In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiseres, een inwoner van Drijber, tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden Drenthe, dat op 13 juli 2022 een omgevingsvergunning heeft verleend voor het herbouwen van een vrijstaande schuur op haar perceel. Eiseres is van mening dat de vergunning in strijd is met de regels van ruimtelijke ordening, omdat de schuur niet functioneel verbonden is met het hoofdgebouw en niet als bijbehorend bouwwerk kan worden beschouwd. De rechtbank behandelt het beroep op 18 april 2024, waarbij de gemachtigde van eiseres en de gemachtigden van het college aanwezig zijn.
De rechtbank stelt vast dat de aanvraag om omgevingsvergunning op 1 juni 2022 is ingediend en dat de Wabo, zoals die gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft. De rechtbank concludeert dat de schuur niet kan worden gezien als een bijbehorend bouwwerk, omdat het gebruik voor het stallen van een vrachtwagen ten behoeve van een transportbedrijf niet in planologisch opzicht gerelateerd is aan de woning. De rechtbank oordeelt dat het college ten onrechte gebruik heeft gemaakt van de afwijkingsmogelijkheid uit de wetgeving en vernietigt het bestreden besluit. Het college wordt opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het griffierecht en proceskosten aan eiseres worden vergoed.