In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen en het seksueel binnendringen van een minderjarige. De verdachte, geboren in 1967, heeft in de periode van 1 juni 2001 tot en met 10 oktober 2001 in Groningen ontuchtige handelingen gepleegd met een slachtoffer dat op dat moment twaalf jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan het plegen van deze handelingen, waarbij hij onder andere zijn penis en vingers heeft gebruikt om de vagina van het slachtoffer te penetreren.
Tijdens de zitting op 21 november 2023 heeft de verdachte bekend, maar de rechtbank heeft hem gedeeltelijk vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, waaronder het betasten van de borsten van het slachtoffer en het binnendringen met de tong, vanwege onvoldoende bewijs. De rechtbank heeft de ernst van de feiten in overweging genomen, evenals de lange tijd die is verstreken sinds de feiten hebben plaatsgevonden. De verdachte heeft geen eerdere zedendelicten gepleegd en heeft inmiddels hulp gezocht bij de GGZ.
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 10 maanden geëist, maar de rechtbank heeft besloten om een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden op te leggen, met een proeftijd van een jaar, en daarnaast een taakstraf van 180 uren. De rechtbank heeft geen contactverbod opgelegd, omdat de kans op herhaling als laag werd ingeschat. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op het slachtoffer, dat nog steeds psychisch letsel ondervindt van de handelingen van de verdachte.