechtbank daartoe onvoldoende nu er, gelet op de totale hoeveelheid afbeeldingen die op de iMac zijn aangetroffen, er op de iMac ook zeer waarschijnlijk bestanden staan waarbij het file path unallocated was. Uit het dossier blijkt onvoldoende duidelijk om welke bestanden het dan precies gaat. In het dossier is ook niet nader gespecificeerd of de dierenpornografische bestanden benaderbaar waren, zoals wel expliciet is opgenomen met betrekking tot de eerdergenoemde 88 kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank acht derhalve het bezit van dierenpornografisch materiaal niet bewezen. De rechtbank acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich de toegang heeft verschaft tot dierenpornografisch beeldmateriaal alsmede dat verdachte dat beeldmateriaal heeft verworven. Hoewel verdachte niet bewust op zoek is gegaan naar dierenpornografisch materiaal, blijkt uit het verhoor van verdachte dat hij dergelijke afbeeldingen wel eens voorbij heeft zien komen. Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij niet in grote hoeveelheden afbeeldingen downloadde, maar dat hij dit per afbeelding deed. Gelet op het voornoemde is de rechtbank van oordeel dat verdachte in ieder geval voorwaardelijk opzet heeft gehad op het verwerven van dierenpornografisch materiaal en zich daartoe de toegang heeft verschaft.
Ten aanzien van feit 3
Partiële vrijspraak
Met betrekking tot het op of omstreeks de periode van 15 augustus 2020 te Beilen heimelijk filmen van meerdere onbekend gebleven minderjarige slachtoffers aanwezig in een woning, zoals ten laste gelegd bij het tweede gedachtestreepje onder feit 3, is de rechtbank van oordeel dat de ten laste gelegde tijdsbepaling niet bewezen kan worden. Uit het dossier blijkt onvoldoende duidelijk wanneer verdachte dit gedaan zou hebben. Gelet op het voornoemde spreekt de rechtbank verdachte (partieel) vrij van hetgeen hem wordt verweten bij het tweede gedachtestreepje onder feit 3.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het (overige) onder 3 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2024;
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 20 januari 2022 (met als bijlage een collectiescan waarin aangegeven is welke strafbare elementen en seksuele gedragingen in de kinderpornografische afbeeldingen zichtbaar zijn), opgenomen op pagina 165
e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2021137023 d.d. 16 februari 2023, inhoudend de verklaring van verbalisant [verbalisant] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde onder feit 1, feit 2 en feit 3 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
Hij, op meer tijdstippen, in de periode van 1 januari 2021 tot en met 10 juni 2021, te Beilen, meermalen, telkens een groot aantal afbeeldingen en 8 gegevensdragers, te weten een telefoon (Apple Iphone Pro 12) en een harddisk (Hitachi Ts5saa320) en een harddisk (Maxtor Diamondx Plus) en een computer met twee harde schijven (Toshiba Satellite A300) en een computer met een harde schijf (HP Compaq (notebook)) en een usb-stick (merk onbekend 1 GB goudkleurig) en een computer (Apple Macbook Pro) en een computer met een harde schijf (Apple I Mac), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid, verworven, in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis oraal en vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en het met een voorwerp en met vinger(s)/hand oraal en vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [link] p. 178 pv)
en
het met een vinger(s)/hand, betasten en aanraken van de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een vinger(s)/hand betasten en aanraken van het geslachtsdeel en de billen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [link] p. 179 pv) en
het door een dier oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en poseert in een omgeving en/of met een voorwerp, en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon gekleed zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van
zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [link] p. 180 pv)
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam en/of gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [link] p. 180 pv)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij zich in de periode van 1 januari 2021 tot en met 10 juni 2021, te Beilen, op meerdere gegevensdragers, te weten meerdere harddisks (merk Maxtor Diamondmax Plus) en een computer (merk Apple I Mac), toegang heeft verschaft tot videos, terwijl op die videos ontuchtige handelingen zichtbaar zijn waarbij een mens en een dier betrokken zijn of schijnbaar zijn betrokken;
( [link]
p. 175 pv)
hij in de periode van 2018 tot en met 2021 te Frankrijk, en te Assen en te Beilen, telkens gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt opzettelijk en wederrechtelijk:
  • op 15 augustus 2020 te Beilen, van een minderjarige aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats en
  • op de periode van februari 2020 tot en met juni 2021 te Assen, van meerdere onbekend gebleven slachtoffers aanwezig in een klaslokaal van het [naam] , en
  • op augustus 2018 op camping [bedrijf] en camping [bedrijf] , van twee onbekend gebleven vrouwen, aanwezig in een douchehokje op de camping,
telkens meerdere afbeeldingen heeft vervaardigd.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
2. een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, verwerven en zich de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd;
3. gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, een afbeelding vervaardigen, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd. Daarnaast vordert de officier van justitie oplegging van een beroepsverbod voor het onderwijs aan minderjarigen en het werken met minderjarigen, voor de duur van vijf jaren.
