Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
beschikking van 12 april 2024
[kind 1] ,
[kind 2] ,
[kind 3] ,
[kind 4] ,
[naam vader] ,
[naam moeder] ,
de Raad voor de Kinderbescherming,
Het (verdere) procesverloop
De feiten
De rechter vindt dat hij onvoldoende weet om een definitieve regeling vast te kunnen stellen. Hij vindt het belangrijk dat meer informatie beschikbaar komt over de vader zijn persoonlijke omstandigheden, maar ook over de kinderen en hun mogelijkheden om contact met de vader te hebben. Voor de rechter is ook onvoldoende duidelijk of de moeder daadwerkelijk contactherstel wil en waarom zij het nodig vindt dat contact tussen de vader en de kinderen moet worden begeleid.
De (verdere) beoordeling
zie: ECLI:NL:HR:2017:766), geldt ook dat de vader geen gezag uitoefent over de kinderen, wat betekent dat de GI niet op een voor de vader bindende wijze adviezen of aanwijzingen kan geven.
De beslissing
uiterlijk een week voorafgaand aan de hierna te noemen zittingsdatumte rapporteren en te adviseren;
vrijdag 12 juli 2024 om 13.00 uur, in één van de zalen van het gerechtsgebouw aan het Guyotplein 1 in Groningen;
een nadere oproep zal niet worden verstuurd;