Bijlage
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 8:81
1. Indien tegen een besluit bij de bestuursrechter beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningen-rechter van de bestuursrechter op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Artikel 2.1
1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
a. het bouwen van een bouwwerk;
c. het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan (…).
g. het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald.
1. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, wordt de omgevingsvergunning geweigerd indien:
c. de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan, de beheersverordening of het exploitatieplan, of de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, tenzij de activiteit niet in strijd is met een omgevingsvergunning die is verleend met toepassing van artikel 2.12.
2. In gevallen als bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt de aanvraag mede aangemerkt als een aanvraag om een vergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, en wordt de vergunning op de grond, bedoeld in het eerste lid, onder c, slechts geweigerd indien vergunningverlening met toepassing van artikel 2.12 niet mogelijk is.
1. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en:
a. indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan of de beheersverordening:
1. met toepassing van de in het bestemmingsplan of de beheersverordening opgenomen regels inzake afwijking,
2. in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen, of
3. in overige gevallen, indien de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.
Artikel 2.16
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g of h, kan de omgevingsvergunning worden geweigerd indien naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aannemelijk is dat op de plaats van het te slopen bouwwerk een ander bouwwerk kan of zal worden gebouwd.
Bestemmingsplan “Buitengebied”
Ingevolge het bestemmingsplan “Buitengebied” is aan het perceel de enkelbestemming “Agrarisch - Bedrijf” toegekend alsmede de dubbelbestemmingen “Waarde - Cultuurhistorie - Karakteristiek” en “Waarde - Landschap”.
Artikel 3 Agrarisch - Bedrijf
Artikel 3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Agrarisch – Bedrijf” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. een grondgebonden agrarisch bedrijf (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html);
b. een productiegerichte paardenhouderij (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html);
c. een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
d. bedrijfswoning (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html)en met bijbehorende bouwwerken en overkappingen;
e. uitsluitend agrarische opslag, ter plaatse van de aanduiding 'opslag'.
f. een bestaand (agrarisch) loonbedrijf (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - loonbedrijf';
g. een bekistingsbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bekisting'.
Met daaraan ondergeschikt:
i. groen-, nuts- en speelvoorzieningen;
j. voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
k. bijbehorende verhardingen, tuinen, erven en additionele voorzieningen (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html);
l. kleinschalige horeca (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html) en kleinschalige nevenactiviteiten (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html), mits voldaan wordt aan 3.4.1 onder c;
m. een mini-camping (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html), mits voldaan wordt aan 3.4.1 onder d;
n. een vrij beroep (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html) of overige aan-huis-verbonden beroep of bedrijf (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html), mits voldaan wordt aan 3.4.1 onder e;
o. kleinschalige duurzame energieopwekking (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html).
Artikel 3.2 Bouwregels
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaand (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html) is toegestaan.
Artikel 3.2.1 Bedrijfsgebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
(…)
f. de maatvoering van bedrijfsgebouwen, bijbehorende bouwwerken of overkappingen voldoet voorts aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:
type bouwwerk
maximale oppervlakte
maximale goothoogte in meters
maximale bouw-hoogte in meters
dakhelling in graden
bedrijfsgebouwen
bouwvlak bepalend
6
14
minimaal 20, maximaal 60
teeltondersteunende (boog)kassen
1000 m2
4
7
geen platte afdekking
Artikel 40 Waarde - Cultuurhistorie - Karakteristiek
Artikel 40.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Waarde - Cultuurhistorie - Karakteristiek (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html)” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud, bescherming en herstel van karakteristieke objecten.
Artikel 40.4 Omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 40.4.1 Vergunningplicht
Het is niet toegestaan bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', en de in Bijlage 7 (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/b_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01_rb7.pdf) weergegeven bouwwerken binnen de bestemming Waarde - Cultuurhistorie - (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html)Karakteristiek (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html) geheel of gedeeltelijk zonder, of in afwijking van, een omgevingsvergunning te slopen.