De officier van justitie heeft aangevoerd dat, gelet op de aard en ernst van de feiten, alleen een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. Daar komt bij dat een andere straf dan een gevangenisstraf ook niet aan de orde is gelet op het taakstrafverbod. De persoonlijke omstandigheden van verdachte alsmede de overschrijding van de redelijke termijn heeft de officier van justitie verdisconteerd in duur van de gevorderde gevangenisstraf.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een werkstraf in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De raadsman heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Verdachte heeft reeds een langdurige en intensieve behandeling ondergaan. Daarbij stelde verdachte zich te allen tijde meewerkend op en gaf hij openheid van zaken. Op dit moment wordt het recidiverisico als laag ingeschat. Om die positieve lijn verder door te zetten acht verdachte, evenals de reclassering, het
noodzakelijk dat hij in het kader van bijzondere voorwaarden de behandeling voortzet. Het behandeltraject dient volgens de raadsman niet doorkruist te worden door een gevangenisstraf. Voorts is er sprake van een fors tijdsverloop waarbij de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM is geschonden. Ook dit dient in strafmatigende zin meegewogen te worden bij de op te leggen straf. Daar komt nog bij dat verdachte de zorg draagt voor zijn ernstig zieke vrouw en voor zijn moeder. Een gevangenisstraf zou verdachte onevenredig hard raken omdat het zou betekenen dat hij niet meer voor zijn vrouw en moeder kan zorgen, terwijl voor die zorg geen voor de hand liggende alternatieven voorhanden zijn. Gelet op al het voornoemde is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend.
Met betrekking tot de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd stelt de raadsman zich op het standpunt dat het vermijden van contact met minderjarigen voorstelbaar is, mits wordt opgenomen dat verdachte nog wel contact kan hebben met zijn kleinkinderen. Een beroepsverbod is niet aan de orde nu de ten laste gelegde feiten geen relatie hebben met het voormalige beroep van verdachte en het geen hands-on delicten betreffen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de over verdachte opgemaakte rapportages, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft een gewoonte gemaakt van het bezit, het verwerven, het zich toegang verschaffen en het verspreiden van een grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen. Tevens heeft verdachte zich toegang verschaft tot dierenpornografisch materiaal en dat materiaal verworven en heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het heimelijk filmen van (minderjarige) slachtoffers in een klaslokaal, in zijn woning en in een sanitaire ruimte en een douchehokje op een camping in Frankrijk. De minderjarige in zijn woning was zijn eigen kleindochter van ongeveer 5 jaar oud.
Het kinderpornografisch materiaal dat bij verdachte is aangetroffen had een extreem grof karakter en betrof kinderen van alle leeftijden. Er zijn zelfs afbeeldingen van babys aangetroffen. Hoewel de ten laste gelegde periode een aantal maanden betreft, heeft verdachte zelf aangegeven dat hij al decennia lang in meer of mindere mate bezig is met het verwerven en verspreiden van kinderpornografisch materiaal.
Verdachte heeft met zijn handelen een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de vraag naar kinderporno en daarmee de vervaardiging daarvan en het bevorderen van uiterst verwerpelijke praktijken. Bij de vervaardiging van kinderpornografische afbeeldingen worden kinderen ernstig seksueel misbruikt en uitgebuit. Het is een feit van algemene bekendheid dat de betrokken kinderen aanzienlijke psychische schade kunnen oplopen die gedurende lange tijd zo niet de rest van hun leven diepe sporen nalaat.
