ECLI:NL:RBNNE:2024:286

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
5 februari 2024
Publicatiedatum
6 februari 2024
Zaaknummer
18-017926-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van in- en uitvoer van cocaïne, teweegbrengen van explosies en deelname aan een criminele organisatie

Op 5 februari 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van het in- en uitvoeren van harddrugs, het teweegbrengen van explosies en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte, geboren in 1980 en thans gedetineerd, heeft in de periode van 1 september 2022 tot en met 3 februari 2023 samen met anderen 140 kilogram cocaïne in Nederland ingevoerd en 63 kilogram cocaïne uit Nederland uitgevoerd. Daarnaast heeft hij op drie verschillende data explosies teweeggebracht in Amsterdam en Diemen, wat gevaar voor de omwonenden met zich meebracht. De verdachte was de leider van een criminele organisatie die zich bezighield met deze activiteiten.

De rechtbank heeft de procesafspraken tussen het openbaar ministerie en de verdediging gevolgd, waarbij de verdachte een gevangenisstraf van 7 jaren en een geldboete van €100.000,- opgelegd kreeg. De rechtbank oordeelde dat de verdachte vrijwillig en met voldoende informatie heeft ingestemd met deze afspraken, en dat zijn verdedigingsrechten niet zijn geschaad. De rechtbank heeft de bewezenverklaring van de tenlasteleggingen gebaseerd op de beschikbare bewijsmiddelen en heeft geen aanleiding gezien om van de procesafspraken af te wijken. De verdachte is schuldig bevonden aan het medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en het teweegbrengen van explosies, en is veroordeeld tot de opgelegde straf.

De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen behandeld, waarbij schadevergoeding is toegewezen aan slachtoffers van de explosies. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen en de verdachte hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schade, met de mogelijkheid van gijzeling bij niet-betaling.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/017926-23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 5 februari 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1980 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 16 januari 2024. Het onderzoek is gesloten op 5 februari 2024.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.C.J. Teurlings, advocaat te Amsterdam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. M. Kappeyne van de Coppello en mr. J. Hoekman.

Tenlastelegging

Omwille van de leesbaarheid van het vonnis wordt voor wat betreft de volledige tekst van de tenlastelegging verwezen naar de inhoud daarvan zoals opgenomen in de bijlage. De inhoud van die bijlage dient als hier ingelast te worden beschouwd.
De verdenking komt er, na nadere omschrijving van de tenlastelegging van 20 juli 2023 en na wijziging van de tenlastelegging van 16 januari 2024, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
zich in de periode van 1 september 2022 tot en met 29 december 2022 samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het invoeren en/of verkopen/vervoeren in Nederland van 140 kilogram cocaïne;
zich in de periode van 30 december 2022 tot en met 2 januari 2023 samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het uitvoeren en/of verkopen/vervoeren uit Nederland van 63 kilogram cocaïne;
zich op 20 november 2022, 25 november 2022 en 9 december 2022 te Amsterdam en/of Diemen schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het teweegbrengen van een drietal ontploffingen, subsidiair ten laste gelegd als het medeplegen van uitlokking daartoe, meer subsidiair ten laste gelegd als het medeplegen van een bedreiging en meest subsidiair ten laste gelegd als het medeplegen van uitlokking daartoe;
zich in de periode van 1 september 2022 tot en met 3 februari 2023 in Nederland en België schuldig heeft gemaakt aan het deelnemen aan een criminele organisatie, terwijl verdachte oprichter en/of leider van die organisatie was.

