In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 22 maart 2024, zijn de beroepen van eiseres tegen twee bestuurlijke boetes en een last onder dwangsom behandeld. De staatssecretaris had aan eiseres boetes opgelegd wegens overtredingen van artikel 2a, tweede lid, van de Alcoholwet, die het aanbieden van alcoholhoudende dranken onder bepaalde prijsvoorwaarden verbiedt. Eiseres betoogde dat deze bepalingen in strijd zijn met het vrije verkeer van goederen binnen de EU en dat de boetes onterecht waren opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had vastgesteld dat eiseres de Alcoholwet had overtreden. De rechtbank verwierp de argumenten van eiseres over het vertrouwensbeginsel en het lex certa-beginsel, en concludeerde dat de hoogte van de boetes passend was. De rechtbank oordeelde ook dat de last onder dwangsom gerechtvaardigd was, gezien de herhaalde overtredingen door eiseres. De beroepen werden ongegrond verklaard, wat betekent dat de opgelegde boetes en de last onder dwangsom in stand blijven.