ECLI:NL:RBNNE:2024:4281
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 24 oktober 2024, wordt het verzoek van de verzoeker om vergoeding van proceskosten afgewezen. De verzoeker had eerder een voorlopige voorziening aangevraagd tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden, dat zijn bijstandsuitkering tijdelijk had geblokkeerd. Na de intrekking van het verzoek om voorlopige voorziening, deed de verzoeker een verzoek om vergoeding van de proceskosten, omdat het college volgens hem tegemoet was gekomen aan zijn verzoek.
De voorzieningenrechter heeft het college de gelegenheid geboden om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling. Het college heeft echter aangevoerd dat er geen kosten zijn die voor vergoeding in aanmerking komen op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De voorzieningenrechter heeft vervolgens zonder zitting uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter oordeelt dat, hoewel het college inderdaad tegemoet is gekomen aan de verzoeker door de blokkade van de uitkering op te heffen, er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Dit komt omdat het verzoekschrift om voorlopige voorziening niet is ingediend door een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, en er zijn geen andere vergoedbare proceskosten aangetoond. Ook het griffierecht is niet voldaan door de verzoeker, waardoor deze kosten eveneens niet voor vergoeding in aanmerking komen.
De uitspraak concludeert met de afwijzing van het verzoek om vergoeding van de proceskosten, en is gedaan door mr. P.G. Wijtsma, in aanwezigheid van griffier mr. S.I. Havinga. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 24 oktober 2024.