ECLI:NL:RBNNE:2023:478

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 februari 2023
Publicatiedatum
14 februari 2023
Zaaknummer
18/173782-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor mensenhandel en veroordeling voor drugsbezit met deels voorwaardelijke gevangenisstraf

Op 14 februari 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van mensenhandel en het opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs. De rechtbank sprak de verdachte vrij van mensenhandel ten aanzien van twee van de drie aangeefsters, omdat niet kon worden bewezen dat er sprake was van uitbuiting en dat de keuzevrijheid van de aangeefsters door de verdachte was beperkt. Echter, de rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van één aangeefster, waarbij hij een afhankelijkheidsrelatie had gecreëerd en haar had gedwongen tot seksuele uitbuiting. De verdachte werd ook veroordeeld voor het opzettelijk aanwezig hebben van een hoeveelheid harddrugs, waaronder GHB en MDMA. De rechtbank legde een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op, waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk was aan de duur van het voorarrest. De rechtbank hield rekening met de kwetsbaarheid van de aangeefster en het overwicht dat de verdachte op haar had. De vorderingen van de benadeelde partijen werden gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de verdachte aansprakelijk stelde voor immateriële schade aan de aangeefster.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18/173782-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 14 februari 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1969 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 23 januari 2023. Het onderzoek is gesloten ter terechtzitting van 14 februari 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E.J. Kuiters, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S.E. Eijzenga.

