Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 april 2024 in de zaak tussen
[naam], uit Wildervank, eiser
Inleiding
Feiten en zaaksverloop
“Niet overal in Groningen is het nodig om te onderzoeken of gebouwen voldoende bestand zijn tegen aardbevingen. Dat komt omdat er op veel plaatsen geen dreiging van zware aardbevingen is.
(…)
Voor berekeningen van veel gebouwen, zoals woningen, wordt tijdvak T5 met een herhalingstijd van 2475 jaar gebruikt. (…) De seismiciteit op de locatie van uw adres is dan 0,040g.
(…)
Daarnaast is gekeken naar de seismiciteit op de locatie van uw woning bij een herhalingstijd van 475 jaar. De seismiciteit op uw locatie bedraagt daarbij 0,017g. Volgens de Nederlandse Praktijkrichtlijn voor aardbevingsbestending bouwen (9998:2020 art. 3.2.1) hoeft bij een waarde kleiner dan 0,05g geen verder onderzoek plaats te vinden. Dit betekent dat er sprake is van een zeer lage seismiciteit en een gebouw daarmee voldoet aan de veiligheidsnorm.”
Standpunten partijen
Beoordeling door de rechtbank
“een maximaal risico op overlijden van een individu door het bezwijken van een gebouw, als gevolg van bodembeweging veroorzaakt door de winning van gas uit het Groningenveld, van 1 op de 100.000 per jaar.”Verder is in artikel 4, zevende lid, van het BvG neergelegd dat de eigenaar van een gebouw een verzoek kan doen om een controle op de uitkomst van de analyse van de verwachte risico’s van de verwachte bodembeweging, als bedoeld in art. 52c, vierde lid, onder c, van de Mw.