Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.de vennootschap onder firma MELKVEEBEDRIJF [partij 1] ,
MAATSCHAP [partij 2],
[naam 1] ,mevrouw
[naam 2] ,de heer
[naam 3], voormalige maten van de op 3 april 2020 ontbonden maatschap
MAATSCHAP [partij 3],
4. de heer
[naam 4], voorheen handelende onder de naam
[partij 4],
5. de maatschap
MAATSCHAP [partij 5],
[naam 5], voorheen handelend onder de naam
[partij 6]
7. de vennootschap onder firma
VOF [partij 7],
8. de maatschap
MAATSCHAP [partij 8],
9. de vennootschap onder firma
[partij 9] V.O.F,
10. de maatschap
MELKVEEHOUDERIJ [partij 10],
V.O.F MELKVEEBEDRIJF [partij 11],
12. de commanditaire vennootschap
[partij 12] .,
13. de vennootschap onder firma
[partij 13] MELKVEE V.O.F,
14. de vennootschap onder firma
MELKVEEHOUDERIJ [partij 14],
15. de maatschap
MTS. MELKVEEBEDRIJF [partij 15],
16.16. de maatschap MAATSCHAP [partij 16] MELKVEE,
MELKVEEHOUDERIJ [partij 17],
18. de vennootschap onder firma
VOF [partij 18],
19. de maatschap
[partij 19],
20. de vennootschap onder firma
MELKVEEBEDRIJF [partij 20] V.O.F,
21. de vennootschap onder firma
[partij 21],
22. de maatschap
MAATSCHAP [partij 22],
23. de maatschap
LANDBOUWBEDRIJF [partij 23],
24. de maatschap
MAATSCHAP [partij 24],
25. de maatschap
MAATSCHAP [partij 25],
[partij 26],
[partij 27],
[naam 6]handelend onder de naam
[partij 28],
MAATSCHAP [partij 29],
[partij 30],
D.O.C. KAAS,
1.De procedure
2.De feiten
€ 7.000,00 tot ruim € 40.000,00.
1 januari 2016 ingaand Huishoudelijk Reglement (hierna: HR) vastgesteld.
In artikel 11 HR is, voor zover van belang, het volgende bepaald:
2 september 2020, kort gezegd betaling van de vergoeding van hun aandeel in de transactiesom, toegewezen. DOC Kaas heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank van 2 september 2020. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op
27 september 2022 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Uit voornoemd arrest volgt dat het hof van oordeel is dat artikel 11 lid 2 en lid 4 HR nietig is, omdat een statutaire basis hiervoor ontbreekt. DOC Kaas heeft cassatieberoep ingesteld tegen het arrest van
27 september 2022. De procedure in cassatie is nog aanhangig, de Hoge Raad heeft in die zaak nog geen (eind-)arrest gewezen.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
€ 676,00 aan griffierecht en € 1.196,00 (2 punten x tarief € 598,00 ) aan salaris advocaat.
5.De beslissing
3 juli 2023.