ECLI:NL:RBNNE:2024:2060

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 mei 2024
Publicatiedatum
28 mei 2024
Zaaknummer
10676347 CV EXPL 23-5656
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande termijnen uit een internetdienstenovereenkomst en de toepassing van redelijkheid en billijkheid

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, heeft Proximedia Nederland B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde], die voorheen handelde onder de naam JLM Services. De zaak betreft een onopzegbaar contract voor internetdiensten dat op 20 april 2021 werd gesloten. Proximedia vorderde betaling van openstaande termijnen, terwijl [gedaagde] aanvoerde dat hij de overeenkomst had opgezegd en dat hij met een eerdere betaling van € 2.500 zijn verplichtingen had afgekocht. De procesgang omvatte meerdere conclusies van antwoord en repliek, en de zaak werd op tegenspraak behandeld.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] de overeenkomst had opgezegd en dat hij met de betaling van € 2.500 aan zijn verplichtingen had voldaan. De rechter oordeelde dat de onverkorte toepassing van de overeenkomst zou leiden tot een onaanvaardbaar resultaat, gezien de omstandigheden van de zaak, waaronder de grootte van Proximedia en de positie van [gedaagde] als kleine ondernemer. De vorderingen van Proximedia werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde]. Het vonnis werd uitgesproken op 28 mei 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Groningen
Zaaknummer: 10676347 CV EXPL 23-5656
Vonnis d.d. 28 mei 2024
inzake
Proximedia Nederland B.V., h.o.d.n. BeUp en MKB Clickservice,
gevestigd te Utrecht en kantoorhoudend te IJsselstein,
eiseres, hierna Proximedia te noemen,
gemachtigde: Nouta Westland Gerechtsdeurwaarderskantoor BV,
tegen
[gedaagde],
voorheen h.o.d.n. JLMServices,
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde, hierna [gedaagde] te noemen,
laatstelijk in persoon verschenen.

1.De procesgang

1.1.
De procesgang blijkt uit het volgende:
- de dagvaarding van 1 augustus 2023 (met producties);
- de conclusie van antwoord van 29 augustus 2023 (met producties);
- de conclusie van aanvullend antwoord van 12 september 2023 (met producties);
- de conclusie van repliek van 14 november 2023 (met producties);
- de conclusie van dupliek van 12 december 2023;
1.2.
Vonnis is (nader) bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Proximedia is een onderneming die zich toelegt op het aanbieden van internetdiensten.
2.2.
[gedaagde] dreef een eenmanszaak onder de naam JLM Services, die zich onder meer bezig hield met reparatie/onderhoud van auto’s, APK-keuringen, in- en verkoop van occasions en zich eveneens profileerde als ‘klusbedrijf’. Volgens een Wijzigingsformulier van de Kamer van Koophandel is deze onderneming op 1 oktober 2021 opgeheven.
2.3.
Op 20 april 2021 is [gedaagde] - na telefonisch contact daags daarvoor, op initiatief van Proximedia - bezocht door een vertegenwoordiger van Proximedia. [gedaagde] en Proximedia hebben vervolgens op die dag een overeenkomst gesloten (verder: de overeenkomst), waarbij Proximedia zich heeft verplicht tot het verrichten van diverse internetdiensten voor [gedaagde] (JML Services). Volgens de overeenkomst diende [gedaagde] daarvoor aan Proximedia eenmalig een bedrag van € 90 incl. BTW en vervolgens maandelijks een bedrag van € 240,79 te betalen.
2.4.
De overeenkomst bevat - voor zover relevant - de volgende bepalingen:
(…)
ARTIKEL 7 - BETALINGSMODALITEITEN
De prijs van het totaal van onderhavige overeenkomst, betaalbaar in de vorm van maandelijkse betalingen en eenmalige dossierkosten zoals bepaald in artikel 10, vertegenwoordigt ten aanzien van MKB Clickservice onder meer een bijdrage tot haar acquisitie- en exploitatiekosten, kosten voor een financiële analyse van de Abonnee en de opmaak van een administratief dossier, kosten voor het gekwalificeerde personeel, haar aankoop- en/of financieringskosten bij een derde, haar kosten voor de realisatie van de website en/of internet toepassingen, haar administratieve en boekhoudkundige beheerskosten.