Tenlastelegging

Aan verdachte is in de zaak met parketnummer 18/173782-21 - kort gezegd en na een toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering het volgende ten laste gelegd:
het in de periode van 1 januari 2016 tot en met 10 mei 2019, althans 1 november 2017 tot en met10 mei 2019, meermalen plegen van mensenhandel ten aanzien van [benadeelde partij 1] (sub 1, 4, 6 en 9);
het in de periode van 1 augustus 2019 tot 10 september 2020 meermalen plegen vanmensenhandel ten aanzien van [benadeelde partij 2] (sub 1, 4, 6 en 9);
het in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 1 maart 2021 meermalen plegen vanmensenhandel ten aanzien van [benadeelde partij 3] (sub 1, 4, 6 en 9);
het op of omstreeks 17 augustus 2021 voorhanden hebben van GHB, MDMA en Oxycodon
De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage I bij dit vonnis gehecht en maakt hiervan deel uit.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten, te weten mensenhandel gepleegd ten aanzien van [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] en het opzettelijk aanwezig hebben van drugs. Verdachte bekent feit 4.
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen dat verdachte - getuige diens modus operandi - [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] bewust heeft benaderd, geworven, gehuisvest en vervoerd met het oogmerk van uitbuiting. Uit het strafdossier volgt een duidelijke disbalans in de verhoudingen.
Verdachte heeft de vrouwen daarbij misleid door een liefdesrelatie voor te wenden, misbruik gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiende overwicht en misbruik gemaakt van hun kwetsbare positie. De diverse handelingen van verdachte dienen niet op zichzelf, maar in onderlinge samenhang te worden gezien en vormen een onlosmakelijk verband. Er is sprake van een opbouw in handelingen, waarbij vertrouwen werd gewekt en waarbij duidelijk sprake is van een opbouw in gradaties van handelen. Door al deze omstandigheden verkeerden de vrouwen in een situatie waarin hun keuzevrijheid in ernstige mate werd beperkt, waartoe ook behoorde het ontbreken of de vermindering van de mogelijkheid een bewuste keuze te maken. Hiermee staat het gedwongen karakter van uitbuiting vast.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
Hij heeft daartoe - onder meer - aangevoerd dat er behoedzaam en terughoudend moet worden omgegaan met de door de aangeefsters afgelegde verklaringen, omdat zij voorafgaand aan de gedane aangiften en de verhoren door de rechter-commissaris met elkaar hebben gesproken. Er was geen sprake van uitbuiting noch het bestaan van een oogmerk daartoe.
De raadsman heeft geen verweer gevoerd tegen een bewezenverklaring van het onder 4 ten laste gelegde feit.
Oordeel van de rechtbank
Juridisch kader mensenhandel
Aan verdachte is mensenhandel ten laste gelegd zoals omschreven in artikel 273f, eerste lid, sub 1o, 4o, 6o en 9o van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Dit artikel staat in titel XVIII, de titel die ziet op de ‘misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid’. Uit de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie over dit wetsartikel volgt dat mensenhandel is gericht op uitbuiting. Het belang van het individu staat voorop; dat belang is het behoud van zijn of haar lichamelijke of geestelijke integriteit en vrijheid.
De in artikel 273f Sr verboden gedragingen beïnvloeden de wil, waaronder is begrepen de keuzemogelijkheid van het slachtoffer, in die zin dat zij leiden tot het ontbreken van vrijwilligheid, waartoe ook behoort het ontbreken of de vermindering van de mogelijkheid een bewuste keuze te maken. Dit gebrek aan een vrije keuze komt nader tot uitdrukking in de verschillende bestanddelen die deel uitmaken van artikel 273f Sr.
De vraag of - en zo ja, wanneer - sprake is van 'uitbuiting' in de zin van de artikel 273f, eerste lid, Sr is niet in algemene termen te beantwoorden, maar sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Bij de beantwoording van die vraag komt onder meer betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling of de te verrichten activiteit, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt en het economisch voordeel dat daarmee door verdachte wordt behaald.
1
Uitbuiting veronderstelt altijd een zekere mate van onvrijwilligheid of onderwerping van degene die wordt uitgebuit. In het geval van prostitutiewerkzaamheden (of in onderhavig geval seksafspraken) zal er - gelet op de aard van het werk en de forse inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer - in het geval van gebruik van enig dwangmiddel en enig financieel gewin bij de verdachte al snel sprake zijn van uitbuiting.
Instemming van het slachtoffer met de beoogde of bestaande uitbuiting is niet relevant indien één van de in artikel 273f Sr genoemde dwangmiddelen is gebruikt.
2
Ten aanzien van het dwangmiddel misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht overweegt de rechtbank dat dit veelal uit de omstandigheden kan worden afgeleid. In de wetsgeschiedenis wordt hierbij de vergelijking gemaakt met de mogelijkheid zich op te stellen als ‘een mondige Nederlandse prostitué(e)’. Met een ‘kwetsbare positie‘ wordt onder andere bedoeld een situatie waarin een persoon geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik te ondergaan. Aan het begrip misbruik van een kwetsbare positie komt mede feitelijke betekenis toe. Verdachte moet zich wel bewust zijn van de relevante feitelijke omstandigheden van de betrokkene waaruit het overwicht voortvloeit, dan wel van de kwetsbare positie van het slachtoffer, in die zin dat ten minste voorwaardelijk opzet ten aanzien van die omstandigheden en/of kwetsbare positie bij hem aanwezig moet zijn.
De rechtbank zal aan de hand van het zojuist geschetste kader beoordelen of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (seksuele) uitbuiting van [benadeelde partij 1] (feit 1), [benadeelde partij 2] (feit 2) en [benadeelde partij 3] (feit 3).
Conclusies ten aanzien van de ten laste gelegde feiten
Feiten 2 en 3
De rechtbank acht de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten (mensenhandel ten aanzien van [benadeelde partij 2] en van [benadeelde partij 3] ) niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
[benadeelde partij 2]
Aangeefster [benadeelde partij 2] verklaart in haar aangifte o.a. dat zij verdachte in augustus 2019 ontmoette op een datingsite. Zij hebben vervolgens contact via e-mail en in de periode oktober en november 2019 kwam verdachte een aantal keren naar Limburg, waar [benadeelde partij 2] woonde.
In die tijd lag de vader van [benadeelde partij 2] op sterven. [benadeelde partij 2] vertelde verdachte in die periode over haar familieproblemen, haar misbruikverleden en fysieke klachten. Na het overlijden van haar vader ging [benadeelde partij 2] met verdachte mee naar Assen. In december 2019 vertelde verdachte haar dat hij aan seks met andere stellen deed en dat hij graag wilde dat [benadeelde partij 2] daar ook aan mee zou doen. Verdachte legde [benadeelde partij 2] uit wat WAPfeesten inhouden (seksfeesten waar onder invloed van drugs seks wordt bedreven met meerdere personen) en introduceerde haar ook in het gebruik van drugs. Verdachte gaf aan dat hij, wanneer [benadeelde partij 2] niet mee wilde doen aan deze feesten, de relatie zou verbreken. [benadeelde partij 2] was in deze periode emotioneel labiel en zij verklaart dat verdachte een charmante man was die haar goed wist te bespelen. [benadeelde partij 2] was verliefd op verdachte en was bang om hem kwijt te raken, waardoor zij er in is meegegaan. [benadeelde partij 2] en verdachte deden vanaf december 2019 tot augustus 2020 samen mee aan WAP-feesten. Voor de seks werd niet betaald.
Vanaf maart 2020 tot augustus 2020 had [benadeelde partij 2] tevens 3 à 4 pay-dates. Verdachte regelde deze pay-dates via een website. Als een man alleen kwam, moest deze betalen. [benadeelde partij 2] wist niet precies wat zij met deze pay-dates verdiende, maar zij dacht hooguit € 150,- per keer. In september 2020 verbrak [benadeelde partij 2] de relatie met verdachte.
3
[benadeelde partij 3]
Aangeefster [benadeelde partij 3] verklaart in haar aangifte - onder meer - dat zij verdachte in 2019 leerde kennen via de chatsite Badoo. Hij verdween vervolgens van de site, maar in oktober 2020 kwam hij weer in beeld. Ze spraken samen af bij verdachte thuis.
[benadeelde partij 3] was die avond een beetje gespannen en stemde daarom in met het gebruik van drugs. Tijdens de tweede date vroeg verdachte [benadeelde partij 3] wat zij er van vond om seks te hebben met andere stellen. Tijdens deze seks zouden ook drugs worden gebruikt. De volgende avond deed [benadeelde partij 3] met instemming mee aan een pay-date met een man. De man betaalde € 100,- en [benadeelde partij 3] gaf dit geld aan verdachte omdat zij wist dat hij krap zat. [benadeelde partij 3] deed meerdere weekenden samen met verdachte mee aan WAP-feesten en had betaalde seks met mannen: pay-dates. Hierbij werden ook drugs gebruikt. Zij stemde hiermee in, omdat het haar nieuwsgierig maakte.
4[benadeelde partij 3] verklaart dat verdachte de afspraken maakte en dat er geld aan verdachte en soms aan haar werd betaald. Hier waren geen afspraken over. De pay-dates deed [benadeelde partij 3] voor hun beiden. Zij schakelde haar gevoel uit en door de drugs raakte haar lichaam ontspannen.
5Tijdens de WAP-feesten gedroeg verdachte zich soms dwingend en overheersend.
6Verdachte gaf haar het gevoel dat zij de neukhoer was.
7In maart 2021 eindigde de relatie tussen [benadeelde partij 3] en verdachte.
Gelet op de inhoud van de door voornoemde aangeefsters gedane aangiften acht de rechtbank het aannemelijk dat zowel aangeefster [benadeelde partij 2] als [benadeelde partij 3] door verdachte zijn overgehaald tot het maken van (achteraf) voor hen verkeerde keuzes, te weten het gebruik van drugs, alsmede het deelnemen aan WAP-feesten en pay-dates.
Naar het oordeel van de rechtbank verkeerden [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] zich echter niet in een situatie waarin hun keuzevrijheid in ernstige mate werd beperkt, in die zin dat de mogelijkheid voor het maken van een keuze ontbrak, dan wel zodanig was verminderd dat een bewuste keuze niet meer mogelijk was.
Zo verklaart [benadeelde partij 2] ook dat zij verdachte vaak pleasede door bijvoorbeeld zelf met het idee te komen om te gaan “WAPPEN”, zodat verdachte ‘weer leuk deed’. Daarnaast verklaart [benadeelde partij 2] dat zij zelf bij verdachte aangaf wat voor drugs zij wilde gebruiken en hoeveel.
8[benadeelde partij 3] verklaart dat zij instemde met het drugsgebruik, de seksfeestjes en de pay-dates, omdat zij alles wilde onderzoeken en nieuwsgierig was.
9Verder verklaart zij dat zij bepaalde wat de betalende klanten met haar deden. Zij bepaalde de grenzen.
10
Ook verklaart [benadeelde partij 3] : “Ik kreeg van [verdachte] geen seks en dat wilde ik wel graag. Dus toen had ik zoiets van als ik seks kan krijgen, ook al is dat betaald, dan doe ik dat. Om jaloers te maken. Dat hij zijn ogen open doet”.
11
De rechtbank heeft aldus niet kunnen vaststellen dat aangeefsters door toedoen van verdachte in hun keuzevrijheid werden beperkt en dat zij zich ten gevolge daarvan niet konden onttrekken aan de relatie met verdachte, het drugsgebruik, alsmede de deelname aan de WAP-feesten en de pay-dates. Hieruit vloeit voort dat er ook geen sprake kan zijn van de tenlastegelegde uitbuiting in de zin van artikel 273f lid 1 sub 6o, Sr nu het handelen in strijd met deze bepaling een - op zijn minst indirecte relatie veronderstelt met de schending van het rechtsbelang van de persoonlijke vrijheid van een slachtoffer.
Feit 1
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde feit (mensenhandel ten aanzien van [benadeelde partij 1] ) wel wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 23 januari 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb aangeefster [benadeelde partij 1] ontmoet in september 2016. Zij was aanmerkelijk jonger. Vrij snel na onze ontmoeting kwam zij bij mij wonen in een door mijn ouders gekocht huis aan de [adres] te Assen. In het begin van onze relatie vertelde zij mij over haar moeilijke relatie met haar ouders en haar verleden. Ik wist dat zij in een kliniek was geweest voor haar eetstoornis en dat zij een alcoholprobleem had. Het klopt dat ik samen met [benadeelde partij 1] heb deelgenomen aan WAPfeesten en dat er pay-dates (hooguit 10) hebben plaatsgevonden. Voor de pay-dates werd betaald. Ik reed daar in de auto samen met haar heen. Er werd daarbij drugs gebruikt. Het klopt dat ik die drugs regelde en vaak betaalde. Het kwam wel eens voor dat mensen tijdens de WAP-feesten out gingen. Ik heb inderdaad een foto gemaakt van [benadeelde partij 1] toen zij out op het toilet zat.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 25 juni 2021,opgenomen op pagina 548 e.v. van het dossier van Politie Regionale eenheid
Noord-Nederland met nummer NNRCC21012 LAKI d.d. 18 februari 2022, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 1] :
A: Het was 9 september 2016. Ik zat op een bankje bij de Jumbo. We zijn in gesprek gekomen en hij kwam er al gauw achter dat ik geen goede woonplaats had. Hij woonde toen anti-kraak. [verdachte] zei: “kom maar met me mee, dan kun je kijken hoe de kamers er uitzien daar". Toen ben ik met hem meegegaan en ben ik daarna nooit meer teruggegaan naar mijn oude adres. Ik heb daar drie maanden gewoond. Toen hadden de ouders van [verdachte] een huis gekocht en daar konden we samen wonen. We hebben daar zo'n 2,5 jaar gewoond samen.
Na precies één jaar nadat ik hem had leren kennen is de drugs begonnen. Ik was wel nieuwsgierig naar een XTC-pilletje of een beetje GHB. Ik dacht dat kan ik wel proberen, want hij dringt er toch een beetje op aan. Toen heb ik dat geprobeerd en ik zat er in één keer in. Na de eerste keer drugs was het meteen: we gaan verder, we gaan naar stellen. Ik hield van hem, dus ik was in eerste instantie meegegaan. Maar eigenlijk wilde ik niet.
(..) A: In zijn woning hangen overal camera’s. In de meterkast zitten veel servers en harde schijven. Camera’s in de badkamer, in de slaapkamer, sekskamer, vier camera’s om het huis heen, een camera in de schuur, camera’s in de tweede schuur.
(..) A: Binnen drie maanden wist [verdachte] alles van mij verleden. Ik vertrouwde hem, ik heb hem dat allemaal verteld. Ik had het idee dat we gek waren op elkaar. Achteraf is dat gewoon een spelletje geweest. Ik had geen huis, ik had geen geld. Er werd ruzie gemaakt met mijn beide ouders. Dus ik kon geen kant op.
Sekskamer in woning [verdachte]
A: Het was een kamer met allemaal spiegels aan de wand en lichten. We noemden het eigenlijk de lounge-kamer. Het enige wat daar gebeurde was drugs gebruiken en seks hebben en af en toe helemaal laveloos liggen.
Stellen-dates in combinatie met drugs (wappen)
A: We hadden een aantal keer samen verschillende drugs gebruikt. Toen hadden we gewoon een matras in de woonkamer liggen. Na een paar keer wilde hij eigenlijk wat meer dan alleen mij. De eerste date met stellen was met zeven mensen tegelijk, inclusief ik. Het waren meestal oude mannen. In september 2017 begonnen de seksdates. Je noemt het eigenlijk wappen. Het zijn adult party’s, feestjes voor volwassenen waar drugs wordt gebruikt en gesekst wordt. [verdachte] vertelde me dat dat een heel chill gedoe is met verschillende mensen.
Ik wist via hem dat ik dan ook seks moest hebben. Het zou niet mijn eerste keuze zijn geweest om zoiets te doen. Ik had me eigenlijk voorgenomen dat ik geen drugs wilde gaan gebruiken. Maar omdat ik gek op hem was heb ik het toch maar geprobeerd. Op een gegeven moment ga je verder en verder en uiteindelijk lig je met zeven mensen in bed.
Vaak waren we in de auto al onder invloed van drugs, dan gingen we van stel naar stel.
We namen drugs mee, je krijgt dat bij het stel zelf of je koopt het bij het stel. Amfetamine, speed, GHB, GBL, XTC, Metox, ketamine, Blue Lagoon, wiet, soms cocaïne probeersels en phenibut, dat is een sportpoeder. Hij heeft ook wel eens een foto van mij gemaakt dat ik knock-out op een toilet zat. Toen had ik teveel GHB op.
(..) A: Als ik niet mee zou gaan met [verdachte] dan zei hij: “dan ga ik wel alleen”. Maar ik wilde hem niet alleen laten gaan, want ik was gek op hem. Ik wilde niet dat hij seks zou hebben met allerlei anderen. Dus dan ging ik toch wel weer mee.
V: Hoe kwam [verdachte] aan de dates?
A: Via die seks-sites.
V: Wie bracht jou naar die dates?
A: Met de auto. Toen [verdachte] geen auto had, leenden we een auto. Later had hij een auto en gingen we met zijn auto. [verdachte] ging zelf ook altijd mee. Het is heel vaak gebeurd met verschillende stellen.
V: Je eerste stellen-date was in september 2017. Wanneer was je laatste date?
A: De laatste date was op 10 mei 2019.
V: Wat betaalde die stellen voor seks met jou?
A: Dat was gewoon gratis voor die mensen. Als we wel een man over de vloer hadden die wel 150,euro wilde betalen, dan deed ik eigenlijk het meeste werk en dan kreeg ik er maar 75,- euro van te zien.
(..) V: Als je dit zo allemaal verteld, wat is [verdachte] hier mee opgeschoten denk jij financieel?
A: Hij hield het geld gewoon. Er zijn wel heel vaak mannen op bezoek geweest en die betaalde 150,euro, dan hield hij ook de helft.
V: In totaal dus het wappen en de afspraken met die mannen, wat verdienden jullie aan die afspraken?
A: In totaal waren dat ongeveer honderd afspraken. Ik denk zo’n 1500 euro. Er is tussen de 1000 en 1500 euro naar mij gegaan en tussen de 1000 tot 1500 euro naar [verdachte] . Hij pakte gewoon de helft. Soms vond ik het oneerlijk, want [verdachte] die pijpte zo’n man heel even een paar minuten en de rest van het werk kon ik doen. Dan pakte hij toch de helft. Ook dat ik daar huur moest betalen, terwijl ik daar ook seks voor moest hebben, naast die stellen-dates.
(..) A: Zware geestelijke mishandeling. Dan doel ik op narcistisch gedrag. Alles omdraaien wat hij doet, dat ik dat doe. Schelden, dreigen met dingen zoals: hier ga je spijt van krijgen en dan weggaan. En dan niet weten wanneer hij terugkomt of wat hij gaat doen. En als je ‘s nachts een keer gillend naar beneden rent en je komt twintig seconden later weer de trap op rennen, dan vind ik dat ook een bedreiging. De bedreigingen gebeurde op alle momenten van de dag. Die ruzies waren vijf keer per dag of zo. Het bleef altijd een beetje hangen, hoe lief ik ook probeerde te zijn.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 570 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 1] :
V: Vanuit wie kwam de behoefte om drugs te gebruiken die eerste keer met [verdachte] ?
A: Dat was echt wel vanuit [verdachte] . Hij had wat nieuws qua drugs en toen ben ik door [verdachte] overgehaald om dat te gebruiken. Het ging toen om Blue Lagoon. Toen was het zo van: oh, doe ook maar een beetje GHB en XTC erbij zei [verdachte] dan. De eerste aantal keren was ik alleen met [verdachte] . Daarna was het dat we naar die stellen gingen.
V: Hoe nam je die drugs tot jou?
A: Met een beetje ranja. Later moest ik het in mijn anus doen. Dat was volgens hem beter, dan zou het beter werken.
V: Wie bracht het dan bij je in?
A: Hij deed dat vaak. Dan maakte hij een spuitje klaar met ook wat water erin. Meestal liet hij zien hoeveel er in een spuitje zat qua milliliters. Ik ben begonnen met 1,5 milliliter. [verdachte] zei vaak dat ik een beetje meer moest nemen, vooral als ik misselijk was want dan voel je je beter.
V: Waren er momenten waarop je geen drugs wilde gebruiken?
A: Ja. dan was de hele sfeer verpest. Dan sloot hij zich op in de badkamer of werd boos. Of hij stampte van de trap af. Ik moest eigenlijk altijd presteren van hem op het gebied van seks en drugs gebruik. Als ik niet goed gepresteerd had met die stellen, dan was het de volgende dag ruzie want dan had ik het weer verkeerd gedaan.
(..) O: Je zei eerder: “Het werd dwingen als ik nee zei.” V: Wat bedoelde je met dwingen?
A: Met dwingen bedoel ik: als iemand heel boos op je wordt, terwijl ik een uur daarvoor heb gezegd dat ik moe ben en niet mee wil en dat ik dan slaap en dat hij mij uit bed haalt en zegt: we gaan er nu heen. En dat hij dan ontkent dat ik duidelijk nee heb gezegd. V: Heb je weleens gedacht: bekijk het maar, ik stap op, ik ga weg?
A: Ja dat heb ik wel gedacht, maar ik was te gek op hem om hem achter te laten. Als je van iemand houdt, dan ga je niet zomaar bij iemand weg. En het was zo dat hij dan toch een paar keer per week iets liefs deed en me overhaalt nog een week te blijven. Het voelde een beetje als zijn bezit of zo. Ik dacht, iedereen mag toch zelf bepalen als je een relatie wilt verbreken. Maar met hem viel niet te praten.
Seksklanten aan huis
A: [verdachte] deed het maken van afspraken altijd. Hij zat altijd op de website. Als hij een afspraak maakte dan lag ik meestal op bed te slapen of hij zei dat ik me alvast moest douchen, omdat er over een uur iemand aankomt. Het was niet zo dat ik er altijd achter stond. In de betaalde afspraken thuis had ik nooit zin in, maar dan dacht ik tijdens de seks ‘150 euro, 150 euro’, dan wou het wel weer. Ze betaalden vaak met drie briefjes van vijftig euro. Ze gaven dit aan [verdachte] en hij gaf me de volgende dag de helft. [verdachte] deed een beetje mee, maar niet veel.
(..) V: Voel je je een slachtoffer van [verdachte] ? A: Het voelt een beetje alsof ik gebruikt ben.
4. Een schriftelijk bescheid, te weten een evaluatiebrief van Accare FACT Jeugdteam Assen d.d. 15 december 2017, opgenomen op pagina 622 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend:
[benadeelde partij 1] laat een boulimisch patroon zien, heeft last van PTSS-klachten en heeft last van wisselende emoties en emotie-regulatie problematiek, waarbij ze zelfbeschadigende coping kan inzetten. Het tekortgekomen zijn vanuit de jeugd van [benadeelde partij 1] maakt dat ze zichzelf steeds in dezelfde patronen begeeft. De context van [benadeelde partij 1] blijft onrustig en niet in evenwicht, waardoor een stabiele basis voor een goede behandeling en therapie ontbreekt.
5. Een schriftelijk bescheid, te weten een afsluitbrief van Accare FACT Jeugdteam Assen d.d. 6 maart2018, opgenomen op pagina 627 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend:
[benadeelde partij 1] is jarenlang bekend met eetproblematiek, stemmingsklachten, emotieregulatieproblemen, trauma’s, automutilatie en middelen- alcoholafhankelijkheid. [benadeelde partij 1] heeft in de jaren voor 2018 diverse behandelingen ondergaan, maar geen van deze behandelingen hebben tot voldoende (blijvende) verbetering geleid.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d.
19 augustus 2021, opgenomen op pagina 680 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 1] (vader van verdachte):
V: Kent u [benadeelde partij 1] ?
A: Ja, zeker. Dat was een heel intensieve relatie. Als persoon een heel moeilijk geval. Ernstige medische problemen. Iemand die hulp zocht bij een vader en die vader was [verdachte] . Zelf had ze een vader daar kon ze helemaal niets mee. Ernstige eetstoornissen. Dat was een constant gevecht. Het bijzonderste in de relatie is het zeer grote leeftijdsverschil en dat hij haar van de straat heeft opgepikt.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 19 augustus 2021, opgenomen op pagina 654 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 2] :
V: Bent u wel eens getuige geweest dat hij
(noot griffier: [verdachte] )boos was.
A: Wel dat hij verbaal agressief was naar [benadeelde partij 1] toe. Toen [verdachte] thuiskwam begon hij helemaal tegen haar te schelden en te doen. Ik heb de schade wel gezien van de deur die hij had ingetrapt.
Seksfeesten
A: Dan ging het voornamelijk over ons drieën. Heel af en toe kwamen daar wel eens andere mannen bij. Er werd ook wel eens een jointje, xtc, of viagra gebruikt. Voor de seks met [benadeelde partij 1] en [verdachte] werd betaald. Het varieert maar meestal betaalde ik aan [verdachte] .
150 of 200 euro. Het wisselde wel iets. Eén keer in de zes, vijf weken over een periode van iets minder dan een jaar. [verdachte] had een speciale kamer gemaakt voor de activiteiten. Dat was boven. De afspraken regelde [verdachte] . Dat deed hij met z’n telefoon of z’n computer.
V: Wie zorgde voor de drugs.
A: [verdachte] . Hij zal z’n adresjes wel hebben. Eigenlijk is het een paydate wat we deden, seks voor geld. Zo begreep ik van [verdachte] ook dat hij haar meesleepte naar feestjes.
(..) V: Wat voor man is [verdachte] .
A: Een grote man fysiek; komt toch wat dominant over.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 26 augustus 2021, opgenomen op pagina 688 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 3] :
A: Via chatgirl. Zo zijn we aan hun ( [benadeelde partij 1] en [verdachte] ) gekomen. Hij was best wel opdringerig en we hebben uiteindelijk maar toegezegd. Wij hadden het idee dat hij haar onder de duim had. Toen ze bij ons kwam was ze helemaal van de wereld.
(..) Dat bleek dus [benadeelde partij 1] te zijn. Toen was zij 22. Dat was voor ons te jong. En als je dan ook nog van de wereld bent.
We vonden [verdachte] heel pusherig naar [benadeelde partij 1] toe. Wij moesten van [verdachte] haar aanraken, maar wij wilden haar niet aanraken. [verdachte] reageerde hier dan wat lacherig op. Ik kreeg het idee dat [verdachte] het allemaal maar een spelletje vond.
V: Was zij toen in staat om haar wil kenbaar te maken?
A: Totaal niet, nee.
V: Hoe zou u hem omschrijven qua karakter?
A: Klootzak, misbruik maken van iemand. Ik vond hem bezitterig. Ik kreeg het gevoel erbij dat hij wilde laten zien wat hij had, doelend op [benadeelde partij 1] .
(..) A: Ik bedoel dat [verdachte] een type is dat in staat is om een ander in dit geval [benadeelde partij 1] te laten denken dat ze een “nul” is. Dit omdat hij het dan zo draait dat een ander altijd denkt dat ie het niet goed doet. Ik moest van [verdachte] haar aanraken en verder gaan. Ik had daar toen totaal geen behoefte aan. [verdachte] vroeg mij op verschillende plekken aan [benadeelde partij 1] te voelen en hij zei “kijk eens, hoe mooi ze er uit ziet”.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 14 september 2021, opgenomen op pagina 695 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 4] :
A: Ik heb toen een keer een date gehad. Dat zou eerst een keer met een stelletje zijn, maar toen met zijn vriendin was ook goed. Het was boven op een kamer. Er lag een matras op de grond. Dat was een lief meisje van 18,5 of 19 jaar. Een tenger meisje met half lang/lang haar en een smal koppie.
O: Wij laten je een foto zien. A: Ja, ze lijkt op de dame op de foto.
V: Zegt de naam [benadeelde partij 1] jou ook wat?
A: Ja, klopt.
V. Kan jij je nog wel herinneren of je seks met haar heb gehad?
A: Een klein half uurtje.
O: Als we dan naar de tekst in de chat gaan kijken: "150,- voor een uurtje intiem met haar, safe date, pijpen zonder cd”
(..) A: Ik heb er wel voor betaald.
(..) O: Als we zo het WhatsApp contact lezen lijkt het erop datje met een man contact hebt.
A: Omdat ze als stel erop zaten denk ik.
Bewijsoverwegingen
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank acht de verklaringen van aangeefster [benadeelde partij 1] betrouwbaar.
Het feit dat [benadeelde partij 1] voorafgaand aan de gedane aangiften en de verhoren door de rechter-commissaris en politie met andere aangeefsters heeft gesproken, maakt haar verklaringen niet per definitie onbetrouwbaar.
Hoewel haar verklaringen op sommige onderdelen wellicht niet consistent zijn, bijvoorbeeld omtrent de aantallen en de frequentie van de plaatsgevonden WAP-feesten en pay-dates, verklaart zij op hoofdlijnen consistent en gedetailleerd. Daarnaast vinden haar verklaringen steun in andere bewijsmiddelen, waaronder in diverse getuigenverklaringen
12en het onderzoek naar de gegevens die waren opgeslagen in de Google Take out van verdachte.
13
De rechtbank leidt uit voorgenoemde bewijsmiddelen af dat verdachte in september 2016 aanvankelijk met [benadeelde partij 1] een liefdesrelatie is aangegaan en vervolgens een afhankelijkheidsrelatie heeft gecreëerd. Daarbij heeft hij misbruik gemaakt van haar verliefdheid, kwetsbaarheid en van het overwicht dat hij, als haar 27 jaar oudere vriend, op haar, een kwetsbare verliefde 19-jarige, had. [benadeelde partij 1] was tot over haar oren verliefd op verdachte en zij wilde het hem graag naar de zin maken. Toen verdachte haar, nadat zij één jaar relatie met elkaar hadden, in september 2017 introduceerde met drugsgebruik kon zij hiertegen geen weerstand bieden. Op het moment dat verdachte haar kort hierna voorstelde om ook deel te nemen aan zogenaamde WAP-feesten (seksfeesten waar onder invloed van drugs seks wordt bedreven met meerdere personen) en pay-dates, kon zij vanwege de invloed en het overwicht dat hij op haar had, geen nee zeggen. Zij gaf toe, ging mee en van het één kwam het ander. [benadeelde partij 1] , een kwetsbare vrouw met een belast verleden en een beperkt sociaal netwerk om op terug te vallen, in combinatie met een meervoudige problematiek, zag geen andere keuze dan in te stemmen met de wensen van verdachte. Verdachte heeft hier misbruik van gemaakt. Naar het oordeel van de rechtbank verkeerde [benadeelde partij 1] in een situatie waarin haar keuzevrijheid in ernstige mate werd beperkt, waartoe ook behoort het ontbreken of de vermindering van de mogelijkheid een bewuste keuze te maken. Zij kon zich vanwege het overwicht dat verdachte op haar had niet onttrekken aan het drugsgebruik, alsmede aan de deelname aan WAP-feesten en de pay-dates. Hiermee staat het gedwongen karakter van uitbuiting vast.
Alle omstandigheden meewegend is de rechtbank van oordeel dat verdachte [benadeelde partij 1] in de periode van 1 september 2017 tot en met 10 mei 2019 (seksueel) heeft uitgebuit met gebruikmaking van de dwangmiddelen misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie.
Dat verdachte het oogmerk van uitbuiting had, staat eveneens vast. Verdachte heeft vanuit eigen gerief gehandeld en heeft daarbij financieel voordeel gehad. Bij de WAP-feesten hoefden de stellen niet te betalen, maar wanneer een man alleen deze feesten bezocht, moest de man een bedrag betalen. Verdachte had aldus baat bij een relatie met een vrouw die bereid was deel te nemen aan de WAP-feesten.
Verder blijkt uit de verklaring van [benadeelde partij 1] dat verdachte geld voor haar heeft achtergehouden en haar niet volledig op de hoogte heeft gebracht van de verdiensten van de pay-dates. Deze verklaring wordt ondersteund door de verklaringen van aangeefsters [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] .
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde voor de periode van 1 september 2017 tot en met 10 mei 2019 bewezen op alle sub-onderdelen.
Feit 4
De rechtbank acht het onder 4 ten laste gelegde feit eveneens wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Bewijsmiddelen
Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 januari 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verdovende middelen d.d. 23 augustus2021, opgenomen op pagina 964 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2].

