Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 april 2024 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser,
Instituut Mijnbouwschade Groningen, verweerder,
Inleiding en procesverloop
Vervolgens is een op 4 mei 2022 door eiser ondertekende volmacht overgelegd ten behoeve van zijn in het beroepschrift genoemde gemachtigde.
Totstandkoming van het besluit
“de scheefstand in de gevel van de schuur leidt niet tot een AOS. (…) De kapconstructie is gecontroleerd op onvolkomenheden. Er zijn tijdens de inspectie geen tekortkomingen geconstateerd.”
29 juli 2021 een addendum uitgebracht in reactie op de contra-expertise. Verder is de herstelkostencalculatie op onderdelen aangepast.
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit van 11 januari 2022 niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit van 12 augustus 2022 ongegrond;
- draagt verweerder op om het door eiser betaalde griffierecht te vergoeden tot een bedrag van € 184,-.