ECLI:NL:RBNNE:2024:3438
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag tijdelijke tegemoetkoming rijnvarenden op basis van niet-aangesloten werkgevers
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de Regeling tijdelijke tegemoetkoming rijnvarenden (Rttr). De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid had op 9 september 2022 de aanvraag deels afgewezen, en het bezwaar daartegen werd op 15 februari 2023 afgewezen. Eiser heeft beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat zijn werkgever in Liechtenstein was gevestigd en dat deze staat ten onrechte niet als rijnoeverstaat is beschouwd. De rechtbank heeft het beroep op 12 juni 2024 behandeld.
Eiser was werkzaam als rijnvarende voor werkgevers in Cyprus en Liechtenstein in de jaren 2013 en 2014. De rechtbank oordeelt dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat Liechtenstein en Cyprus in die jaren niet waren aangesloten bij de Rijnvarendenovereenkomst (Rvo). Eiser heeft onvoldoende onderbouwd dat er sprake is van gelijke gevallen, en de rechtbank concludeert dat de afwijzing van de minister niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de beslissing van de minister in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.