4.1.De Gemeente baseert haar vordering op de op 18 mei 2010 gesloten bestuursovereenkomst, zoals gewijzigd op 5 februari 2018, de bestuursovereenkomst die de Groninger gemeenten en het ministerie van Justitie en Veiligheid op 10 februari 2023 hebben gesloten en de afspraken die zij met het COA en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft gemaakt in het mediationtraject in april 2023.
Is het onaanvaardbaar dat gemeente nakoming vordert?
4.2.1.Het COA erkent dat bij al die gelegenheden is overeengekomen dat het aantal personen dat het zal opnemen in de opvanglocatie in Ter Apel, het aantal van 2.000 niet zal overschrijden. Het stelt evenwel dat het onder de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat het COA zou worden gehouden aan die verplichting. Daarbij stelt het COA dat de nadelen van toewijzing van de vorderingen voor hem onevenredig groot zijn in vergelijking met het voordeel voor de Gemeente.
4.2.2.Het COA voert daartoe aan dat het geen invloed heeft op de in- en uitstroom van asielzoekers, dat het hem bij gebreke van medewerking van andere gemeenten niet lukt om voldoende opvangcapaciteit buiten de gemeente Westerwolde te realiseren en dat het zijn uiterste best heeft gedaan en zal blijven doen om de afspraken na te komen. Daartegenover zou de Gemeente maar een beperkt belang hebben bij toewijzing van de vordering, omdat niet zou zijn aangetoond dat de overlast vanuit de opvanglocatie samenhangt met overschrijding van de overeengekomen maximale bezetting. Het COA stelt dat een belangenafweging in zijn voordeel moet uitvallen, ook al omdat toewijzing van de vordering tot gevolg zou kunnen hebben dat asielzoekers buiten zouden moeten verblijven.
4.2.3.Zoals blijkt uit het daarvan gemaakte verslag d.d. 25 april 2023 hebben het COA, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Gemeente bij de mediator nogmaals afgesproken dat de maximale bezetting (2.000) van de opvanglocatie Ter Apel niet wordt overschreden, dat daartoe “
op korte termijn (…) noodmaatregelen in gang worden gezet”en dat naleving van die afspraak “
wordt geborgd aan de bestuurlijke tafel”.De mediator rapporteert:
“Tijdens de vier gesprekken is uitgebreid stilgestaan bij de urgente situatie op en rond de opvanglocatie Ter Apel en de effecten daarvan op asielzoekers, de inwoners van Westerwolde en de medewerkers van betrokken organisaties”.
4.2.4.Door het COA is niet aangevoerd dat de in dit verband relevante omstandigheden sinds de mediation in april 2023 zijn veranderd. Verder heeft het niet betwist dat alle omstandigheden die het thans aanvoert als reden voor het niet-nakomen van zijn verplichtingen zijn meegewogen bij de afspraken die bij de mediator zijn gemaakt. Alleen daarom al valt niet in te zien dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn om het COA aan die afspraken te houden. De daarop gerichte vorderingen zijn dan ook toewijsbaar, omdat de voorzieningenrechter, zoals hierna wordt toegelicht, anders dan het COA heeft bepleit, het belang van de Gemeente spoedeisend acht.
4.2.5.Terzijde merkt de voorzieningenrechter het volgende op. De bestuursvoorzitter van het COA, heeft de Gemeente bij brief van 20 december 2023 opgeroepen om “
ons te committeren aan de afspraken die we met de Nationale ombudsman maakten” en dat is precies wat de Gemeente in dit kort geding doet. Wat maakt dat het COA dat - drie weken later - ineens onaanvaardbaar is gaan vinden, kon op de zitting niet worden achterhaald, omdat geen van de leden van het bestuur van het COA bij de behandeling van het kort geding aanwezig was en zijn advocaten dat kennelijk niet wisten. Anders dan ter zitting door een medewerker van het COA werd gesuggereerd, kan dat niet liggen aan een toename van de bezetting in Ter Apel, want die was volgens de eigen opgave van het COA een dag voor de brief van 20 december 2023 zelfs iets hoger dan een dag voor de zitting (2.165, respectievelijk 2.158 personen).
4.3.1.Het COA stelt dat, voor zover de Gemeente thans al een belang zou hebben bij nakoming van de gemaakte afspraken, dat belang niet spoedeisend is. Het voert aan dat de Gemeente de Spreidingsweten overige maatregelen die ophanden zijn moet afwachten. Daarbij benadrukt het COA dat het verband tussen de overlast die de Gemeente ervaart en het aantal asielzoekers in de opvanglocatie in Ter Apel niet vaststaat.
4.3.2.Met dat laatste miskent het COA dat hier de stelplicht en bewijslast niet bij de Gemeente, maar bij hem ligt. Het COA gebruikt het gestelde ontbreken van verband immers als reden om zijn verplichting niet na te hoeven komen. Los daarvan lijkt het de voorzieningenrechter evident dat overbezetting van de opvanglocatie in Ter Apel het risico op overlast voor de Gemeente vergroot. Vanuit dat besef hebben de betrokken partijen immers ook het mediationtraject ingezet.
4.3.3.De voorzieningenrechter acht het begrijpelijk dat de Gemeente geen al te hoge verwachtingen heeft van de maatregelen die het COA in dit kort geding heeft aangekondigd ter voorkoming van overschrijding van de maximale bezetting. Ten overstaan van de mediator hebben het COA en de staatssecretaris immers al in april 2023 toegezegd om daartoe op korte termijn noodmaatregelen te zullen treffen en dat heeft niet geleid tot het toegezegde resultaat. Het argument van de Spreidingswet kan het COA evenmin helpen. Ten tijde van de uitspraak van dit vonnis is niet bekend of de Eerste Kamer het wetsvoorstel zal aannemen. Naar het COA heeft erkend, zou die wet evenwel hoe dan ook niet voor september 2024 effectief kunnen zijn.
4.3.4.In een kort geding is een belang spoedeisend als van de eisende partij, in dit geval de Gemeente, niet kan worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht. Dat is hier het geval aangezien het COA de verplichting waarop het in een bodemprocedure zou worden aangesproken erkent, diverse toezeggingen ten spijt nalatig blijft die na te komen en aan de Gemeente geen concreet perspectief biedt om dat zonder rechterlijke uitspraak wel te doen.