ECLI:NL:RBNNE:2023:4618

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
10 november 2023
Publicatiedatum
10 november 2023
Zaaknummer
18-304537-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensenhandel en witwassen met betrekking tot prostituees

Op 10 november 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en witwassen. De zaak betreft de seksuele uitbuiting van drie prostituees, waarbij de verdachte samen met een medeverdachte handelde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in vereniging plegen van mensenhandel, waarbij gebruik werd gemaakt van dwangmiddelen zoals misbruik van een kwetsbare positie. De slachtoffers, afkomstig uit economisch zwakkere landen, waren illegaal in Nederland en hadden geen netwerk of kennis van de Nederlandse wetgeving. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte en haar medeverdachte de vrouwen huisvesten, vervoeren en hun verdiensten incasseren, waarbij de vrouwen gedwongen werden om een deel van hun inkomsten af te staan. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de seksuele uitbuiting van andere slachtoffers, maar oordeelde dat de verdachte zich wel schuldig had gemaakt aan witwassen van de opbrengsten uit de uitbuiting. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en bepaalde dat de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is voor de schadevergoeding aan de benadeelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden
parketnummer 18.304537.21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 30 november 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 19 en 20 oktober 2023.
Verdachte is op beide dagen verschenen, bijgestaan door mr. S. Ploegmakers, advocaat te Amsterdam.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S.E. Eijzenga.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, kort gezegd en na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd:
1. primair in vereniging plegen van mensenhandel gepleegd ten opzichte van
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] en andere personen van
1 december 2020 tot en met 9 november 2021 (sub 1, 3, 4, 6 en 9) subsidiair medeplichtigheid aan het voorgaande
2. primair in vereniging plegen van eenvoudig (schuld)witwassen uit enig misdrijf in
de periode van 1 januari 2018 tot en met 9 november 2021 subsidiair in vereniging plegen van (schuld)witwassen uit eigen misdrijf in de periode van 1 januari 2018 tot en met 9 november 2021
De volledige tekst van de tenlasteleggingen is opgenomen als de bijlage bij dit vonnis en maakt hiervan deel uit.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de feiten 1 primair en 2 primair.
Met betrekking tot feit 1, mensenhandel, heeft hij kort gezegd aangevoerd dat verdachte zich samen met haar medeverdachte [medeverdachte] (hierna: medeverdachte of [medeverdachte] ) schuldig heeft gemaakt aan de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ), [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ), [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ), [slachtoffer 4] (hierna: [slachtoffer 4]
) en [slachtoffer 5] (hierna: [slachtoffer 5] ). Daarbij heeft verdachte gebruik gemaakt van de dwangmiddelen geweld, dreiging met geweld, misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht.
Met betrekking tot feit 2 heeft de officier van justitie aangevoerd dat het ten laste gelegde witwassen in vereniging bewezen kan worden, omdat verdachte en [verdachte] middels de seksuele uitbuiting van de bij feit 1 genoemde vrouwen geld hebben ontvangen, wat zij vervolgens hebben overgedragen, omgezet of gebruikt.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft met betrekking tot feit 1 bepleit dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van de seksuele uitbuiting ten aanzien van [slachtoffer 5] , [slachtoffer 3] en de verder onbekend gebleven personen.
Met betrekking tot [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] heeft de raadsvrouw vrijspraak bepleit van het primair ten laste gelegde in vereniging plegen van mensenhandel. De subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan mensenhandel met betrekking tot deze vrouwen kan wel bewezen worden. De raadsvrouw heeft daartoe onder meer aangevoerd dat verdachte een ondergeschikte positie had ten opzichte van [medeverdachte] en dat zij niet op de hoogte was van de manier waarop [medeverdachte] met de vrouwen communiceerde via WhatsApp.
Ten aanzien van feit 2 primair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het merendeel van het geld dat op de bankrekening van verdachte is binnengekomen (en door de officier van justitie als onverklaarbaar vermogen wordt gezien) inkomsten uit haar eigen prostitutiewerk betreffen. Hierover is weliswaar geen belastingaangifte gedaan, maar opzet op witwassen van dit geld kan niet bewezen worden, nu verdachte niet zelf haar belastingaangifte deed en zich niet bewust was van haar strafbare handelen. Schuldwitwassen kan bewezen worden.
