In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet verstrekken van meetgegevens van trilling- en geluidsoverlast. Eiser heeft op 14 september 2022 bij verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerwolde, een verzoek ingediend om alle meetgegevens van trilling- en geluidsoverlast op de locatie Hoofdstraat in Ter Apel, over de jaren 2020 en 2021. Hij heeft daarbij vermeld dat hij dit verzoek doet “mede op grond van de Wet open overheid” (Woo). Met het primaire besluit van 3 november 2022 heeft verweerder geen meetgegevens over trillingen of geluidsoverlast op de door eiser genoemde locatie verstrekt, op de grond dat verweerder die gegevens niet heeft. Met het bestreden besluit van 8 mei 2023 op het bezwaar van eiser is verweerder bij dat besluit gebleven.
De rechtbank heeft het beroep op 3 juli 2024 op zitting behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van het verzoek aan de hand van de beroepsgronden van eiser. De rechtbank is van oordeel dat de beroepsgronden van eiser niet slagen en zal het beroep ongegrond verklaren. Eiser voert aan dat verweerder over de door hem gevraagde informatie had moeten beschikken, verwijzend naar de Wet geluidhinder. De rechtbank overweegt echter dat op grond van de Woo een bestuursorgaan informatie enkel beschikbaar kan stellen wanneer deze is vervaardigd. Vast staat dat de door eiser gevraagde gegevens niet bestaan. De rechtbank concludeert dat verweerder het Woo-verzoek van eiser terecht heeft afgewezen.
Het beroep is ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug en ook geen vergoeding van zijn proceskosten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en deze uitspraak is gedaan door mr. J.L. Boxum, rechter, in aanwezigheid van K.D. Bosklopper, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 augustus 2024.