Acht dagen na de factuurdatum brengt iedere krachtens deze overeenkomst aan MKB Clickservice verschuldigde som van rechtswege en zonder ingebrekestellingen de wettelijke handelsrente op. Bovendien wordt iedere op de vervaldag onbetaalde som, bij wijze van forfaitaire vergoeding voor het door MKB Clickservice voor de laattijdige betaling geleden nadeel, verhoogd met 15%.
(…)
ARTIKEL 8 – DUUR VAN DE OVEREENKOMST – VERNIEUWING - BEËINDIGING
8.1.
Alle kennisgevingen door de Abonnee dienen te gebeuren d.m.v. een aangetekende brief waarbij de postdatum van de brief bepalend is.
8.2.
De onderhavige overeenkomst is een duurovereenkomst van bepaalde tijd en is gesloten voor een niet reduceerbare en onherroepelijke termijn van24 MAANDEN.
8.3.
In alle gevallen van contractbreuk door de Abonnee, anders dan op grond van toerekenbaar tekortschieten van MKB Clickservice in de nakoming van haar verbintenis, zijn alle vorderingen uit hoofde van de overeenkomst, zowel de op dat moment als in de toekomst opeisbare maandelijkse bijdragen, onmiddellijk en in zijn geheel opeisbaar.
(…)
ARTIKEL 9 – PRESTATIES GEKOZEN DOOR DE ABONNEE
PRODUCTENHoeveelheid
Landingspagina’s: Ontwikkeling van landingspagina’s, SEA geoptimaliseerd (aantal pagina’s)
5
SEA: Aanmaak, beheer en opvolging van een Search Engine Advertising campagne
1
SMA: Aanmaak, beheer en opvolging van Social Media Advertenties
1
OPTIES:ingang per 30 april 2021
(…)
2.5.
De door Proximedia aan [gedaagde] vanaf 29 april 2021 toegezonden facturen (eenmalige bijdrage en maandelijkse termijnen) zijn door [gedaagde] niet voldaan.
2.6.
Nadat Proximedia [gedaagde] door middel van diverse e-mails op de betalingsachterstanden heeft geattendeerd en tot betaling heeft aangemaand, heeft [gedaagde] Proximedia bij e-mail van 20 augustus 2021 een brief gestuurd, waarin hij schreef
“Geachte heer/mevrouw,
Ik heb het contract binnen twee dagen (wat de wet voorschrijft) nadat we het besproken hebben afgezegd.
Er is nooit eerder geld van mijn rekening afgehaald, waardoor ik in de veronderstelling was dat de overeenkomst ontbonden was.
Er is ook eerder gebeld (2 maal) met jullie dat er niets is gehoord over het vernietigen van het contract.
Dus voor mij heb ik geen overeenkomst meer.”
2.7.
Na diverse mailwisselingen heeft Proximedia [gedaagde] op 3 november 2021 voorgesteld de overeenkomst te beëindigen tegen een opzeggingsvergoeding van 40% van de nog niet vervallen termijnen, zulks met betaling van het openstaande saldo, sluitend op een totaalbedrag van € 3.027,63 inclusief BTW.
2.8.
Na telefonisch contact tussen partijen hierover heeft Proximedia [gedaagde] op 19 januari 2022 per e-mail bevestigd dat de overeenkomst op de eerder voorgestelde wijze kan worden beëindigd en aangegeven dat met [gedaagde] voor de opzeggingsvergoeding een tijdelijke betalingsregeling voor 2 termijnen van € 100,00 is getroffen, door [gedaagde] te voldoen op respectievelijk 1 februari en 1 maart 2022. Daarna zou - voor het restant - de betalingsregeling door de debiteurenafdeling van Proximedia worden herzien. De reguliere betalingstermijnen moesten door [gedaagde] zelf worden overgemaakt, en wel ‘rond de eerste van elke maand’.
2.9.