De procesafspraken

Deze strafzaak kenmerkt zich doordat het openbaar ministerie en de verdediging zogeheten procesafspraken hebben gemaakt over wat volgens hen een passende uitkomst van de strafzaak zou zijn. Deze procesafspraken hebben zij opgenomen in een overeenkomst gedateerd 14 december 2023, die zij voorafgaand aan de inhoudelijke zitting, en voorzien van de handtekeningen van zowel de zaaks officier van justitie als die van verdachte en zijn raadsman, hebben overgelegd aan de rechtbank. Het openbaar ministerie en de verdediging hebben de rechtbank daarmee een gezamenlijk voorstel gedaan over de wijze van afdoening van de zaak.
Het afdoeningsvoorstel houdt in dat:
- het openbaar ministerie zal rekwireren tot een bewezenverklaring en kwalificatie van de feiten 1 tot en
met 4 zoals weergegeven in de procesafspraken;
- het openbaar ministerie een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren zal vorderen, alsmede een
geldboete ter hoogte van 100.000,-, te vervangen door 365 dagen hechtenis.
- verdachte afziet van het indienen van nadere onderzoekswensen en al ingediende onderzoekswensen
uiterlijk ter zitting - en bij voorkeur al eerder - schriftelijk intrekt, onder het voorbehoud dat de rechtbank de procesafspraken zal volgen;
- door de verdediging geen bewijsverweren worden gevoerd onder het voorbehoud dat de rechtbank de
procesafspraken zal volgen;
- verdachte de op te leggen geldboete van 100.000,- zal voldoen en afziet van draagkrachtverweren of -
regelingen;
- door de verdediging en het openbaar ministerie geen hoger beroep wordt ingesteld indien de rechtbank
komt tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform de tussen de verdediging en het openbaar ministerie gemaakte afspraken, in die zin dat niet meer of minder dan 3 maanden van de eis zal worden afgeweken;
- verdachte afstand doet van de in beslag genomen goederen: 3 stuks vuurwerk categorie F4, de Exclu-
telefoon en 2 gram drugs.