Bewezenverklaring

De rechtbank acht de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 september 2017 tot en met 10 mei 2019, in de gemeente Assen en elders in Nederland, meermalen, telkens
A)
een ander, te weten [benadeelde partij 1] , met één of meer van de onder lid 1 sub 1 van artikel 273f genoemde dwangmiddelen, te weten door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie
-heeft, vervoerd, met het oogmerk van seksuele uitbuiting (sub 1°), en
-heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard (sub
4°), en
-heeft bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die ander met een derde (sub 9°),
en
B)
-opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die ander, te weten [benadeelde partij 1] (sub 6°),
bestaande hierin dat verdachte
- aanvankelijk een liefdesrelatie en vervolgens een afhankelijkheidsrelatie heeft gecreëerd door zichvoor te doen als bonafide verliefde partner, en
-in dat verband van die ander heeft verlangd om te experimenteren met drugsgebruik, en
  • harddrugs beschikbaar heeft gesteld en (samen) gebruikt en toegediend, te weten (onder meer) GHB en GBL, en vervolgens,
  • heeft verlangd dat die ander mee zou werken aan seksafspraken en seksueel verkeer met een ofmeer derden, en
  • een situatie heeft gecreëerd dat die ander door dat drugsgebruik het bewustzijn verloor, en
  • die ander heeft gedreigd de relatie te verbreken of op andere wijze (voor verlating) bang te makenindien die ander niet zou toegeven aan de wensen van verdachte, en (ook)
  • door verdachtes dominante en aandringende houding en wijze van optreden jegens die ander eengespannen sfeer voor die ander heeft geschapen, en
  • terwijl er een groot leeftijdsverschil was tussen verdachte en die ander, en
  • door het optreden van verdachte die ander angstig en onzeker heeft gemaakt, en
  • ( aldus) heeft ondermijnd het zelfvertrouwen en de wilskracht van die ander, en
  • ( daardoor) die ander geen andere keus heeft gelaten dan overeenkomstig de wensen vanverdachte in te stemmen met zogenaamde pay-dates of betaalde seksafspraken en
  • contact heeft gelegd en (digitaal) contact heeft onderhouden met derden om een afspraak te makenbij verdachte thuis of elders in verband met die pay-dates of betaalde seksafspraken, en
  • die ander heeft vervoerd naar elders in verband met die pay-dates of betaalde seksafspraken, en
  • geld voor die ander heeft achtergehouden en die ander niet volledig op de hoogte heeft gebrachtvan de verdiensten van die pay-dates of betaalde seksafspraken,
terwijl die ander een persoon was bij wie misbruik van een kwetsbare positie werd gemaakt, omdat die persoon naar verdachte wist -een moeilijke jeugd had gehad, en
-psychische en lichamelijke gezondheidsklachten en problemen had; (lid 3 sub 2°)
4.
hij op 17 augustus 2021, in de gemeente Assen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
  • een of meer strips met in totaal 50 pillen Oxycodon, en
  • 11,42 gram GHB (gammahydroxybutraat of gammahydroxyboterzuur) en
  • 0,22 gram en 0,97 gram en 0,007 gram MDMA, zijnde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwetbehorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

