Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 december 2024 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
Instituut Mijnbouwschade Groningen, IMG
Inleiding
1 oktober 2024 een verweerschrift indienen waarop eiser tot uiterlijk 1 november 2024 kon reageren.
Totstandkoming van het besluit
2.1. Het pand maakt deel uit van een object dat bestaat uit vijf verschillende adressen. In 2018 is de huurder van het pand overleden. Zijn laatste huurbetaling is van mei 2018.
gederfde huurinkomsten.
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt.
1 augustus 2018 tot 1 april 2020 sprake is van gederfde huurinkomsten. Er is geen huurovereenkomst en ook is niet gebleken wat de duur van de huurperiode zou zijn. Ook valt uit de overgelegde stukken niet vast te stellen op welk moment eiser na de opname op 17 juni 2019 de renovatie heeft afgerond. Tot slot stelt het IMG dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een rechtens afdwingbare toezegging, toerekenbaar aan het IMG, is gedaan door een medewerker van het IMG.
16 maart 2020, dat mijnbouwactiviteiten invloed kunnen hebben gehad op in het pand aanwezige scheuren in het stuc- en spacwerk.