ECLI:NL:RBNNE:2024:2542
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening planschadevergoeding
Op 5 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak LEE 24/2544, waarin verzoekster bezwaar heeft gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag om vergoeding van planschade door het college van gedeputeerde staten van de provincie Groningen. Verzoekster heeft het college verzocht om een voorlopige voorziening, waarbij zij eiste dat het college per direct het verzoek om planschade inwilligt en een schadebedrag van € 320.950,- uitbetaalt. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat niet is gebleken van een spoedeisend belang. De voorzieningenrechter oordeelde dat bij financiële geschillen, zoals in deze zaak, niet snel sprake is van onverwijlde spoed, tenzij er een onomkeerbare situatie dreigt, zoals faillissement of acute financiële nood. Verzoekster heeft niet aangetoond dat er een dergelijke situatie aanwezig is.
De voorzieningenrechter heeft verder vastgesteld dat de brief van het college van 15 april 2024 geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat het college eerst een planschadedeskundige zal raadplegen voordat er een beslissing op het bezwaarschrift wordt genomen. Verzoekster kan, indien zij van mening is dat de bezwaarprocedure te lang duurt, beroep instellen tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift. De voorzieningenrechter concludeert dat het verzoek kennelijk ongegrond is en wijst het af, zonder dat er aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.