ECLI:NL:RBNNE:2024:3593
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake gebruik recreatiewoningen voor huisvesting arbeidsmigranten
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 13 september 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekers, die gebruik maken van recreatiewoningen voor de huisvesting van arbeidsmigranten, hebben bezwaar gemaakt tegen de aan hen opgelegde lasten onder dwangsom door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Drenthe. Het college had op 6 augustus 2024 besloten dat het gebruik van het perceel in strijd was met het omgevingsplan en had hen verzocht het gebruik te beëindigen. De voorzieningenrechter heeft de zaak op 3 september 2024 behandeld en geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoekers onvoldoende aannemelijk hadden gemaakt dat handhaving van de lasten onder dwangsom zou leiden tot onomkeerbare financiële problemen. Bovendien werd vastgesteld dat de chalets niet als recreatieve nachtverblijven konden worden aangemerkt, omdat de arbeidsmigranten er verbleven om te werken en niet om te recreëren. De voorzieningenrechter benadrukte dat het college bevoegd was om handhavend op te treden en dat er geen sprake was van schending van het gelijkheidsbeginsel, aangezien er geen meldingen waren gedaan over vergelijkbare gevallen. De uitspraak bevestigt de noodzaak van handhaving van bestemmingsplannen en de voorwaarden waaronder tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten is toegestaan.