ECLI:NL:RBNNE:2024:3559

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 september 2024
Publicatiedatum
12 september 2024
Zaaknummer
11083884 BU VERZ 24-915
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) en bestemmingsverkeer

Op 3 september 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een beroep van de betrokkene, die samen met zijn vrouw op de zitting verscheen. De betrokkene had een sanctie van € 109,00 opgelegd gekregen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen, zoals aangegeven door bord C 6 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). De overtreding vond plaats op 19 november 2022 in Drachten.

De betrokkene voerde aan dat hij onderweg was naar huis en dringend naar de WC moest door bijwerkingen van medicijnen. Hij had geprobeerd om naar een nabijgelegen autobedrijf te rijden, maar de weg was geblokkeerd. Uiteindelijk besloot hij naar een kennis te gaan in Noorderend, waar hij hoopte gebruik te kunnen maken van de WC. De vertegenwoordiger van de officier van justitie erkende dat het beroep gegrond was, omdat de betrokkene aannemelijk had gemaakt dat hij een reisdoel had.

De kantonrechter overwoog dat de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende is voor het vaststellen van de gedraging, maar dat de betrokkene specifieke feiten en omstandigheden had aangevoerd die twijfels opriepen over de juistheid van de verklaring. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene onder de definitie van bestemmingsverkeer viel en dat de sanctie ten onrechte was opgelegd. De rechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking, en bepaalde dat de betrokkene het betaalde bedrag terugkrijgt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 254147145
zaaknummer: 11083884 BU VERZ 24-915
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 3 september 2024 op het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[Betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende in [woonplaats] .
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. P.G. Wijtsma
als griffier : mr. W.B. Jongsma
Betrokkene is samen met zijn vrouw op de zitting verschenen. Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen [Vertegenwoordiger] (hierna: de vertegenwoordiger).
De verweten gedraging betreft ‘handelen ism een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen, bord C 6 bijlage I RVV 1990’, verricht op 19 november 2022, om 14:52 uur, locatie: Noorderend in Drachten, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde sanctie bedraagt € 109,00 (inclusief administratiekosten).
Betrokkene voert aan dat hij op weg was naar huis. Hij moest onderweg nodig naar de WC door bijwerkingen van medicijnen. Hij wou bij de slipbaan naar de WC, maar die was gesloten, omdat defensie goederen aan het opruimen was. Toen besloot betrokkene door de tunnel naar autobedrijf Siton te rijden, maar die tunnel was geblokkeerd door Golfje-rijders en ook de weg naar Drachtstercompagnie was afgesloten. Toen bleef er niks anders over dan door te rijden. Betrokkene besloot, nog voordat hij langs het verbodsbord reed, naar Noorderend [nummer] te gaan, waar kennissen wonen, omdat hij daar misschien naar de WC kon. Betrokkene is toen bij nummer [nummer] gestopt en heeft daar aangebeld. De bewoners waren echter niet thuis, dus is betrokkene verder naar huis gereden.
De vertegenwoordiger vindt dat het beroep gegrond is omdat betrokkene op de zitting aannemelijk heeft gemaakt dat sprake was van een reisdoel, te weten Noorderend [nummer] . Uit de verklaring van de verbalisant blijkt onvoldoende dat dit niet zo was.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
Betrokkene betwist de gedraging en voert aan dat hij langs het verbodsbord gereden is omdat hij naar een kennis wilde die op Noorderend [nummer] woont. In Mulderzaken is de verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht in beginsel voldoende voor het vaststellen van de gedraging. Dat is anders als de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de verklaring of als uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken.
In de verklaring van de verbalisant van 19 november 2022 die in het dossier zit, staat onder meer:
“Ik zag dat de weg werd gebruikt terwijl deze (in deze richting) gesloten was voor het door de betrokkene bestuurde voertuig, zoals ter plaatse aangeduid middels bord C 6 RVV 1990. Volgens de tekst/symbolen op het onderbord geldt deze geslotenverklaring niet voor: onderbord: geldt niet voor verkeer ten behoeve van aanliggende percelen. De uitzondering(en), genoemd op het onderbord, was (waren) niet van toepassing.”
Volgens artikel 1, onder e, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 is in het volgende geval sprake van bestemmingsverkeer: “
bestuurders wier reisdoel één of meer bepaalde percelen betreft die zijn gelegen aan of in de directe nabijheid van een weg met een door verkeerstekens aangegeven geslotenverklaring voor bepaalde categorieën bestuurders en die slechts via deze weg zijn te bereiken alsmede bestuurders van lijnbussen.”
Betrokkene valt onder deze definitie van “reisdoel”, omdat hij gedurende de procedure consistent heeft volgehouden dat hij onderweg was naar Noorderend [nummer] ; hij hoopte daar eindelijk naar de WC te kunnen. Volgens de verklaring van de verbalisant gold op grond van het onderbord de geslotenverklaring niet voor
verkeer ten behoeve van aanliggende percelen”; Noorderend [nummer] was zo’n perceel. Omdat de verbalisant geen staandehouding heeft verricht, heeft deze betrokkene niet kunnen vragen wat zijn reisdoel was. De sanctie is dus ten onrechte aan betrokkene is opgelegd.
De kantonrechter:
- verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
- vernietigt die beslissing;
- verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gegrond;
- vernietigt die inleidende beschikking;
- bepaalt dat betrokkene het betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: