ECLI:NL:RBNNE:2023:5292

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
27 december 2023
Zaaknummer
18-335317-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor betrokkenheid bij hennepkwekerijen in Nederland en Duitsland

In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die betrokken was bij meerdere hennepkwekerijen in zowel Nederland als Duitsland, heeft de rechtbank op 22 december 2023 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het telen van hennep in een periode van 22 juni 2020 tot en met 12 juli 2022, waarbij hij samen met anderen opzettelijk hennepplanten heeft geteeld en bewerkt. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn verweer over de rechtsmacht van de rechtbank, voldoende binding had met Nederland om vervolgd te worden. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 18 maanden op, met aftrek van het voorarrest, en oordeelde dat de verdachte een actieve rol had gespeeld in de hennepkwekerijen, die op professionele wijze werden geëxploiteerd vanuit een onderneming in Emmen. De rechtbank weigerde de vordering van de benadeelde partij, omdat er onvoldoende informatie was om de schade te beoordelen. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact van hennepteelt op de maatschappij.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/335317-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 22 december 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] [plaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 en 15 november en 22 december 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E. van Reydt, advocaat te Amsterdam.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S.M. von Bartheld en mr. D. Roggen.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 22 juni 2020 tot en met 30 november 2021 te [plaats]
(D) (in een pand/loods aan [adres] ), althans in Duitsland en/of in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (uit JM1190, p. 5882) 1399 hennepplanten, althans (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, (telkens) een hoeveelheid/hoeveelheden van (een) middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 28 maart 2020 tot en met 7 februari 2022 te [plaats]
(D) (in een pand/loods aan de [adres] ), althans in Duitsland en/of in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (uit JM584, p. 4121) 1694 hennepplanten, althans 311 hennepplanten, in elk geval (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, (telkens) een hoeveelheid/hoeveelheden van (een) middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 28 maart 2020 tot en met 21 mei 2021 te [plaats] (D) (in een pand/loods aan de [adres] ), althans in Duitsland en/of in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (uit JM376-01, p. 4346) 1414 hennepplanten, in elk geval (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, (telkens) een hoeveelheid/hoeveelheden van (een) middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 1 januari 2022 tot en met 12 juli 2022 te [plaats] (in een pand aan de [adres] te [plaats] ), gemeente [plaats] , (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, 259 hennepplanten, althans een hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, (telkens) een hoeveelheid/hoeveelheden van (een) middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5.
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 1 april 2022 tot en met 12 juli 2022 te [plaats] (in een pand aan de [adres] te [plaats] ), gemeente Oldambt, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, 270 hennepplanten (ruimte A) en/of 2604 hennepstekken (ruimte C), althans een hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, (telkens) een hoeveelheid/hoeveelheden van (een) middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Bevoegdheid rechtbank

Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betwist dat een toereikende grondslag voor de vestiging van rechtsmacht ontbreekt ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde. Hij heeft hiertoe het volgende aangevoerd.
Er is geen sprake van rechtsmacht op basis van het territorialiteitsbeginsel ex artikel 2 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Voor de vestiging van rechtsmacht op grond van dit artikel is niet de tenlastelegging, maar de bewezenverklaring bepalend. Uit het dossier blijkt niet van uitvoeringshandelingen in Nederland, maar enkel van uitvoeringshandelingen in Duitsland. Verdachte dient derhalve partieel vrijgesproken te worden voor het bestanddeel en/of in Nederland. Dit betekent dat de rechtbank geen rechtsmacht heeft op basis van artikel 2 Sr.
Daarnaast kan er ook geen rechtsmacht gevestigd worden op grond van het (actief) personaliteitsbeginsel ex artikel 7 lid 3 Sr jo artikel 86b Sr. Met betrekking tot de in artikel 86b Sr gehanteerde definitie van een vaste woon- of verblijfplaats is blijkens de Memorie van Toelichting aansluiting gezocht bij artikel 21 Vreemdelingenwet 2000 en artikel 16 van de richtlijn 2004/38. Dit betekent dat die artikelen en rechtspraak met betrekking tot die artikelen relevant zijn voor de interpretatie van een vaste woon- of verblijfplaats zoals opgenomen in artikel 86b Sr. Artikel 16 van de richtlijn bepaalt dat iedere burger van de Unie die gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar legaal op het grondgebied van het gastland heeft verbleven, aldaar een duurzaam verblijfsrecht heeft. Dit kan slechts worden verloren door een afwezigheid van meer dan twee achtereenvolgende jaren uit het gastland. Op basis van artikel 4 van richtlijn 2003/109/EG geldt dat lidstaten de status van langdurig ingezetene toekennen aan onderdanen van derde landen die legaal en ononderbroken sinds de vijf jaar onmiddellijk voorafgaand aan de indiening van het desbetreffende verzoek op hun grondgebied verblijven. In de rechtspraak wordt strak vastgehouden aan het vereiste onmiddellijk voorafgaand. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 86b Sr blijkt dat bepalend is of de verdachte op het moment waarop beslist wordt tot vervolging over te gaan aan de voorwaarden van artikel 86b Sr voldoet. Beslissend is derhalve of verdachte in de periode direct voorafgaand aan de vervolgingsbeslissing een onafgebroken periode van vijf jaar rechtmatig in Nederland verbleef. De verblijfsstatus van de vreemdeling is daarbij niet relevant. Eenzelfde benadering wordt gehanteerd in de rechtspraak van de Internationale Rechtshulpkamer ten aanzien van de Overleveringswet (hierna: Olw). Daar komt nog bij dat Nederland verdachte aan Duitsland heeft overgeleverd ten behoeve van de executie van een gevangenisstraf die hij vanaf eind 2015 tot halverwege 2019 heeft uitgezeten. Kennelijk is geoordeeld dat de weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 6a lid 1 en lid 9 Olw zich niet voordeed terwijl voorts geen garantie van teruglevering als bedoeld in artikel 6 lid 1 Olw is bedongen. De rechtbank heeft bij de verwerping van het preliminair verweer ten onrechte een extensieve interpretatie gehanteerd van een vaste woon- of verblijfplaats ex artikel 86b Sr. Deze interpretatie wijkt af van vreemdelingenrechtelijke wet-, regelgeving en rechtspraak. Derhalve is deze in strijd met de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 86b Sr.
Standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben zich op het standpunt gesteld dat bij artikel 2 Sr niet moet worden gekeken naar de bewezenverklaring, maar dat geoordeeld moet worden op grondslag van de tenlastelegging. Er hebben niet alleen maar uitvoeringhandelingen plaatsgevonden in Duitsland; de spil in deze zaak is de onderneming [bedrijf] in [plaats] van medeverdachte [medeverdachte] . Verdachte is hier ook meermaals geweest. Hij heeft ook verklaard dat hij hier een grote hoeveelheid hennep naartoe heeft gebracht. Reeds gelet hierop heeft de rechtbank rechtsmacht op grond van artikel 2 Sr.
Oordeel van de rechtbank
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het vaststellen van rechtsmacht beoordeeld dient te worden op grondslag van de tenlastelegging. De vraag of de rechtbank bevoegd is, betreft immers één van de voorvragen van artikel 348 van het Wetboek van Strafvordering. Deze vragen dienen beantwoord te worden voordat de rechtbank zich uitlaat over de vraag of zij het ten laste gelegde bewezen acht. Nu de (gewijzigde) tenlastelegging ziet op strafbare feiten die deels gepleegd zijn in Nederland, is de Nederlandse strafwet ten aanzien van die feiten toepasselijk en is de rechtbank dus bevoegd.
Omdat een deel van de strafbare feiten in de tenlastelegging is gepleegd in Duitsland, komt voor deze verdachte ook artikel 7 lid 3 Sr jo artikel 86b Sr in beeld. Hierin is bepaald dat de rechtbank ook rechtsmacht kan uitoefenen op basis van het (actief) personaliteitsbeginsel. De ratio achter deze artikelen is om verdachten die inmiddels geworteld zijn in Nederland gelijk te stellen aan verdachten met een Nederlandse nationaliteit. Het gaat derhalve om de binding die verdachte heeft met de Nederlandse samenleving. Artikel 86b Sr bepaalt dat onder het hebben van een vaste woon- of verblijfplaats in Nederland zoals bedoeld in artikel 7 lid 3 Sr het rechtmatig verblijven in Nederland gedurende een onafgebroken periode van vijf jaar of langer wordt verstaan. Deze tijdsduur is ontleend aan artikel 21 van de Vreemdelingenwet 2000. Dat volgens de raadsman ook vereist is dat deze periode direct voorafgaand aan de vervolgingsbeslissing moet zijn, volgt niet uit artikel 86b Sr en evenmin uit artikel 21 Vreemdelingewet 2000 of een andere bepaling. Bovendien dient artikel 21 Vreemdelingenwet 2000 een geheel ander doel.
De rechtbank stelt vast dat verdachte blijkens zijn SKDB een onafgebroken periode van tenminste vijf jaar in Nederland heeft verbleven. Daarnaast blijkt uit zijn SKDB dat hij al sinds 1993 gedurende langere periodes in Nederland verblijft. Verder heeft verdachte in zijn verhoor op 13 juli 2022 aangegeven dat hij sinds 1993 in Nederland woont en dat hij sinds twee jaar aan [adres] te [plaats] woont. Uit het onderzoek van de politie is voorts ook gebleken dat verdachte ten tijde van de ten laste gelegde feiten ook regelmatig in Nederland was. Dit is door verdachte ter terechtzitting ook bevestigd. Tot slot beschikt verdachte over een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Hoewel dit zoals de raadsman terecht heeft opgemerkt niet bepalend is voor de vraag of er sprake is van een vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, zegt het wel iets over de band die verdachte heeft met Nederland. Daar komt bij dat deze verblijfvergunning ook niet is ingetrokken. De rechtbank gaat er derhalve vanuit dat er ook geen gronden voor intrekking zijn geweest.
Gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank dat verdachte een sterke binding heeft met Nederland en dat de rechtbank derhalve ook op grond van artikel 7 lid 3 Sr rechtsmacht kan uitoefenen. Dat verdachte een langere periode gedetineerd is geweest in Duitsland hetgeen overigens niet is onderbouwd met stukken doet daaraan niet af.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten. Zij hebben daartoe het volgende aangevoerd.
Met betrekking tot het onder 1 en 2 ten laste gelegde hebben de officieren van justitie opgemerkt dat slechts een deel van de ten laste gelegde periode wettig en overtuigend bewezen kan worden. Voor het onder 1 ten laste gelegde ( [plaats] ) betreft dit de periode van eind oktober 2020 tot en met 21 november 2021 en voor het onder 2 ten laste gelegde ( [plaats] ) betreft dit de periode van eind oktober 2020 tot en met 7 februari 2022.
Met betrekking tot het onder 4 ten laste gelegde is er voldoende bewijs dat de hennepkwekerij vanaf januari 2022 in bedrijf was. Getuige [getuige] heeft aangeven dat de mannen die bij de hennepkwekerij betrokken waren al sinds december 2021 bij haar over de vloer kwamen. Daarnaast blijkt uit de verklaring van de eigenaar van de woning dat het stroomverbruik sinds januari 2022 ineens fors omhoog schoot.
Met betrekking tot het onder 5 ten laste gelegde heeft het openbaar ministerie opgemerkt dat enkel voor de aangetroffen hennepstekken een bewezenverklaring kan volgen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 3 ten laste gelegde. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Verdachte heeft verklaard dat hij slechts eenmaal aanwezig is geweest in [plaats] om te knippen. Dit wordt bevestigd door medeverdachte [medeverdachte] . Zij heeft aangegeven dat zij samen met verdachte deel uitmaakte van een knipploeg die een aantal dagen zou gaan knippen in [plaats] . Nadat zij een uur binnen waren geweest, zijn ze gevlucht voor de politie. Er is geen bewijs dat er in dit korte tijdbestek werkzaamheden zijn verricht in de hennepkwekerij. Daarmee kan niet vastgesteld worden dat verdachte zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan het telen van hennep in [plaats] .
Met betrekking tot het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft de raadsman opgemerkt dat de rol van verdachte slechts van beperkte duur en aard is geweest.
Met betrekking tot het onder 4 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat de kwekerij pas vanaf eind april in gebruik is geweest.
Tot slot heeft de raadsman met betrekking tot het onder 5 ten laste gelegde opgemerkt dat enkel voor de aangetroffen hennepstekken een bewezenverklaring kan volgen.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde1

Aanleiding onderzoek

Eind mei en begin juli 2021 komen er twee MMA meldingen binnen met betrekking tot de onderneming [bedrijf] aan de [adres] in [plaats] . Hierin staat dat deze onderneming op grote schaal wiet opkoopt.
Daarnaast zouden er ook hennepstekken verkocht worden. Via het TCI komt in juli 2021 soortgelijke informatie binnen. Hierin wordt vermeld dat er vanuit [bedrijf] meerdere hennepkwekerijen worden geëxploiteerd en dat er gewerkt zou worden met encrypted telefoons.
2Naar aanleiding van deze informatie wordt het onderzoek Mergel gestart. Op basis van het onderzoek wordt zicht gekregen op een aantal locaties in Duitsland waar vermoedelijk hennepkwekerijen aanwezig zijn. Dit betreffen onder meer [plaats] , [plaats] en [plaats] .
Het omvangrijke dossier is grofweg in twee delen te splitsen. Eén deel van het dossier betreft het onderzoek aan het berichtenverkeer via de beveiligde communicatiediensten EncroChat en Sky ECC. Deze bewijsmiddelen hebben voornamelijk betrekking op de personen die een organisatorische rol hebben gehad bij het exploiteren van de hennepkwekerijen. In deze berichten wordt overleg gevoerd, problemen worden besproken en beslissingen worden gemaakt. Het andere deel van het dossier betreft onder meer de observaties van de politie, tapgesprekken tussen de verdachten, bakengegevens, zendmastgegevens en onderzoek aan de telefoons van de verdachten. Deze bewijsmiddelen hebben voornamelijk betrekking op de personen die een uitvoerende rol hebben gehad bij het exploiteren van de hennepkwekerijen. Dit zijn ook de personen die met enige regelmaat in de kwekerijen zijn geweest om werkzaamheden te verrichten en om spullen te brengen en/of op te halen.
De rechtbank zal eerst ingaan op de identificatie van de belangrijkste EncroChat- en Sky ECC-accounts die in het onderzoek Mergel naar voren zijn gekomen. Vervolgens zal de rechtbank per locatie ingaan op de vragen: heeft er op deze locatie een hennepkwekerij gezeten, wat is de omvang van deze kwekerij geweest en in welke periode is deze hennepkwekerij in werking geweest. Tot slot zal de rechtbank ingaan op de rol van verdachte bij de drie hennepkwekerijen en beoordelen of deze van voldoende gewicht is om hem aan te kunnen merken als medepleger.

