Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 24 januari 2024;
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie, tevens houdende een
- de akte houdende productie 28 van Hydrobag van 10 april 2024;
- de mondelinge behandeling gehouden op 10 april 2024 waarvan de griffier
2.De feiten
Kort lopende lening.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling in conventie
Inleiding
We willen best de leningsovereenkomst tekenen’,naar een brief van 28 april 2023 en een e-mail van 16 mei 2023 waarin de advocaat van Noventum heeft geschreven
‘Voor het overige gelden de voorwaarden die tussen u en cliënt zijn overeengekomen’.
best bereidte zijn de leningsovereenkomst te willen tekenen, maar zij schrijft direct daaronder
maar we hebben je twee vragen gesteld en zouden het liefst beide vragen gelijk beantwoord willen zien.Zonder nadere toelichting (welke ontbreekt) valt niet in te zien dat daarmee een perfecte (vaststellings)overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen.
‘we willen niets liever dan het leningscontract overeenkomen en deze zaak minzaam afwerken’.De inhoud van deze brief wijst er niet op dat overeenstemming was bereikt, integendeel, Hydrobag spreekt de wens uit om tot een minnelijke oplossing te geraken. De rechtbank passeert het aldus onvoldoende gemotiveerde verweer van Hydrobag.
‘wij tekenen alleen de leningsovereenkomst wanneer tegelijkertijd het andere ook afgehandeld wordt’.Uit de aangehaalde correspondentie volgt naar het oordeel niet dat over een deel van de tussen partijen bestaande geschillen finale overeenstemming is bereikt. Het had op de weg van Hydrobag gelegen nader te motiveren uit welke passages één en ander zou blijken, hetgeen - zo oordeelt de rechtbank - zij heeft nagelaten.
op dit momentonaanvaardbaar moet worden geacht. Inmiddels geldt dat na een periode van vruchteloos gebleken onderhandelingen en het voeren van onderhavige gerechtelijke procedure meer dan een jaar is verstreken na het moment dat de lening is opgeëist. In het licht van dat tijdsverloop acht de rechtbank het thans niet, althans niet langer, onaanvaardbaar dat Hydrobag wordt gehouden over te gaan tot terugbetaling, ook wanneer de door haar in haar betoog aangevoerde omstandigheden daarbij worden betrokken. De rechtbank verwerpt het meer subsidiair verweer.
3.858,00(2 pnt. x € 1.929,00)
1.929,00(1 pnt. x € 1.929,00)
5.De beoordeling in (voorwaardelijke) reconventie
Willemsen Beheer). Bij de beoordeling of de bestuurder een ernstig verwijt treft, moeten alle omstandigheden van het geval worden betrokken. Van een ernstig verwijt is in beginsel sprake indien is gehandeld in strijd met statutaire bepalingen die de rechtspersoon beogen te beschermen. De bestuurder kan echter feiten en omstandigheden aanvoeren op grond waarvan zou kunnen worden aangenomen dat het schenden van statutaire bepalingen geen ernstig verwijt oplevert (Hoge Raad, ECLI:NL:HR:AE7011
Berghuizer Papierfabriek).