In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eisers tegen de beslissing van de burgemeester van de gemeente De Wolden om één van de twee inbeslaggenomen honden onder voorwaarden bij hen te laten terugkeren. De burgemeester had deze beslissing genomen op 4 augustus 2021 en gewijzigd op 13 oktober 2021. Met het bestreden besluit van 21 februari 2022 heeft de burgemeester de eerdere beslissingen herroepen en eisers een proceskostenvergoeding toegekend. De rechtbank heeft het beroep op 2 februari 2023 behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde, evenals de gemachtigde van de burgemeester, aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eisers geen procesbelang meer hebben. De hond in kwestie is op 5 augustus 2022 bij eisers teruggekeerd, waardoor zij hun doel met het beroep niet meer kunnen bereiken. Eisers stellen dat zij nog wel procesbelang hebben vanwege de voorwaarden die aan de terugkeer van de hond zijn verbonden, maar de rechtbank oordeelt dat deze voorwaarden geen besluit zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat eisers voor eventuele schadevergoeding zich moeten wenden tot de civiele rechter.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. L. Willems-Keekstra, rechter, en is openbaar uitgesproken op 24 februari 2023. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.