ECLI:NL:RBNNE:2023:5293

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
27 december 2023
Zaaknummer
18-239712-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Organisatie en exploitatie van hennepkwekerijen in Duitsland vanuit Nederland met betrokkenheid van meerdere verdachten

In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die betrokken was bij de organisatie en exploitatie van drie hennepkwekerijen in Duitsland, heeft de rechtbank op 22 december 2023 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van hennep en het witwassen van geld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met medeverdachten, op professionele wijze hennep teelde en verhandelde vanuit een onderneming in Emmen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 7 februari 2022 in zijn woning een grote hoeveelheid hennep, 23,958 kilogram henneptoppen en 3,973 kilogram hennepknipsels, aanwezig had. Daarnaast werd hij beschuldigd van het telen van hennepplanten in verschillende periodes, met aantallen variërend van 1399 tot 1694 planten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een leidinggevende rol vervulde in de organisatie van de hennepkwekerijen en dat hij opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet. De verdachte ontkende zijn betrokkenheid, maar de rechtbank achtte de bewijsvoering, waaronder DNA-analyses en getuigenverklaringen, overtuigend. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 30 maanden op, met aftrek van het voorarrest, en verklaarde het in beslag genomen geldbedrag van 85.000 euro verbeurd. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact van hennepteelt op de maatschappij.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/239712-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 22 december 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13, 15 en 24 november en 22 december 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. A.J. Admiraal, advocaat te Amsterdam.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S.M. von Bartheld en mr. D. Roggen.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 7 februari 2022 te [adres] (aan de [adres] ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad 23,958 kilogram henneptoppen en/of 3,973 kilogram hennepknipsels, althans (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, een hoeveelheid/hoeveelheden van (een) middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 22 juni 2020 tot en met 30 november 2021 te [adres] (in een pand/loods aan de [adres] ), althans in Duitsland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (uit JM1190, p. 5882) 1399 hennepplanten, althans (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, (telkens) een hoeveelheid/hoeveelheden van (een) middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 28 maart 2020 tot en met 7 februari 2022 te [adres] (in een pand/loods aan de [adres] ), althans in Duitsland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (uit JM584, p. 4121) 1694 hennepplanten, althans 311 hennepplanten, in elk geval (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, (telkens) een hoeveelheid/hoeveelheden van (een) middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 28 maart 2020 tot en met 21 mei 2021 te [adres] (in een pand/loods aan de [adres] ), althans in Duitsland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk
aanwezig heeft gehad, (uit JM376-01, p. 4346) 1414 hennepplanten, in elk geval (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, (telkens) een hoeveelheid/hoeveelheden van (een) middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5.
hij op of omstreeks 7 februari 2022 te [adres] , althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (van) een geldbedrag (aangetroffen in een stofzuiger) van (ongeveer) 85.000,-, althans één of meerdere (grote) geldbedrag(en),
  • de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld dan wel
  • heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die geld(en) was/waren, en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) (sub a)
  • en/of dat/die (meerdere) (grote) geldbedrag(en) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet en/of gebruik heeft gemaakt (sub b),
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die geldbedragen en/of voorwerp(en) onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig misdrijf.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot het onder 2 en 3 ten laste gelegde hebben de officier van justitie opgemerkt dat slechts een deel van de ten laste gelegde periode wettig en overtuigend bewezen kan worden. Voor het onder 2 ten laste gelegde ( [adres] ) betreft dit de periode van eind oktober 2020 tot en met 21 november 2021 en voor het onder 3 ten laste gelegde ( [adres] ) betreft dit de periode van eind oktober 2020 tot en met 7 februari 2022.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
EncroChat en Sky ECC
Op basis van de bevindingen in het dossier kan niet met zekerheid gesteld worden dat verdachte de gebruiker is geweest van het EncroChat-account [verdachte] en Sky ECC-account [verdachte] . Met betrekking tot het Sky ECC-account wordt gebruik gemaakt van een stemherkenning door een verbalisant. Deze stemherkenning is niet bruikbaar voor het bewijs. De verbalisant heeft geen deskundigheid hiervoor, er is geen gebruik gemaakt van vergelijkingsmateriaal en het bestand is veel te kort om tot een betrouwbare stemherkenning te komen. Indien de rechtbank van oordeel is dat de stemherkenning wel bruikbaar is voor het bewijs, heeft de raadsman verzocht om de zaak aan te houden teneinde een getuige- deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) te benoemen om op wetenschappelijk onderbouwde wijze stemvergelijkend onderzoek plaats te laten vinden.
De namen [verdachte] of [verdachte] , waaronder andere gebruikers het EncroChat-account [verdachte] hebben opgeslagen, zijn niet onderscheidend genoeg om te kunnen bijdragen aan de conclusie dat verdachte de gebruiker van het account is. Dat de namen [verdachte] en [verdachte] zouden duiden op de voornaam van verdachte valt onder wensdenken van het openbaar ministerie.
Uit de zendmastgegevens van de telefoons blijkt dat de accounts [verdachte] en [verdachte] zijn gebruikt in een gebied waarbinnen ook de woning van verdachte valt, maar er is niet aangetoond dat deze
telefoons met hem meereizen. Er is geen IMSI-catcher ingezet waardoor geen sprake is van een nauwkeurige plaatsbepaling van beide telefoons.
Tot slot geeft het Sky ECC-account op 15 januari 2021 aan dat [naam] jarig is. Verdachte heeft een dochter genaamd [naam] die jarig is op 15 januari. Er wordt echter niet gezegd dat dit de dochter van de gebruiker betreft. Er zijn meerdere [naam] s die jarig zijn op 15 januari. Daarnaast is het ook nog mogelijk dat een ander familielid van [naam] of een vriend van de familie dit bericht heeft verstuurd.
Gelet op het voorgaande kan verdachte niet geïdentificeerd worden als de gebruiker van voornoemde accounts en dient hij vrijgesproken te worden van het onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde wegens een gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.
Hennepkwekerijen [adres] , [adres] en [adres]
Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde kan niet met voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat in de loods aan de [adres] te [adres] in de ten laste gelegde periode een in werking zijnde hennepkwekerij heeft gestaan en dat verdachte hier enige bemoeienis mee heeft gehad. Verdachte is niet één keer in de buurt van deze locatie waargenomen. Uit niet één bericht blijkt dat [verdachte] of [verdachte] specifiek over de locatie in [adres] communiceert. Dat met [naam] [adres] zou worden bedoeld, kan op basis van dit dossier niet worden vastgesteld.
Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat er in de hennepkwekerij in [adres] in de ten laste gelegde periode meer dan 311 hennepplanten hebben gestaan. Tijdens de doorzoeking worden er slechts 311 potten aangetroffen die voorzien zijn van hennepstekken. De overige potten bevatten geen stekken. Voor het aannemen van een hennepkwekerij van 1694 hennepplanten is enkel de schatting van medeverdachte [medeverdachte 5] onvoldoende.
Daarnaast kan niet bewezen worden dat vanaf november 2020 al een in werking zijnde hennepkwekerij in [adres] heeft gestaan. De verklaring van medeverdachte [medeverdachte 5] en de notities over [naam] in de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 4] maken dat niet anders. Tot slot zijn er geen berichten van [verdachte] of [verdachte] in relatie tot [adres] .
Met betrekking tot het onder 4 ten laste gelegde zijn de gesprekken op EncroChat en Sky ECC onvoldoende om te bewijzen dat de accounts over de hennepkwekerij in [adres] communiceren. Indien de rechtbank hier wel vanuit gaat, dan blijkt uit deze berichten niet of en zo ja, welke rol verdachte precies heeft gehad.
Derhalve kan niet worden bewezen dat verdachte het feit heeft (mede)gepleegd.
28 kilo hennep [bedrijf]
Met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde kan niet worden bewezen dat verdachte wetenschap en beschikkingsmacht heeft gehad ten aanzien van de aangetroffen henneptoppen en -knipsels. Ter terechtzitting heeft medeverdachte [medeverdachte 6] als getuige verklaard dat hij de dozen en de zakken met hennep op de zolder van [bedrijf] heeft neergelegd. Daarnaast blijkt uit het dossier dat meerdere personen toegang hadden tot het pand. Verder is van belang dat de henneptoppen en -knipsels niet in het zicht lagen. Tot slot betreft de handschoen, waarop DNA-materiaal is aangetroffen dat matcht met het DNA- materiaal van verdachte, een verplaatsbaar object.
Witwassen
Met betrekking tot het onder 5 ten laste gelegde heeft verdachte een verklaring afgelegd over de herkomst van het onder hem inbeslaggenomen geldbedrag, namelijk dat het omzet was uit zijn onderneming [bedrijf] en dat hij, mede als gevolg van een eerder strafrechtelijk onderzoek, niet meer kon bankieren met deze onderneming. Deze verklaring is verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Het openbaar ministerie heeft vervolgens nagelaten onderzoek te doen naar de verklaring van verdachte over
de herkomst van het geld. Tot slot is enkel het verstoppen van het geldbedrag in de eigen woning niet voldoende voor een bewezenverklaring van verbergen en verhullen in de zin van artikel 420bis lid 1, aanhef en onder a, Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde1