EncroChat en SKY ECC

Accounts die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte]
Het EncroChat-account Turbocharge en het Sky ECC-account PF6KUH worden door de politie toegeschreven aan [medeverdachte] . De politie baseert dit op het volgende.
Turbocharge is door de EncroChat-gebruikers [naam] en [naam] opgeslagen onder de nicknames [naam] en [naam] . [medeverdachte] is geboren in Albanië en eigenaar van een growshop in [plaats] . Uit de chats met [naam] en [naam] blijkt dat Turbocharge een band heeft met [plaats] . Hij spreekt regelmatig af in [plaats] of geeft aan dat hij daar is. De EncroChat-gebruiker ofel.com heeft Turbocharge opgeslagen onder de naam [naam] . [naam] en [naam] noemen Turbocharge [naam] of [naam] . De namen [naam] , [naam] en [naam] lijken allemaal sterk op [naam] , de voornaam van [medeverdachte] . Tot slot valt de woning van [medeverdachte] binnen het bereik van de zendmasten die door het IMEI-nummer 358098091485955 gebruikt worden. Dat IMEI-nummer kan gekoppeld worden aan Turbocharge.
3
De gebruiker van het Sky ECC-account PF6KUH wordt net als Turbocharge aangesproken met [naam] . Daarnaast is in een Apple iPhone 6, die in gebruik was bij [naam] ,
4een lijst aangetroffen met Sky ECC- accounts. In deze lijst staat achter het account PF6KUH de naam [naam] . Daarnaast laat de gebruiker van het Sky ECC-account op 15 januari 2021 weten dat hij thuis is omdat [naam] jarig is. [medeverdachte] heeft een dochter genaamd [naam] . Zij is geboren op 15 januari 2016.
5Tot slot wordt de stem van [medeverdachte] herkend in een audiobericht van PF6KUH.
6Hoewel het geen wetenschappelijk onderbouwde stemherkenning betreft, is de rechtbank van oordeel dat er ook zonder deze stemherkenning genoeg aanknopingspunten zijn om te concluderen dat [medeverdachte] de gebruiker is van het Sky ECC- account PF6KUH. De stemherkenning versterkt enkel de overtuiging.
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat bewezen kan worden dat het EncroChat-account Turbocharge en het Sky ECC-account PF6KUH door [medeverdachte] werden gebruikt.
Accounts die kunnen worden toegeschreven aan [naam]
Het EncroChat-account [naam] en het Sky ECC-account LP7XRM worden door de politie toegeschreven aan [naam] . De politie baseert dit op het volgende.
Turbocharge heeft [naam] opgeslagen onder de nickname [naam] . Daarnaast geeft Turbocharge in een gesprek met het EncroChat-account Smallboom aan dat [naam] het EncroChat-account is van [naam] . [naam] heeft het in verscheidene chats over [naam] . Dit betreft hoogstwaarschijnlijk [naam] , de partner van [naam] .
7
PF6KUH duidt de gebruiker van LP7XRM aan als [naam] . Daarnaast is in een Apple iPhone 6, die in gebruik was bij [naam] , een lijst aangetroffen met Sky ECC-accounts. In deze lijst staat achter het account LP7XRM de naam [naam] . Daarnaast heeft de gebruiker van LP7XRM het in een chat met PF6KUH over [naam] . Tot slot geeft LP7XRM aan dat [naam] bijna gaat bevallen en spreekt hij over een operatie van [naam] . [naam] heeft twee dochters genaamd [naam] en [naam] .
8
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat bewezen kan worden dat het EncroChat-account [naam] en het Sky ECC-account LP7XRM door [naam] werden gebruikt.
Accounts die kunnen worden toegeschreven aan [naam]
Het EncroChat-account [naam] en het Sky ECC-account [adres] worden door de politie toegeschreven aan [naam] . De politie baseert dit op het volgende.
[naam] staat sinds 27 januari 2016 ingeschreven op het adres [adres] in [plaats] . Deze woning valt binnen het bereik van de zendmasten die door het IMEI-nummer 358098092205188, dat gekoppeld kan worden aan [naam] , in de nachtelijke uren worden aangestraald. [naam] heeft daarnaast samen met [naam] een recycling bedrijf, genaamd [bedrijf] . Dit bedrijf is gevestigd op de [adres] . Deze locatie valt onder de dekking van de zendmasten die overdag het meeste worden gebruikt.
9In een gesprek met het EncroChat- account Iceboy geeft [naam] het adres [adres] in [plaats] door. Vervolgens geeft hij aan 1 straat verder en daarna En erin. Deze instructies passen bij een routebeschrijving naar [bedrijf] .
10In een gesprek met het EncroChat-account [naam] geeft [naam] aan dat [naam] hier moet komen. Vervolgens stuurt hij een afbeelding met daarop het adres van [bedrijf] .
11Daarnaast zou het door [naam] gebruikte wachtwoord [wachtwoord] een verwijzing kunnen zijn naar de geboortedatum van [naam] en zijn voertuig, een Volkswagen Caddy. Voorts blijkt uit de chats dat [naam] mr. J.P. Plasman als advocaat heeft. In een strafrechtelijk onderzoek uit 2019 heeft [naam] aangegeven dat hij een voorkeursadvocaat wil, namelijk mr. J.P. Plasman.
12Tot slot wordt door [naam] een foto verstuurd van een kind dat een trui draagt van the Lion King. Het kind en de kleding worden herkend op een foto op de Facebookpagina van [naam] en zijn partner.
13
[adres] geeft bij PF6KUH aan dat hij een nieuw account heeft. Hij schrijft hierbij: [adres] [plaats] . [adres] verwijst mogelijk naar de Marokkaanse afkomst van [naam] en [plaats] zou een verwijzing kunnen zijn naar zijn woonplaats. In een gesprek over corona noemt de Sky ECC-gebruiker 7GBC51, waarvan de gebruiker door de politie is geïdentificeerd als [naam] ,
14[adres] [adres] . Op 3 december 2020 sturen [adres] en 7GBC51 meerdere spraakberichten naar elkaar. Hierbij spreekt 7GBC51 [adres] meerdere malen aan met de naam [naam] , de voornaam van [naam] . Op 5 december 2020 stuurt [adres] een foto van kenmerkende schoenen. Soortgelijke schoenen worden bij de doorzoeking in de woning van [naam] aangetroffen.
15Tot slot wordt de stem van [naam] in meerdere audioberichten van [adres] herkend.
16
Hoewel het ook in dit geval geen wetenschappelijk onderbouwde stemherkenning betreft, is de rechtbank van oordeel dat er ook zonder deze stemherkenning meer dan genoeg aanknopingspunten zijn om te concluderen dat [naam] de gebruiker is van het Sky ECC-account [adres] . De stemherkenning versterkt enkel de overtuiging.
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat bewezen kan worden dat het EncroChat-account [naam] en het Sky ECC-account [adres] door [naam] werden gebruikt.
Slotopmerking
Met betrekking tot de identificaties van bovenstaande accounts merkt de rechtbank tot slot nog op dat de identificaties elkaar onderling ook versterken. De verdachten kennen elkaar. Daarnaast zijn ze allemaal gezien bij [bedrijf] in [plaats] . Verder wordt in de chats gesproken over hennepteelt en ook zoals hierna zal blijken specifiek over de drie hennepkwekerijen in Duitsland. [naam] , die een oud-werknemer is van [medeverdachte] , heeft ook bekend dat hij bij deze kwekerijen betrokken is geweest.
17Dat er derhalve achter deze accounts andere personen zouden zitten die verder niet (of nauwelijks) in het onderzoek naar voren zijn gekomen, acht de rechtbank zeer onaannemelijk.

