ECLI:NL:RBNNE:2023:571

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
21 februari 2023
Publicatiedatum
21 februari 2023
Zaaknummer
18/830245-19
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel door buschauffeur met winstbejag

Op 21 februari 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden wegens mensensmokkel met winstbejag. De verdachte, een buschauffeur, vervoerde Moldavische passagiers van Frankrijk naar het aanmeldcentrum in Ter Apel, terwijl deze personen geen rechtmatig verblijf in Nederland hadden en asiel aanvroegen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van mensensmokkel met betrekking tot een eerdere rit, omdat niet met zekerheid kon worden vastgesteld dat de passagiers onrechtmatig in Nederland verbleven en dat de verdachte daarvan op de hoogte was of dat hij dat redelijkerwijs had moeten vermoeden.

De zaak kwam ter terechtzitting op 7 februari 2023, waar de verdachte niet aanwezig was, maar zijn advocaat, mr. M.A.E. Dekens, wel. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. S.E. Eijzenga. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, als beroepsmatig buschauffeur, een zware zorgplicht had en dat hij ernstige redenen had om te vermoeden dat de toegang en het verblijf van de passagiers wederrechtelijk was. De rechtbank vond dat de verdachte niet voldoende had gedaan om de verblijfsstatus van zijn passagiers te controleren, wat leidde tot zijn veroordeling.

De rechtbank heeft de feiten 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen verklaard, maar sprak de verdachte vrij van de feiten 3 en 4, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij ook andere personen had geholpen bij het verkrijgen van toegang of verblijf in Nederland. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden van de zaak, waaronder het feit dat de verdachte niet eerder was veroordeeld en dat de feiten al drie jaar geleden hadden plaatsgevonden. De rechtbank legde een gevangenisstraf op die lager was dan de eis van de officier van justitie, omdat de verdachte niet de organisator van de reis was.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Groningen
parketnummer 18/830245-19
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 21 februari 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,geboren op [geboortedatum] 1969 te [geboorteplaats] , niet als ingezetene ingeschreven in de basisregistratie personen en zonder bekende feitelijke woon- of verblijfplaats.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 7 februari 2023.
Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. M.A.E. Dekens, advocaat te Hoogezand, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S.E. Eijzenga.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 17 november 2019 tot en met 18 november
2019 te Ter Apel, gemeente Westerwolde, althans in Nederland en/of Frankrijk en/of Belgie en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen een ander of anderen, te weten (ongeveer 54 personen waaronder minderjarigen) onder meer [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] , behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland of hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door die personen te vervoeren in een touringcar met Moldavisch kenteken [kenteken] , van Frankrijk naar Nederland en/of over de grens te brengen en/of naar Ter Apel te brengen en/of af te zetten bij het aldaar gevestigde AZC en/of te helpen bij het uitladen van de bagage, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was;
2.
hij in of omstreeks de periode van 17 november 2019 tot en met 18 november 2019 te Ter Apel, gemeente Westerwolde, althans in Nederland, en/of Frankrijk en/of Belgie en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen een ander of anderen, te weten (ongeveer 54 personen waaronder minderjarigen) ondermeer [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] en/of [naam] , uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland of hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door die personen te vervoeren in een touringcar met Moldavisch kenteken [kenteken] , van Frankrijk naar Nederland en/of over de grens te brengen en/of naar Ter Apel te brengen en/of af te zetten bij het aldaar gevestigde AZC en/of te helpen bij het uitladen van de bagage, en/of die personen te laten betalen voor de reis, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was;
3.
hij op of omstreeks 11 november 2019 te Ter Apel, gemeente Westerwolde,, althans in Nederland en/of Frankrijk en/of Belgie en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen een ander of anderen, te weten (ongeveer 51 personen) ondermeer [naam] en/of [naam] en/of [getuige 1] en/of [naam] , behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland of hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door bovengenoemde personen te vervoeren van Frankrijk naar Nederland en/of over de grens te brengen en/of naar ter Apel te brengen en/of af te leveren in de nabijheid van het aldaar gevestigde AZC, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was;
4.