Artikel 40.4.2 Voorwaarden vergunningverlening algemeen
a. Een omgevingsvergunning als bedoeld in 40.4.1 wordt voor bouwwerken en delen van bouwwerken uitsluitend verleend als:
1. sprake is van een algemeen belang waarvoor het karakteristieke bouwwerk moet wijken; of,
2. wordt aangetoond dat zinvol (her)gebruik van het bouwwerk overeenkomstig de geldende bestemming of een andere, uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening, passende bestemming objectief gezien niet mogelijk is en het belang van de vergunningaanvrager bij sloop van het bouwwerk in redelijkheid dient te prevaleren boven het cultuurhistorisch belang bij behoud ervan. De aanvrager van een omgevingsvergunning dient, volgens het afwegingskader bescherming karakteristieke panden, een rapport van een onafhankelijke deskundige te overleggen, dat ingaat op:
- de bouwkundige en gebruikstechnische staat van het bouwwerk;
- de mate waarin het bouwwerk geschikt is of door het treffen van voorzieningen geschikt kan worden gemaakt voor zinvol (her)gebruik overeenkomstig de geldende bestemming of een andere, uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening, passende bestemming en
- de cultuurhistorische waarde van het bouwwerk, of
3. de karakteristieken van het bouwwerk niet langer aanwezig zijn en herstel alleen mogelijk is door ingrijpende wijzigingen aan het bouwwerk; of,
4. het om delen van een bouwwerk gaat die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken en door sloop van deze delen er geen sprake is onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm; of
5. het om delen van een bouwwerk gaat die wel als karakteristiek zijn aan te merken, maar worden vervangen door gelijkwaardige karakteristieke delen en de karakteristiek van het bouwwerk daardoor niet wordt aangetast.
b. Het aanleveren van een rapport als bedoeld in lid a2 is niet nodig als, volgens het oordeel van burgemeester en wethouders, op basis van andere beschikbare informatie voldoende duidelijk is dat het bouwwerk niet geschikt is of geschikt te maken is voor zinvol (her)gebruik.
c. In het geval dat sloop van volledige gebouwen of andere bouwwerken op grond van het bepaalde in lid a sub 2 of 3 mogelijk is, is het noodzakelijk dat de aanvraag om sloopvergunning ook voorziet in:
1. een plan voor de herinrichting van de locatie met behoud van de ruimtelijke kwaliteit, dat tot stand is gekomen door de maatwerkmethode;
2. een schriftelijke verklaring en planning van de uitvoering van de sloop en herinrichting van de locatie. In de omgevingsvergunning wordt een voorschrift opgenomen waarin de termijn tot afronding van de herinrichting wordt vastgelegd.
d. Als burgemeester en wethouders van plan zijn om een omgevingsvergunning als bedoeld in 40.4.1 te verlenen, wordt advies gevraagd van een onafhankelijke of een bij de gemeente werkzame deskundige op het gebied van cultuurhistorie;
e. In afwijking van het bepaalde onder lid d wordt de erfgoedcommissie om een schriftelijk advies gevraagd in het geval de sloop betrekking heeft op het hele bouwwerk en er sprake is van een gemiddelde of hoge cultuurhistorische waarde van het bouwwerk.
Artikel 40.5 Uitzonderingen vergunningplicht
Het gestelde onder 40.4.1 is niet van toepassing voor zover het sloop betreft:
a. ten behoeve van gewoon onderhoud en herstel;
b. van inpandige delen van een gebouw;
c. ten behoeve van het uitvoeren van destructief onderzoek;
d. die noodzakelijk is ter voorkoming van instortingsgevaar en daarbij sprake is van een acute bedreiging van veiligheid van personen of beschadiging van omliggende bebouwing en andere maatregelen het instortingsgevaar niet kunnen voorkomen;
e. van bouwwerken waarvoor reeds een sloopvergunning voor het slopen van het volledige bouwwerk is verleend.
f. (agrarische) bedrijfsgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde, die niet zijn weergegeven in de Bijlage 7 (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/b_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01_rb7.pdf).
Artikel 41 Waarde - Cultuurhistorie – Monument
Artikel 41.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Waarde - Cultuurhistorie - Monument (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html)” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud, bescherming en herstel van cultuurhistorische waarden.
Artikel 41.2.2 Gemeentelijke monumenten
a. Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – gemeentelijk monument’ zijn de bouwwerken wettelijk beschermd op grond van de Erfgoedwet. In geval van strijdigheid gaan de bepalingen in dit lid vóór de bepalingen die ingevolge andere regels voor deze bouwwerken van toepassing zijn.
b. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:
1. een beschermd monument te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht;
2. werken en werkzaamheden uit te voeren die een beschermd monument in enig opzicht wijzigen, verstoren, herstellen of waardoor een beschermd monument wordt verplaatst, of waardoor het beschermd monument wordt ontsierd of in gevaar gebracht;
3. een beschermd monument te slopen.
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, winnen burgemeester en wethouders advies in bij de Erfgoedcommissie.
c. In afwijking van het bepaalde onder a is geen omgevingsvergunning vereist als deze activiteit betrekking heeft op:
1. gewoon onderhoud, voor zover detaillering, profilering en vormgeving, materiaalsoort en kleur niet wijzigen en bij een tuin, park of andere aanleg, de aanleg niet wijzigt;
2. een activiteit die uitsluitend leidt tot inpandige veranderingen van een onderdeel van het monument dat uit het oogpunt van monumentenzorg geen waarde heeft.
Artikel 42 Waarde - Landschap
Artikel 42.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Waarde - Landschap” aangewezen gronden zijn behalve voor de daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor:
a. de opbouw, het behoud en het herstel van landschappelijke en cultuurhistorische waarden in de gebieden zoals weergegeven op kaart in Bijlage 1 Kaart landschappelijke waarden (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/b_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01_rb1.pdf), zoals:
1. het reliëf en de herkenbaarheid van glaciale ruggen, inversieruggen, en dekzandruggen;
2. behoud, herstel en ontwikkeling van het groene lint met bijbehorende beplantingsstructuur;
3. karakteristieke laagten;
4. cultuurhistorisch waardevolle dijken en dijkrestanten;
5. karakteristieke waterlopen en kanalen en wijken;
7. het grootschalig open gebied.
Artikel 48 Algemene afwijkingsregels
Artikel 48.1 Afwijkingsbevoegdheid
Artikel 48.1.1 Algemeen
Voor zover het niet op grond van een andere bepaling van de planregels kan worden toegestaan, kan het bevoegd gezag met inachtneming van het bepaalde in 48.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bepalingen in Hoofdstuk 2 voor:
(…);
b. de maten en eigenschappen van gebouwen:
1. ten behoeve van de onderlinge architectonische afstemming van op hetzelfde bouwperceel gelegen gebouwen, mits:
- de hoogte van bijgebouwen niet meer gaat bedragen dan de hoogte van het hoofdgebouw of woongebouw;
- de voor gebouwen toegestane oppervlakte niet wordt overschreden.
(…).
Artikel 49 Algemene wijzigingsregels
Artikel 49.1 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 49.1.2 Archeologie
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in die zin dat:
a. de bestemming 'Waarde - Archeologie 1 (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html)', 'Waarde - Archeologie 2 (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html)', 'Waarde - Archeologie (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html)3 (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html)', of 'Waarde - Archeologie 4 (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html)' ter plaatse wordt aangebracht, mits:
door aanvullend historisch en/of archeologisch onderzoek archeologische waarden van terreinen naar voren komen;
b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 1 (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html)', 'Waarde - Archeologie 2 (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html)', 'Waarde - Archeologie (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html)3 (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html)', of 'Waarde - Archeologie 4 (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01/r_NL.IMRO.1952.bpmigbuitengebied-va01.html)' ter plaatse wordt verwijderd, indien:
uit deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen sprake (meer) is van behoudenswaardige archeologische waarden.