Beoordeling van de procesafspraken door de rechtbank

De rechtbank heeft zich gebogen over de vraag of het mogelijk is de zaak conform de tussen het openbaar ministerie en de verdediging gemaakte procesafspraken af te doen. Bij de beoordeling zijn voor de rechtbank leidend geweest de uitgangspunten zoals verwoord door de Hoge Raad in het arrest van 27 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1252.
De rechtbank stelt vast dat verdachte bij de totstandkoming van de procesafspraken is bijgestaan door zijn raadsman. Verdachte is ook samen met zijn raadsman aanwezig geweest op de openbare terechtzitting van 16 januari 2024, alwaar de inhoud van het afdoeningsvoorstel is besproken.
De rechtbank heeft ter zitting benadrukt dat de rechtbank geen partij is bij de overeenkomst en dat de rechtbank daaraan niet gebonden is. De rechtbank houdt immers een eigen verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de behandeling en de beoordeling van de strafzaak plaatsvinden overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen, met name de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering (Sv).
De officieren van justitie, de raadsman en verdachte hebben ter zitting allen bevestigd achter het voorstel te staan. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij het voorstel met zijn raadsman heeft besproken, dat de inhoud van die afspraken duidelijk voor hem is en dat hij achter de gemaakte afspraken staat.
Verdachte begrijpt wat de consequenties zijn als de rechtbank het voorstel volgt - in het bijzonder met betrekking tot zijn verdedigingsrechten - en hij accepteert de op te leggen straf zoals deze is voorgesteld.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie en terwijl hij zich bewust was van de rechtsgevolgen, is gekomen tot de ondubbelzinnige beslissing mee te werken aan het afdoeningsvoorstel en de daarmee gepaard gaande afstand van verdedigingsrechten. De wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen doet geen afbreuk aan het aan verdachte op grond van artikel 6 EVRM toekomende recht op een eerlijk proces. De rechtbank ziet dan ook geen reden om de inhoud van de procesafspraken niet bij haar oordeel te betrekken.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van het openbaar ministerie
De officieren van justitie hebben gerekwireerd overeenkomstig de procesafspraken en hebben bewezenverklaring gevorderd van feit 1, feit 2, feit 3 primair en feit 4.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft - overeenkomstig de procesafspraken - geen bewijsverweren gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de bewezenverklaring zoals opgenomen in de procesafspraken is gebaseerd op de bewijsmiddelen in het dossier. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om van de procesafspraken af te wijken.
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de bewijsmiddelen in het dossier. Als tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen opgenomen in een aanvulling op dit vonnis, dat aan het verkort vonnis wordt gehecht.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder feit 1, feit 2, feit 3 primair en feit 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij (op meerdere tijdstippen) in de periode van 1 september 2022 tot en met 29 december 2022 op de [plaatsnaam] en te [plaatsnaam] , [plaatsnaam] , Groningen en Antwerpen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, meerdere vaten bevattende (bevroren) fruitpulp met daarin opgelost (ongeveer) 63 blokken van ieder een kilogram cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij (op meerdere tijdstippen) in de periode van 30 december 2022 tot en met 2 januari 2023 te [plaatsnaam] , [plaatsnaam] , Groningen, Brussel en [plaatsnaam] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, meerdere vaten bevattende (bevroren) fruitpulp met daarin opgelost (ongeveer) 63 blokken van ieder een kilogram cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op 20 november 2022, 25 november 2022 en 9 december 2022 te Amsterdam en/of Diemen, telkens tezamen en in vereniging met de heer [medeverdachte] en/of een of meerdere anderen, opzettelijk ontploffingen teweeg heeft gebracht, immers hebben verdachte en zijn mededaders een explosief materiaal op en/of aan en/of bij de voordeur en/of het raam, althans in de buurt van woningen op de adressen:
  • [adres] te Amsterdam, en
  • [adres] te Diemen, en
  • [adres] te Diemen
bevestigd en aldaar tot ontploffing gebracht,
terwijl daarvan gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoner(s) en/of de omwonende(n) en/of (passerende) voorbijgangers van voornoemde woningen, en gemeen gevaar voor een of meerdere goederen, te weten een of meerdere goederen in en bij die woningen, te duchten was;
4.
hij in de periode van 1 september 2022 tot en met 3 februari 2023 te Amsterdam, Diemen, [plaatsnaam] , [plaatsnaam] en Groningen, Antwerpen en [plaatsnaam] , heeft deelgenomen aan een organisatie die bestond uit een samenwerkingsverband van (natuurlijke) personen, waarvan naast hem, verdachte, deel uit maakten de heer [medeverdachte] en/of een of meerdere anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, waaronder
  • misdrijven als bedoeld in artikel 2 aanhef sub A, B en/of C en artikel 10 derde, vierde en/of vijfde lid Opiumwet, te weten het binnen en buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren en/of vervoeren en/of het aanwezig hebben van een of meerdere hoeveelheden (materialen bevattende) cocaïne en/of een of meerdere middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, en
  • het teweegbrengen van explosies, waardoor gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meerdere anderen en gemeen gevaar voor goederen te duchten is,
zijnde (onder meer) misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer is gesteld,
zulks terwijl hij, verdachte, leider van die criminele organisatie was.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met de in artikel 2 onder A en B van de Opiumwet gegeven verboden
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met de in artikel 2 onder A en B van de Opiumwet gegeven verboden
primairmedeplegen van het opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is en gemeen gevaar voor goederen te duchten is, meermalen gepleegd
als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van het openbaar ministerie
De officieren van justitie hebben - conform het afdoeningsvoorstel - gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren en tot een geldboete ter hoogte van 100.000,-, subsidiair 365 dagen vervangende hechtenis.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen inhoudelijk strafmaatverweer gevoerd en heeft de rechtbank verzocht aan te sluiten bij het afdoeningsvoorstel.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officieren van justitie en het pleidooi van de verdediging. Ook heeft de rechtbank nadrukkelijk acht geslagen op het afdoeningsvoorstel.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft gedurende een periode van 5 maanden leiding gegeven aan een criminele organisatie, welke organisatie het oogmerk had tot het plegen van ernstige en ondermijnende feiten. Verdachte opereerde binnen dit samenwerkingsverband via een cryptotelefoon van de PGP-chatdienst Exclu Messenger en probeerde op die manier uit het zicht van justitie te blijven. Met behulp van deze telefoon heeft verdachte in oktober 2022 een bestelling geplaatst in Ecuador van meerdere vaten fruitpulp. De vaten fruitpulp zijn in Ecuador vermengd met een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne, waarna de vaten onder leiding van verdachte zijn ingevoerd in Nederland en vervolgens weer zijn uitgevoerd naar België. Verdachte heeft zich met dit handelen schuldig gemaakt aan het medeplegen van het in- en uitvoeren van harddrugs en heeft hiermee een belangrijke bijdrage geleverd aan de instandhouding van de internationale drugshandel. Verdachte kan door zijn handelen medeverantwoordelijk worden gehouden voor de nadelige effecten die door de handel in- en het gebruik van verdovende middelen worden veroorzaakt. Cocaïne is een sterk verslavende drug
en is schadelijk voor de gezondheid van de gebruikers ervan. De handel en het gebruik van deze verdovende middelen brengen bovendien vele vormen van (zware) criminaliteit met zich mee. Verdachte heeft kennelijk gehandeld vanuit financiële motieven en heeft zich niet om de gevolgen bekommerd. De rechtbank rekent dit verdachte sterk aan.
Verdachte heeft zich in het kader van het samenwerkingsverband verder schuldig gemaakt aan het teweegbrengen van een drietal explosies bij woningen in Amsterdam en Diemen. Via Exclu heeft verdachte opdracht gegeven voor het uitvoeren van deze explosies, welke telkens hebben plaatsgevonden voor de voordeur van de betreffende woningen. Als gevolg van de explosies is schade ontstaan aan of nabij de voordeuren en ook in de woningen zelf waren gevolgen van de explosies zichtbaar. Door het handelen van verdachte is ernstig gevaar voor de op dat moment aanwezige bewoners ontstaan. Ook eventuele passerende voorbijgangers hadden ernstig gewond kunnen raken. De rechtbank rekent het verdachte sterk aan dat hij tot drie keer toe een zeer gevaarlijke situatie heeft laten ontstaan en onaanvaardbare grote veiligheidsrisicos heeft genomen. De rechtbank neemt het verdachte ook kwalijk dat hij met zijn handelen een ernstige inbreuk heeft gemaakt op het veiligheidsgevoel van de bewoners, die enorm zijn geschrokken. Feiten als deze plegen voorts grote onrust te veroorzaken in de rest van de samenleving.
Verdachte heeft zich kennelijk niet bekommerd om de mogelijke gevolgen voor anderen en heeft enkel oog gehad voor zijn persoonlijke motieven.
Gelet op het voorgaande en op de oriëntatiepunten van het LOVS, is een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats.
De rechtbank heeft zich beraden over het afdoeningsvoorstel en heeft haar eigen afweging gemaakt bij de bepaling van de op te leggen straf. De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde straf in redelijke verhouding staat tot de ernst van de feiten en legitiem is, omdat hiermee zowel het belang van verdachte als het belang van de maatschappij wordt geëerbiedigd. Daarbij heeft de rechtbank in strafmatigende zin meegewogen dat verdachte afstand heeft gedaan van verdedigingsrechten en heeft toegezegd niet in hoger beroep te gaan, zodat de strafrechtketen minder wordt belast. De rechtbank zal verdachte - in lijn met het afdoeningsvoorstel - een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren en een geldboete ter hoogte van 100.000,- subsidiair 365 dagen vervangende hechtenis opleggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Benadeelde partij