[plaats] (feit 1)

Op 7 februari 2022 treedt de Duitse politie binnen in een loods aan de [adres] 7 te [plaats] . De politie treft geen in werking zijnde hennepkwekerij aan, maar wel tien pallets met hennepgerelateerde goederen.
18
Hoewel er geen hennepkwekerij is aangetroffen in [plaats] is de rechtbank van oordeel dat wel wettig en overtuigend bewezen kan worden dat hier een hennepkwekerij heeft gezeten. [medeverdachte] heeft verklaard dat de locatie in [plaats] Tenten werd genoemd. Dit zou volgens haar gaan om een grote kwekerij van meer dan duizend planten. Ze is in januari/februari 2021 acht dagen op deze locatie geweest om hennep te knippen.
19[medeverdachte] bevestigt deze verklaring in het verhoor bij de rechter- commissaris.
20De rechtbank ziet geen reden om aan deze verklaring te twijfelen. Haar verklaring vindt steun in het overige bewijs.
Dat de locatie in [plaats] de bijnaam Tent of Tenten had, blijkt bijvoorbeeld ook uit het onderzoek aan de Samsung Galaxy S9+ die tijdens de doorzoeking in de woning van [naam] in beslag is genomen. Op deze telefoon zijn verschillende notities aangetroffen waarop staat vermeld wat er op bepaalde locaties wel of niet aanwezig is. De locaties die hierbij worden genoemd zijn onder andere Tent, Ayran en HH.
21Dit betreffen zoals hieronder ook nog zal blijken bijnamen van de drie hennepkwekerijen in Duitsland. De namen Tent en Ayran komen ook terug op een notitieblokje dat door de Duitse politie wordt gevonden in een Volvo XC60 met Nederlands kenteken. Deze Volvo staat op dat moment bij een in werking zijnde hennepkwekerij in [plaats] . Het vermoeden is dat er meerdere personen aanwezig waren in deze kwekerij op het moment dat de Duitse politie is binnengetreden, maar dat zij er vervolgens snel vandoor zijn gegaan en daarbij de Volvo hebben achtergelaten. In het notitieblokje staat één notitie met bovenaan Ayran en een andere met bovenaan Tent. Bij beide notities staan daaronder artikelen die gebruikt worden bij het telen van hennep, waarbij vermeld wordt hoeveel er van elk artikel nodig is.
22Tot slot blijkt ook uit de EncroChat- en Sky ECC-berichten dat Tenten betrekking heeft op een hennepkwekerij die enige tijd actief is geweest in [plaats] . Op 7 april 2020 zegt [naam] via EncroChat tegen [medeverdachte] dat de tenten bijna klaar zijn, maar dat er problemen zijn met de stroom, het schakelbord en de afzuigers.
23Op 22 juni 2020 stuurt [naam] via Sky ECC naar [medeverdachte] dat het bij de tenten niet goed gaat, maar dat het drooghok afgebouwd is. Op 13 september 2020 geeft [medeverdachte] bij [naam] aan dat als hij morgen naar tenten gaat, hij wat dingen mee moet nemen. Een dag later stuurt hij een foto waarop Industriering en [plaats] staat. Op 17 september 2020 stuurt [naam] een aantal afbeeldingen naar [medeverdachte] die grote overeenkomsten vertonen met de loods in [plaats] zoals deze door de Duitse politie is aangetroffen. Op 27 oktober 2020 stuurt [naam] in het Albanees de eerste is klaar. Daarbij stuurt
hij een aantal afbeeldingen door waarop vijf stroken met potten te zien zijn. Deze potten zijn door de politie geteld en het blijkt te gaan om 1399 potten. Wederom vertonen de afbeeldingen overeenkomsten met de fotos die de Duitse politie heeft genomen in de loods aan de [adres] te [plaats] .
24
Uit de zendmastgegevens van de telefoons van [naam] , [naam] en [verdachte] blijkt dat deze drie verdachten in de maanden oktober 2021 tot en met december 2021 regelmatig zendmasten aanstralen in of nabij [plaats] . De zendmasten worden voor langere periodes aangestraald, hetgeen overeenkomt met de verklaring van [medeverdachte] .
25Ook uit de bakengegevens van de Opel Astra met kenteken [kenteken] in gebruik bij [naam] ,
26en de bakengegevens van de Renault Clio met kenteken [kenteken] , in gebruik bij [naam] ,
27blijkt dat beide voertuigen zowel bij [bedrijf] als bij [plaats] zijn geweest. Op 21 oktober 2021 is op de camerabeelden van de statische camera die op [bedrijf] gericht is, te zien dat [naam] aan komt rijden in een Volkswagen Crafter met Duits kenteken [kenteken] . Vervolgens is te zien dat [medeverdachte] vier jerrycans inlaadt. Door het observatieteam is gezien dat [naam] met de Volkswagen Crafter de grens over rijdt en uiteindelijk stopt bij de loods aan de [adres] . Hier laadt hij meerdere dozen uit.
28
Op 18 november 2021 wordt door het observatieteam gezien dat [naam] , [naam] en een onbekende vrouw (dit betreft hoogstwaarschijnlijk [medeverdachte] ) in de Renault Clio met kenteken [kenteken] naar [plaats] rijden en daar stoppen bij de loods aan de [adres] . De Renault Clio wordt vervolgens achteruit de loods ingereden. Ongeveer tien minuten later vertrekt de Renault Clio weer. Deze rijdt vervolgens naar de hennepkwekerij in [plaats] .
29
Uit de bakengegevens van de Renault Clio met kenteken [kenteken] blijkt dat dit voertuig op 12 november 2021 naar Duitsland rijdt. Het voertuig stopt vervolgens bij de woning van [naam] , de huurder van de loods aan de [adres] .
30Hierna rijdt het voertuig door naar de [adres] in [plaats] , waar het voertuig ongeveer een half uur blijft staan. Dit is in de directe nabijheid van de loods aan de [adres] .
31Op de camerabeelden van een tankstation wordt [verdachte] herkend als bestuurder van de Renault Clio.
32
Op 26 oktober 2021 straalt de telefoon van [naam] een zendmast aan die in de directe omgeving van [plaats] staat.
33Die middag ziet het observatieteam drie voertuigen bij de loods aan de [adres] .
34Twee van deze voertuigen, de Renault Clio met kenteken [kenteken] en de Mazda 3 met kenteken [kenteken] , zijn ook gezien bij [bedrijf] , bij de woningen van [naam] en [naam] en/of aan [adres] (de verblijfplaats van [verdachte] ).
35
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er in de loods aan de [adres] een hennepkwekerij van aanzienlijke omvang heeft gezeten. [medeverdachte] verklaart hierover, via EncroChat en Sky ECC worden berichten gedeeld die duiden op een in werking zijnde hennepkwekerij en tot slot blijkt uit de zendmastgegevens, bakengegevens en observaties dat er meerdere verdachten met enige regelmaat bij de loods komen en daar dan ook langere tijd verblijven.
Met de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet de gehele ten laste gelegde periode bewezen kan worden, maar dat deze beperkt dient te worden tot de periode van eind oktober 2020 tot en met 21 november 2021. Hoewel er aanwijzingen zijn dat er ook op een eerder moment al activiteiten zijn geweest, kan niet bewezen worden dat er op dat moment al hennep werd geteeld. Op 27 oktober 2020 stuurt [naam] via Sky ECC naar [medeverdachte] een aantal fotos met de tekst de eerste is klaar. Op de fotos die overeenkomsten vertonen met de loods aan de [adres] zijn rijen met potten te zien.
36De hennepkwekerij is op dat moment kennelijk gereed.

