In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om handhavend op te treden tegen het parkeren op de Brink in Emmen. Eiser had eerder handhavingsverzoeken ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van Emmen buiten behandeling waren gelaten. De rechtbank had eerder het besluit van het college vernietigd en het college opgedragen opnieuw te besluiten op het bezwaar van eiser. In de huidige procedure heeft de rechtbank vastgesteld dat het college ten onrechte heeft geconcludeerd dat het parkeren op de Brink geen overtreding oplevert van artikel 5:8, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van Emmen. De rechtbank oordeelt dat de Brink als groenstrook moet worden aangemerkt en dat het parkeren daar in strijd is met de APV. De rechtbank vernietigt het besluit van het college en draagt het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens moet het college het griffierecht aan eiser vergoeden.