Aanleiding onderzoek

Eind mei en begin juli 2021 komen er twee MMA meldingen binnen met betrekking tot de onderneming [bedrijf] aan de [adres] in [adres] . Hierin staat dat deze onderneming op grote schaal wiet opkoopt.
Daarnaast zouden er ook hennepstekken verkocht worden. Via het TCI komt in juli 2021 soortgelijke informatie binnen. Hierin wordt vermeld dat er vanuit [bedrijf] meerdere hennepkwekerijen worden geëxploiteerd en dat er gewerkt zou worden met encrypted telefoons.
2Naar aanleiding van deze informatie wordt het onderzoek Mergel gestart. Op basis van het onderzoek wordt zicht gekregen op een aantal locaties in Duitsland waar vermoedelijk hennepkwekerijen aanwezig zijn. Dit betreffen onder meer [adres] , [adres] en [adres] .
Het omvangrijke dossier is grofweg in twee delen te splitsen. Eén deel van het dossier betreft het onderzoek aan het berichtenverkeer via de beveiligde communicatiediensten EncroChat en Sky ECC. Deze bewijsmiddelen hebben voornamelijk betrekking op de personen die een organisatorische rol hebben gehad bij het exploiteren van de hennepkwekerijen. In deze berichten wordt overleg gevoerd, problemen worden besproken en beslissingen worden gemaakt. Het andere deel van het dossier betreft onder meer de observaties van de politie, tapgesprekken tussen de verdachten, bakengegevens, zendmastgegevens en onderzoek aan de telefoons van de verdachten. Deze bewijsmiddelen hebben voornamelijk betrekking op de personen die een uitvoerende rol hebben gehad bij het exploiteren van de hennepkwekerijen. Dit zijn ook de personen die met enige regelmaat in de kwekerijen zijn geweest om werkzaamheden te verrichten en om spullen te brengen en/of op te halen.
De rechtbank zal eerst ingaan op de identificatie van de belangrijkste EncroChat- en Sky ECC-accounts die in het onderzoek Mergel naar voren zijn gekomen. Vervolgens zal de rechtbank per locatie ingaan op de vragen: heeft er op deze locatie een hennepkwekerij gezeten, wat is de omvang van deze kwekerij geweest en in welke periode is deze hennepkwekerij in werking geweest. Tot slot zal de rechtbank ingaan op de rol van verdachte bij de drie hennepkwekerijen en beoordelen of deze van voldoende gewicht is om hem aan te kunnen merken als medepleger.

EncroChat en SKY ECC

Accounts die kunnen worden toegeschreven aan [verdachte]
Het EncroChat-account [verdachte] en het Sky ECC-account [verdachte] worden door de politie toegeschreven aan [verdachte] . De politie baseert dit op het volgende.
[verdachte] is door de EncroChat-gebruikers [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] opgeslagen onder de nicknames [verdachte] en [verdachte] . [verdachte] is geboren in [geboorteplaats] en eigenaar van een growshop in [adres] . Uit de chats met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] blijkt dat [verdachte] een band heeft met [adres] . Hij spreekt regelmatig af in [adres] of geeft aan dat hij daar is. De EncroChat- gebruiker [naam] heeft [verdachte] opgeslagen onder de naam [verdachte] . [medeverdachte 1] en
[medeverdachte 3] noemen [verdachte] [verdachte] of [verdachte] . De namen [verdachte] , [verdachte] en [verdachte] lijken allemaal sterk op [verdachte] , de voornaam van [verdachte] . Tot slot valt de woning van [verdachte] binnen het bereik van de zendmasten die door het IMEI-nummer [nummer] gebruikt worden. Dat IMEI-nummer kan gekoppeld worden aan [verdachte] .
3
De gebruiker van het Sky ECC-account [verdachte] wordt net als [verdachte] aangesproken met [verdachte] . Daarnaast is in een Apple iPhone 6, die in gebruik was bij [medeverdachte 1] ,
4een lijst aangetroffen met Sky ECC-accounts. In deze lijst staat achter het account [verdachte] de naam [verdachte] . Tot slot laat de gebruiker van het Sky ECC-account op 15 januari 2021 weten dat hij thuis is omdat [naam] jarig is. [verdachte] heeft een dochter genaamd [naam] . Zij is geboren op [geboortedatum] 2016.
5
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is anders dan de raadsman van oordeel dat bewezen kan worden dat het EncroChat-account [verdachte] en het Sky ECC-account [verdachte] door [verdachte] werden gebruikt. De bovenstaande bevindingen in onderling verband met elkaar, maar ook bezien in het onderzoek als geheel maken dat de rechtbank hier geen enkele twijfel over heeft.
Voorwaardelijk verzoek raadsman
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een wetenschappelijk onderbouwde stemherkenning van de gebruiker van [verdachte] . De rechtbank is echter van oordeel dat ook zonder de stemherkenning er voldoende aanknopingspunten zijn om te concluderen dat [verdachte] de gebruiker is van [verdachte] . Dat de stem van de gebruiker in ieder geval in enige mate lijkt op de stem van [verdachte] versterkt enkel de overtuiging.
De rechtbank zal het voorwaardelijk aanhoudingsverzoek van de raadsman, om alsnog op wetenschappelijk onderbouwde wijze stemvergelijkend onderzoek te laten plaatsvinden, afwijzen. De rechtbank stelt vast dat het noodzaakscriterium van toepassing is. Nu de rechtbank de stemherkenning niet nodig heeft als bewijsmiddel om het Sky ECC-account [verdachte] aan [verdachte] toe te schrijven, ziet de rechtbank geen noodzaak om alsnog stemvergelijkend onderzoek te laten plaatsvinden door het NFI.
Accounts die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 3]
Het EncroChat-account [medeverdachte 3] en het Sky ECC-account [medeverdachte 3] worden door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 3] . De politie baseert dit op het volgende.
[verdachte] heeft [medeverdachte 3] opgeslagen onder de nickname [medeverdachte 3] . Daarnaast geeft [verdachte] in een gesprek met het EncroChat-account [naam] aan dat [medeverdachte 3] het EncroChat- account is van [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] heeft het in verscheidene chats over [medeverdachte 4] . Dit betreft hoogstwaarschijnlijk [medeverdachte 4] , de partner van [medeverdachte 3] .
6
[verdachte] duidt de gebruiker van [medeverdachte 3] aan als [medeverdachte 3] . Daarnaast is in een Apple iPhone 6, die in gebruik was bij [medeverdachte 1] , een lijst aangetroffen met Sky ECC-accounts. In deze lijst staat achter het account [medeverdachte 3] de naam [medeverdachte 3] . Daarnaast heeft de gebruiker van [medeverdachte 3] het in een chat met [verdachte] over [medeverdachte 4] . Tot slot geeft [medeverdachte 3] aan dat [naam] bijna gaat bevallen en spreekt hij over een operatie van [naam] .
[medeverdachte 3] heeft twee dochters genaamd [naam] en [naam] .
7
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat bewezen kan worden dat het EncroChat-account [medeverdachte 3] en het Sky ECC-account [medeverdachte 3] door [medeverdachte 3] werden gebruikt.
Accounts die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 1]
Het EncroChat-account [medeverdachte 1] en het Sky ECC-account [medeverdachte 1] worden door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 1] . De politie baseert dit op het volgende.
[medeverdachte 1] staat sinds 27 januari 2016 ingeschreven op het adres [adres] in [adres] . Deze woning valt binnen het bereik van de zendmasten die door het IMEI-nummer [nummer] , dat gekoppeld kan worden aan [medeverdachte 1] , in de nachtelijke uren worden aangestraald. [medeverdachte 1] heeft daarnaast samen met [medeverdachte 2] een recycling bedrijf, genaamd [bedrijf] . Dit bedrijf is gevestigd op de [adres] te [adres] . Deze locatie valt onder de dekking van de zendmasten die overdag het meeste worden gebruikt.
8In een gesprek met het EncroChat-account [naam] geeft [medeverdachte 1] het adres [adres] in [adres] door. Vervolgens geeft hij aan 1 straat verder en daarna En erin. Deze instructies passen bij een routebeschrijving naar [bedrijf] .
9In een gesprek met het EncroChat-account [naam] geeft [medeverdachte 1] aan dat [naam] hier moet komen. Vervolgens stuurt hij een afbeelding met daarop het adres van [bedrijf] .
10Daarnaast zou het door [medeverdachte 1] gebruikte wachtwoord [wachtwoord] een verwijzing kunnen zijn naar de geboortedatum van [medeverdachte 1] en zijn voertuig, een Volkswagen Caddy. Voorts blijkt uit de chats dat [medeverdachte 1] mr. J.P. Plasman als advocaat heeft. In een strafrechtelijk onderzoek uit 2019 heeft [medeverdachte 1] aangegeven dat hij een voorkeursadvocaat wil, namelijk mr. J.P. Plasman.
11Tot slot wordt door [medeverdachte 1] een foto verstuurd van een kind dat een trui draagt van [naam] . Het kind en de kleding worden herkend op een foto op de Facebookpagina van [medeverdachte 1] en zijn partner.
12
[medeverdachte 1] geeft bij [verdachte] aan dat hij een nieuw account heeft. Hij schrijft hierbij: [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] verwijst mogelijk naar de Marokkaanse afkomst van [medeverdachte 1] en [adres] zou een verwijzing kunnen zijn naar zijn woonplaats. In een gesprek over corona noemt de Sky ECC-gebruiker [medeverdachte 2] , waarvan de gebruiker door de politie is geïdentificeerd als [medeverdachte 2] ,
13[medeverdachte 1] [medeverdachte 1] . Op 3 december 2020 sturen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] meerdere spraakberichten naar elkaar. Hierbij spreekt [medeverdachte 2] [medeverdachte 1] meerdere malen aan met de naam [medeverdachte 1] , de voornaam van [medeverdachte 1] . Op 5 december 2020 stuurt [medeverdachte 1] een foto van kenmerkende schoenen. Soortgelijke schoenen worden bij de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] aangetroffen.
14Tot slot wordt de stem van [medeverdachte 1] in meerdere audioberichten van [medeverdachte 1] herkend.
15
Hoewel het ook in dit geval geen wetenschappelijk onderbouwde stemherkenning betreft, is de rechtbank van oordeel dat er ook zonder deze stemherkenning meer dan genoeg aanknopingspunten zijn om te concluderen dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van het Sky ECC-account [medeverdachte 1] . De stemherkenning versterkt enkel de overtuiging.
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat bewezen kan worden dat het EncroChat-account [medeverdachte 1] en het Sky ECC-account [medeverdachte 1] door [medeverdachte 1] werden gebruikt.
Slotopmerking
Met betrekking tot de identificaties van bovenstaande accounts merkt de rechtbank tot slot nog op dat de identificaties elkaar onderling ook versterken. De verdachten kennen elkaar. Daarnaast zijn ze allemaal gezien bij [bedrijf] in [adres] . Verder wordt in de chats gesproken over hennepteelt en ook zoals hierna zal blijken specifiek over de drie hennepkwekerijen in Duitsland. [medeverdachte 3] , die een oud-werknemer is van [verdachte] , heeft ook bekend dat hij bij deze kwekerijen betrokken is geweest.
16Dat er derhalve achter deze accounts andere personen zouden zitten die verder niet (of nauwelijks) in het onderzoek naar voren zijn gekomen, acht de rechtbank zeer onaannemelijk.

