ECLI:NL:RBNNE:2024:4280
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening wegens gebrek aan spoedeisend belang
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 25 oktober 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker afgewezen. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het dagelijks bestuur van Werkplein Drentsche Aa, dat zijn bezwaarschrift tegen een eerder besluit niet-ontvankelijk had verklaard. Dit eerdere besluit, genomen op 29 augustus 2024, betrof de voortzetting van zijn uitkering op grond van de Participatiewet (PW). Verzoeker stelde dat hij recht had op een bedrijfsuitkering, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor het verzoek om voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 9 oktober 2024 werd duidelijk dat verzoeker geen schulden had en dat zijn bijstandsuitkering doorliep. Bovendien had hij op 7 oktober 2024 een aanvraag ingediend voor een bedrijfsuitkering, waarover nog geen beslissing was genomen. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker de uitkomst van de beroepszaak kon afwachten en dat er geen noodzaak was voor een voorlopige voorziening. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.