Verdachte is daar door zijn handelen mede verantwoordelijk voor. Dit rekent de rechtbank verdachte zwaar aan. Voorts rekent de rechtbank het verdachte zwaar aan dat hij door het heimelijk filmen van (veelal) minderjarigen op ernstige wijze inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de gefilmde personen. In het bijzonder rekent de rechtbank het verdachte aan dat hij zijn eigen kleindochter heeft gefilmd en gefotografeerd en dat hij als leraar in een klaslokaal heimelijk filmopnames heeft gemaakt van zijn minderjarige leerlingen. Verdachte heeft daarmee misbruik gemaakt van zijn functie als leraar en het vertrouwen wat doorgaans in een leraren gesteld wordt, beschaamd.
Voornoemde bewezenverklaarde feiten rechtvaardigen in beginsel een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van de rapportages met betrekking tot de persoon van verdachte, waaronder het psychologisch pro Justitia rapport van 15 december 2023 en het reclasseringsadvies van 28 december 2024 alsmede het aanvullende reclasseringsadvies van 27 november 2024.
Uit het psychologisch onderzoek blijkt dat bij verdachte sprake is van een narcistische persoonlijkheidsstoornis en een ongespecificeerde parafiele stoornis. Tevens is er sprake van gewoontevorming waarbij verdachte seks als coping inzet voor afleiding en als vlucht voor het onveilige opvoedklimaat waarin hij opgroeide. Tevens is sprake van hyperseksualiteit. De psycholoog concludeert dat voornoemde stoornissen aanwezig waren ten tijde van de ten laste gelegde feiten en dat die stoornissen de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte beïnvloedden ten tijde van de ten laste gelegde feiten. Derhalve adviseert de psycholoog om de ten laste gelegde feiten in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
De rechtbank kan zich met de conclusie van de psycholoog verenigen en maakt die tot de hare. De rechtbank zal derhalve het bewezenverklaarde feit in verminderde mate aan verdachte toerekenen en daarmee rekening houden in de straftoemeting.
Voorts blijkt uit het reclasseringsadvies van 27 november 2024 en hetgeen is besproken ter terechtzitting dat verdachte al sinds 2021 in behandeling is bij [instelling] . Verdachte stelt zich daarbij meewerkend op en geeft openheid van zaken. Sinds de start van de behandeling wordt er een dusdanige verbetering in het gedrag van verdachte gezien dat de kans op nieuw delictgedrag momenteel als laag wordt ingeschat. Er worden echter zorgen gezien rondom het feit dat verdachte een beperkt vangnet heeft, mede doordat zijn vrouw waarschijnlijk binnenkort zal wegvallen door de ziekte van Alzheimer, en verdachte seks als copingmechanisme gebruikt. Gelet op het voornoemde wordt intensivering van de huidige ambulante forensische zedenbehandeling door de reclassering noodzakelijk geacht. De behandeling van verdachte wordt als belangrijkste beschermende factor beschouwd, hetgeen door verdachte ter terechtzitting ook is bevestigd. Derhalve acht de reclassering het niet wenselijk om aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, nu dat de behandeling van verdachte zal doorkruisen en verdachte daarnaast niet meer de zorg zal kunnen dragen voor zijn ernstig zieke vrouw en zijn moeder. De reclassering adviseert om een (deels) voorwaardelijke straf aan verdachte op te leggen en daaraan de bijzondere voorwaarden te koppelen van een meldplicht, ambulante behandeling, contact vermijden met minderjarigen en het vermijden van kinderporno.
Op te leggen straf
De aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten rechtvaardigen in beginsel een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie geëist. Ook de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht schrijven een dergelijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor. De rechtbank ziet evenwel in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte reden om af te zien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank neemt daartoe allereerst in aanmerking dat de rechtbank het van groot belang acht dat verdachte het reeds gestarte behandeltraject bij [instelling] kan voortzetten. Verdachte staat al ruim drie jaar onder behandeling en heeft in die periode een positieve ontwikkeling laten zien. Verdachte neemt verantwoordelijkheid en geeft openheid van zaken. Het is zowel in het belang van verdachte als in het belang van de maatschappij dat verdachte die positieve ontwikkeling en de benodigde behandeling kan voortzetten om op die manier het recidiverisico laag te houden. Het reeds ingezette behandeltraject doorkruisen door verdachte een gevangenisstraf te laten uitzitten, zou averechts werken. Daarnaast neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte als enige de zorg draagt voor zijn ernstig zieke vrouw en voor
zijn moeder, hetgeen niet meer mogelijk is indien verdachte gedetineerd raakt.