[plaats] (feit 2)

Op 7 februari 2022 treedt de Duitse politie binnen in een pand aan de [adres] te [plaats] . Het pand betreft een voormalig restaurant met op de begane grond een bowlingbaan. Op de voormalige bowlingbaan treft
de politie een hennepkwekerij aan. In één gedeelte van de kwekerij staan 836 potten, waarvan er 311 beplant zijn met stekken. In het andere gedeelte staan 858 potten die enkel gevuld zijn met plantenaarde en granulaat. Verder vindt de politie onder meer droognetten, plantenresten (vermoedelijk hennep) en plantenmest van het merk Dutch Pro.
37
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat in het pand aan de [adres] te [plaats] een hennepkwekerij van aanzienlijke omvang heeft gezeten. [medeverdachte] heeft verklaard dat de locatie in [plaats] Ayran werd genoemd. Het zou gaan om een grote kwekerij. In de rechter ruimte heeft ze 845 planten geteld en in het andere deel stonden er nog meer. Ze is drie keer in [plaats] geweest om wiet te knippen.
38[medeverdachte] bevestigt deze verklaring in het verhoor bij de rechter- commissaris.
39De rechtbank ziet geen reden om aan deze verklaring te twijfelen. Haar verklaring vindt steun in het overige bewijs.
Dat de locatie in [plaats] de bijnaam Ayran had, wordt net als bij [plaats] bevestigd door het onderzoek aan de telefoon van [naam]
40en het notitieblokje dat is aangetroffen in de Volvo XC60 met Nederlands kenteken.
41Daarnaast wordt er in de tapgesprekken tussen [naam] en [naam] meerdere keren gesproken over Ayran. Op 5 januari 2022 is [naam] vanuit Nederland onderweg naar [naam] . In het tapgesprek van 13:06 uur geeft ze aan dat ze nu naar Ayran rijdt. Om 13:36 uur geeft ze aan dat ze met ongeveer 2 minuten bij [naam] is.
42Uit de zendmastgegevens blijkt dat de telefoon van [naam] omstreeks 13:45 uur een zendmast aanstraalt in de omgeving van [plaats] .
43Tot slot blijkt ook uit de EncroChat- en Sky ECC- berichten dat Ayran betrekking heeft op een hennepkwekerij die enige tijd actief is geweest in [plaats] . Op 30 maart 2020 zegt [medeverdachte] via EncroChat tegen [naam] dat hij even langs Ajran moet gaan om te kijken naar de weed (hennep).
44Op 25 augustus 2020 geeft [naam] aan dat hij op 26 augustus 2020 naar Bio Ibo gaat als gevolg van een onjuiste levering. Deze levering van goederen was bestemd voor Ayran.
45
[naam] heeft aangegeven dat hij in [plaats] hennep heeft geknipt.
46Uit de zendmastgegevens van de telefoons van [naam] , [naam] en [verdachte] blijkt dat deze drie verdachten in de maanden oktober tot en met december 2021 regelmatig zendmasten aanstralen in of nabij [plaats] . De zendmasten worden voor langere periodes aangestraald, wat overeenkomt met de verklaring van [medeverdachte] .
47Ook uit de bakengegevens van de Renault Clio met kenteken [kenteken] , in gebruik bij [naam] , blijkt dat dit voertuig zowel bij [bedrijf] als bij [plaats] is geweest.
48Op 18 november 2021 wordt door het observatieteam gezien dat [naam] , [naam] en (hoogstwaarschijnlijk) [medeverdachte] in de Renault Clio met kenteken [kenteken] eerst naar [plaats] rijden en vervolgens doorrijden naar de hennepkwekerij in [plaats] .
49[medeverdachte] geeft aan dat ze tijdens kerst twee dagen heeft geslapen in [plaats] .
50Dit wordt bevestigd door een tapgesprek tussen [naam] en [naam] van 23 december 2021 waaruit blijkt dat [naam] [medeverdachte] de volgende dag mee zal nemen zodat ze het over kan nemen van [naam] . [naam] zegt tegen [naam] dat hij de TomTom op [plaats] moet zetten. [plaats] ligt vlakbij de veerdienst voor de overtocht richting [plaats] .
51Uit de verklaring van [medeverdachte] blijkt dat de verdachten altijd met een veerpont richting [plaats] gingen.
52Daarnaast wordt in de Volvo XC60 met Nederlands kenteken die bij de hennepkwekerij in [plaats] is achtergelaten, een strippenkaart aangetroffen voor de veerdienst [plaats] .
53
Op 7 december 2021 worden door de Duitse politie fotos gemaakt van het pand aan de [adres] te [plaats] . Hierop is een wit busje te zien (een Fiat Ducato met kenteken [kenteken] ). Uit de zendmastgegevens blijkt dat de telefoons van [naam] en [naam] die dag een zendmast aanstralen in [plaats] . Tevens werd op 5 december 2021 een gesprek gevoerd tussen [naam] en [naam] . Hierin wordt gesproken over een Duits busje dat zij tot hun beschikking hadden. Uit de observaties blijkt het om hetzelfde busje te gaan.
54
Op 1 februari 2022 worden [naam] en [verdachte] door de Duitse politie gezien in [plaats] . Bij het pand aan de [adres] zien zij een witte Volkswagen Passat. Het gaat vermoedelijk om de Volkswagen Passat met kenteken [kenteken] . In de ochtend van 1 februari 2022 is gezien dat [verdachte] [naam] bij haar woning op heeft gehaald in deze Volkswagen Passat.
55Deze auto is ook een aantal keer bij [bedrijf] gezien. De eerste keer is op 18 januari 2022. [verdachte] was toen hoogstwaarschijnlijk de bestuurder.
56Op 26 januari 2022 is de auto wederom bij [bedrijf] gezien. [medeverdachte] was op dat moment ook in het bedrijfspand aanwezig. Daarnaast is de auto op 2 februari 2022 nog een keer bij [bedrijf] gezien. [medeverdachte] was
toen de bestuurder van de auto.
57
Tot slot heeft het NFI vergelijkend onderzoek gedaan met enerzijds monsters hennep uit [bedrijf] en anderzijds monsters hennep uit [plaats] . Het NFI heeft geconcludeerd dat de DNA-profielen van beide monsters volledig overeen komen. Dit betekent dat het materiaal afkomstig kan zijn van dezelfde moederplant.
58
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er in het pand aan de [adres] een hennepkwekerij van aanzienlijke omvang heeft gezeten. De verklaring van [medeverdachte] past bij de aangetroffen situatie, [naam] heeft bekend dat hij hennep heeft geknipt in [plaats] en uit de zendmastgegevens, bakengegevens en observaties volgt dat meerdere verdachten met enige regelmaat bij het pand komen en daar dan ook langere tijd verblijven.
Met de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet de gehele ten laste gelegde periode bewezen kan worden, maar dat deze beperkt dient te worden tot de periode van november 2020 tot en met 7 februari 2022. [medeverdachte] heeft aangegeven dat zij vanaf november of december 2020 mee is gegaan om te knippen.
59Daarnaast is in de telefoon van [naam] een notitie aangetroffen over Ayran, die dateert van begin december 2020.
60

[plaats] (feit 3)

