Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
"Franekeradeel-Harlingen"en vastgesteld door:
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 22 november 2024 uitspraak gedaan in een bezwaarschrift van [A] tegen de vaststelling van de Lijst der Geldelijke Regelingen (LGR) in het kader van de herinrichting Franekeradeel-Harlingen. [A] was voor 50% mede-eigenaar van een perceel grond, maar werd niet geïnformeerd over een ruilplan dat leidde tot onderbedeling van zijn eigendom. De Bestuurscommissie had de zienswijze van de erven [naam erflater] gehonoreerd zonder [A] op de hoogte te stellen, wat resulteerde in de toedeling van de grond aan een derde partij. [A] heeft zijn bezwaar ingediend omdat hij het niet eens was met de gang van zaken en de onrechtmatige totstandkoming van de LGR betwistte. De rechtbank oordeelde dat het bezwaar van [A] niet-ontvankelijk was, omdat het zich feitelijk richtte tegen het ruilplan en niet tegen de financiële afwikkeling van de herverkaveling. De rechtbank benadrukte dat de Bestuurscommissie [A] had moeten betrekken bij de zienswijze en dat hij tijdig geïnformeerd had moeten worden over het definitieve ruilplan. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.