3.2.De man heeft verweer gevoerd en heeft de rechtbank verzocht om de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoeken dan wel de verzoeken van de vrouw af te wijzen. Daarnaast verzoekt de man, zakelijk weergegeven, bij zelfstandig verzoek, de rechtbank om, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
in het incident
I. primair: te bepalen dat [de minderjarige] voorlopig wordt toevertrouwd aan de man;
subsidiair: de vrouw een terugverhuisgebod op te leggen, met dien verstande dat zij binnen twee weken na de datum van de beschikking terugverhuisd moet zijn in (de omgeving van) [plaats 2] met [de minderjarige] op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag, een dagdeel daaronder begrepen, met een maximum van € 20.000,-;
II. een voorlopige zorgregeling vast te stellen waarbij [de minderjarige] van zondagavond tot donderdagochtend naar school bij de man verblijft, met de bepaling dat bij gebreke van een correcte uitvoering door de vrouw, de vrouw, per dag, een dagdeel daaronder begrepen, een dwangsom verbeurt van € 500,- met een maximum van € 20.000,-;
III. (voorwaardelijk indien [de minderjarige] aan de vrouw wordt toevertrouwd) de zorgregeling voorlopig te wijzigen, en te bepalen dat [de minderjarige] van donderdagmiddag tot zondagavond bij de man zal verblijven, met de bepaling dat bij gebreke van een correcte uitvoering door de vrouw, de vrouw, per dag, een dagdeel daaronder begrepen, een dwangsom verbeurt van € 500,- met een maximum va € 20.000,-;
in de hoofdzaak
- te bepalen dat [de minderjarige] zijn hoofdverblijfplaats zal hebben bij de man;
- een zorgregeling vast te stellen, waarbij [de minderjarige] van zondagavond tot donderdagochtend naar school bij de man verblijft, met de bepaling dat, bij gebreke van een correcte uitvoering door de vrouw, de vrouw, per dag, een dagdeel daaronder begrepen, een dwangsom verbeurt van € 500,- met een maximum van € 20.000,-;
- ( voorwaardelijk) de zorgregeling te wijzigen, en te bepalen dat [de minderjarige] van donderdagmiddag tot zondagavond bij de man zal verblijven, met de bepaling dat bij gebreke van een correcte uitvoering door de vrouw, de vrouw, per dag, een dagdeel daaronder begrepen, een dwangsom verbeurt van € 500,- met een maximum van € 20.000,-.