Ten aanzien van feit 3 primair
De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[slachtoffer] , tot een bedrag van 100,- ter vergoeding van materiële schade en 2.000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer] , tot een bedrag van 10.000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer] , tot een bedrag van 10.000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met
wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officieren van justitie hebben zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [slachtoffer] geheel kan worden toegewezen. Ten aanzien van de vorderingen van [slachtoffer] en [slachtoffer] hebben de officieren van justitie zich op het standpunt gesteld dat deze elk toewijsbaar zijn tot een bedrag van 2.000,- en dat de vorderingen voor het overige niet ontvankelijk dienen te worden verklaard.
Alle bedragen dienen hoofdelijk te worden toegewezen en te worden vermeerderd met de wettelijke rente. Voorts dient de schadevergoedingsmaatregel te worden opgelegd.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de vorderingen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat de benadeelde partijen bij het opstellen en ondertekenen van de procesafspraken nog niet waren geïnformeerd over de zitting door het openbaar ministerie en derhalve nog geen vorderingen hadden ingediend. De vorderingen maken dan ook geen onderdeel uit van de procesafspraken.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer] is de rechtbank van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat zij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder 3 primair bewezen verklaarde. De vordering zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 december 2022.
Ten aanzien van de vorderingen van [slachtoffer] en [slachtoffer] is de rechtbank van oordeel dat voldoende aannemelijk dat sprake is van immateriële schade en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 primair bewezen verklaarde. De rechtbank acht deze vorderingen elk toewijsbaar tot een bedrag van 2.000,-. De rechtbank heeft de toe te wijzen bedragen vastgesteld met gebruikmaking van haar schattingsbevoegdheid ex. artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij zij rekening heeft gehouden met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde feit, de aard en de ernst van de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij en de bedragen die rechtbanken in vergelijkbare gevallen aan smartengeld plegen toe te kennen. De rechtbank zal de vorderingen tot voornoemd bedrag toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 november 2022. De rechtbank zal de vorderingen voor het overige afwijzen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte de strafbare feiten samen met (een) ander(en) heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte deze al heeft betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank ten aanzien van alle drie de vorderingen de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 23, 24c, 36f, 47, 57, 60a, 140 en 157 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10, 11b en 12 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder feit 1, feit 2, feit 3 primair en feit 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en acht verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
betaling van een geldboete ten bedrage van 100.000,-(zegge: honderdduizend euro), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door 365 dagen hechtenis.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer] , feit 3 primair
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[slachtoffer]te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 december 2022 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat te betalen een bedrag van 2.100,- (zegge: tweeduizend honderd euro euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 december 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 100,- aan materiële schade en 2.000,- aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 31 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer] , feit 3 primair
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[slachtoffer]te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 november 2022 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering voor het overige af.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat te betalen een bedrag van 2.000,- (zegge: tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 november 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 2.000,- aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer] , feit 3 primair
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[slachtoffer]te betalen:
- het bedrag van
2.000,-(zegge: tweeduizend euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 november 2022 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering voor het overige af.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat te betalen een bedrag van 2.000,- (zegge: tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 november 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 2.000,- aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Zwarts, voorzitter, mr. M.A.M. Wolters en mr. H. Brouwer, rechters, bijgestaan door mr. E.F. Jonkman, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 februari 2024.
Bijlage
Aan verdachte is, na nadere omschrijving en wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