Op 21 mei 2021 wordt er in een pand aan de [adres] te [plaats] een hennepkwekerij aangetroffen. Het pand betreft een voormalig hotel en restaurant met een bowlingbaan. Op de voormalige bowlingbaan treft de politie een hennepkwekerij aan van in totaal 1414 hennepplanten.
61Verder vindt de politie een portemonnee met het rijbewijs van [naam] , een kentekenbewijs dat eveneens op haar naam staat en een kassabon van een benzinestation in Haren (Duitsland).
62Op de camerabeelden van het tankstation worden [naam] en [naam] herkend.
63In de kwekerij worden twee dactyloscopisch sporen van [naam] veiliggesteld
64en één van [verdachte] .
65
[medeverdachte] heeft verklaard dat ze één keer naar de locatie in [plaats] is geweest samen met onder andere [naam] , [naam] en [verdachte] . Ze zijn echter na een uur gevlucht omdat de politie er was.
66Een Duitse verdachte die is aangehouden, [medeverdachte] , heeft verklaard dat een paartje ( [naam] en [naam] ) voor alles heeft gezorgd. Hij noemt hen de tuiniers. Hij verklaart dat zij meestal bleven overnachten, maar dat zij niet permanent in het pand verbleven.
67
Uit de EncroChat-gesprekken van april en mei 2020 blijkt dat [naam] , [naam] en [medeverdachte] contact met elkaar hebben over [plaats] . Uit de chats valt op te maken dat [naam] en [naam] in de kwekerij in [plaats] zijn geweest om werkzaamheden te verrichten. Zo wordt er gesproken over stekken (die [naam] heeft geregeld
68), potten, het verzorgen van de planten en problemen met de stroom. Daarnaast hebben [naam] , [naam] en [medeverdachte] contact over het sluiten van de grens met Duitsland. [medeverdachte] vraagt aan [naam] of de eigenaar in geval van nood iemand kan regelen om water te geven. Verder geeft [medeverdachte] [naam] instructies bij het opbouwen van de hennepkwekerij.
De locatie in [plaats] wordt ook regelmatig HH, Hamb of Ham genoemd. Dat het wel degelijk gaat over de hennepkwekerij in het pand aan de [adres] blijkt uit een foto die door [naam] naar [naam] wordt gestuurd. Deze foto vertoont grote overeenkomsten met het pand aan de [adres] . Daarnaast vraagt [naam] het EncroChat-account Detagrass om het adres in [plaats] . Detagrass stuur het adres [adres] door.
69Verder stuurt [naam] op 6 april 2020 drie fotos naar het EncroChat-account [naam] , waarvan de gebruiker door de politie is geïdentificeerd als [naam] .
70Dit betreffen fotos van een kabelaansluiting in een zekeringenkast. Deze fotos vertonen grote gelijkenis met de door de Duitse politie gefotografeerde
zekeringenkast in de hennepkwekerij in [plaats] .
71
In de Sky ECC-berichten is te lezen dat [naam] de stekken heeft besteld voor HH. [medeverdachte] geeft instructies met betrekking tot het planten van de stekjes. Hij geeft aan dat het beter is als [naam] het zelf doet.
72In januari 2021 hebben [naam] , [naam] en [medeverdachte] contact over een inbraak in HH. [naam] vraagt aan [naam] om er zo snel mogelijk heen te gaan. [naam] geeft aan dat er iemand in HH had moeten slapen. Waarop [naam] aangeeft er zoveel mogelijk samen met [naam] te slapen.
73Op 1 december 2020 geeft [naam] bij [medeverdachte] aan dat hij morgen naar Tenten moet en daarna naar HH. [naam] gaat met hem mee. Een dag later stuurt [naam] een bericht over 10 netten en 22 kilo hennep. Op 4 januari 2021 zegt [medeverdachte] dat hij met Mo (dit betreft zeer waarschijnlijk [naam] ) zal overleggen hoe en waar ze willen knippen in HH.
74
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er in het pand aan de [adres] te [plaats] een hennepkwekerij van aanzienlijke omvang heeft gezeten. Uit de doorzoeking, het sporenonderzoek, de verklaring van [medeverdachte] en de EncroChat- en Sky ECC-berichten blijkt van betrokkenheid van [medeverdachte] , [naam] , [naam] , [naam] en [verdachte] bij deze kwekerij.
Met de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet de gehele ten laste gelegde periode bewezen kan worden, maar dat deze beperkt dient te worden tot de periode van 1 april 2020 tot en met 21 mei 2021. Uit de EncroChat-gesprekken blijkt dat [medeverdachte] , [naam] en [naam] vanaf april 2020 contact hebben over [plaats] .