Volgend op een door Proximedia op 23 februari 2022 aan [gedaagde] verzonden herinnering, heeft Proximedia [gedaagde] op 5 maart 2022 medegedeeld dat de getroffen betalingsregeling door hem niet is nagekomen en daarmee per direct is komen te vervallen. Proximedia heeft [gedaagde] gemaand tot betaling van de openstaande termijnen, belopende een bedrag van € 2.016,32 en aangegeven dat de vordering bij niet-betaling uit handen zal worden gegeven aan de deurwaarder. Tevens is aangegeven dat de dienstverlening zal worden opgeschort totdat het openstaande saldo door [gedaagde] is voldaan.
2.10.
Op 30 maart 2022 heeft Proximedia [gedaagde] - nadat betaling opnieuw was uitgebleven - bericht dat alle openstaande en ook alle toekomstige termijnen onmiddellijk opeisbaar zijn (geworden) en dat de vordering inmiddels in handen van de deurwaarder is gegeven.
2.11.
Na diverse aanmaningen en sommaties door de door Proximedia ingeschakelde deurwaarder, heeft [gedaagde] op 21 juni 2022 een bedrag van € 2.500 aan de deurwaarder voldaan. Bij schrijven van diezelfde datum heeft de deurwaarder [gedaagde] bericht dat voor het restant (te vermeerderen met rente) met hem een aflossingsregeling is overeengekomen, te weten betaling door [gedaagde] van een bedrag van € 100 per maand voor de duur van 6 maanden, waarna door [gedaagde] een nieuwe regeling moet worden voorgesteld. De regeling zou vervallen wanneer deze door [gedaagde] niet stipt wordt nagekomen.
2.12.
Door [gedaagde] zijn nadien geen betalingen meer verricht.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Proximedia vordert dat bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] wordt veroordeeld om aan Proximedia te betalen een bedrag van € 3.762,09, vermeerderd met de wettelijke handelsrente hierover vanaf 25 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede tot betaling van de proceskosten.
3.2.
Het bedrag van € 3.762,09 kan als volgt worden gespecificeerd:
  • hoofdsom (termijnen) € 5.001,32
  • rente tot 25 juli 2023 € 510,57
  • incassokosten € 750,20
  • betaald
€ 3.762,09.
3.3.
Proximedia stelt dat [gedaagde] deze bedragen op grond van de overeenkomst aan haar is verschuldigd, dat [gedaagde] niet aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, zodat [gedaagde] alle nog openstaande en toekomstige termijnbetalingen - die door de niet-betaling onmiddellijk opeisbaar zijn geworden - moet voldoen, thans vermeerderd met rente en incassokosten.
3.4.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Proximedia in haar vorderingen althans tot afwijzing daarvan. Volgens [gedaagde] is de civiele rechter in deze zaak niet bevoegd en is Proximedia ongerechtvaardigd verrijkt. Hij voert verder aan dat hem mondeling is toegezegd dat hij binnen 90 dagen (in latere instantie stelde hij: ten alle tijden binnen zes maanden) kosteloos kon opzeggen en dat hij dat 2 of 3 dagen na 20 april 2021 ook telefonisch heeft gedaan en vervolgens ook nog per e-mail. Bovendien heeft hij zijn eenmanszaak opgeheven. Ook zou er sprake zijn van ‘kwade trouw’ aan de zijde van Proximedia en zou de overeenkomst nietig zijn. Ten slotte stelt [gedaagde] dat Proximedia behoudens het wijzigen van een aantal teksten op de website (van JLM Services) niets voor hem heeft gedaan. Ten slotte stelt hij met de betaling van het bedrag van € 2.500,00 de overeenkomst te hebben afgekocht.
3.5.
Waar nodig zal bij de beoordeling nader op de stellingen van partijen worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter passeert het beroep op de absolute onbevoegdheid van de civiele rechter. Het enkele feit dat - aldus [gedaagde] - sprake zou zijn van strafrechtelijk laakbaar handelen aan de zijde van Proximedia, brengt niet mee dat de civiele rechter daarom onbevoegd zou zijn over de onderhavige (civiele) vordering te oordelen.
4.2.
