In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 30 mei 2024, zijn de beroepen van eiseres, die een camping exploiteert op Ameland, tegen de vastgestelde WOZ-waarden van haar onroerende zaken ongegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaken correct heeft vastgesteld op basis van de operationele cashflow methode (OCF-methode), die de objectieve exploitatiemogelijkheden van het recreatieterrein in aanmerking neemt. Eiseres heeft de door de heffingsambtenaar gepresenteerde gegevens niet weersproken, en de rechtbank concludeert dat de WOZ-waarden niet te hoog zijn vastgesteld.
Daarnaast heeft eiseres verzocht om een immateriële schadevergoeding vanwege overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de redelijke termijn met 29 maanden is overschreden en kent een schadevergoeding toe van in totaal € 2.500, die gelijkelijk wordt verdeeld over de betrokken eisers. Eiseres ontvangt een bedrag van € 625. De rechtbank heeft ook een proceskostenvergoeding van € 984,38 aan eiseres toegewezen, maar heeft geen aanleiding gezien om taxatiekosten te vergoeden, gezien de ongegrondheid van de beroepen.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, wat betekent dat de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar in stand blijven. Eiseres krijgt het griffierecht niet terug, maar de heffingsambtenaar is wel veroordeeld tot het betalen van de immateriële schadevergoeding en de proceskosten aan eiseres.