In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 14 mei 2024, wordt het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun verzoek om handhavend op te treden tegen illegale bouw op een perceel in Hoogeveen beoordeeld. Het college van burgemeester en wethouders had het verzoek om handhaving afgewezen met een besluit van 29 juni 2022, en dit werd bevestigd in een bestreden besluit van 10 januari 2023. De rechtbank heeft het beroep op 21 maart 2024 behandeld, maar eisers hebben zich afgemeld voor de zitting. De rechtbank oordeelt dat eisers geen procesbelang hebben, omdat de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 25 oktober 2023 de eerdere uitspraak van de rechtbank heeft vernietigd, waardoor de omgevingsvergunning voor de bouw van 16 appartementen herleefde. Dit betekent dat eisers niet langer het doel kunnen bereiken dat zij nastreefden met hun handhavingsverzoek.
De rechtbank legt uit dat procesbelang het belang is dat eisers hebben bij de uitkomst van de procedure. Aangezien de omgevingsvergunning nu weer van kracht is, hebben eisers geen belang meer bij de procedure. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt. Eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter L. Mulder, in aanwezigheid van griffier M. Dijk, en is openbaar uitgesproken op 14 mei 2024.