De kantonrechter stelt allereerst vast dat [gedaagde] met Proximedia heeft gehandeld in de uitoefening van het bedrijf van zijn eenmanszaak JLM Services, zodat de bepalingen die zien op consumentenbescherming op de overeenkomst tussen hem en Proximedia niet direct van toepassing zijn. De kantonrechter ziet evenmin voldoende aanknopingspunten om door middel van de zogenaamde reflexwerking toepassing te geven aan de [gedaagde] beschermende bepalingen van het consumentenrecht, meer in het bijzonder het bepaalde in artikel 6:230o BW dat ziet op de aan consumenten toekomende ontbindingsbevoegdheid. Daargelaten of een beroep daarop in het verweer van [gedaagde] kan worden gelezen, dient het begrip ‘consument’ beperkt te worden opgevat en zijn de werkzaamheden van Proximedia - het opzetten van een website voor commerciële doeleinden - bij uitstek gericht op ondernemers en niet op consumenten.
4.3.
In het verweer van [gedaagde] ligt naar de kantonrechter meent in ieder geval wel een beroep op de beperkende werking van de eisen van redelijkheid en billijkheid als bedoeld in artikel 6:248 lid 2 BW besloten. [gedaagde] beroept zich onder meer op ‘kwade trouw’ aan de zijde van Proximedia en stelt verder dat Proximedia nauwelijks iets voor hem heeft gedaan. Tevens beroept hij zich op het feit dat zijn onderneming in oktober 2021 - zes maanden na het sluiten van de overeenkomst - is opgeheven en dat hij met de betaling van het bedrag van € 2.500 zijn verplichtingen heeft afgekocht. In de hiervoor bij de vermelding van de feiten genoemde, per e-mail verzonden brief van [gedaagde] aan Proximedia van 20 augustus 2021, die ook door Proximedia is ontvangen, verwijst [gedaagde] naar het feit dat hij eerder zou hebben ‘afgezegd’ en besluit hij met de mededeling dat er voor hem ‘geen overeenkomst meer’ is.
4.4.
Hoewel bij de toepassing van artikel 6:248 lid 2 BW terughoudendheid op zijn plaats is, meent de kantonrechter dat de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden toepassing van deze bepaling in dit geval kunnen rechtvaardigen omdat onverkorte toepassing van artikel 8.3 van de overeenkomst (onmiddellijke opeisbaarheid en verschuldigdheid van alle nog te verschijnen termijnbetalingen) tot een naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar resultaat zouden leiden. Naast de genoemde feiten en omstandigheden weegt de kantonrechter daarbij mee dat Proximedia een (relatief) grote onderneming is die in dit geval op eigen initiatief een kleine onderneming, de eenmanszaak JML Services, waarvan niet is gesteld of gebleken dat zij juridisch is onderlegd, heeft benaderd en [gedaagde] daarbij binnen een kort tijdsbestek een (grotendeels) standaardcontract zonder bedenkmogelijkheid heeft voorgelegd. Verder staat vast dat [gedaagde] met de betaling - op 21 juni 2022 - van het bedrag van € 2.500 in ieder geval reeds (meer dan) de eenmalige vergoeding en de tot opheffing van de onderneming verschenen termijnen heeft voldaan. Proximedia heeft weliswaar gesteld dat de door haar gemaakte kosten vooral aan het begin van de looptijd worden gemaakt, maar zij heeft niet - laat staan onderbouwd - gesteld dat deze kosten hoger zijn dan het reeds door [gedaagde] betaalde bedrag van € 2.500. Ook is gesteld noch gebleken dat Proximedia na de eerste opzet/aanpassing van de website van JML Services verder nog werkzaamheden voor [gedaagde] heeft verricht. De kantonrechter is al met al van oordeel dat [gedaagde] onder toepassing van het bepaalde in artikel 6:248 lid 2 BW met de betaling van het bedrag van € 2.500 aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst heeft voldaan. De vorderingen van Proximedia zullen daarom worden afgewezen.
4.5.
Als in het ongelijk gestelde partij dient Proximedia de proceskosten te betalen. De proceskosten van [gedaagde] - die zich in eerst instantie door een gemachtigde heeft laten bijstaan - worden begroot op:
  • dagvaarding €
  • griffierecht €
  • salaris gemachtigde € 271,00 (1 punt × € 271,00)
  • nakosten
  • totaal € 271,00

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen van Proximedia af;
5.2.
veroordeelt Proximedia in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] van € 271,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Proximedia niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.3.
verklaart dit vonnis ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Kremer, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 28 mei 2024.