De rol van verdachte

Juridisch kader
Voor de beoordeling van de vraag of de rol van [verdachte] voldoende is om hem aan te kunnen merken als medepleger is door de rechtbank steeds het volgende juridische kader gehanteerd.
De kwalificatie medeplegen vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking, gericht op het voltooien van het delict. Hiervoor moet sprake zijn van een intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict, die van voldoende gewicht is. De vraag of aan deze eis is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan de rechtbank rekening houden met de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
75Verdachte moet een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan het delict.
Algemeen
Bij de politie heeft [verdachte] geen verklaring af willen leggen. Ter terechtzitting heeft hij aangegeven dat hij één keer naar [plaats] is geweest om te knippen en dat hij één keer naar [plaats] is gereden om [naam] daar af te zetten. Met betrekking tot [plaats] heeft [verdachte] aangegeven dat het zo zou kunnen zijn dat hij daar is geweest en fotos heeft gemaakt met zijn telefoon, maar dat hij dit niet meer weet. De rechtbank is echter van oordeel dat uit het dossier blijkt dat [verdachte] een grotere rol heeft gehad bij het exploiteren van de hennepkwekerijen in [plaats] en [plaats] .
[plaats]
Uit de zendmastgegevens blijkt dat [verdachte] meerdere keren in (de omgeving van) [plaats] is geweest.
76Uit de bakengegevens van de Renault Clio met kenteken [kenteken] (in gebruik bij [naam] ) blijkt dat dit voertuig op 12 november 2021 vanaf [plaats] naar [plaats] is gereden. Uit de zendmastgegevens is gebleken dat de telefoon van [verdachte] op dat moment met de Renault Clio meebeweegt.
77Op de camerabeelden van een tankstation wordt [verdachte] ook herkend als de bestuurder van de Renault Clio.
78Daarnaast wordt op 2 november 2021 een Mazda met het Duitse kenteken [kenteken] gezien bij de woning van [verdachte] .
79Deze auto is enkele dagen daarvoor gezien bij de loods aan de [adres] .
80Verder verklaart [medeverdachte] dat ze bij de Tenten hennep heeft geknipt met onder andere [verdachte] .
81Zij geeft daarbij aan dat ze [verdachte] kent onder de naam [naam] .
82
Op de Apple iPhone 7, die tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] is aangetroffen, staan fotos van een vermoedelijk aangepaste stroomtoevoer en van een loods met afgebroken en opgeslagen houten balken. Op het tijdstip dat deze fotos zijn genomen, straalde de telefoon een zendmast aan in de omgeving van [plaats] .
83Op de Samsung Galaxy A10, die eveneens in de woning van [verdachte] is aangetroffen, wordt [verdachte] in verschillende berichten [naam] genoemd. Ook wordt er een foto aangetroffen van een offerte van [naam] , [adres] te [plaats] .
84
Uit de Sky ECC berichten blijkt dat [naam] en [medeverdachte] op 6 oktober 2020 een gesprek hebben over pallets aarde die naar de Tenten moeten worden gebracht. [naam] geeft aan dat hij ze donderdag gaat brengen. Tegelijkertijd heeft [medeverdachte] een gesprek met het Sky ECC-account 88DZTM. In dit gesprek geeft [medeverdachte] aan dat [naam] (dit betreft [naam] ) er donderdag is omdat de materialen dan ook komen. Hierop vraagt 88DZTM wanneer [medeverdachte] [naam] laat komen om de kasten/stellingen te maken en om wat planten te komen knippen, want ze zijn goed gegroeid.
85Op 18 oktober 2020 vraagt [medeverdachte] aan [naam] hoe laat hij morgen naar Tenten gaat. [naam] zegt dat hij vroeg wil gaan. [medeverdachte] geeft vervolgens aan dat onder meer [naam] ook vroeg daarheen gaat. Op 2 november 2020 vraagt [medeverdachte] aan [naam] of hij de naam van het dorp kan sturen voor [naam] . Hierop stuurt [naam] [plaats] . Op 7 december 2020 heeft [medeverdachte] contact met [naam] . Hij geeft aan dat [naam] het gereedschap mee moet nemen naar Tenten. Hierop antwoordt [naam] dat [naam] hem hier vanochtend naar heeft gevraagd.
86Op 21 december 2020 heeft [naam] een gesprek met het Sky ECC-account 7L7GE1 waarin vermoedelijk wordt gesproken over de hennepkwekerij in [plaats] . In dit gesprek geeft [naam] aan dat [naam] daar volgens Hill beter kan blijven.
87
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat voldoende is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het telen van hennep. Uit het voorgaande blijkt dat [verdachte] meerdere keren in de hennepkwekerij in [plaats] is geweest en dat hij daar ook diverse werkzaamheden heeft verricht. De rol van [verdachte] is van voldoende gewicht om te kunnen spreken van medeplegen. De rechtbank zal derhalve het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen achten.
[plaats]
Uit de zendmastgegevens blijkt dat [verdachte] meerdere keren in (de omgeving van) [plaats] is geweest.
88Daarnaast heeft de Duitse politie op 1 februari 2022 een witte Volkswagen Passat bij het adres [adres] zien staan. Tijdens de observaties is waargenomen dat [verdachte] op deze dag in een witte Volkswagen Passat met kenteken [kenteken] [naam] ophaalt bij haar woning. Later die dag worden [verdachte] en [naam] in [plaats] gezien.
89Tot slot verklaart [medeverdachte] dat ze bij Ayran hennep heeft geknipt met onder andere [verdachte] .
90
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat voldoende is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het telen van hennep. Uit de verklaring van [medeverdachte] , de
zendmastgegevens en de observaties blijkt dat [verdachte] meerdere keren in [plaats] is geweest en dat hij in de kwekerij ook hennep heeft geknipt. De rechtbank zal derhalve het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen achten.
[plaats]
In de hennepkwekerij in [plaats] wordt een dactyloscopisch spoor van [verdachte] veiliggesteld in de hoofdkweekruimte. Dit spoor is aangetroffen op een blikje Coca-Cola.
91Daarnaast heeft [medeverdachte] verklaard dat ze één keer in [plaats] is geweest met onder andere [verdachte] , maar dat ze na een uur moesten vluchten voor de politie.
92Tot slot heeft [verdachte] zelf verklaard dat hij één keer naar [plaats] is geweest om te knippen.
93
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat [verdachte] werkzaamheden heeft verricht in de hennepkwekerij. De rechtbank zal hem derhalve vrijspreken van het medeplegen van het telen van hennep.
[verdachte] is echter samen met de medeverdachten naar de hennepkwekerij gegaan om hennep te knippen. Hij is geen toevallige passant, maar iemand die zich op grote schaal bezighoudt met hennepteelt en hij is ook met dat doel naar [plaats] gegaan. Onder die omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van de hennepplanten op 21 mei 2021 wel wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Ten aanzien van het onder 4 en 5 ten laste gelegde
De rechtbank acht het onder 4 en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 november 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juli 2022, opgenomen op pagina 187 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2022030909 d.d. 24 september 2022, inhoudend het relaas van verbalisant;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 29 juli 2022, opgenomen op pagina 47 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [getuige] .
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 november 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 13 juli 2022, opgenomen op pagina 146
e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 19 juli 2022, opgenomen op pagina 36 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam] .
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van eind oktober 2020 tot en met 21 november 2021 te [plaats] (D) (in een pand/loods aan [adres] ), althans in Duitsland en in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en bereid en bewerkt en verwerkt, 1399 hennepplanten, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
hij in de periode van november 2020 tot en met 7 februari 2022 te [plaats] (D) (in een pand/loods aan de [adres] ), althans in Duitsland en in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en bereid en bewerkt en verwerkt, 1694 hennepplanten, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
3.
hij op 21 mei 2021 te [plaats] (D) (in een pand/loods aan de [adres] ) tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, 1414 hennepplanten, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
4.
hij in de periode van april 2022 tot en met 12 juli 2022 te [plaats] (in een pand aan de [adres] te [plaats] ), (telkens) tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en bereid en bewerkt en verwerkt 259 hennepplanten, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
5.
hij in de periode van 1 april 2022 tot en met 12 juli 2022 te [plaats] (in een pand aan de [adres] te [plaats] ), (telkens) tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en bewerkt 2604 hennepstekken (ruimte C), zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
5. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren eventueel in combinatie met een taakstraf van beperkte duur. De raadsman heeft de rechtbank verzocht rekening te houden met de beperkte rol van verdachte bij de hennepkwekerijen in Duitsland, de beperkte omvang van de hennepkwekerijen in Nederland en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, met name de gezondheidstoestand van verdachte en zijn zus. Tot slot zou de geëiste straf veel te hoog zijn gelet op de straffen die in vergelijkbare zaken opgelegd worden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officieren van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich op grote schaal beziggehouden met het telen van hennep. Hij is betrokken geweest bij twee kleinere hennepkwekerijen in Nederland en drie zeer omvangrijke hennepkwekerijen in Duitsland. De Duitse hennepkwekerijen werden vanuit de onderneming [bedrijf] in [plaats] aangestuurd. Dit gebeurde in georganiseerd verband en op professionele wijze. Het telen van hennep veroorzaakt overlast en schade voor de maatschappij. Softdrugs zijn immers stoffen die bij (langdurig) gebruik kunnen leiden tot schade aan de gezondheid en tot verslavingsproblematiek. Daarnaast gaat hennepteelt en de handel in verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van criminaliteit, zoals geweldsdelicten en vermogenscriminaliteit. Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de instandhouding van het drugscircuit en de daaraan gerelateerde criminaliteit. Hoewel verdachte bij twee van de drie hennepkwekerijen in Duitsland een uitvoerende rol heeft vervuld en bij beide hennepkwekerijen ook werkzaamheden heeft verricht, is de rechtbank van oordeel dat zijn rol een stuk beperkter is dan de rol van
de verdachten die meer betrokken waren in de achterliggende organisatie.
Verdachte heeft maar beperkt openheid van zaken willen gegeven en heeft geprobeerd zijn rol bij de hennepkwekerijen in Duitsland zo klein mogelijk te maken. Hij heeft daarmee geen volledige verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen.
In de oriëntatiepunten van het LOVS wordt voor een hennepkwekerij van 500 tot 1000 hennepplanten een taakstraf van 180 uur en 2 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk gehanteerd. Bij een hennepkwekerij van 100 tot 500 planten gaan de oriëntatiepunten uit van een taakstraf van 120 uur en 1 maand gevangenisstraf voorwaardelijk.
De hennepkwekerijen in Duitsland betreffen in dit geval drie hennepkwekerijen die groter zijn dan 1000 planten, er is sprake van een hoge mate van professionaliteit, het betreft grensoverschrijdende criminaliteit en de kwekerijen zijn allemaal meer dan een jaar in werking geweest. De rechtbank zal daarom uitgaan van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden per hennepkwekerij. De rechtbank houdt rekening met het feit dat verdachte ten aanzien van de hennepkwekerij in [plaats] slechts voor het aanwezig hebben van de hennepplanten wordt veroordeeld.
Met betrekking tot de hennepkwekerijen in Nederland houdt de rechtbank in strafverzwarende zin rekening met het feit dat deze feiten zijn gepleegd nadat de hennepkwekerijen in Duitsland waren opgerold en een groot deel van de medeverdachten al was aangehouden. Dit heeft verdachte er kennelijk niet van weerhouden om door te gaan met het telen van hennep. Dit neemt de rechtbank verdachte in het bijzonder kwalijk.
Persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte van 6 oktober 2023 waarop een zeer oude veroordeling voor een overtreding van de Opiumwet staat.
De rechtbank heeft daarnaast kennisgenomen van het rapport van de Reclassering Nederland van 30 november 2022. De reclassering geeft aan dat zij door de proceshouding van verdachte en met de beschikbare informatie geen verbanden kunnen leggen tussen het ten laste gelegde, de leefomstandigheden en de persoon van verdachte. Risicofactoren zouden het ontbreken van dagbesteding en inkomen en een negatief sociaal netwerk kunnen zijn. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden aangezien zij geen plan van aanpak kunnen opstellen om eventuele risicos te beperken of het gedrag te veranderen. Daarnaast hebben eerdere reclasseringsinterventies tot op heden niet het gewenste resultaat gehad omdat deze voortijdig negatief werden beëindigd.
Straf
Met inachtneming van de LOVS oriëntatiepunten en de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, komt de rechtbank tot een lagere straf dan door de officieren van justitie is geëist. Alles afwegend acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek van het voorarrest passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld
in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
De voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis is geschorst voor bepaalde tijd, te weten tot de datum van dit vonnis. De rechtbank acht termen aanwezig om de voorlopige hechtenis, waarvan de schorsing per vandaag is beëindigd, op te heffen.