(Medeplegen invoer cocaïne)

1. ​
hij (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 september 2022 tot en met 29 december 2022 op de [plaatsnaam] , althans binnen de territoriale wateren van Nederland, en/of te [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of Groningen, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland en te Antwerpen, in elk geval (op een locatie) in België, meerdere malen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meerdere anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk
  • binnen het grondgebied van Nederland hebben/heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, en/of
  • heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, en/of
  • aanwezig heeft gehad,
meerdere vaten bevattende (bevroren) fruitpulp met daarin opgelost, althans (anderszins) verwerkt, (ongeveer) 140 (blokken van ieder een) kilogram, althans een (grote) hoeveelheid of meerdere hoeveelheden, cocaïne, althans (van) een materiaal bevattende cocaine, in elk geval (zijnde) een of meerdere middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

(Medeplegen uitvoer cocaïne) 2.

hij (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 30 december 2022 tot en met 2 januari 2023 te [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of Groningen, in elk geval (op een of meerdere locaties) Th Nederland, en te Brussel en/of [plaatsnaam] , in elk geval (op een of meerdere locaties) in België, meerdere malen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meerdere anderen, althans alleen,

(telkens) opzettelijk
  • buiten het grondgebied van Nederland hebben/heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, en/of
  • heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, en/of
  • aanwezig heeft gehad,
meerdere vaten bevattende (bevroren) fruitpulp met daarin opgelost, althans (anderszins) verwerkt, (ongeveer) 63 (blokken van ieder een) kilogram, althans een (grote) hoeveelheid of meerdere hoeveelheden, cocaïne, althans (van) een materiaal bevattende cocaine, in elk geval (zijnde) een of meerdere middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

(Medeplegen (uitlokking) teweegbrengen explosies en bedreiging) 3.