Ten slotte houdt de rechtbank in strafmatigende zin rekening met het feit dat de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6 EVRM, is geschonden. Blijkens vaste jurisprudentie bedraagt de redelijke termijn van berechting een periode van 24 maanden. Deze termijn is aangevangen op 10 juni 2021. Op die datum heeft in de woning van verdachte een doorzoeking ter inbeslagneming plaatsgevonden, aan welke handeling verdachte in redelijkheid de verwachting heeft kunnen ontlenen dat het Openbaar Ministerie een strafrechtelijke vervolging tegen hem zou instellen. De termijn eindigt met het wijzen van dit vonnis op 13 december 2024. Dit betekent dat de redelijke termijn met ruim 18 maanden is overschreden.
Gelet op al het voornoemde acht de rechtbank een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend. In verband met het van toepassing zijnde taakstrafverbod zal de rechtbank verdachte één dag onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen.
De rechtbank legt aan verdachte daarnaast een taakstraf op voor de maximale duur in combinatie met een forse voorwaardelijke gevangenisstraf als stok achter de deur voor verdachte om in de toekomst niet opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan het voorwaardelijke strafdeel verbindt de rechtbank de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd, te weten een meldplicht, ambulante behandeling, contact vermijden met minderjarigen en het vermijden van kinderporno. Ten aanzien van het vermijden van contact met minderjarigen zal de rechtbank een uitzondering opnemen met betrekking tot het contact met de kleinkinderen van verdachte. Een beroepsverbod acht de rechtbank niet noodzakelijk nu verdachte reeds gepensioneerd is en het vermijden van contact met minderjarigen ook gedekt wordt door de bijzondere voorwaarden.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen, waarvan 179 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, en een taakstraf voor de duur van 240 uren, passend en geboden. Aan het voorwaardelijke strafdeel verbindt de rechtbank de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd en zoals hierboven nader is beschreven.

Beslag

Standpunt van de verdediging
Met betrekking tot de Apple iMac waar thans beslag op rust, heeft de raadsman verzocht om de niet strafbare privéfotos die zich op de gegevensdrager bevinden, aan verdachte terug te geven. Die fotos betreffen dierbare herinneringen van verdachte en zijn vrouw alsook van zijn kinderen. De fotos zijn van grote emotionele waarde, te meer nu de vrouw en moeder van verdachte er medisch gezien slecht aan toe zijn.
De wet kent de mogelijkheid om gegevens ontoegankelijk te maken, zoals dat met betrekking tot het voorbereidend onderzoek is geregeld in artikel 125o van het Wetboek van Strafvordering. Hiermee onderkent de wetgever volgens de raadsman de mogelijkheid om illegale gegevens te wissen en hetgeen dan overblijft aan verdachte terug te geven. Uit jurisprudentie van soortgelijke zaken blijkt eveneens dat het mogelijk is om privébestanden weer aan de beslagene ter beschikking te stellen. Voorts kan verdachte zelf een lijst maken met zoeklocaties waarin de privéfotos zijn opgenomen. Teruggave impliceert derhalve ook geen belasting voor het politieapparaat.
