Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.De procedure
2.De beoordeling
- € 403.400 aan kosten van ontwerp, vergunningen en leges etc.;
- € 1.362.930 aan begrote gevolgschade tot en met 1 maart 2024;
- € 206.280 aan schade met betrekking tot de fosfaatrechten;
- € 225.423,75 voor gemaakte (niet-juridische) deskundigenkosten.
€ 20.000rekenen.
3 tot en met 9, 11, 12, 13, 15 (gedeeltelijk) en 16 tot en met 19geen direct, een indirect of een te ver verwijderd causaal verband hebben met de instorting van de jongveestal 1968 en/of dat dit verband en de schadeomvang onvoldoende zijn onderbouwd. Voor de onder
1 en 2gevorderde dierdagvergoeding en transportkosten acht NAM het op zich aannemelijk dat alternatieve huisvesting voor het vee noodzakelijk was, maar het is niet duidelijk op welke wijze de kosten zijn berekend en waaruit deze exact bestaan en of [eiser] aan zijn schadebeperkingsplicht heeft voldaan. [eiser] had volgens de stukken ruimte om de dieren in de ligboxenstal 2009 te huisvesten en heeft bovendien dierdagvergoedingen betaald voor het elders huisvesten van vleesvee. Daarnaast zijn door de verzekeraar van [eiser] tot en met 2014/2015 vergoedingen betaald voor gevolgschade, waaronder het elders plaatsen van jongvee. Daarna is dat niet meer gebeurd, waaruit kan worden afgeleid dat de betreffende kosten na die periode volgens de verzekeraar geen verband meer hebben met het instorten van de jongveestal 1968. NAM gaat er verder vanuit dat de dierdagvergoeding ook kosten voor verzorging en voeding van het uitgeplaatste vee omvat. Met die besparing wordt ten onrechte geen rekening gehouden. NAM kan niet vaststellen of de transportkosten niet al volledig door de verzekeraar zijn vergoed.
10gevorderde kosten voor tijdelijke huisvesting geldt dat niet onaannemelijk is dat deze door de instorting van de jongveestal kunnen zijn veroorzaakt, maar volgens productie M ziet € 2.850 toe op feitelijk betaalde kosten voor vakhuur. Het is NAM niet helder wat dit betekent. Een bedrag van € 12.000 heeft [eiser] niet hoeven voldoen en heeft kennelijk te gelden als een vergoeding voor arbeidsinzet. Waaruit die inzet heeft bestaan en wat de werkelijke waarde daarvan is, is onduidelijk. De vraag is ook hoe deze kosten zich verhouden tot de aangeschafte container die deel uitmaakt van de onder
15genoemde schadepost.
Interpolis heeft voor het deel dat onder de stormschade valt, een deel van de door betaalde kosten vergoed. Per 15 maart 2015 is de laatste vergoeding ontvangen.” De vergoedingen, die door de verzekeraar zijn uitgekeerd met als omschrijving “verg. Verblijf Vee”, zijn op de schadeberekening in mindering gebracht.
€ 73.000. [eiser] zal te zijner tijd nog moeten onderbouwen of dit meer moet zijn.
€ 4.000in aanmerking nemen.
€ 20.000bij het voorschot betrekken. Zij neemt daarbij in aanmerking dat in bijlage 1c bij productie M, waarin een overzicht van die kosten wordt gegeven, ook een aantal bedragen voorkomen die lijken te zien op reguliere behandelingen, zoals het oormerken van vee.
€ 903, die ziet het afvoeren van extra gestorven dieren, geldt hetzelfde; ook deze post al worden meegenomen.
€ 3.600dan ook meenemen.
€ 2.850, voorshands de helft van de huur voor [naam 4] , dus
€ 6.000, in aanmerking nemen.
€ 10.000in aanmerking nemen.
5.2.2. Gevolgen niet kunnen houden beoogd aantal dieren
€ 200.000meenemen.
€ 9.195op het voorschot in mindering brengen.
€ 10.000in aanmerking nemen.
€ 99.320zal daarom vooralsnog niet worden meegenomen.
€ 60.000meenemen. Dit bedrag voldoet aan de dubbele redelijkheidstoets.
of en zo ja met welke mate van zekerheid volgens hen kan worden vastgesteld dat de schades aan de “Overige opstallen” van [eiser]nietdoor aardbevingen zijn ontstaan of verergerd maar verband houden met de - volgens NAM toen al ontoereikende - wijze waarop deze destijds zijn gebouwd en ook zonder aardbevingen in deze omvang zouden zijn opgetreden”.
nietmet voldoende mate van zekerheid kan worden aangenomen dat de schades aan de Overige opstallen van [eiser] ook zonder aardbevingen in deze omvang zouden zijn ontstaan, zal moeten worden vastgesteld hoeveel vermogensschade [eiser] hierdoor lijdt en welk bedrag NAM (nog) dient te vergoeden. De overige vragen van [eiser] zijn hierop gericht. Als de Deskundigen geen enkel verband tussen de fysieke schades en aardbevingen zien, behoeven die vragen geen beantwoording.
5.De beslissing
nietdoor aardbevingen zijn ontstaan en verergerd maar verband houden met de - volgens NAM toen al ontoereikende - wijze waarop deze destijds zijn gebouwd en ook zonder aardbevingen in deze omvang zouden zijn opgetreden?
geenverband houdt met aardbevingen;
nietdoor aardbevingen zijn veroorzaakt of verergerd en ook zonder aardbevingen zouden zijn ontstaan en anderzijds de overige schades?
binnen twee wekenna ontvangst van het procesdossier:
binnen twee wekenverwezen worden naar de rol, om partijen de gelegenheid te geven zich bij akte uit te laten over de deskundigenkosten
binnen twee wekenna uitspraak van dit vonnis in afschrift aan de Deskundigen moet verstrekken;
uiterlijk drie maandenna ontvangst van de in kennisstelling van de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
binnen vier wekendaarover bij de Deskundigen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de Deskundigen in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de Deskundigen daarop moeten vermelden,
binnen vier wekendienen te reageren op het conceptrapport van de Deskundigen nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de Deskundigen geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het conceptrapport te reageren,