hij op of omstreeks 11 november 2019 te Ter Apel, gemeente Westerwolde,, althans in Nederland en/of Frankrijk en/of Belgie en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen een ander of anderen, te weten te weten (ongeveer 51 personen) onder meer [naam] en/of [naam] en/of [getuige 1] en/of [naam] uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland of hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door bovengenoemde personen te vervoeren in een touringcar met Moldavisch kenteken [kenteken] van Frankrijk naar Nederland en/of over de grens te brengen en/of naar ter Apel te brengen en/of af te leveren in de nabijheid van het aldaar gevestigde AZC en/of die personen te laten betalen voor de reis terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de feiten 1, 2, 3 en 4 tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden. Hij heeft daartoe - kort gezegd - het volgende aangevoerd.
Op zowel 11 als 18 november heeft verdachte als buschauffeur samen met medeverdachte [medeverdachte] (hierna: medeverdachte) met een gele touringcar met kenteken [kenteken] van Frankrijk naar Ter Apel gereden.
Op 18 november 2019 stapten de door verdachte vervoerde passagiers van Moldavische afkomst uit bij het aanmeldcentrum in Ter Apel, alwaar zij asiel aanvroegen.
Op 11 november 2019 vervoerden verdachte en medeverdachte met dezelfde bus een groep personen van Frankrijk naar Ter Apel. Die dag hebben zich 50 tot 70 personen aangemeld bij het aanmeldcentrum in Ter Apel. Een aantal van deze personen is door de politie achterhaald en geeft aan dat zij op 11 november 2019 met een gele bus naar Nederland zijn gereisd.
Verdachte en zijn medeverdachte wisten of hadden ernstige reden te vermoeden dat de toegang en het verblijf in Nederland van de door hen vervoerde passagiers van beide ritten wederrechtelijk was.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Verdachte heeft weliswaar op 11 en 18 november 2019 een groep Moldaviërs vervoerd van Frankrijk naar Ter Apel, maar hij wist niet dat de inzittenden geen rechtmatig verblijf in Nederland hadden en had evenmin ernstige redenen dat te vermoeden. Verdachte deed slechts zijn werk als buschauffeur en was niet verantwoordelijk voor de controle van de documenten van de inzittenden; dat was de verantwoordelijkheid van de eigenaren van het bedrijf en - tijdens de rit van 18 november 2019 - hun 17-jarige dochter.
Nu de verdediging heeft verzocht tot het horen van diverse inzittenden van de bus en dit niet of onvoldoende mogelijk is gebleken, is in het geval van gebruikmaking van die getuigenverklaringen sprake van een schending van het recht op een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 EVRM.
Oordeel van de rechtbank
Feiten 1 en 2
De rechtbank constateert dat - mede op basis van de verklaring van verdachte zelf
1- vaststaat dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte] op 18 november 2019 de bus met Moldavisch kenteken [kenteken] vanuit Frankrijk (en door België) naar Ter Apel heeft gereden.
2
De passagiers van die bus hebben meteen na aankomst bij het aanmeldcentrum (hierna: AMC) in Ter Apel asiel aangevraagd.
3
Een deel van de passagiers die in Ter Apel uit de bus stapte, was vanaf Moldavië naar Ter Apel gereisd. Een ander deel zat vanaf Parijs in de bus. Alle inzittenden van de bus waren van Moldavische afkomst. Een van de inzittenden was [naam] . Hij is in de bus gestapt in Parijs. Hij verbleef in het tentenkamp in Melun en was uitgeprocedeerd in Frankrijk. Hij verklaarde dat “mensen die geweigerd zijn” een telefoontje moeten plegen en zich moeten verzamelen om met de bus te gaan.
4
De passagiers van de bus - waaronder alle in de ten laste gelegde met naam genoemde personen die op 18 november 2019 nog in de rij stonden bij het AMC toen de Marechaussee ter plaatse kwam, hadden geen geldige documenten (een paspoort of een ander grensoverschrijdingsdocument) bij zich, maar enkel een brief die betrekking had op een Franse asielprocedure.