(Primair: medeplegen teweegbrengen explosies)
hij (op drie, althans een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 19 december 2022, althans op of omstreeks 20 november 2022 en/of 25 november 2022 en/of 9 december 2022, te Amsterdam en/of Diemen, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met (de heer) [medeverdachte] en/of een of meerdere anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk een ontploffing teweeg hebben (of heeft) gebracht, immers hebben (of heeft) hij, verdachte, en/of zijn mededaders:
(zwaar en/of professioneel) vuurwerk, althans een (ander) explosief (materiaal), op en/of aan en/of bij de voordeur en/of het raam, althans in de buurt van, de (drie) woning(en) op het adres:
  • [adres] te Amsterdam, en/of
  • [adres] te Diemen, en/of
  • [adres] te Diemen
bevestigd en/of (aldaar) tot ontploffing gebracht,
terwijl daarvan levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoner(s) en/of de omwonende(n) en/of (passerende) voorbijgangers van voornoemde, woning(en), in elk geval gemeen gevaar voor een of meerdere goederen, te weten (een of meerdere goederen in en bij) die woning(en), te duchten was;
althans, indien en voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden
(Subsidiair: medeplegen uitlokking teweegbrengen explosies)
(een groep) anderen, althans een ander, (op drie, althans een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 19 december 2022, althans op of omstreeks 20 november 2022 en/of 25 november 2022 en/of 9 december 2022, te Amsterdam en/of Diemen, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meerdere anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk een ontploffing teweeg hebben (of heeft) gebracht,
immers hebben of heeft die (groep) anderen, althans die ander:
(zwaar en/of professioneel) vuurwerk, althans een (ander) explosief (materiaal), op en/of aan en/of bij de voordeur en/of het raam, althans in de buurt van, de (drie) woning(en) op het adres:
  • [adres] te Amsterdam, en/of
  • [adres] te Diemen, en/of
  • [adres] te Diemen
bevestigd en/of (aldaar) tot ontploffing gebracht,
terwijl daarvan levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoner(s) en/of de omwonende(n) en/of (passerende) voorbijgangers van voornoemde woning(en), in elk geval gemeen gevaar voor een of meerdere goederen, te weten (een of meerdere goederen in en bij) die woning(en), te duchten was,
welk(e) feit(en) hij, verdachte, (op drie, althans een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 19 december 2022, te Amsterdam en/of Diemen en/of [plaatsnaam] en/of Groningen, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland, tezamen en in vereniging met (de heer) [medeverdachte] en/of een of meerdere
anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of bedreiging en/of door het
verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, immers hebben (of heeft) hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
  • contact opgenomen en/of onderhouden met die anderen (over het teweegbrengen van die explosies), en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, die (groep) anderen gevraagd naar en/of opdracht gegeven voor en/of gesproken, althans (anderszins) gecommuniceerd, over:
het 'doen van een beetje chaos' en/of het 'afgeven van een boodschap' en/of het 'bang maken van die kale', althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, en/of
(aldus) het teweegbrengen van die explosies, en/of
  • die (groep) anderen een of meerdere geldbedragen en/of vergoedingen (ten behoeve van die explosies), te weten '5k voor en 5k na' (het teweegbrengen van die explosies), aangeboden en/of toegezegd en/of betaald, en/of
  • het adres van die woningen en/of locaties, waar die 'chaos' en/of (aldus) die explosies zouden moeten plaatsvinden, aan die (groep) anderen verstrekt en/of laten verstrekken, en/of meerdere malen, althans eenmaal, (ten behoeve van die explosies) instructies en/of aanwijzingen aan die (groep) anderen (door)gegeven, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, bij die (groep) anderen (naar het verloop en/of de uitvoering van die explosies) geinformeerd;
althans, indien en voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden
(Meer subsidiair: medeplegen bedreiging)
hij (op drie, althans een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 19 december 2022, althans op of omstreeks 20 november 2022 en/of 25 november 2022 en/of 9 december 2022, te Amsterdam en/of Diemen, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een (de heer) [medeverdachte] en/of een of meerdere anderen, althans alleen,
(de heer) [medeverdachte] , en/of een familielid of meerdere familieleden en/of een of meerdere vriend(inn)en en/of (anderszins) een of meerdere relaties van die [medeverdachte] en de eigenaar/eigenaren en/of de bewoner(s) en/of de omwonende(n) van (een van) de
woning(en) op (of in de buurt van) het adres:
  • [adres] te Amsterdam, en/of
  • [adres] te Diemen, en/of
  • [adres] te Diemen,
althans een of meerdere anderen,
hebben (of heeft) bedreigd met:
  • enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of brandstichting, en/of
  • enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen (in en/of bij die woningen) en/of goederen (in en/of bij die woningen) ontstond,
immers hebben (of heeft) hij, verdachte, en'of zijn rnededader(s): op en/of (na)bij en/of in de buurt van die woningen op voornoemd(e) adres(sen) (zwaar en/of professioneel) vuurwerk, althans een (ander) explosief (materiaal), bevestigd (en/of laten
bevestigen) en/of tot ontploffing gebracht (en/of laten brengen) en/of (aldus) een explosie veroorzaakt (en/of laten veroorzaken);
althans, indien en voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden
(Meest subsidiair: medeplegen uitlokking bedreiging)
(een groep) anderen, althans een ander, (op drie, althans een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 19 december 2022, althans op of omstreeks 20 november 2022 en/of 25 november 2022 en/of 9 december 2022, te Amsterdam en/of Diemen, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meerdere anderen, althans alleen,
(de heer) [medeverdachte] , en/of een famlielid of meerdere familieleden en/of een of meerdere vriend(inn)en en/of (anderszins) een of meerdere relaties van die [medeverdachte] , en de eigenaar/eigenaren en/of de be woner(s) en/of de omwonende(n) van (een van) de
woning(en) op (of in de buurt van) het adres:
  • [adres] te Amsterdam, en/of
  • [adres] te Diemen, en/of
  • [adres] te Diemen,
althans een of meerdere anderen, hebben (of heeft) bedreigd met:
  • enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of brandstichting, en/of
  • enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen (in en/of bij die woningen) en/of goederen (in en/of bij die woningen) ontstond,
immers hebben of heeft die (groep) anderen, althans die ander:
op en/of (na)bij en/of in de buurt van die woningen op voornoemd(e) adres(sen) (zwaar en/of professioneel) vuurwerk, althans een (ander) explosief (materiaal), bevestigd (en/of laten bevestigen) en/of tot ontploffing gebracht (en/of laten brengen) en/of (aldus) een explosie veroorzaakt (en/of laten veroorzaken),
welk(e) feit(en) hij, verdachte, (op drie, althans een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 19 december 2022, te Amsterdam en/of Diemen en/of [plaatsnaam] en/of Groningen, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland, tezamen en in vereniging met (de heer) [medeverdachte] en/of een of meerdere
anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of bedreiging en/of door het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen,
immers hebben (of heeft) hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
  • contact opgenomen en/of onderhouden met die (groep) anderen (over het teweegbrengen van die explosies), en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, die (groep) anderen gevraagd naar en/of opdracht gegeven voor en/of gesproken, althans (anderszins) gecommuniceerd, over:
het doen van een beetje chaos' en/of het 'afgeven van een boodschap' en/of het 'bang maken van die kale', althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, en/of (aldus)
het teweegbrengen van die explosies, en/of
  • die (groep) anderen een of meerdere geldbedragen en/of vergoedingen (ten behoeve van die explosies), te weten '5k voor en Sk na' (het teweegbrengen van die explosies), aangeboden en/of toegezegd en/of betaald, en/of
  • het adres van die woningen en/of die locaties, waar die 'chaos' en/of (aldus) die explosies zouden moeten plaatsvinden, aan die (groep) anderen verstrekt en/of laten verstrekken, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, (ten behoeve van die explosies) opdrachten en/of instructies en/of aanwijzingen aan die (groep) anderen (door)gegeven, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, bij die (groep) anderen (naar het verloop en/of de uitvoering van die explosies) geinformeerd;

