Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 november 2023 in de zaak tussen
[eiser] en [eiseres] , uit [woonplaats] , eisers
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Ten aanzien van de woning geldt de bestemming ‘Wonen’. In artikel 28.5 van het bestemmingsplan ‘Schiermonnikoog – Dorp’ is expliciet bepaald dat de recreatief gebruik van de woning gebruikt strijdig is met de bestemming.
De woning is oorspronkelijk een woning voor permanente bewoning, maar is in het verleden in gebruik genomen voor recreatieve doeleinden. Het recreatief gebruik van de woning viel daardoor onder het algemeen overgangsrecht van de hiervoor geldende bestemmingsplannen en - in eerste instantie – ook onder het algemeen overgangsrecht van het bestemmingsplan ‘Schiermonnikoog – Dorp’. Uit het feit dat het recreatief gebruik onder het overgangsrecht valt, is af te leiden dat dit gebruik niet in overeenstemming is met de woonbestemming. Dit betekent dat voor het gebruik een vergunning vereist is wegens strijdig gebruik op grond van artikel 2.1, eerste lid, sub c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
In het nieuwe bestemmingsplan is aan de gronden de aanduiding ‘overige zone – voorwaardelijk recreatief gebruik’ toegekend. Dit betekent dat eisers de woning recreatief mogen gebruiken. Die mogelijkheid vervalt zodra de woning voor een periode van minimaal één jaar permanent wordt bewoond. Deze regeling is erop gericht dat de woningen op termijn weer alleen worden gebruikt voor permanente bewoning. Onbelemmerd recreatief gebruik komt niet overeen met dit uitgangspunt. De aanvraag is daarom geweigerd.
In aansluiting hierop is door het college ter zitting aangegeven, dat maatwerk in het onderhavige geval aangewezen had moeten zijn, dat het college (alsnog) bereid is om de onderhavige aanvraag serieus (nader) in overweging te nemen en in gesprek met eisers wil gaan over mogelijke condities en voorwaarden. Het komt de rechtbank dan ook geraden voor dat partijen hieromtrent met elkaar in overleg gaan.