5Hun toegang tot en verblijf in Nederland was dan ook wederrechtelijk. Dit was niet anders geweest wanneer de passagiers wel een geldig document voor grensoverschrijding (zoals een Moldavisch paspoort) bij zich hadden gehad, nu het recht op vrij verblijf binnen de EU ziet op een termijn van 90 dagen en daarvan in het geval van de passagiers geen sprake was, gelet op het feit dat zij asiel wilden aanvragen en dus een voornemen van een langer verblijf hadden.
De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of verdachte wist of ernstige reden had te vermoeden dat de toegang en het verblijf in Nederland van de passagiers van de bus wederrechtelijk was. Verdachte heeft verklaard dat hij dat niet wist. De rechtbank gaat er echter vanuit dat verdachte in ieder geval ernstige redenen had te vermoeden dat de inreis en het verblijf van de inzittenden wederrechtelijk was. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank overweegt dat uit de culpoze variant van artikel 197a, tweede lid, Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) geen algemene onderzoeksplicht kan worden afgeleid. Deze strafbaarstelling behelst echter wel dat tegen verwijtbare of gefingeerde naïviteit strafrechtelijk kan worden opgetreden. De rechtbank is - in navolging van het gerechtshof Den Haag
6- van oordeel dat van verdachte, mede gelet op de hierna te bespreken omstandigheden in deze zaak, een aanzienlijke mate van alertheid verwacht mocht worden.
Verdachte was internationaal buschauffeur en dus beroepsmatig verantwoordelijk voor het vervoer van zijn Moldavische passagiers. Moldaviërs mogen niet zonder meer vrij reizen binnen de Europese Unie. Op verdachte rust dan ook een zware zorgplicht.
Verdachte heeft verklaard dat de papieren van de passagiers werden gecontroleerd door de zeventienjarige dochter van de eigenaren van de busmaatschappij. Door een dermate belangrijke taak te laten uitoefenen door een minderjarige, is verdachte naar het oordeel van de rechtbank ernstig tekort geschoten in zijn zorgplicht als internationaal buschauffeur. Dat in een door de raadsvrouw volgens een ter zitting overgelegde instructiebrief van de busmaatschappij niet is vermeld dat verdachte documenten moest controleren, maakt niet dat verdachte bij deze feitelijke gang van zaken (het laten controleren door een minderjarige) hiervoor niet verantwoordelijk kan worden gehouden. Verdachte had immers alle reden zich goed te laten informeren over de verblijfsstatus van zijn - net als hij Moldavische - passagiers. Tegen de achtergrond van de stroom Moldavische migranten die sinds jaar en dag met georganiseerde busreizen landen in West-Europa tracht te bereiken om daar asiel aan te vragen, de omstandigheden dat een deel van de passagiers werd opgehaald uit de buurt van vluchtelingenkamp Melun in Frankrijk en werd gebracht naar het aanmeldcentrum in Ter Apel, wat door verdachte ook werd omschreven als “een soort kamp”
7, dat een aantal van de passagiers in bezit was van Franse asielpapieren en dat verdachte en medeverdachte een week eerder dezelfde reisroute hadden afgelegd, waren er ernstige redenen om te vermoeden dat de toegang en het verblijf van deze personen wederrechtelijk was. Dat verdachte en de medeverdachte wisselend en onderling verschillend hebben verklaard over het doel van de reis van de passagiers naar Nederland doet vermoeden dat zij hun (minimaal) onachtzaamheid met onwaarachtige verklaringen hebben willen toedekken.
Alle omstandigheden in aanmerking genomen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte
(minimaal) ernstig onachtzaam is geweest en ernstige redenen had te vermoeden dat de toegang tot en het verblijf van de passagiers in Nederland wederrechtelijk was.
Ten aanzien van het onder feit 2 ten laste gelegde winstbejag overweegt de rechtbank dat dit een gegeven is, nu verdachte de passagiers vervoerde in het kader van zijn werk als buschauffeur en dus tegen betaling.
