ECLI:NL:RVS:2022:2120

Raad van State

Datum uitspraak
19 juli 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
202201923/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Schiermonnikoog

In deze zaak heeft de verzoeker zich gericht tegen het besluit van de raad van de gemeente Schiermonnikoog, dat op 15 februari 2022 het bestemmingsplan "Verbrede reikwijdte Schiermonnikoog - Dorp" heeft vastgesteld. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, met als doel dat het bestemmingsplan wordt geschorst totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemzaak. De mondelinge uitspraak vond plaats op 19 juli 2022, waarbij de voorzieningenrechter, staatsraad mr. D.A. Verburg, het verzoek heeft afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de vraag of de verzoeker belanghebbende is met betrekking tot de twee percelen in kwestie, in het midden kan worden gelaten. Dit zal in de bodemzaak verder worden beoordeeld. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er voldoende aanknopingspunten zijn om te oordelen dat de verzoeker belanghebbende is. Voor het eerste perceel heeft het college van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog op 7 maart 2017 een omgevingsvergunning verleend voor het omzetten van een woonhuis in een recreatiewoning. Dit is een vergunning die het mogelijk maakt om af te wijken van het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter heeft opgemerkt dat de gemeenteraad de vergunde recreatiewoning in het nieuwe bestemmingsplan heeft overgenomen, wat voldoende gemotiveerd is.

Wat betreft het tweede perceel heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat het perceelsgedeelte waar de verzoeker om vraagt, niet in het gebied van het beschermd dorpsgezicht ligt. De zuidelijke helft van de overtuin is al bebouwd, terwijl het noordelijke gedeelte, waar het bouwvlak van nummer 6 naartoe wordt verplaatst en vergroot, niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening. Gelet op deze overwegingen heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en bepaald dat de raad geen proceskosten hoeft te vergoeden.

Uitspraak

202201923/2/R3.
Datum uitspraak: 19 juli 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
verzoeker,
en
de raad van de gemeente Schiermonnikoog,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 19 juli 2022 om 13:15 uur.
Tegenwoordig:
staatsraad mr. D.A. Verburg, voorzieningenrechter
griffier: mr. J. Buskermolen
Verschenen:
- De raad, vertegenwoordigd door A.C. Baarda;
- [partij A];
- [partij B].
[verzoeker] richt zich tegen het besluit van de raad van 15 februari 2022, waarbij het bestemmingsplan "Verbrede reikwijdte Schiermonnikoog - Dorp" is vastgesteld. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Het verzoek van [verzoeker] is erop gericht dat de voorzieningenrechter bepaalt dat het plan wordt geschorst totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemzaak.
De voorzieningenrechter:
wijst het verzoek af.
De voorzieningenrechter heeft de volgende redenen om tot dit oordeel te komen.
De vraag of [verzoeker] zicht heeft op de twee percelen waarom het gaat, laat de voorzieningenrechter in het midden. Dat kan in de bodemzaak worden bepaald. Beoordeeld naar wat er nu bekend is, zijn er voldoende aanknopingspunten om te oordelen dat hij belanghebbende is.
Voor [locatie 1] geldt dat het college van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog op 7 maart 2017 een omgevingsvergunning heeft verleend voor het omzetten van een woonhuis in een recreatiewoning. Dat is een vergunning om het afwijken van een bestemmingsplan mogelijk te maken. Regel is dat je zo’n vergunning inpast in het daarop volgende nieuwe bestemmingsplan. Juist als een gemeenteraad dat níet doet, moet dat worden uitgelegd. Hier volstond de motivering dat de raad de vergunde recreatiewoning overneemt in het nieuwe plan.
Voor [locatie 2] geldt dat het perceelsgedeelte waar het [verzoeker] om te doen is, juist niet in het gebied van het beschermd dorpsgezicht ligt. De zuidelijke helft van de overtuin die daar was, is al bebouwd. Dat zuidelijke gedeelte ligt wel in het gebied van het beschermd dorpsgezicht. Dat het bouwvlak van nummer 6 wordt verplaatst van het zuidelijke naar het noordelijke gedeelte en wordt vergroot, is alles bij elkaar gelet op de eigenschappen van de directe omgeving niet in strijd met de goede ruimtelijke ordening.
Daarom wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
w.g. Verburg
voorzieningenrechter
w.g. Buskermolen
griffier
896