1. meermalen plegen van mensenhandel;
4. opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gelet op door hem bepleite vrijspraak voor de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten geen strafmaatverweer gevoerd. Het onder 4 ten laste gelegde feit kan aldus de raadsman overeenkomstig de Oriëntatiepunten voor straftoemeting en overige LOVS-afspraken worden afgedaan.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de Pro Justitia rapportages van respectievelijk 30 december 2021, opgemaakt door drs. N.A. Schoenmaker, GZpsycholoog, en 14 juni 2022, opgemaakt door dr. T.W.D.P. van Os, psychiater, het advies van
Reclassering Nederland van 10 januari 2022 en het aanvullend advies van 23 juni 2022, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 27 december 2022, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim anderhalf jaar meermalen schuldig gemaakt aan de seksuele uitbuiting van de toen 20-jarige [benadeelde partij 1] met wie hij een afhankelijkheidsrelatie heeft gecreëerd. [benadeelde partij 1] was erg verliefd op verdachte, die 27 jaar ouder was dan zij, en was bovendien kwetsbaar.
Verdachte had overwicht op haar en daardoor had zij geen andere keuze dan overeenkomstig de wensen van verdachte in te stemmen met het experimenteren met drugsgebruik en deelname aan zogenaamde WAP-feesten (seksfeesten waar onder invloed van drugs seks wordt bedreven met meerdere personen) en pay-dates (betaalde seksafspraken), waarbij verdachte de daarvoor betaalde bedragen voor haar heeft achtergehouden.
Verdachte heeft op uiterst laakbare wijze de belangen van [benadeelde partij 1] ondergeschikt gemaakt aan zijn eigen seksueel gerief en zucht naar financieel gewin. Verdachte heeft een grove inbreuk gemaakt op haar geestelijke en lichamelijke integriteit, hetgeen de nodige impact op haar heeft gehad. Dit blijkt ook uit de door [benadeelde partij 1] ter terechtzitting voorgedragen slachtofferverklaring. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van een hoeveelheid harddrugs. Ook dit feit rekent de rechtbank verdachte aan.
De rechtbank heeft tevens kennisgenomen van voornoemde Pro Justitia rapportages, waaruit volgt dat bij verdachte geen psychische stoornis of verstandelijke ontwikkelingsstoornis kan worden vastgesteld.
Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van voornoemde adviezen van Reclassering Nederland. De reclassering ziet op basis van de in de Pro Justitia rapportages weergegeven bevindingen geen aanknopingspunten voor reclasseringsinterventies of toezicht.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Volgens de Oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden (mensenhandel, categorie II) en een taakstraf voor de duur van 80 uren (het aanwezig hebben van 10-50 gram harddrugs) het uitgangspunt voor een zaak als onderhavige. Verdachte heeft reeds 316 dagen in voorarrest gezeten.
Zijn voorlopige hechtenis is geschorst met ingang van 28 juni 2022 en sindsdien is hij niet in aanraking geweest met justitie. Hij heeft een baan en lijkt zijn leven op de rit te hebben.
De rechtbank acht het dan ook onwenselijk om verdachte (nu nog) terug naar de gevangenis te sturen. Alle omstandigheden in acht genomen, acht de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de duur van het voorarrest, passend en geboden.
Het voorwaardelijke strafdeel dient als waarschuwing aan verdachte, teneinde te voorkomen dat hij zich nogmaals schuldig maakt aan (soortgelijke) strafbare feiten.
De op te leggen straf is aanmerkelijk lager dan de door de officier van justitie gevorderde straf, omdat de rechtbank, anders de officier van justitie, niet tot een bewezenverklaring komt van de feiten 2 en 3.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [benadeelde partij 1] (feit 1) tot een bedrag van € 30.000,- ter zake van materiële schade en
€ 10.000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [ [benadeelde partij 2] (feit 2), tot een bedrag van € 7.490,66 ter vergoeding van materiële schadeen € 15.000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [ [benadeelde partij 3] (feit 3), tot een bedrag van € 800,- ter vergoeding van materiële schade en €7.500,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van de door de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 3] gevorderde materiële schade van respectievelijk € 30.000,- en € 800,- op het standpunt gesteld dat dit deel van de vorderingen niet eenvoudig van aard is, waardoor sprake is van een onevenredige belasting van het strafgeding.
De gevorderde immateriële schade van respectievelijk € 10.000,- en € 7.500,- is aldus de officier van justitie wel voor toewijzing vatbaar, onder vergoeding van de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
Met betrekking tot de door de benadeelde partij [benadeelde partij 2] ingediende vordering tot schadevergoeding heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot een bedrag van € 16.440,66 (de gevorderde reiskosten, eigen bijdrage rechtsbijstand en immateriële schade) voldoende is onderbouwd en voor toewijzing vatbaar is.
De gevorderde proceskosten van € 6.050,- dienen te worden afgewezen, omdat deze kosten zijn vergoed door de verzekeraar.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gelet op de bepleite vrijspraken primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] niet ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun vorderingen.
Subsidiair heeft de raadsman zich ten aanzien van de door de benadeelde partij [benadeelde partij 1] ingediende vordering, evenals de officier van justitie, op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële schade van € 30.000,- onvoldoende is onderbouwd en dat een nader onderzoek zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding. Met betrekking tot de gevorderde immateriële schade van € 10.000,- is de raadsman van mening dat het gevorderde bedrag, gelet op hetgeen in vergelijkbare zaken wordt toegewezen, dient te worden gematigd.
Oordeel van de rechtbank
[benadeelde partij 1]
Hoewel voldoende aannemelijk is dat de benadeelde partij [benadeelde partij 1] materiële schade heeft geleden die het rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 bewezen verklaarde, beschikt de rechtbank over onvoldoende informatie om de hoogte daarvan te kunnen beoordelen.
Voor een schatting van de hoogte van de geleden materiële schade biedt het strafdossier eveneens onvoldoende aanknopingspunten. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan.
De rechtbank zal de vordering daarom in zoverre niet ontvankelijk verklaren. Dit onderdeel van de vordering kan in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] heeft daarnaast immateriële schade gevorderd van € 10.000,-. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen met betrekking tot de vordering ter terechtzitting is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder feit 1 bewezen verklaarde tot een bedrag van
€ 7.500,- aan immateriële schade heeft geleden. Voor het vaststellen van voornoemd bedrag is aansluiting gezocht bij toegekende vergoedingen in vergelijkbare zaken en bij de letsellijst van het Schadefonds Geweldsmisdrijven (Letselcategorie 3/4, tussen de € 5.000,- en € 10.000,-).
De rechtbank zal de vordering tot een bedrag van € 7.500,- toewijzen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 10 mei 2019, en voor het overige deel niet ontvankelijk verklaren.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3]
De rechtbank acht de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten - waaruit de door de benadeelde partijen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] gevorderde schade zou zijn ontstaan - niet bewezen.
De benadeelde partijen zullen daarom niet ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen.
Inbeslaggenomen voorwerpen
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen d.d. 12 december 2022 (hierna: de beslaglijst, die als bijlage II aan dit vonnis is gehecht) onder 1 tot en met 37 genoemde voorwerpen worden verbeurd te verklaren, omdat deze voorwerpen te relateren zijn aan de strafbare feiten die zijn gepleegd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van de onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen geen standpunt ingenomen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de onder feit 1 bewezen verklaarde mensenhandel is begaan met behulp van de op de beslaglijst onder de nummers 2, 3, 4, 6, 8 tot en met 33 genoemde voorwerpen is begaan. Deze voorwerpen worden daarom verbeurdverklaard.
Nu het onder feit 4 bewezen verklaarde is begaan met behulp van de op de beslaglijst genoemde drugs-gerelateerde voorwerpen (nummers 35, 36 en 37) en deze voorwerpen van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
Tot slot zijn er nog twee brieven (op de beslaglijst genoemde nummers 5 en 34) en een vlieger (nummer 7) in beslag genomen. De rechtbank ziet geen verband tussen de strafbare feiten en deze voorwerpen, zodat deze voorwerpen moeten worden teruggegeven aan verdachte.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 57 en 273f van het
Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 13a van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder de feiten 2 en 3 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 450 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte groot 134 dagenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis.
Ten aanzien van feit 1
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]toe tot een bedrag van € 7.500,en veroordeelt verdachte om aan [benadeelde partij 1] te betalen:
  • het bedrag van € 7.500,- (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 mei 2019 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van [benadeelde partij 1] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [benadeelde partij 1] aan de Staat te betalen een bedrag van € 7.500,- (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 mei 2019 tot de dag van algehele voldoening.
Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 72 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van feit 2

Verklaart de vordering van [benadeelde partij 2] niet ontvankelijk.

Bepaalt dat de benadeelde partij haar eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van feit 3

Verklaart de vordering van [benadeelde partij 3] niet ontvankelijk.

Bepaalt dat de benadeelde partij haar eigen proceskosten draagt.

Verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten:

de voorwerpen vermeld op de aangehechte beslaglijst onder de nummers 2, 3, 4, 6 en 8 tot en met 33.
Verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten:de voorwerpen vermeld op de aangehechte beslaglijst onder de nummers 35, 36 en 37.
Gelast de teruggaveaan verdachte van de onder hem in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: de voorwerpen vermeld op de aangehechte beslaglijst onder de nummers 5, 7 en 34.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Eelsing, voorzitter, mr. A.H.M. Dölle en mr. R.B. Maring, rechters, bijgestaan door mr. H. Wachtmeester-Koning, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 februari 2023.
Mr. A.H.M. Dölle en mr. R.B. Maring zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage I

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging ex artikel 314a Sv, ten laste gelegd dat:
seksuele uitbuiting van [benadeelde partij 1] in de periode van 1 januari 2016 tot 20 april 2021 teAssen en/of elders in Nederland
seksuele uitbuiting van [benadeelde partij 2] in de periode van 1 augustus 2019 tot 10 september2020 te Assen en/of elders in Nederland
seksuele uitbuiting van [benadeelde partij 3] in de periode van 1 januari 2020 tot 1 maart 2021 teAssen en/of elders in Nederland
bezit van Oxycodon, GHB en MDMA op 17 augustus 2021 te Assen
1. hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 10 mei 2019,
althans 1 november 2017 tot en met 10 mei 2019, in de gemeente Assen en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
A) een ander, te weten [benadeelde partij 1] , met één of meer van de onder lid 1 sub 1 van artikel 273f genoemde dwangmiddelen, te weten door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
-heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting (sub 1°), en/of
-heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander(en)zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°), en/of
-heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die ander(en) met en/of voor een derde (sub 9°),
en/of
B)
-opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die ander, te weten [benadeelde partij 1] (sub 6°), bestaande hierin dat verdachte
  • ( aanvankelijk) een liefdesrelatie en/of (vervolgens) een afhankelijkheidsrelatie heeft gecreëerd doorzich voor te doen als bonafide verliefde partner, en/of
  • ( in dat verband) van die ander (dringend) heeft verlangd om te experimenteren met drugsgebruik,en/of
  • harddrugs beschikbaar heeft gesteld en/of (samen) gebruikt en/of toegediend, te weten (ondermeer) GHB en/of GBL, en/of (vervolgens),
  • heeft geëist/verlangd/gevraagd dat die ander mee zou werken aan seksafspraken en/of seksueelverkeer met een of meer derde(n), en/of
  • een situatie heeft gecreëerd en/of toegelaten dat (van) die ander door dat drugsgebruik hetbewustzijn verloor, althans (zeer) werd verlaagd, al dan niet tijdens of voor de met/door verdachte en/of derde(n) gepleegde seksuele handelingen bij die ander, en/of
  • die ander heeft gedreigd de relatie te verbreken of op andere wijze (voor verlating) bang te makenindien die ander niet zou toegeven aan de wensen van verdachte, en/of (ook)
  • door verdachtes dominante en/of agressieve en/of intimiderende en/of aandringende houding en/ofwijze van optreden jegens die ander een dreigende en/of gespannen sfeer voor die ander heeft geschapen, en/of
  • terwijl er (tevens) een groot leeftijdsverschil was tussen verdachte en die ander, en/of
  • door het optreden van verdachte die ander angstig en/of onzeker en/of depressief heeft gemaakt,althans bij die ander angst en/of onzekerheid en/of depressiviteit heeft bevorderd/aangejaagd, en/of
  • ( aldus) heeft ondermijnd het verzet/zelfvertrouwen en/of de wilskracht van die ander, en/of
  • ( daardoor) die ander geen andere keus heeft gelaten dan overeenkomstig de wensen vanverdachte in te stemmen met zogenaamde pay-dates of betaalde seksafspraken en/of
prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten met derde(n), en/of het afstaan van prostitutiegelden, en/of
  • ( een deel van) de woning van verdachte aan de [adres] te Assen beschikbaar heeft gesteld alsonderkomen voor die ander en/of (ook) in verband met die pay-dates of betaalde seksafspraken en/of prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten met derde(n), en/of
  • ( heimelijk) een of meer erotische of seksueel getinte foto('s) en/of film('s) heeft gemaakt van dieander in de woning van verdachte, en/of het (zonder instemming) heeft verspreid/doorgestuurd van (een deel van) dat beeldmateriaal, en/of
  • contact heeft gelegd en/of (digitaal) contact heeft onderhouden met een of meer klant(en)/derde(n) om een afspraak te maken bij verdachte thuis of elders in verband met die pay-dates of betaalde seksafspraken en/of prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten met derde(n), en/of
  • die ander(en) heeft vervoerd naar elders in verband met die pay-dates of betaalde seksafspraken en/of prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten met derde(n), en/of
  • controle heeft uitgeoefend op (de veelvoud, duur, inhoud en/of kosten van die) pay-dates ofbetaalde seksafspraken en/of prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten, van die ander met derde(n), en/of
  • geld/verdiensten van die ander voor die ander heeft achtergehouden en/of die ander niet (volledig) op de hoogte heeft gebracht van de verdiensten van die pay-dates of betaalde seksafspraken, althans sekscontacten, dan wel die ander heeft bewogen die verdiensten (geheel of deels) aan verdachte af te geven,
terwijl die ander een persoon was bij wie misbruik van een kwetsbare positie werd gemaakt, omdat die persoon (naar verdachte wist)
-een moeilijke jeugd had gehad, al dan niet met huiselijk geweld en/of seksueel misbruik/geweld, en/of
-psychische en/of lichamelijke gezondheidsklachten en/of problemen had;
(lid 3 sub 2°)
(art 273f lid 1 sub 1, 4, 9 en/of 6 jo lid 3 sub 2 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2019 tot 10 september 2020, in de gemeente Assen en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
A) een ander, te weten [benadeelde partij 2] , met één of meer van de onder lid 1 sub 1 van artikel 273f genoemde dwangmiddelen,
te weten door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
-heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting (sub 1°) en/of
-heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander(en)zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard
(sub 4°) en/of
-heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die ander(en) met en/of voor een derde (sub 9°)
en/of
B) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die ander, te weten [benadeelde partij 2] (sub 6°), bestaande hierin dat verdachte
  • ( aanvankelijk) een liefdesrelatie en/of (vervolgens) een afhankelijkheidsrelatie heeft gecreëerd doorzich voor te doen als bonafide verliefde partner, en/of
  • ( in dat verband) van die ander (dringend) heeft verlangd om te experimenteren met drugsgebruik,en/of
  • harddrugs beschikbaar heeft gesteld en/of (samen) gebruikt en/of toegediend, te weten (ondermeer) GHB en/of GBL en/of XTC, en/of (vervolgens),
  • heeft geëist/verlangd/gevraagd dat die ander mee zou werken aan seksafspraken en/of seksueelverkeer met een of meer derde(n), en/of
  • een situatie heeft gecreëerd en/of toegelaten dat (van) die ander door dat drugsgebruik hetbewustzijn verloor, althans (zeer) werd verlaagd, al dan niet tijdens of voor de met/door verdachte en/of derde(n) gepleegde seksuele handelingen bij die ander, en/of
  • die ander heeft gedreigd de relatie te verbreken of op andere wijze (voor verlating) bang te makenindien die ander niet zou toegeven aan de wensen van verdachte, en/of (ook)
  • door verdachtes dominante en/of agressieve en/of intimiderende en/of aandringende houding en/ofwijze van optreden jegens die ander een dreigende en/of gespannen sfeer voor die ander heeft geschapen, en/of
  • ( aldus) heeft ondermijnd het verzet/zelfvertrouwen en/of de wilskracht van die ander en/of dieander heeft gekleineerd, en/of
  • ( daardoor) die ander geen andere keus heeft gelaten dan overeenkomstig de wensen vanverdachte in te stemmen met zogenaamde pay-dates of betaalde seksafspraken en/of prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten met derde(n), en/of het afstaan van prostitutiegelden, en/of
  • wetende dat die ander uit Limburg kwam en/of haar familiecontacten en/of sociale contacten inLimburg had achtergelaten en/of verbroken,
  • ( een deel van) de woning van verdachte aan de [adres] te Assen beschikbaar heeft gesteld alsonderkomen voor die ander en/of (ook) in verband met die pay-dates of betaalde seksafspraken en/of prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten met derde(n), en/of - (heimelijk) een of meer erotische of seksueel getinte foto('s) en/of film('s) heeft gemaakt van die ander in de woning van verdachte, en/of het (zonder instemming) heeft verspreid/doorgestuurd van (een deel van) dat beeldmateriaal, en/of
  • contact heeft gelegd en/of (digitaal) contact heeft onderhouden met een of meer klant(en)/derde(n) om een afspraak te maken bij verdachte thuis of elders in verband met die pay-dates of betaalde seksafspraken en/of prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten met derde(n), en/of
  • die ander(en) heeft vervoerd naar elders in verband met die pay-dates of betaalde seksafsprakenen/of prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten met derde(n), en/of
  • controle heeft uitgeoefend op (de veelvoud, duur, inhoud en/of kosten van die) pay-dates ofbetaalde seksafspraken en/of prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten, van die ander met derde(n), en/of
  • geld/verdiensten van die ander voor die ander heeft achtergehouden en/of die ander niet (volledig) op de hoogte heeft gebracht van de verdiensten van die pay-dates of betaalde seksafspraken, althans sekscontacten, dan wel die ander heeft bewogen die verdiensten (geheel of deels) aan verdachte af te geven, en/of
  • harddrugs door die ander heeft doen/laten vervoeren, terwijl die ander een persoon was bij wie misbruik van een kwetsbare positie werd gemaakt, omdat die persoon (naar verdachte wist) -een moeilijke jeugd had gehad, al dan niet met seksueel misbruik, en/of (ernstige) familieproblemen had, en/of
-psychische en/of lichamelijke gezondheidsklachten en/of problemen had;
(lid 3 sub 2°)
(art 273f lid 1 sub 1, 4, 9 en/of 6 jo lid 3 sub 2 Wetboek van Strafrecht)
3. hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot 1 maart 2021, althans 1 oktober 2020 tot 1 maart 2021, in de gemeente Assen en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
A) een of meer anderen, te weten [benadeelde partij 3] , met één of meer van de onder lid 1 sub 1 van artikel 273f genoemde dwangmiddelen, te weten door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
-heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting
(sub 1°)
en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander(en)zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard
(sub 4°) en/of
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuelehandelingen van die ander(en) met en/of voor een derde
(sub 9°)
en/of
B) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die ander, te weten [benadeelde partij 3] (sub 6°),
bestaande hierin dat verdachte
  • ( aanvankelijk) een liefdesrelatie en/of (vervolgens) een afhankelijkheidsrelatie heeft gecreëerd doorzich voor te doen als bonafide verliefde partner, en/of
  • ( in dat verband) van die ander (dringend) heeft verlangd om te experimenteren met drugsgebruik, en/of
  • harddrugs beschikbaar heeft gesteld en/of (samen) gebruikt en/of toegediend, te weten (ondermeer) GHB en/of GBL en/of XTC, en/of (vervolgens),
  • heeft geëist/verlangd/gevraagd dat die ander mee zou werken aan seksafspraken en/of seksueelverkeer met een of meer derde(n), en/of
  • een situatie heeft gecreëerd en/of toegelaten dat (van) die ander door dat drugsgebruik hetbewustzijn verloor, althans (zeer) werd verlaagd, al dan niet tijdens of voor de met/door verdachte en/of derde(n) gepleegde seksuele handelingen bij die ander, en/of
  • die ander heeft gedreigd de relatie te verbreken of op andere wijze (voor verlating) bang te makenindien die ander niet zou toegeven aan de wensen van verdachte, en/of (ook)
  • door verdachtes dominante en/of agressieve en/of intimiderende en/of aandringende houding en/ofwijze van optreden jegens die ander een dreigende en/of gespannen sfeer voor die ander heeft geschapen, en/of
  • ( aldus) heeft ondermijnd het verzet/zelfvertrouwen en/of de wilskracht van die ander en/of dieander heeft gekleineerd, en/of
  • ( daardoor) die ander geen andere keus heeft gelaten dan overeenkomstig de wensen vanverdachte in te stemmen met zogenaamde pay-dates of betaalde seksafspraken en/of
prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten met derde(n), en/of het afstaan van prostitutiegelden, en/of
  • ( een deel van) de woning van verdachte aan de [adres] te Assen beschikbaar heeft gesteld alsonderkomen voor die ander en/of (ook) in verband met die pay-dates of betaalde seksafspraken en/of prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten met derde(n), en/of
  • ( heimelijk) een of meer erotische of seksueel getinte fotoes) en/of flirt - Ws) heeft gemaakt van dieander in de woning van verdachte, en/of het (zonder instemming) heeft verspreid/doorgestuurd van (een deel van) dat beeldmateriaal, en/of
  • contact heeft gelegd en/of (digitaal) contact heeft onderhouden met een of meer klant(en)/derde(n) om een afspraak te maken bij verdachte thuis of elders in verband met die pay-dates of betaalde seksafspraken en/of prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten met derde(n), en/of
  • die ander(en) heeft vervoerd naar elders in verband met die pay-dates of betaalde seksafspraken en/of prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten met derde(n), en/of
  • controle heeft uitgeoefend op (de veelvoud, duur, inhoud en/of kosten van die) pay-dates ofbetaalde seksafspraken en/of prostitutiewerkzaamheden, althans seksuele contacten, van die ander met derde(n), en/of
  • geld/verdiensten van die ander voor die ander heeft achtergehouden en/of die ander niet (volledig) op de hoogte heeft gebracht van de verdiensten van die pay-dates of betaalde seksafspraken, althans sekscontacten, dan wel die ander heeft bewogen die verdiensten (geheel of deels) aan verdachte af te geven, terwijl die ander een persoon was bij wie misbruik van een kwetsbare positie werd gemaakt, omdat die persoon (naar verdachte wist)
-een moeilijke jeugd had gehad, al dan niet met seksueel misbruik, en/of
-psychische en/of lichamelijke gezondheidsklachten en/of problemen had;
(lid 3 sub 2°)
(art 273f lid [1] sub 1, 4, 6, 9 jo lid 3 sub 2 Wetboek van Strafrecht)
4.
hij op of omstreeks 17 augustus 2021, in de gemeente Asen en/of elders in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad
  • een of meer strips met (in totaal) 50 pillen Oxycodon, en/of
  • ( ongeveer) 11,42 gram GHB (gammahydroxybutraat of gammahydroxyboterzuur) en/of
  • ( ongeveer) 0,22 gram en/of 0,97 gram en/of 0,007 gram MDMA,
althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende Oxycodon en/of GHB en/of en/of MDMA, zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(art 2 C Opiumwet)
2. Kamerstukken II 2003/04, 29 291, nr. 3, p. 19.
3. Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 18 augustus 2021, pg. 829 e.v.
4. Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 6 juli 2021, pg. 714 e.v.
5. Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 7 juli 2021, pg. 724 e.v.
6. Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 17 november 2021, pg. 748 e.v.
7. Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 7 juli 2021, pg. 724 e.v.
8. Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 18 augustus 2021, pg. 843 en 844
9. Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 6 juli 2021, pg. 717, 718 en Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 7 juli 2021, pg. 730
10. Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 7 juli 2021, pg. 729
11. Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 7 juli 2021, pg. 731
12. De processen-verbaal van verhoor getuigen [naam 2] , pg. 654 e.v., [naam 3] , pg. 688 e.v. en [naam 4] , pg. 695 e.v.
13. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 november 2021, pg. 597 e.v.

Voetnoten

1.HR 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7099 (Chinese Horeca), 24 november 2015,