Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 21 december 2022;
- het tussenvonnis van 12 juli 2023;
- de akte aan de zijde van Kinderopvang Zien d.d. 26 oktober 2023;
- de brief d.d. 3 november 2023 aan de zijde van [eiseres] ;
- de akte overlegging producties 39 en 40 aan de zijde van [eiseres] ;
- de mondelinge behandeling van 29 januari 2024. Namens Kinderopvang Zien zijn haar directeuren [bestuurder] en [bestuurder] verschenen, bijgestaan door mr. J.I.A. Schuldink en mr. A. Volkerink-de Boer. Namens [eiseres] zijn mr. W.H.R. van Boetzelaer en mr. R.D. Woltinge verschenen. Van het verhandelde ter zitting heeft de griffier aantekening gehouden, die aan het dossier zijn toegevoegd. De spreekaantekeningen van de advocaten van partijen zijn eveneens aan het dossier toegevoegd.
2.De verdere beoordeling
uitgangspuntgenomen dat de schuldenaar tijdens het schuldeisersverzuim geen bedongen rente is verschuldigd, tenzij uit de rechtsverhouding van partijen anders voortvloeit gelet op de omstandigheden van het geval en de eisen van redelijkheid en billijkheid. Omtrent dat laatste is niets gesteld. Naar het oordeel van de rechtbank brengt het schuldeisersverzuim aan de zijde van [eiseres] dan ook mee dat Kinderopvang Zien geen contractuele rente verschuldigd is.
mogelijksprake is van een overtreding. Met
mogelijkbedoelt [eiseres] dat het heel goed mogelijk is dat er feitelijk geen sprake was van een overtreding doordat als gevolg van het samenvoegen van groepen, de 3-uursregeling of de inzet van invalskrachten of mevrouw [eiseres] zelf feitelijk geen sprake was van een overtreding. [eiseres] betwist dat sprake was van stelselmatige overtredingen en biedt aan om in dat kader beroepskrachten als getuigen te horen.
ofer overtredingen van wet- en regelgeving hebben plaatsgevonden, en niet
hoe vaakof
van welke omvang. De betreffende garantiebepalingen in de Koopovereenkomst bevatten daaromtrent immers geen beperkingen, terwijl partijen zijn overeengekomen dat bij zij geschillen over de overeenkomst de letterlijke tekst willen laten voorgaan. De rechtbank gaat voorbij aan het bewijsaanbod van [eiseres] om beroepskrachten als getuigen te horen omtrent de vraag of er sprake was van structurele overtredingen, voor het aannemen van een inbreuk is immers niet vereist dat overtredingen
structureelvan aard waren.
dater sprake is geweest van overtredingen. Daartoe overweegt de rechtbank dat de door Kinderopvang Zien gepresenteerde gegevens, die in de basis uit Kindplanner afkomstig zijn, na filtering op aantal daadwerkelijk aanwezige kinderen en beroepskrachten een zodanig aantal overtredingen laat zien dat het de rechtbank niet aannemelijk lijkt dat deze allemaal op fouten zouden berusten. Ook de eigen bevindingen van [eiseres] , die over slechts één van de kinderdagverblijven gaan (KDV De Krullevaar) en enkel over 2020, laten nog altijd tientallen overtredingen zien. De rechtbank gaat niet mee in de opvatting van [eiseres] dat die overtredingen
mogelijkin de praktijk toch niet hebben plaatsgevonden bijvoorbeeld doordat mogelijk meer samenvoegingen van groepen hebben plaatsgevonden of doordat mevrouw [eiseres] zelf mogelijk vaker is ingesprongen. Uit de gegevens uit Kindplanner blijkt niet dat er vaker groepen zijn samengevoegd. Wel blijkt uit Kindplanner dat mevrouw [eiseres] twee keer is ingesprongen in 2020 en één keer in 2019. Dat zij vaker is ingesprongen blijkt niet uit de gegevens in Kindplanner, zodat de rechtbank daar geen rekening mee kan houden. [eiseres] was destijds zelf verantwoordelijk voor het deugdelijk bijhouden van de administratie, zodat eventuele lacunes in die administratie voor haar risico komen.
3.De beslissing
13 maart 2024voor akte uitlating deskundigenbericht aan de zijde van beide partijen, met inachtneming van hetgeen de rechtbank hiervoor onder nummers 2.22 tot en met 2.28 heeft overwogen;