De rechtbank zal de feiten 1 en 2 dan ook wettig en overtuigend bewezen verklaren.
Feiten 3 en 4
De rechtbank overweegt ten aanzien van de feiten 3 en 4 dat op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat verdachte en de medeverdachte op 11 november 2019 met de gele touringcar met kenteken [kenteken] van Moldavië naar Ter Apel zijn gereden, met een tussenstop in Frankrijk.
In een op 18 november 2019 in de touringcar aangetroffen logboek zijn ten aanzien van de rit van 11 november 2019 zes namen van passagiers vermeld. De rechtbank constateert echter dat deze personen niet zijn achterhaald en/of gehoord als getuige en dat niet is komen vast te staan dat deze personen geen rechtmatig(e) toegang tot of verblijf in Nederland hadden. Zij kwamen ook niet voor op een door de IND aangeleverde lijst met namen van personen die op 11 november 2019 asiel hebben aangevraagd in Ter Apel. Met betrekking tot de personen die wel op deze lijst voorkomen is niet met zekerheid vast te stellen dat zij - ondanks dat zij niet in het logboek zijn vermeld - toch door verdachte zijn vervoerd naar Ter Apel. Een aantal op de lijst genoemde personen is door de Marechaussee achterhaald en verhoord. Enkel getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij de medeverdachte heeft herkend van een foto. Echter; in datzelfde verhoor heeft hij verklaard dat hij de medeverdachte
nietherkende en dat hij met hem in een AZC heeft verbleven. Deze verklaring acht de rechtbank tegenstrijdig en daardoor niet betrouwbaar en niet bruikbaar voor het bewijs.
Nu er ook overigens onvoldoende bewijs is dat verdachte (andere dan de met naam ten laste gelegde) personen behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang en verblijf in Nederland, terwijl die toegang en dat verblijf wederrechtelijk was, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de feiten 3 en 4.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 17 november 2019 tot en met 18 november 2019 te Ter Apel, gemeente Westerwolde in Nederland en Frankrijk en België, tezamen en in vereniging met anderen, anderen, te weten ongeveer 54 personen waaronder minderjarigen, onder meer [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] , behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot Nederland, door die personen te vervoeren in een touringcar met Moldavisch kenteken [kenteken] , van Frankrijk naar Nederland over de grens te brengen en naar Ter Apel te brengen en af te zetten bij het aldaar gevestigde AZC en te helpen bij het uitladen van de bagage, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders ernstige redenen hadden te vermoeden dat die toegang wederrechtelijk was;
2.
hij in de periode van 17 november 2019 tot en met 18 november 2019 te Ter Apel, gemeente
Westerwolde, in Nederland, en Frankrijk en België, tezamen en in vereniging met anderen, anderen, te weten ongeveer 54 personen waaronder minderjarigen, onder meer [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] en [naam] , uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, door die personen te vervoeren in een touringcar met Moldavisch kenteken [kenteken] , van Frankrijk naar Nederland en over de grens te brengen en naar Ter Apel te brengen en af te zetten bij het aldaar gevestigde AZC en te helpen bij het uitladen van de bagage, en die personen te laten betalen voor de reis, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders ernstige redenen hadden te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

tezamen en in vereniging met één of meer anderen een ander behulpzaam zijn bij het zichverschaffen van toegang tot Nederland, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat die toegang wederrechtelijk is;
tezamen en in vereniging met één of meer anderen een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bijhet zich verschaffen van verblijf in Nederland, of hem daartoe gelegenheid en middelen verschaft, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1, 2, 3 en 4 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachten uit winstbejag schuldig gemaakt aan mensensmokkel.
Verdachte heeft als buschauffeur een bus vol met Moldaviërs vervoerd van Frankrijk naar het aanmeldcentrum Ter Apel. De vervoerde personen hadden geen rechtmatig verblijf in Nederland en kwamen - nadat zij in Frankrijk reeds zonder succes een asielprocedure waren gestart - naar Nederland om hier asiel aan te vragen.