[adres] (feit 2)

Op 7 februari 2022 treedt de Duitse politie binnen in een loods aan de [adres] te [adres] . De politie treft geen in werking zijnde hennepkwekerij aan, maar wel tien pallets met hennepgerelateerde goederen.
17
Hoewel er geen hennepkwekerij is aangetroffen in [adres] is de rechtbank van oordeel dat wel wettig en overtuigend bewezen kan worden dat hier een hennepkwekerij heeft gezeten. [medeverdachte 5] heeft verklaard dat de locatie in [adres] [naam] werd genoemd. Dit zou volgens haar gaan om een grote kwekerij van meer dan duizend planten. Ze is in januari/februari 2021 acht dagen op deze locatie geweest om hennep te knippen.
18[medeverdachte 5] bevestigt deze verklaring in het verhoor bij de rechter- commissaris.
19De rechtbank ziet geen reden om aan deze verklaring te twijfelen. Haar verklaring vindt steun in het overige bewijs.
Dat de locatie in [adres] de bijnaam [naam] of [naam] had, blijkt bijvoorbeeld ook uit het onderzoek aan de Samsung Galaxy S9+ die tijdens de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 4] in beslag is genomen. Op deze telefoon zijn verschillende notities aangetroffen waarop staat vermeld wat er op bepaalde locaties wel of niet aanwezig is. De locaties die hierbij worden genoemd zijn onder andere [naam] , [naam] en [naam] .
20Dit betreffen zoals hieronder ook nog zal blijken bijnamen van de drie hennepkwekerijen in Duitsland. De namen [naam] en [naam] komen ook terug op een notitieblokje dat door de Duitse politie wordt gevonden in een Volvo XC60 met Nederlands kenteken. Deze Volvo staat op dat moment bij een in werking zijnde hennepkwekerij in [adres] . Het vermoeden is dat er meerdere personen aanwezig waren in deze kwekerij op het moment dat de Duitse politie is binnengetreden, maar dat zij er vervolgens snel vandoor zijn gegaan en daarbij de Volvo hebben achtergelaten. In het notitieblokje staat één notitie met bovenaan [naam] en een andere met bovenaan [naam] . Bij beide notities staan daaronder artikelen die gebruikt worden bij het telen van hennep, waarbij vermeld wordt hoeveel er van elk artikel nodig is.
21Tot slot blijkt ook uit de EncroChat- en Sky ECC-berichten dat [naam] betrekking heeft op een hennepkwekerij die enige tijd actief is geweest in [adres] . Op 7 april 2020 zegt [medeverdachte 3] via EncroChat tegen [verdachte] dat de [naam] bijna klaar zijn, maar dat er problemen zijn met de stroom, het schakelbord en de afzuigers.
22Op 22 juni 2020 stuurt [medeverdachte 3] via Sky ECC naar [verdachte] dat het bij de [naam] niet goed gaat, maar dat het drooghok afgebouwd is. Op 13 september 2020 geeft [verdachte] bij [medeverdachte 3] aan dat als hij morgen naar [naam] gaat, hij wat dingen mee moet nemen. Een dag later stuurt hij een foto waarop [adres] en [adres] staat. Op 17 september 2020 stuurt [medeverdachte 3] een aantal afbeeldingen naar [verdachte] die grote overeenkomsten vertonen met de loods in [adres] zoals deze door de Duitse politie is aangetroffen. Op 27 oktober 2020 stuurt [medeverdachte 3] in het Albanees de eerste is klaar. Daarbij stuurt hij een aantal afbeeldingen door waarop vijf stroken met potten te zien zijn. Deze potten zijn door de politie geteld en het blijkt te gaan om 1399 potten. Wederom vertonen de afbeeldingen overeenkomsten met de fotos die de Duitse politie heeft genomen in de loods aan de [adres] te [adres] .
23
Uit de zendmastgegevens van de telefoons van [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] blijkt dat deze drie verdachten in de maanden oktober 2021 tot en met december 2021 regelmatig zendmasten aanstralen in of nabij [adres] . De zendmasten worden voor langere periodes aangestraald, hetgeen overeenkomt met de verklaring van [medeverdachte 5] .
24Ook uit de
bakengegevens van de Opel Astra met kenteken [kenteken] , in gebruik bij [medeverdachte 4] ,
25en de bakengegevens van de Renault Clio met kenteken [kenteken] , in gebruik bij [medeverdachte 3] ,
26blijkt dat beide voertuigen zowel bij [bedrijf] als bij [adres] zijn geweest. Op 21 oktober 2021 is op de camerabeelden van de statische camera die op [bedrijf] gericht is, te zien dat [medeverdachte 3] aan komt rijden in een Volkswagen Crafter met Duits kenteken [kenteken] . Vervolgens is te zien dat [verdachte] vier jerrycans inlaadt. Door het observatieteam is gezien dat [medeverdachte 3] met de Volkswagen Crafter de grens over rijdt en uiteindelijk stopt bij de loods aan de [adres] . Hier laadt hij meerdere dozen uit.
27
Op 18 november 2021 wordt door het observatieteam gezien dat [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en een onbekende vrouw (dit betreft hoogstwaarschijnlijk [medeverdachte 5] ) in de Renault Clio met kenteken [kenteken] naar [adres] rijden en daar stoppen bij de loods aan de [adres] . De Renault Clio wordt vervolgens achteruit de loods ingereden. Ongeveer tien minuten later vertrekt de Renault Clio weer. Deze rijdt vervolgens naar de hennepkwekerij in [adres] .
28
Uit de bakengegevens van de Renault Clio met kenteken [kenteken] blijkt dat dit voertuig op 12 november 2021 naar Duitsland rijdt. Het voertuig stopt vervolgens bij de woning van [naam] , de huurder van de loods aan de [adres] .
29Hierna rijdt het voertuig door naar de [adres] in [adres] , waar het voertuig ongeveer een half uur blijft staan. Dit is in de directe nabijheid van de loods aan de [adres] .
30Op de camerabeelden van een tankstation wordt [medeverdachte 6] herkend als bestuurder van de Renault Clio.
31
Op 26 oktober 2021 straalt de telefoon van [medeverdachte 4] een zendmast aan die in de directe omgeving van [adres] staat.
32Die middag ziet het observatieteam drie voertuigen bij de loods aan de [adres] .
33Twee van deze voertuigen, de Renault Clio met kenteken [kenteken] en de Mazda 3 met kenteken [kenteken] , zijn ook gezien bij [bedrijf] , bij de woningen van [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] en/of aan het [adres] (de verblijfplaats van [medeverdachte 6] ).
34
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er in de loods aan de [adres] een hennepkwekerij van aanzienlijke omvang heeft gezeten. [medeverdachte 5] verklaart hierover, via EncroChat en Sky ECC worden berichten gedeeld die duiden op een in werking zijnde hennepkwekerij en tot slot blijkt uit de zendmastgegevens, bakengegevens en observaties dat er meerdere verdachten met enige regelmaat bij de loods komen en daar dan ook langere tijd verblijven.
Met de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet de gehele ten laste gelegde periode bewezen kan worden, maar dat deze beperkt dient te worden tot de periode van eind oktober 2020 tot en met 21 november 2021. Hoewel er aanwijzingen zijn dat er ook op een eerder moment al activiteiten zijn geweest, kan niet bewezen worden dat er op dat moment al hennep werd geteeld. Op 27 oktober 2020 stuurt [medeverdachte 3] via Sky ECC naar [verdachte] een aantal fotos met de tekst de eerste is klaar. Op de fotos die overeenkomsten vertonen met de loods aan de [adres] zijn rijen met potten te zien.
35De hennepkwekerij is op dat moment kennelijk gereed.

[adres] (feit 3)

Op 7 februari 2022 treedt de Duitse politie binnen in een pand aan de [adres] te [adres] . Het pand betreft een voormalig restaurant met op de begane grond een bowlingbaan. Op de voormalige bowlingbaan treft de politie een hennepkwekerij aan. In één gedeelte van de kwekerij staan 836 potten, waarvan er 311 beplant zijn met stekken. In het andere gedeelte staan 858 potten die enkel gevuld zijn met plantenaarde en granulaat. Verder vindt de politie onder meer droognetten, plantenresten (vermoedelijk hennep) en plantenmest van het merk Dutch Pro.
36
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat in het pand aan de [adres] te [adres] een hennepkwekerij van aanzienlijke omvang heeft gezeten. [medeverdachte 5] heeft verklaard dat de locatie in [adres] [naam] werd genoemd. Het zou gaan om een grote kwekerij. In de rechter ruimte
heeft ze 845 planten geteld en in het andere deel stonden er nog meer. Ze is drie keer in [adres] geweest om wiet te knippen.
37[medeverdachte 5] bevestigt deze verklaring in het verhoor bij de rechter- commissaris.
38De rechtbank ziet geen reden om aan deze verklaring te twijfelen. Haar verklaring vindt steun in het overige bewijs.
Dat de locatie in [adres] de bijnaam [naam] had, wordt net als bij [adres] bevestigd door het onderzoek aan de telefoon van [medeverdachte 4]
39en het notitieblokje dat is aangetroffen in de Volvo XC60 met Nederlands kenteken.
40Daarnaast wordt er in de tapgesprekken tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] meerdere keren gesproken over [naam] . Op 5 januari 2022 is [medeverdachte 4] vanuit Nederland onderweg naar [medeverdachte 3] . In het tapgesprek van 13:06 uur geeft ze aan dat ze nu naar [naam] rijdt. Om 13:36 uur geeft ze aan dat ze met ongeveer 2 minuten bij [medeverdachte 3] is.
41Uit de zendmastgegevens blijkt dat de telefoon van [medeverdachte 3] omstreeks 13:45 uur een zendmast aanstraalt in de omgeving van [adres] .
42Tot slot blijkt ook uit de EncroChat- en Sky ECC-berichten dat [naam] betrekking heeft op een hennepkwekerij die enige tijd actief is geweest in [adres] . Op 30 maart 2020 zegt [verdachte] via EncroChat tegen [medeverdachte 3] dat hij even langs [naam] moet gaan om te kijken naar de weed (hennep).
43Op 25 augustus 2020 geeft [medeverdachte 3] aan dat hij op 26 augustus 2020 naar [naam] gaat als gevolg van een onjuiste levering. Deze levering van goederen was bestemd voor [naam] .
44
[medeverdachte 3] heeft aangegeven dat hij in [adres] hennep heeft geknipt.
45Uit de zendmastgegevens van de telefoons van [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] blijkt dat deze drie verdachten in de maanden oktober tot en met december 2021 regelmatig zendmasten aanstralen in of nabij [adres] . De zendmasten worden voor langere periodes aangestraald, wat overeenkomt met de verklaring van [medeverdachte 5] .
46Ook uit de bakengegevens van de Renault Clio met kenteken [kenteken] , in gebruik bij [medeverdachte 3] , blijkt dat dit voertuig zowel bij [bedrijf] als bij [adres] is geweest.
47Op 18 november 2021 wordt door het observatieteam gezien dat [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en (hoogstwaarschijnlijk) [medeverdachte 5] in de Renault Clio met kenteken [kenteken] eerst naar [adres] rijden en vervolgens doorrijden naar de hennepkwekerij in [adres] .
48[medeverdachte 5] geeft aan dat ze tijdens kerst twee dagen heeft geslapen in [adres] .
49Dit wordt bevestigd door een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] van 23 december 2021 waaruit blijkt dat [medeverdachte 3] [medeverdachte 5] de volgende dag mee zal nemen zodat ze het over kan nemen van [medeverdachte 4] . [medeverdachte 4] zegt tegen [medeverdachte 3] dat hij de TomTom op [adres] moet zetten. [adres] ligt vlakbij de veerdienst voor de overtocht richting [adres] .
50Uit de verklaring van [medeverdachte 5] blijkt dat de verdachten altijd met een veerpont richting [adres] gingen.
51Daarnaast wordt in de Volvo XC60 met Nederlands kenteken die bij de hennepkwekerij in [adres] is achtergelaten, een strippenkaart aangetroffen voor de veerdienst [adres] .
52
Op 7 december 2021 worden door de Duitse politie fotos gemaakt van het pand aan de [adres] te [adres] . Hierop is een wit busje te zien (een Fiat Ducato met kenteken [kenteken] ). Uit de zendmastgegevens blijkt dat de telefoons van [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] die dag een zendmast aanstralen in [adres] . Tevens werd op 5 december 2021 een gesprek gevoerd tussen [medeverdachte 4] en
[medeverdachte 3] . Hierin wordt gesproken over een Duits busje dat zij tot hun beschikking hadden. Uit de observaties blijkt het om hetzelfde busje te gaan.
53
Op 1 februari 2022 worden [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] door de Duitse politie gezien in [adres] . Bij het pand aan de [adres] zien zij een witte Volkswagen Passat. Het gaat vermoedelijk om de Volkswagen Passat met kenteken [kenteken] . In de ochtend van 1 februari 2022 is gezien dat [medeverdachte 6] [medeverdachte 4] bij haar woning op heeft gehaald in deze Volkswagen Passat.
54Deze auto is ook een aantal keer bij [bedrijf] gezien. De eerste keer is op 18 januari 2022. [medeverdachte 6] was toen hoogstwaarschijnlijk de bestuurder.
55Op 26 januari 2022 is de auto wederom bij [bedrijf] gezien. [verdachte] was op dat moment ook in het bedrijfspand aanwezig. Daarnaast is de auto op 2 februari 2022 nog een keer bij [bedrijf] gezien. [verdachte] was toen de bestuurder van de auto.
56
Tot slot heeft het NFI vergelijkend onderzoek gedaan met enerzijds monsters hennep uit [bedrijf] en anderzijds monsters hennep uit [adres] . Het NFI heeft geconcludeerd dat de DNA-profielen van beide monsters volledig overeen komen. Dit betekent dat het materiaal afkomstig kan zijn van dezelfde
moederplant.
57
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er in het pand aan de [adres] een hennepkwekerij van aanzienlijke omvang heeft gezeten. De verklaring van [medeverdachte 5] past bij de aangetroffen situatie, [medeverdachte 3] heeft bekend dat hij hennep heeft geknipt in [adres] en uit de zendmastgegevens, bakengegevens en observaties volgt dat meerdere verdachten met enige regelmaat bij het pand komen en daar dan ook langere tijd verblijven.
Met de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet de gehele ten laste gelegde periode bewezen kan worden, maar dat deze beperkt dient te worden tot de periode van november 2020 tot en met 7 februari 2022. [medeverdachte 5] heeft aangegeven dat zij vanaf november of december 2020 mee is gegaan om te knippen.
58Daarnaast is in de telefoon van [medeverdachte 4] een notitie aangetroffen over [naam] , die dateert van begin december 2020.
59

[adres] (feit 4)

Op 21 mei 2021 wordt er in een pand aan de [adres] te [adres] een hennepkwekerij aangetroffen. Het pand betreft een voormalig hotel en restaurant met een bowlingbaan. Op de voormalige bowlingbaan treft de politie een hennepkwekerij aan van in totaal 1414 hennepplanten.
60Verder vindt de politie een portemonnee met het rijbewijs van [medeverdachte 4] , een kentekenbewijs dat eveneens op haar naam staat en een kassabon van een benzinestation in [adres] (Duitsland).
61Op de camerabeelden van het tankstation worden [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] herkend.
62In de kwekerij worden twee dactyloscopisch sporen van [medeverdachte 3] veiliggesteld
63en één van [medeverdachte 6] .
64
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat ze één keer naar de locatie in [adres] is geweest samen met onder andere [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] . Ze zijn echter na een uur gevlucht omdat de politie er was.
65Een Duitse verdachte die is aangehouden, [naam] , heeft verklaard dat een paartje ( [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] ) voor alles heeft gezorgd. Hij noemt hen de tuiniers. Hij verklaart dat zij meestal bleven overnachten, maar dat zij niet permanent in het pand verbleven.
66
Uit de EncroChat-gesprekken van april en mei 2020 blijkt dat [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [verdachte] contact met elkaar hebben over [adres] . Uit de chats valt op te maken dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] in de kwekerij in [adres] zijn geweest om werkzaamheden te verrichten. Zo wordt er gesproken over stekken (die [medeverdachte 1] heeft geregeld
67), potten, het verzorgen van de planten en problemen met de stroom. Daarnaast hebben [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [verdachte] contact over het sluiten van de grens met Duitsland. [verdachte] vraagt aan [medeverdachte 1] of de eigenaar in geval van nood iemand kan regelen om water te geven. Verder geeft [verdachte] [medeverdachte 3] instructies bij het opbouwen van de hennepkwekerij.
De locatie in [adres] wordt ook regelmatig [naam] , [naam] of [naam] genoemd. Dat het wel degelijk gaat over de hennepkwekerij in het pand aan de [adres] blijkt uit een foto die door [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] wordt gestuurd. Deze foto vertoont grote overeenkomsten met het pand aan de [adres] . Daarnaast vraagt [medeverdachte 3] het EncroChat-account [naam] om het adres in [adres] . [naam] stuur het adres [adres] door.
68Verder stuurt [medeverdachte 1] op 6 april 2020 drie fotos naar het EncroChat-account [medeverdachte 2] , waarvan de gebruiker door de politie is geïdentificeerd als [medeverdachte 2] .
69Dit betreffen fotos van een kabelaansluiting in een zekeringenkast. Deze fotos vertonen grote gelijkenis met de door de Duitse politie gefotografeerde zekeringenkast in de hennepkwekerij in [adres] .
70
In de Sky ECC-berichten is te lezen dat [medeverdachte 1] de stekken heeft besteld voor [naam] . [verdachte] geeft instructies met betrekking tot het planten van de stekjes. Hij geeft aan dat het beter is als [medeverdachte 3] het zelf doet.
71In januari 2021 hebben [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [verdachte] contact over een inbraak in [naam] . [medeverdachte 1] vraagt aan [medeverdachte 3] om er zo snel mogelijk heen te gaan. [medeverdachte 1] geeft aan dat er iemand in [naam] had moeten slapen. Waarop [medeverdachte 3] aangeeft er zoveel mogelijk samen met [medeverdachte 4] te slapen.
72Op 1 december 2020 geeft [medeverdachte 3] bij [verdachte] aan dat hij morgen naar [naam] moet en daarna naar [naam] . [medeverdachte 4] gaat met hem mee. Een dag later stuurt [medeverdachte 3] een bericht over 10 netten en 22 kilo hennep. Op 4 januari 2021 zegt [verdachte] dat hij met [medeverdachte 1] (dit betreft zeer waarschijnlijk [medeverdachte 1] ) zal overleggen hoe en waar ze willen knippen in [naam] .
73
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er in het pand aan de [adres] te [adres] een hennepkwekerij van aanzienlijke omvang heeft gezeten. Uit de doorzoeking, het sporenonderzoek, de verklaring van [medeverdachte 5] en de EncroChat- en Sky ECC-berichten blijkt van betrokkenheid van [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] bij deze kwekerij.
De rechtbank is tot slot van oordeel dat de bewezenverklaarde periode beperkt dient te worden tot de periode van 1 april 2020 tot en met 21 mei 2021.
Uit de EncroChat-gesprekken blijkt dat [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] vanaf april 2020 contact hebben over [adres] .

De rol van verdachte

Juridisch kader
Voor de beoordeling van de vraag of de rol van [verdachte] voldoende is om hem aan te kunnen merken als medepleger is door de rechtbank steeds het volgende juridische kader gehanteerd.
De kwalificatie medeplegen vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking, gericht op het voltooien van het delict. Hiervoor moet sprake zijn van een intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict, die van voldoende gewicht is. De vraag of aan deze eis is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan de rechtbank rekening houden met de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
74Verdachte moet een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan het delict.
Algemeen
[verdachte] ontkent dat hij iets te maken heeft met de hennepkwekerijen in Duitsland. Deze ontkenning acht de rechtbank volstrekt ongeloofwaardig. Verdachte is eigenaar van [bedrijf] . Deze onderneming speelt een centrale rol bij de exploitatie van de hennepkwekerijen in [adres] , [adres] en [adres] . [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij voeding en materiaal ophaalde bij [bedrijf] en dit vervolgens naar [adres] , [adres] en [adres] bracht.
75In [adres] zijn meerdere pallets met hennepgerelateerde goederen aangetroffen, die omwikkeld waren met zwarte krimpfolie. Soortgelijke pallets met gebruikte hennepgerelateerde goederen en zwarte krimpfolie zijn tijdens de doorzoeking in [bedrijf] aangetroffen. Op
de camerabeelden van de statische camera, die op [bedrijf] gericht was, is te zien dat er op 30 november 2021 een vrachtwagen meerdere pallets met zwart krimpfolie heeft uitgeladen. De verhuurder van de vrachtwagen heeft vervolgens een factuur verstrekt waaruit is gebleken dat deze vrachtwagen in Duitsland is geweest en dat hij daar langs een tolweg is gereden.
76Daarnaast komen er met enige regelmaat meerdere autos en busjes bij [bedrijf] die vervolgens tijdens obeservaties ook bij de hennepkwekerijen gezien worden. Verder is [verdachte] regelmatig op de camerabeelden van de statische camera bij [bedrijf] te zien terwijl hij spullen in- en uit (vracht)autos laadt.
77Daarnaast blijkt uit de EncroChat-berichten van het account [verdachte] en de Sky ECC-gesprekken van het account [verdachte] dat [verdachte] zich op grote schaal bezighoudt met hennepteelt en dat hij daarbij een leidinggevende/sturende rol heeft. Voorts wordt in de auto van [verdachte] een drietal handgeschreven briefjes gevonden met daarop werkzaamheden die plaatsvinden in een hennepkwekerij.
78Tot slot zijn er ook indicaties dat [verdachte] degene is die (in ieder geval een deel van) de overige verdachten betaalt. Zo wordt er tijdens de fouillering van [verdachte] contant geld aangetroffen met een briefje met daarop 23 - [medeverdachte 4] .
79Het is derhalve goed mogelijk dat dit geld bestemd was voor [medeverdachte 4] . Daarnaast geeft [verdachte] op 25 november 2020 in een Sky ECC-bericht aan dat hij geld heeft achtergelaten. Kort daarvoor stuurt hij een afbeelding van een keukenlade met daarop een stapel biljetten van 50,00. Deze keukenlade komt overeen met de keukenlade in de loods in [adres] .
80Tenslotte blijkt uit tapgesprekken tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] dat [medeverdachte 4] geld vraagt aan [medeverdachte 3] voor [medeverdachte 5] . [medeverdachte 3] is op dat moment in [bedrijf] waar ook [verdachte] aanwezig is.
81
[adres]
In de EncroChat-gesprekken is te lezen dat [medeverdachte 3] [verdachte] op de hoogte houdt over de [naam] .
82Hetzelfde beeld komt naar voren in de Sky ECC-gesprekken. Daarin is tevens te lezen dat [verdachte] instructies geeft aan [medeverdachte 3] over spullen die hij mee moet nemen naar de [naam] . Hij geeft aan dat deze bij de zaak opgehaald moeten worden. Met de zaak wordt onder meer gelet op de verklaring van [medeverdachte 3] zelf
83bijna zeker [bedrijf] bedoeld. Verder vraagt [medeverdachte 3] toestemming aan [verdachte] om de buurvrouw mee te nemen. Ook worden er door [medeverdachte 3] fotos gedeeld met [verdachte] die sterke overeenkomsten vertonen met de loods in [adres] . In een gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] geeft [verdachte] aan dat als er materialen zijn, hij mensen kan regelen. Ook in dit gesprek is te lezen dat [verdachte] instructies geeft aan [medeverdachte
1] .
84Uit de Sky ECC-berichten blijkt dat [verdachte] een aanspreekpunt is voor [medeverdachte 3] wat betreft het faciliteren en het maken van beslissingen over de kwekerijen. Daarnaast blijkt uit deze berichten dat verdachte ook samenwerkt met onder andere [medeverdachte 1] . [verdachte] checkt regelmatig bij [medeverdachte 3] hoe het gaat en geeft instructies over het verzorgen van de planten en spullen die hij mee moet nemen naar de [naam] .
85
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat voldoende is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het telen van hennep. Er is een rolverdeling waarbij [verdachte] een leidinggevende rol vervult. Hij wil graag op de hoogte gehouden worden, geeft instructies en de andere verdachten komen bij hem met vragen. De rol van [verdachte] is van voldoende gewicht om te kunnen spreken van medeplegen. De rechtbank zal derhalve het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen achten.
[adres]
In de EncroChat-gesprekken is te lezen dat [verdachte] [medeverdachte 3] instructies geeft. Zo geeft hij bijvoorbeeld aan dat [medeverdachte 3] langs [naam] moet gaan om te kijken naar de weed. Een dag later stuurt hij een lijst door met voedingsmiddelen.
86In de Sky ECC-berichten heeft [medeverdachte 3] het over [naam] . Hij geeft aan dat de kabels te kort zijn afgeknipt. Hierop geeft [verdachte] aan dat hij moet bestellen wat hij nodig heeft. Op 20 augustus 2020 vraagt [medeverdachte 3] [verdachte] om een KvK- nummer in verband met een bestelling bij [naam] . Dit betreft een growshop. [verdachte] geeft daarop het
KvK-nummer van [bedrijf] door. Dat deze bestelling betrekking heeft op [adres] blijkt uit het feit dat [medeverdachte 3] op 25 augustus 2020 aangeeft dat hij naar [naam] gaat vanwege een onjuiste levering. Hij geeft daarbij aan dat de goederen bestemd waren voor [naam] .
87
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat voldoende is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het telen van hennep. Ook in dit geval vervult [verdachte] een leidinggevende rol. Hij geeft instructies en daarnaast worden er via [bedrijf] goederen besteld voor de hennepkwekerij in [adres] . De rol van [verdachte] is van voldoende gewicht om te kunnen spreken van medeplegen. De rechtbank zal derhalve het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen achten.
[adres]
In de EncroChat-gesprekken is te lezen [verdachte] op 27 mei 2020 tegen [medeverdachte 3] zegt dat hij naar [naam] moet gaan om water te geven.
88Op 4 april 2020 zegt [medeverdachte 1] tegen [verdachte] dat hij stekken heeft kunnen regelen voor alle plekken en dat [adres] binnenkort klaar is. Daarnaast overleggen [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] over het sluiten van de grens met Duitsland en over grenscontroles. Hierbij vraagt [verdachte] of de eigenaar in geval van nood niet iemand kan regelen om water te geven. [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 3] om zijn verdiensten te bespreken met [verdachte] . [medeverdachte 3] geeft aan dat hij [verdachte] zo spreekt. Hierop neemt [medeverdachte 3] gelijk contact op met [verdachte] . Hij geeft aan dat hij net bericht heeft gehad van [medeverdachte 1] (dit betreft derhalve [medeverdachte 1] ) met de vraag of hij [naam] wil klaarmaken. [medeverdachte 3] vraagt [verdachte] wat hij wil. Op 16 april 2020 hebben [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] een gesprek over stekken. Later die dag neemt [medeverdachte 3] contact op met [verdachte] . [verdachte] geeft aan dat hij samen met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] gaat bespreken hoe ze het in [adres] gaan doen. Verder blijkt voor het overige ook in deze EncroChat- gesprekken dat [verdachte] op de hoogte wordt gehouden en instructies geeft aan de andere verdachten.
89Ook uit de Sky ECC-berichten volgt dat [verdachte] een leidinggevende rol heeft. Zo geeft hij [medeverdachte 1] instructies met betrekking tot het planten van de stekken in [naam]
90en overlegt hij met hem over het knippen op deze locatie.
91
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat voldoende is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het telen van hennep. Ook in dit geval vervult [verdachte] een leidinggevende rol. [verdachte] wordt op de hoogte gehouden met betrekking tot de hennepkwekerij, hij geeft instructies en de andere verdachten komen bij hem met vragen. Daarnaast geeft [verdachte] ook een aantal keren aan dat hij bepaalde dingen met [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 1] zal overleggen. De rol van [verdachte] is van voldoende gewicht om te kunnen spreken van medeplegen. De rechtbank zal derhalve het onder 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen achten.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 februari 2022, opgenomen op pagina 3999 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2021139325 d.d. 28 april 2022 (onderzoek MERGEL / NN1R021094), inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 7 februari 2022 werden er in [bedrijf] , gevestigd aan de [adres] te [adres] , meerdere zakken met henneptoppen en residu van hennepplanten aangetroffen en in beslag genomen. De zakken werden aangetroffen op het zolder gedeelte in een doos. Daarnaast stonden in een hoek blauwe vuilniszakken met daarin zakken met henneptoppen. In de doos werden zakken/tassen met henneptoppen en hennepresidu aangetroffen.
In totaal werden er 24 zakken met henneptoppen aangetroffen en afgewogen. Het totale nettogewicht van de henneptoppen bedraagt 23,958 kilogram.
In totaal werden er 6 zakken met hennepresidu aangetroffen. In totaal betrof dit 3,973 kilogram (netto gewicht) hennepresidu.
Ik herkende de henneptoppen in de 24 gripzakken die werden aangetroffen, qua geur en uiterlijke kenmerken als zijnde hennep. Tevens herkende ik de zakken met hennepresidu qua geur en uiterlijke kenmerken als zijnde hennep.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2022, opgenomen op pagina 3972 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 12 april 2022 ontving ik een NFI rapportage. Deze rapportage had betrekking op een handschoen, welke was aangetroffen in een doos met henneptoppen en hennepgruis in [bedrijf] , gevestigd aan de [adres] te [adres] . De handschoen werd aangetroffen te midden in een doos, waarin meerdere zakken met henneptoppen en hennepgruis werden aangetroffen. De handschoen zat in een zogenoemd strijkzak, welke open was geknipt. Deze strijkzak met handschoen zat tussen tassen en strijkzakken met henneptoppen en hennepgruis en werd op de zolder van het pand aangetroffen.
3. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 1599 van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Plaats: [adres]
Datum en tijd: 7 februari 2022 te 11:00 uur
Volgnummer 1
Goednummer: PL0100-2022030909-1464926
Object: Handschoen
Bijzonderheden: Aangetroffen op zolder growshop in zakje met hennep
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 14 februari 2022, opgenomen op pagina 3975 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Goednummer: PL0100-2022030909-1464926 SIN: AALZ8354NL
Object: Handschoen
5. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2022.03.15.243 (aanvragen 001 en 002), d.d. 11 april 2022 opgemaakt door dr. C.J. van Dongen, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
DNA-profielen van personen betrokken bij het vergelijkend DNA-onderzoek
SIN
Naam
Geboortedatum
WAAS2513NL
Verdachte [verdachte]
[geboortedatum] 1977
WAAQ8317NL
Verdachte [medeverdachte 4]
[geboortedatum] 1977
RFS072
Verdachte [medeverdachte 6]
[geboortedatum] 1971
RAAW5965NL
Verdachte [medeverdachte 3]
[geboortedatum] 1969
Resultaten, interpretatie en conclusie van het (vergelijkend) DNA-onderzoek
SIN(omschrijving)
DNA kan afkomstig zijn
van
Bewijskracht
AAPP7684NL#01
(gehele buitenzijde handschoen; AALZ8354NL)
Minimaal vier personen:
- verdachte [verdachte]
- minimaal drie onbekende personen
- meer dan 1 miljard
- niet van toepassing
DNA-mengprofiel AAPP7684NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van verdachte [verdachte] en drie willekeurige onbekende personen, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van vier willekeurige onbekende personen.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
[verdachte] heeft hij ontkend dat hij iets te maken heeft met de aangetroffen dozen en zakken met hennep. Met betrekking tot de handschoen geeft hij aan dat hij daar helemaal niets vanaf weet. [medeverdachte 6] is ter terechtzitting als getuige gehoord. Hij heeft aangegeven dat hij degene is die de dozen en zakken op de zolder van [bedrijf] neer heeft gezet. Hij zou tegen vergoeding deze spullen kort bewaren voor iemand. Op de vraag voor wie hij de spullen moest bewaren, wilde [medeverdachte 6] geen antwoord geven.
De rechtbank acht de verklaring van [verdachte] ongeloofwaardig.
De hennep is aangetroffen in [bedrijf] , de eenmanszaak van [verdachte] . Daarnaast wordt in een zak met hennep een handschoen aangetroffen, waarop DNA-materiaal blijkt te zitten. Gelet op de sterke bewijskracht in het NFI-rapport dat dit DNA van [verdachte] afkomstig kan zijn alsmede op het feit dat gebleken is dat [verdachte] zich op grote schaal bezig houdt met het telen van en de handel in hennep, concludeert de rechtbank dat verdachte de donor is van het celmateriaal op de handschoen.
Het feit dat het DNA-materiaal van verdachte op een verplaatsbaar object is aangetroffen, is onder de gegeven omstandigheden die hierboven zijn geschetst en het feit dat het aangetroffen DNA-materiaal kort gezegd niet matcht met het DNA-materiaal van [medeverdachte 6] (of één van de andere verdachten die beschikking hadden tot een sleutel van [bedrijf] ), geen reden om tot het oordeel te komen dat geen wettig en overtuigend bewijs voorhanden is. De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de henneptoppen en hennepknipsels opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 februari 2022, opgenomen op pagina 3006 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Naar aanleiding van een doorzoeking voor het onderzoek Mergel bevonden wij ons in de woning van verdachte [verdachte] gelegen aan de [adres] te [adres] . Hier is door een speurhond (geldhond) naar geld gezocht. De hond sloeg daarbij aan op een gele stofzuiger. Deze lag op de tweede verdieping aan de rechterzijde op de grond. Later bleek dat in deze stofzuiger 85.000,00 zat in wisselden coupures.
2. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 1522
e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming Plaats: [adres]
Datum en tijd: 7 februari 2022 te 06:10 uur Omstandigheden: Geld aangetroffen in de stofzuiger
Volgnummer 1 Object: Geld
Totale hoeveelheid: 85000 EUR
Bijzonderheden: 2 x 200, 635 x 100, 412 x 50, 25 x 20
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 september 2021, opgenomen op pagina 2231 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Door de Officier van Justitie werd op 7 september 2021 de IRVI-subjectscan en een IRR-relatiescan van de verdachte [verdachte] gevorderd van Infobox Crimineel en onverklaarbaar vermogen.

Omzetcijfers Eenmanszaak [bedrijf]

Door de onderneming is de volgende omzet opgegeven JaarOmzet binnenlandOmzet buitenlandOmzet Totaal 2016 153.766 0 153.766
2017 226.074 0 226.074
2018 229.426 16.858 246.284
2019 302.127 110.449 412.576
2020 304.679 100.919 405.598
2021 88.452 10.659 99.111
Opvallend is dat de omzet van [bedrijf] in 2019 fors is gestegen in relatie tot 2018. De daling van omzet in 2020 kan een gevolg zijn van de bestuursrechtelijke sluiting van [bedrijf] van maart 2020 tot en met
november 2020.

Bedrijfsresultaten Eenmanszaak [bedrijf]

Door de onderneming zijn de volgende inkomsten en uitgaven opgegeven: JaarBedrijfsopbrengstBedrijfskostenResultaat
2016 169.141 139.249 29.892
2017 238 780 197.488 41.292
2018 245.891195.510 50.381
2019 346.259 266.514 79.745
2020 259.251 354.186- 94.935
Opvallend is dat het resultaat van [bedrijf] van het jaar 2020 negatief is terwijl in de voorgaande jaren sprake was van een stijging en een positief saldo. Er is sprake van een stijging van de bedrijfskosten en een daling van bedrijfsopbrengst. De daling van bedrijfsopbrengst zou verklaard kunnen worden door het feit dat de onderneming in het jaar 2020 voor de duur van 6 maanden is gesloten op last van de gemeente. Dit is echter niet in lijn met de stijging van de bedrijfskosten van ruim 32% in vergelijking met het jaar 2019.
Als er dan gekeken wordt naar de resultaatrekening uitgaven van het jaar 2020 dan is er een daling te zien van de personeelskosten, overige bedrijfskosten en kortlopende schulden. Dit zou kloppen in lijn met het feit dat de onderneming 6 maanden is gesloten. Echter de inkoopkosten van 2020 zijn sterk gestegen namelijk ruim 47% in vergelijking met het jaar 2019. Er wordt in 2020 dus ruim 47% meer ingekocht terwijl de onderneming wel 6 maanden is gesloten.

Meldingen Financial Intelligence Unit

Door de Financial Intelligence Unit zijn er twee meldingen gemaakt in verband met het storten van grote hoeveelheden contant geld. De meldingen werden gedaan aan de hand van het volume aan cashstortingen op de particuliere betaalrekening ( [rekeningnummer] ) en zakelijke rekening ( [rekeningnummer] ) van de ING Bank.
In het jaar 2020 is er totaal 50.430,00 aan contanten gestort op de betaalrekening. In totaal is er 46.000,00 gestort vanaf vijf verschillende Italiaanse bankrekeningen en 35.000,00 van een Albanese bankrekening. In het jaar 2020 is er totaal 97.120,00 aan contanten gestort op de zakelijke rekening. Van beide bankrekeningen is dus totaal 147.550,00 aan contanten gestort in het jaar 2020.
De grootte van de contante stortingen is opvallend en al helemaal in verband met het feit dat de onderneming in 2020 voor 6 maanden is gesloten door de gemeente.

Fiscaal partner [verdachte]

De verdachte [verdachte] is samenwonend met [naam] ( [geboortedatum] /1989) en tevens fiscaal partner. Het opgegeven verzamelinkomen was in het jaar 2020 negatief. Opmerkelijk is dat er in dat jaar een woning, [adres] te [adres] , is aangeschaft op 13 november 2020 voor aanschafprijs 315.000,00 (waarop een hypotheek zit van 265.000,00).
Op 1 maart 2020 wordt de woning [adres] te [adres] voor 50% aangekocht door [verdachte] , voor de aanschafprijs van 350.000,00 (waarop hypotheek zit van 305.000,00).
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 november 2021, opgenomen op pagina 4648 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 2 november 2021 werd door de Officier van Justitie de bankgegevens gevorderd van de ING Bank NV van de bankrekeningen [rekeningnummer] en [rekeningnummer] . Beide bankrekeningen werden op de gevorderde iCOV van de verdachte [verdachte] vermeld.
De particuliere betaalrekening betrof [rekeningnummer] en de zakelijke bankrekening betrof [rekeningnummer] .
De bankgegevens zijn gevorderd over een periode van 10 jaar, over de periode van 2 november 2012 tot en met 2 november 2021.
In de periode van 2 november 2012 tot en met 2 november 2021 werd er in totaal een geldbedrag van 190.355,00 gestort op de particulier bankrekening ( [rekeningnummer] ).
In de periode van 2 november 2012 tot en met 2 november 2021 werd er in totaal een geldbedrag van 837.890,00 op de zakelijke bankrekening ( [rekeningnummer] ) gestort.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 5 april 2022, opgenomen op pagina 1816 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [verdachte] :
V: Wat opvalt aan jouw facturen is dat er geen gegevens van de afnemer staat op de factuur terwijl dit wel verplicht is. Waarom is dat?
A: Dat lukt niet in het kassa- programma.
V: Wat moet er op de factuur staan, daar moet toch een afnemer op staan?
A: Dat hoor ik voor de eerste keer nu. De Belastingdienst is daar ook nog nooit over gevallen. V: Want nu zien wij allemaal facturen maar wij weten niet wie het gekocht heeft.
A: Ja, dat klopt. Dat is ook privé van de klant.
V: De klant heeft ook een factuur nodig om de BTW terug te vragen aan de Belastingdienst toch?
A: Nee, dat kan bij mijn facturen dus niet. Daar is mij ook nog nooit om gevraagd. Ik was niet op de hoogte dat de afnemer genoemd moet worden op de factuur.
O: verbalisant toont de bijlagen 1.1 tot en met 1.16.
V: Bij jou in de woning zijn facturen aangetroffen van 4 en 5 februari 2022. Dit zijn in totaal 16 facturen van goederen die verkocht zijn op 4 of op 5 februari 2022. Jij bent die dag zelf niet op de zaak geweest. Hoe kan het dan dat jij hier wel facturen van opgemaakt hebt?
A: Ik maakte deze facturen soms na de tijd. Ik neem dan de handgeschreven facturen mee naar huis. De laatste maanden was er geen computer meer op de zaak en maakte ik de facturen thuis op de computer.
V: Kloppen die datums dan wel, dat er die datums goederen zijn verkocht.
A: Nee, die kloppen niet. Die goederen heb ik dan een paar dagen daarvoor al verkocht.
Als bijlagen zijn bij dit proces-verbaal onder meer gevoegd:
- Facturen van [bedrijf] van 4 en 5 februari 2022 (p. 1827 e.v.).
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het bestanddeel afkomstig uit enig misdrijf, niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf.
Indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen een voorwerp en een bepaald misdrijf, kan niettemin bewezen worden geacht dat een voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Als uit het door het openbaar ministerie aangedragen bewijs feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid die van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp.
In de onderhavige zaak wordt op 7 februari 2022 tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] in een stofzuiger een geldbedrag aangetroffen van 85.000,00. Uit het financieel onderzoek blijkt dat er sprake is van een groot aantal stortingen van contant geld op de persoonlijke- en zakelijke bankrekening van [verdachte] . Daarnaast zou er in 2020 sprake zijn van een negatief verzamelinkomen terwijl [verdachte] datzelfde jaar wel twee woningen heeft gekocht. Tot slot heeft [verdachte] zich op grote schaal beziggehouden met het telen van- en de handel in hennep. Het is een feit van algemene bekendheid dat met de handel in verdovende middelen veel contant geld gemoeid is.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het vermoeden gerechtvaardigd is dat het geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is en dat derhalve van de verdachte mag worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld. Deze verklaring dient concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk te zijn.
[verdachte] heeft zich in eerste instantie beroepen op zijn zwijgrecht. Later heeft hij aangegeven dat het geld spaargeld en zakelijk geld is. Kennelijk is er derhalve sprake van vermenging. [verdachte] verklaart verder en dat al zijn zakelijke transacties contant moesten omdat de bank, mede als gevolg van een eerder strafrechtelijk onderzoek, geen zakelijke relatie meer met hem wilde.
In het dossier zit geen administratie van [bedrijf] waaruit blijkt dat het geldbedrag een legale herkomst heeft. Wat wel in het dossier zit, is een verklaring van [verdachte] dat hij de laatste maanden (voorafgaand aan zijn aanhouding en het aantreffen van het geldbedrag) zijn facturen soms een aantal dagen later opmaakte en dat hij op deze facturen niet de naam van de afnemer vermeldde. Deze facturen zijn om die reden niet verifieerbaar. Verder blijkt uit het dossier ook niets over het stopzetten van de zakelijke relatie van de ING met [verdachte] . Uit het proces-verbaal van bevindingen op pagina 4648 e.v. van het dossier blijkt dat [verdachte] in ieder geval op 2 november 2021 nog beschikking had over zijn zakelijke rekening.
De rechtbank constateert dan ook dat de verklaring van [verdachte] niet verifieerbaar is. Er is daarom geen andere conclusie mogelijk dan dat het ten laste gelegde geldbedrag onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is en dat [verdachte] dit wist.
Verbergen en verhullen
De termen verbergen en verhullen impliceren een zekere doelgerichtheid: het handelen is erop gericht het zicht op de aard, herkomst, vindplaats enzovoort van voorwerpen te bemoeilijken en is ook geschikt om dat doel te bereiken.
92
De rechtbank is van oordeel dat een stofzuiger een zeer ongebruikelijke plek is om geld te verstoppen. Het verstoppen van het geld op deze plek kan bezwaarlijk anders worden gezien dan een handeling die erop is gericht het zicht op de vindplaats van het geld te bemoeilijken. Deze handeling is ook geschikt om dat doel te bereiken. Het geld is immers enkel gevonden omdat een speurhond (geldhond) aansloeg op de stofzuiger. De rechtbank is daarom van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verbergen en verhullen van de vindplaats van het geldbedrag.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 7 februari 2022 te [adres] (aan de [adres] ) opzettelijk aanwezig heeft gehad 23,958 kilogram henneptoppen en 3,973 kilogram hennepknipsels, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
hij in de periode van eind oktober 2020 tot en met 21 november 2021 te [adres] (in een pand/loods aan de [adres] ), (telkens) tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en bereid en bewerkt en verwerkt, 1399 hennepplanten, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
3.
hij in de periode van november 2020 tot en met 7 februari 2022 te [adres] (in een pand/loods aan de [adres] ), (telkens) tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en bereid en bewerkt en verwerkt, 1694 hennepplanten, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
4.
hij in de periode van 1 april 2020 tot en met 21 mei 2021 te [adres] (in een pand/loods aan de [adres] ), (telkens) tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en bereid en bewerkt en verwerkt, 1414 hennepplanten, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
5.
hij op 7 februari 2022 te [adres] , van een geldbedrag (aangetroffen in een stofzuiger) van 85.000,-,
- de vindplaats heeft verborgen en verhuld (sub a)
- en dat grote geldbedrag voorhanden heeft gehad (sub b),
terwijl hij wist dat dat geldbedrag onmiddellijk of middellijk afkomstig was uit enig misdrijf.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
Witwassen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 48 maanden met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest met eventueel een taakstraf of een voorwaardelijke gevangenisstraf. De raadsman heeft de rechtbank verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Daarnaast zou de geëiste straf veel te hoog zijn gelet op de straffen die in vergelijkbare zaken opgelegd worden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de over hem opgemaakte
rapportages, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officieren van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte en zijn medeverdachten hebben zich gedurende langere tijd en op grote schaal beziggehouden met het telen van hennep. Vanuit de onderneming [bedrijf] in [adres] werden drie omvangrijke hennepkwekerijen in Duitsland aangestuurd. Dit gebeurde in georganiseerd verband en op professionele wijze. Daarnaast heeft verdachte een zeer grote hoeveelheid hennep aanwezig gehad. Het telen van hennep veroorzaakt overlast en schade voor de maatschappij. Softdrugs zijn immers stoffen die bij (langdurig) gebruik kunnen leiden tot schade aan de gezondheid en tot verslavingsproblematiek.
Daarnaast gaat hennepteelt en de handel in verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van criminaliteit, zoals geweldsdelicten en vermogenscriminaliteit. Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de instandhouding van het drugscircuit en de daaraan gerelateerde criminaliteit.
Verdachte heeft een leidinggevende en organisatorische rol vervuld bij het exploiteren van de hennepkwekerijen. Hij is voor zover uit de bewijsmiddelen is gebleken niet in de hennepkwekerijen geweest, maar hij stuurde de medeverdachten aan via de beveiligde communicatiediensten EncroChat en Sky ECC, was voor hen een aanspreekpunt, regelde de financiën en nam beslissingen.
Verdachte heeft zich tot slot schuldig gemaakt aan het witwassen van 85.000,00. Witwassen vormt een ernstige bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan.
Verdachte heeft zich in eerste instantie op zijn zwijgrecht beroepen en vervolgens alle feiten ontkent. Hij heeft op deze wijze geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen.
In de oriëntatiepunten van het LOVS wordt voor een hennepkwekerij van 500 tot 1000 hennepplanten een taakstraf van 180 uur en 2 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk gehanteerd. Het betreffen in dit geval drie hennepkwekerijen die groter zijn dan 1000 planten, er is sprake van een hoge mate van professionaliteit, het betreft grensoverschrijdende criminaliteit en de kwekerijen zijn allemaal meer dan een jaar in werking geweest. De rechtbank zal daarom uitgaan van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden per hennepkwekerij.
Met betrekking tot het aanwezig hebben van softdrugs gaan de oriëntatiepunten van het LOVS uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden bij 10 tot 25 kilogram en bij 25 kilogram of meer wordt uitgegaan van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden. Aangezien verdachte iets meer dan 25 kilogram aanwezig had, zal de rechtbank voor dit feit als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden hanteren.
Tot slot wordt in de oriëntatiepunten van het LOVS bij fraude met een benadelingsbedrag van 70.000,00 tot 125.000,00 een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 tot 9 maanden gehanteerd.
De rechtbank heeft in strafverzwarende zin rekening gehouden met het feit dat verdachte een zeer bepalende en leidinggevende rol heeft gehad. De rechtbank ziet hem in ieder geval met betrekking tot de hennepkwekerijen in Duitsland als de baas van de verdachten die in het onderzoek Mergel naar voren zijn gekomen.
Persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 6 oktober 2023 waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor een overtreding van de Opiumwet.
De rechtbank heeft daarnaast kennisgenomen van het rapport van de Reclassering Nederland van 27 mei 2022 en de aanvulling op dit rapport van 26 oktober 2023. De reclassering geeft aan dat verdachte zijn leven op orde lijkt te hebben. In hoeverre er sprake is van een negatief (crimineel) sociaal netwerk en of er sprake is van een pro-criminele houding kan de reclassering niet aangeven omdat verdachte zwijgt over de verdenkingen. De reclassering ziet geen aanknopingspunten voor bemoeienis vanuit de reclassering en adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden.
Straf
Met inachtneming van de LOVS oriëntatiepunten en de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, komt de rechtbank tot een lagere straf dan door de officieren van justitie is geëist. Alles afwegend acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van het voorarrest passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
De voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis is geschorst voor bepaalde tijd, te weten tot de datum van dit vonnis. De rechtbank acht termen aanwezig om de voorlopige hechtenis, waarvan de schorsing per vandaag is beëindigd, op te heffen.