(Deelname crimineel samenwerkingsverband) 4.

hij in of omstreeks de periode van 1 september 2022 tot en met 3 februari 2023 te Amsterdam en/of Diemen en 'of [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of Groningen, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland, en te Antwerpen en 'of [plaatsnaam] , in elk ge id l (op een of meerdere locaties) in Belgie,
heeft deelgenomen aan een of meerdere organisaties die bestond(en) uit een samenwerkingsverband van (natuurlijke) personen, waarvan naast hem, verdachte, deel uit maakten (de heer) [medeverdachte] en/of een of meerdere anderen,
welke organisatie(s) tot oogmerk had(den) het plegen van misdrijven, waaronder (in elk geval) maar niet beperkt tot:
-
misdrijven als bedoeld in artikel 2 aanhef sub A, B en/of C en artikel 10 derde, vierde en/of vijfde lid Opiumwet, te weten het binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren en/of vervoeren en/of het aanwezig hebben van een of meerdere hoeveelheden (materialen bevattende) cocaïne en/of een of meerdere

middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3e van die wet, en/of

- (
(medeplegen of uitlokking van) het teweegbrengen van een of meerdere explosies
(waardoor levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meerdere anderen en/of gemeen gevaar voor goederen te duchten is), zijnde (onder meer) misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer is gesteld, en/of (medeplegen
of uitlokking van) bedreiging, (zulks) terwijl hij, verdachte, oprichter en/of leider van die (criminele) organisatie(s) was.