Door mensensmokkel wordt het overheidsbeleid inzake bestrijding van illegaal verblijf in en illegale toegang tot Nederland en andere landen van de Europese Unie doorkruist en wordt bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit. De rechtbank verwijt verdachte dat hij geen boodschap heeft gehad aan het ontwrichtende karakter van mensensmokkel.
Gelet op het hoge aantal gesmokkelde personen is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur het uitgangspunt is, mede gelet op de omstandigheden dat sprake is van medeplegen en winstbejag, alsmede het feit dat verdachte handelde in uitoefening van een beroep. In strafverminderende zin weegt de rechtbank mee dat het ging om meerderde gezinnen en dat verdachte niet een van de organisatoren van de reis was. Voorts is van belang dat de strafbare feiten al ruim drie jaar geleden plaatsvonden. De rechtbank is van oordeel dat gelet op de vele in tussentijd verrichte onderzoekshandelingen geen sprake is van undue delay, maar zal wel in het voordeel van verdachte rekening houden met dit tijdsverloop. Het is immers goed voorstelbaar dat (de mogelijke uitkomst van) deze strafzaak zwaar op hem heeft gedrukt, zoals de raadsvrouw heeft betoogd.
De rechtbank zal alles overwegend een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden aan verdachte opleggen. Dit is lager dan de eis van de officier van justitie, onder andere omdat de rechtbank verdachte vrijspreekt van de feiten 3 en 4. De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht het inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een touringcar (kenteken [kenteken] ) vatbaar voor verbeurdverklaring nu de feiten zijn begaan met behulp van dit voertuig.
De rechtbank acht het inbeslaggenomen geldbedrag van € 2.674,60 eveneens vatbaar voor verbeurdverklaring. De feiten zijn begaan met behulp van dit geldbedrag, aangezien diverse getuigen hebben verklaard dat zij het voor de busreis verschuldigde bedrag aan de buschauffeur hebben betaald. Ook indien zou worden uitgegaan van de verklaring van verdachte inhoudend dat het geldbedrag was bedoeld om de kosten van de reis te dekken is de rechtbank voor een oordeel dat het geldbedrag dus bestemd was om het strafbare feit vergemakkelijken, hetgeen eveneens leidt tot verbeurdverklaring van dit geldbedrag.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 47, 57 en 197a van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 3 en 4 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen touringcar (kenteken [kenteken] ) en het geldbedrag van € 2.674,60.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.V. Nolta, voorzitter, mr. A.H.M. Dölle en mr. R.B. Maring, rechters, bijgestaan door mr. C.L. van der Woude, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 februari 2023.
Mrs. Dölle en Maring zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 19 november 2019, opgenomen op p.244 e.v. van de map Zaaksdossier 18 november 2019 van onderzoek TABBE. Wanneer in de voetnoten wordt verwezen naar mappen wordt telkens bedoeld op een map onderdeel uitmakend van het dossier van onderzoek TABBE. Ieder bewijsmiddel is - ook in onderdelen - slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Het proces-verbaal van aanhouding d.d. 18 november 2019, opgenomen op p.55 e.v. van de map Zaaksdossier 18 november 2019.
Het proces-verbaal van getuigenverhoor van [getuige 2] d.d. 18 november 2019, opgenomen op p.37 e.v. van de map Zaaksdossier 18 november 2019.
Het proces-verbaal van getuigenverhoor van [naam] d.d. 18 november 2019, opgenomen op p.209 e.v. van de map Zaaksdossier 18 november 2019.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 november 2019, opgenomen op p.40 e.v. van de map Zaaksdossier 18 november 2019.
ECLI:NL:GHDHA:2019:2855 (niet gepubliceerd), analoog redenerend conform ECLI:NL:GHDHA:2019:2096 (gepubliceerd op www.rechtspraak.nl).
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 19 november 2019, opgenomen op p.244 e.v. van de map Zaaksdossier 18 november 2019.