Benadeelde partij

[ benadeelde partij] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van 120.159,10 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben zich op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich eveneens op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Oordeel van de rechtbank
Hoewel aannemelijk is dat de benadeelde partij schade heeft geleden die het rechtstreeks gevolg is van het onder 4 bewezenverklaarde, beschikt de rechtbank over onvoldoende informatie om de hoogte daarvan te kunnen beoordelen. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. De rechtbank zal de vordering daarom niet-ontvankelijk verklaren. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Ten aanzien van feit 4:
Verklaart de vordering van
[ benadeelde partij]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.

Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.

Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schuth, voorzitter, mr. M.S. van der Kuijl en
mr. A. de Jong, rechters, bijgestaan door mr. G. Langius, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 december 2023.
1. Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt tenzij anders vermeld bedoeld een
ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpaginas, betreft dit tenzij anders vermeld de paginas van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2021139325 d.d. 28 april 2022 (onderzoek MERGEL / NN1R021094).
2 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2021, opgenomen op pagina 2222 e.v.
3 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 november 2021, opgenomen op pagina 3475 e.v.
4 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 april 2022, opgenomen op pagina 5029 e.v.
5 Proces-verbaal van identificatie d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 5853 e.v.
6 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 oktober 2022, opgenomen op pagina 6061 e.v.
7 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 januari 2022, opgenomen op pagina 2863 e.v.
8 Proces-verbaal van identificatie d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 5853 e.v.
9 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 februari 2021, opgenomen op pagina 3411 e.v.
10 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 mei 2022, opgenomen op pagina 5074 e.v.
11 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2022, opgenomen op pagina 5037 e.v.
12 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 februari 2021, opgenomen op pagina 3411 e.v.
13 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 mei 2022, opgenomen op pagina 5339 e.v.
14 Proces-verbaal van identificatie d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 5853 e.v.
15 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 september 2022, opgenomen op pagina 5868 e.v.
16 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 september 2022, opgenomen op pagina 6060.
17 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 februari 2022, opgenomen op pagina 1914 e.v.
18 Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 4047 e.v. en proces-verbaal
van bevindingen d.d. 10 mei 2022, opgenomen op pagina 5086 met fotobijlage op pagina 5087 e.v.
19 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
20 Proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte] bij de rechter-commissaris d.d. 21 juni 2023.
21 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2022, opgenomen op pagina 5041 e.v.
22 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 3352 e.v.
23 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4237 e.v.
24 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 augustus 2022, opgenomen op pagina 5874 e.v.
25 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2462 e.v., proces-verbaal
van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2445 e.v. en proces-verbaal van bevindingen
d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2776 e.v.
26 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 2504 e.v.
27 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 2506 e.v.
28 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2021, opgenomen op pagina 2368 e.v. en proces-verbaal
van observatie donderdag 21 oktober 2021 d.d. 25 oktober 2021, opgenomen op pagina 2362 e.v.
29 Proces-verbaal van observatie donderdag 18 november 2021 d.d. 22 november 2021, opgenomen op
pagina 2536 e.v.
30 Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 4047 e.v.
31 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 november 2021, opgenomen op pagina 4028 e.v.
32 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2021, opgenomen op pagina 4034 e.v.
33 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2445 e.v.
34 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2021, opgenomen op pagina 2397 e.v.
35 Zie onder andere proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 2506 e.v.,
proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 november 2021, opgenomen op pagina 2508 e.v., proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 november 2021, opgenomen op pagina 2656 e.v., proces-verbaal van bevindingen
d.d. 9 december 2021, opgenomen op pagina 2793 e.v.
36 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 augustus 2022, opgenomen op pagina 5874 e.v.
37 Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 4121 e.v. en proces-verbaal
van bevindingen d.d. 10 mei 2022, opgenomen op pagina 5188 met fotobijlage op pagina 5189 e.v.
38 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
39 Proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte] bij de rechter-commissaris d.d. 21 juni 2023.
40 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2022, opgenomen op pagina 5041 e.v.
41 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 3352 e.v.
42 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4103 e.v.
43 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2462 e.v.
44 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4103 e.v.
45 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 43 e.v. van het aanvullend
dossier.
46 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 februari 2022, opgenomen op pagina 1914 e.v.
47 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2462 e.v., proces-verbaal
van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2445 e.v. en proces-verbaal van bevindingen
d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2776 e.v.
48 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 2506 e.v.
49 Proces-verbaal van observatie donderdag 18 november 2021 d.d. 22 november 2021, opgenomen op
pagina 2536 e.v.
50 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 2063 e.v.
51 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 april 2022, opgenomen op pagina 4088.
52 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
53 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2021, opgenomen op pagina 2387 e.v.
54 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 december 2021, opgenomen op pagina 2772.
55 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4094.
56 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 januari 2022, opgenomen op pagina 2855 e.v.
57 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 maart 2022, opgenomen op pagina 3966 e.v.
58 Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut, zaaknummer 2022.03.15.243,
d.d. 18 oktober 2022 opgemaakt door dr. M. Wesselink, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige.
59 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
60 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2022, opgeslagen 5041 e.v.
61 Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 24 mei 2021, opgenomen op pagina 4346 e.v.
62 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2021, opgenomen op pagina 2387 e.v.
63 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4261 e.v.
64 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2021, opgenomen op pagina 2387 e.v.
65 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 november 2021, opgenomen op pagina 2623.
66 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 2063 e.v.
67 Verhoor van verdachte [medeverdachte] d.d. 10 augustus 2021, opgenomen op pagina 4264 e.v.
68 Zie hiervoor bijvoorbeeld ook het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 maart 2022, opgenomen op
pagina 4332 e.v.
69 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 februari 2022, opgenomen op pagina 4311 e.v.
70 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 februari 2021, opgenomen op pagina 4980 e.v.
71 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 maart 2022, opgenomen op pagina 4332 e.v.
72 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 oktober 2022, opgenomen op pagina 6061 e.v.
73 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 oktober 2022, opgenomen op pagina 6101 e.v.
74 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 43 e.v. van het aanvullend
dossier.
75 Hoge Raad 22 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:741.
76 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2776 e.v.
77 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 november 2021, opgenomen op pagina 4028 e.v.
78 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2021, opgenomen op pagina 4034 e.v.
79 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 november 2021, opgenomen op pagina 2443 e.v.
80 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2021, opgenomen op pagina 2397 e.v.
81 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
82 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 2063 e.v.
83 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 3237 e.v.
84 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 februari 2022, opgenomen op pagina 3242 e.v.
85 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 augustus 2022, opgenomen op pagina 5874 e.v.
86 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 43 e.v. van het aanvullend
dossier.
87 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 augustus 2022, opgenomen op pagina 5874 e.v.
88 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2776 e.v.
89 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4094.
90 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
91 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 november 2021, opgenomen op pagina 2623.
92 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 2063 e.v.
93 De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 november 2023.