Gelet op het voornoemde verzoekt de raadsman om de Apple iMac opgeschoond aan verdachte te doen teruggeven, dan wel de legale inhoud te laten kopiëren en op een door verdachte aan te leveren gegevensdrager aan verdachte te doen teruggeven.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het enkel teruggeven van de legale bestanden om technische redenen niet mogelijk is. Het scheiden van de illegale en legale bestanden vormt een onevenredig grote belasting voor de opsporingsdiensten waarbij niet kan worden gegarandeerd dat al het strafbare materiaal daadwerkelijk is verwijderd en dus de kans bestaat dat het OM zelf illegale bestanden deelt. Gelet daarop dient de gegevensdrager verbeurd verklaard te worden.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat, indien sprake is van een gegevensdrager waarop strafbare gegevens zijn opgeslagen, als uitgangspunt heeft te gelden dat deze gegevensdrager aan het verkeer zal moeten worden onttrokken. In het door de raadsman aangevoerde persoonlijk belang van verdachte bij teruggave van de gegevensdrager dan wel teruggave van een kopie van de legale inhoud op een andere gegevensdrager, ziet de rechtbank geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken. De rechtbank neemt daartoe het volgende in aanmerking.
Er bevinden zich veelal grote hoeveelheden data op gegevensdragers. Het op bestandsniveau moeten onderzoeken of er sprake is van strafbaar dan wel niet-strafbaar materiaal is naar het oordeel van de rechtbank een onevenredig grote belasting voor de opsporingsdiensten. Daar komt bij dat niet kan worden gegarandeerd dat al het strafbare materiaal daadwerkelijk verwijderd is, nu er sprake kan zijn van in bestanden verborgen materiaal of materiaal dat alleen bij een uitvoeriger onderzoek kan worden getraceerd. Er is daarom altijd een risico dat, ook bij het enkel verstrekken van gegevensbestanden of kopieën daarvan, opnieuw strafbaar materiaal in de samenleving wordt gebracht. Bovendien heeft de verdachte zelf toegelaten dat strafbare en niet-strafbare gegevensbestanden op zijn gegevensdrager zijn vermengd. De keuze om deze bestanden met elkaar te vermengen dient geheel voor risico van verdachte te komen. Gelet op het voornoemde zal de rechtbank de iMac waar thans beslag op rust, onttrekken aan het verkeer nu het daarop aangetroffen kinderpornografische en dierenpornografische materiaal van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 139f, 240b en 254a van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart de onder 1, onder 2 en onder 3 ten laste gelegde feiten bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 179 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Dat de veroordeelde zich na uitnodiging meldt bij de Reclassering Nederland op de door hen aangegeven tijdstip en locaties. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak, zolang en waar de reclassering dat nodig vindt. Dit kan ook huisbezoeken inhouden. Veroordeelde volgt de aanwijzingen op die hem door of namens de reclassering gegeven worden voor zover niet reeds in andere voorwaarden benoemd. Binnen het toezicht worden (sub)doelen geformuleerd waar veroordeelde aan zal werken deze te behalen.
Dat de veroordeelde zich laat behandelen door [instelling] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is reeds gestart. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Dat de veroordeelde op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen. Veroordeelde vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt veroordeelde ervoor dat er minimaal één andere volwassene hierbij aanwezig is. Van deze voorwaarde kan in overleg met de reclassering worden afgeweken ten behoeve van het contact met de minderjarige kleinkinderen van veroordeelde. Ook in het contact met de minderjarige kleinkinderen zorgt veroordeelde er voor dat er minimaal één andere volwassene aanwezig is.
Dat de veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en dat hij vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
Veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering welke maatregelen hij treft om dit gedrag te voorkomen.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Het toezicht op de onder 4 vermelde voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers; de verdachte werkt daaraan mee tijdens een huisbezoek; deze controles mogen gedurende de proeftijd van 3 jaren maximaal 3 keer worden uitgevoerd en mogen voor zover het gedrag bedoeld onder het tweede en derde gedachtestreepje van de onder 4 gestelde voorwaarde betreft slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van afbeeldingen (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan). Ten behoeve van deze controle mag een deskundige (niet zijnde een opsporingsambtenaar) de reclassering (technische) ondersteuning bieden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

een taakstraf voor de duur van 240 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.

Verklaart onttrokken aan het verkeer het in beslag genomen goed, te weten:

1. Computer Apple iMac Harde schijf in computer (beslagcode: 1392740) (goednummer: PL0100- 2021137023-1392740).
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van den Steenhoven, voorzitter, mr. V. Wolting en mr. J. Faber, rechters, bijgestaan door mr. A. Kamphuis, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 december 2024.
1. ECLI:NL:HR:2017:167, r.o. 2.5