Inbeslaggenomen goederen

Vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat het inbeslaggenomen geldbedrag van 85.000,00 verbeurd wordt verklaard.
Met betrekking tot een vals biljet van 100,00 en de jammer hebben de officieren van justitie gevorderd dat deze worden onttrokken aan het verkeer.
Met betrekking tot de overige goederen hebben de officieren van justitie gevorderd dat het klassieke beslag wordt opgeheven. Deze goederen zullen echter niet worden teruggegeven omdat er nog conservatoir beslag op rust.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de inbeslaggenomen goederen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal het geldbedrag van 85.000,00 verbeurd verklaren aangezien dit aan verdachte toebehoort en vatbaar is voor verbeurdverklaring.
De rechtbank zal het valse biljet van 100,00 en de jammer onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank zal het klassieke beslag (ex artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering) dat op de overige goederen ligt, opheffen. De rechtbank stelt vast dat op deze voorwerpen nog wel conservatoir beslag rust. Verdachte zal deze goederen derhalve niet terugkrijgen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36b, 36d, 47, 57, 63 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

Verklaart verbeurd het in beslag genomen geldbedrag van 85.000,00.

Verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:

  • 1 STK Geld Vals (vals biljet van 100,00);
  • 1 STK Zender (jammer).

Heft op het klassiek beslag (94 Sv) op de in beslag genomen:

  • 1 STK Personenauto (Mercedes-Benz met kenteken [kenteken] );
  • 1 STK Vorderingen ( 10.571,95 bij de SNS Bank)
en verstaat dat op deze voorwerpen nog conservatoir beslag (94a Sv) blijft rusten.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schuth, voorzitter, mr. M.S. van der Kuijl en
mr. A. de Jong, rechters, bijgestaan door mr. G. Langius, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 december 2023.
1. Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt tenzij anders vermeld bedoeld een
ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpaginas, betreft dit tenzij anders vermeld de paginas van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2021139325 d.d. 28 april 2022 (onderzoek MERGEL / NN1R021094).
2 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2021, opgenomen op pagina 2222 e.v.
3 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 november 2021, opgenomen op pagina 3475 e.v.
4 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 april 2022, opgenomen op pagina 5029 e.v.
5 Proces-verbaal van identificatie d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 5853 e.v.
6 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 januari 2022, opgenomen op pagina 2863 e.v.
7 Proces-verbaal van identificatie d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 5853 e.v.
8 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 februari 2021, opgenomen op pagina 3411 e.v.
9 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 mei 2022, opgenomen op pagina 5074 e.v.
10 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2022, opgenomen op pagina 5037 e.v.
11 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 februari 2021, opgenomen op pagina 3411 e.v.
12 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 mei 2022, opgenomen op pagina 5339 e.v.
13 Proces-verbaal van identificatie d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 5853 e.v.
14 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 september 2022, opgenomen op pagina 5868 e.v.
15 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 september 2022, opgenomen op pagina 6060.
16 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 februari 2022, opgenomen op pagina 1914 e.v.
17 Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 4047 e.v. en proces-verbaal
van bevindingen d.d. 10 mei 2022, opgenomen op pagina 5086 met fotobijlage op pagina 5087 e.v.
18 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
19 Proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 5] bij de rechter-commissaris d.d. 21 juni 2023.
20 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2022, opgenomen op pagina 5041 e.v.
21 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 3352 e.v.
22 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4237 e.v.
23 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 augustus 2022, opgenomen op pagina 5874 e.v.
24 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2462 e.v., proces-verbaal
van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2445 e.v. en proces-verbaal van bevindingen
d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2776 e.v.
25 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 2504 e.v.
26 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 2506 e.v.
27 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2021, opgenomen op pagina 2368 e.v. en proces-verbaal
van observatie donderdag 21 oktober 2021 d.d. 25 oktober 2021, opgenomen op pagina 2362 e.v.
28 Proces-verbaal van observatie donderdag 18 november 2021 d.d. 22 november 2021, opgenomen op
pagina 2536 e.v.
29 Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 4047 e.v.
30 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 november 2021, opgenomen op pagina 4028 e.v.
31 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2021, opgenomen op pagina 4034 e.v.
32 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2445 e.v.
33 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2021, opgenomen op pagina 2397 e.v.
34 Zie onder andere proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 2506 e.v.,
proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 november 2021, opgenomen op pagina 2508 e.v., proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 november 2021, opgenomen op pagina 2656 e.v., proces-verbaal van bevindingen
d.d. 9 december 2021, opgenomen op pagina 2793 e.v.
35 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 augustus 2022, opgenomen op pagina 5874 e.v.
36 Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 4121 e.v. en proces-verbaal
van bevindingen d.d. 10 mei 2022, opgenomen op pagina 5188 met fotobijlage op pagina 5189 e.v.
37 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
38 Proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 5] bij de rechter-commissaris d.d. 21 juni 2023.
39 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2022, opgenomen op pagina 5041 e.v.
40 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 3352 e.v.
41 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4103 e.v.
42 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2462 e.v.
43 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4103 e.v.
44 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 43 e.v. van het aanvullend
dossier.
45 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 februari 2022, opgenomen op pagina 1914 e.v.
46 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2462 e.v., proces-verbaal
van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2445 e.v. en proces-verbaal van bevindingen
d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2776 e.v.
47 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 2506 e.v.
48 Proces-verbaal van observatie donderdag 18 november 2021 d.d. 22 november 2021, opgenomen op
pagina 2536 e.v.
49 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 2063 e.v.
50 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 april 2022, opgenomen op pagina 4088.
51 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
52 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2021, opgenomen op pagina 2387 e.v.
53 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 december 2021, opgenomen op pagina 2772.
54 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4094.
55 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 januari 2022, opgenomen op pagina 2855 e.v.
56 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 maart 2022, opgenomen op pagina 3966 e.v.
57 Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut, zaaknummer 2022.03.15.243,
d.d. 18 oktober 2022 opgemaakt door dr. M. Wesselink, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige.
58 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
59 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2022, opgeslagen 5041 e.v.
60 Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 24 mei 2021, opgenomen op pagina 4346 e.v.
61 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2021, opgenomen op pagina 2387 e.v.
62 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4261 e.v.
63 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2021, opgenomen op pagina 2387 e.v.
64 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 november 2021, opgenomen op pagina 2623.
65 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 2063 e.v.
66 Verhoor van verdachte [naam] d.d. 10 augustus 2021, opgenomen op pagina 4264 e.v.
67 Zie hiervoor bijvoorbeeld ook het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 maart 2022, opgenomen op
pagina 4332 e.v.
68 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 februari 2022, opgenomen op pagina 4311 e.v.
69 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 februari 2021, opgenomen op pagina 4980 e.v.
70 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 maart 2022, opgenomen op pagina 4332 e.v.
71 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 oktober 2022, opgenomen op pagina 6061 e.v.
72 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 oktober 2022, opgenomen op pagina 6101 e.v.
73 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 43 e.v. van het aanvullend
dossier.
74 Hoge Raad 22 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:741.
75 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 februari 2022, opgenomen op pagina 1914 e.v.
76 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 mei 2022, opgenomen op pagina 5331 e.v.
77 Zie onder andere het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2021, opgenomen op pagina 2368
e.v., en het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2021, opgenomen op pagina 2420 e.v.
78 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 februari 2022, opgenomen op pagina 3209 e.v.
79 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 februari 2022, opgenomen op pagina 3033 e.v.
80 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 augustus 2022, opgenomen op pagina 5874 e.v.
81 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 december 2021, opgenomen op pagina 2679 e.v.
82 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4237 e.v.
83 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 februari 2022, opgenomen op pagina 1914 e.v.
84 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 augustus 2022, opgenomen op pagina 5874 e.v.
85 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 43 e.v. van het aanvullend
dossier.
86 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4103 e.v.
87 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 43 e.v. van het aanvullend
dossier.
88 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4103 e.v.
89 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 februari 2022, opgenomen op pagina 4311 e.v.
90 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 oktober 2022, opgenomen op pagina 6061 e.v.
91 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 43 e.v. van het aanvullend
dossier.
92 Hoge Raad 28 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:462.