Oordeel van de rechtbank
Feit 1: mensenhandel
Aan de verdachte is onder feit 1 ten laste gelegd dat zij zich samen met een ander of anderen - kort gezegd - ten aanzien van een aantal vrouwen, waarvan vijf bij naam genoemd, schuldig heeft gemaakt aan seksuele uitbuiting in de zin van in artikel 273f lid 1 sub 1, 3, 4, 6 en 9 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
De rechtbank constateert dat verdachte en [medeverdachte] , haar toenmalige partner, allebei erkennen dat zij samen meerdere vrouwen, onder meer de vijf op de tenlastelegging met naam genoemd, hebben gehuisvest en vervoerd, dat verdachte de advertenties voor diverse dames heeft gemaakt en beheerd, dat zij allebei seksafspraken voor de dames hebben gemaakt en dat zij de helft (en in een enkel geval 40%) van de verdiensten van de vrouwen kregen of (in het geval van betaling via een Tikkie) hielden. Dat het ook hun bedoeling was om zelf te verdienen aan het prostitutiewerk van de vrouwen, hebben zij eveneens erkend.
De rechtbank dient te beoordelen of verdachte en medeverdachte zich daarbij schuldig hebben gemaakt aan uitbuiting in de zin van artikel 273f Sr. Dit artikel is opgenomen in titel XVIII, de titel die ziet op de ‘misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid’. Uit de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie over dit wetsartikel volgt dat mensenhandel is gericht op uitbuiting. Het belang van het individu staat voorop; dat belang is het behoud van zijn of haar lichamelijke of geestelijke integriteit en vrijheid. De in artikel 273f Sr verboden gedragingen beïnvloeden de wil, waaronder is begrepen de keuzemogelijkheid van het slachtoffer, in die zin dat zij leiden tot het ontbreken van vrijwilligheid, waartoe ook behoort het ontbreken of de vermindering van de mogelijkheid een bewuste keuze te maken. Dit gebrek aan een vrije keuze komt nader tot uitdrukking in de verschillende bestanddelen die deel uitmaken van artikel 273f Sr.
De vraag of - en zo ja, wanneer - sprake is van 'uitbuiting' in de zin van de artikel 273f, eerste lid, Sr, is niet in algemene termen te beantwoorden, maar sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Bij de beantwoording van die vraag komt onder meer betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling of de te verrichten activiteit, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt en het economisch voordeel dat daarmee door de verdachte wordt behaald.
1
Uitbuiting veronderstelt altijd een zekere mate van onvrijwilligheid of onderwerping van degene die wordt uitgebuit. In het geval van prostitutiewerkzaamheden zal er - gelet op de aard van het werk en de forse inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer - in het geval van gebruik van enig dwangmiddel en enig financieel gewin bij de verdachte al snel sprake zijn van uitbuiting.
Instemming van het slachtoffer met de beoogde of bestaande uitbuiting is niet relevant, indien één van de in artikel 273f Sr genoemde dwangmiddelen is gebruikt.
2
Met betrekking tot de dwangmiddelen misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht overweegt de rechtbank als volgt.
Met een kwetsbare positie wordt (onder andere) een situatie bedoeld waarin de betrokkene geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik te ondergaan. Zo’n situatie kan zich voordoen bij personen die uit het buitenland komen, voornamelijk wanneer zij illegaal in Nederland verblijven. Het gaat om situaties waarin een slachtoffer niet vrijwillig een keuze kan maken of waarin een slachtoffer niet, of verminderd, de mogelijkheid heeft een bewuste keuze te maken.
Een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht kan veelal uit de omstandigheden worden afgeleid. In de wetsgeschiedenis wordt hierbij, waar het prostitutie betreft, de vergelijking gemaakt met de mogelijkheid zich op te stellen als ‘een mondige Nederlandse prostitué(e)’.
Vereist is dat de dader zich bewust moet zijn van de relevante feitelijke omstandigheden waaruit de kwetsbare positie of het overwicht voortvloeit, dan wel verondersteld moet worden voort te vloeien, in die zin dat ten minste voorwaardelijk opzet ten aanzien van die omstandigheden bij hem aanwezig moet zijn.
De rechtbank zal aan de hand van het zojuist geschetste kader beoordelen of verdachte zich, al dan niet tezamen met [medeverdachte] , schuldig heeft gemaakt aan uitbuiting van de op de tenlastelegging met naam genoemde vrouwen. Ten aanzien van de niet met naam genoemde vrouwen ziet de rechtbank in het thans voorliggende strafdossier onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen beoordelen of/dat sprake was van uitbuiting; verdachte zal op dit punt dan ook worden vrijgesproken.
-
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn afkomstig uit [land] , een economisch zwak land, waren illegaal in
Nederland, niet op de hoogte van de in Nederland geldende wet- en regelgeving en daaruit voortvloeiende rechten en plichten en ze spraken de Nederlandse taal niet en de Engelse taal niet ( [slachtoffer 1] ) of in beperkte mate ( [slachtoffer 2] ). Zij hadden geen Nederlandse bankrekening en hadden in Nederland geen sociaal netwerk. Voor hun huisvesting en het al dan niet krijgen van klanten en verdiensten waren zij volledig afhankelijk van verdachte en de medeverdachte. Zij verrichtten hun werkzaamheden in dezelfde woning als waarin zij sliepen. [slachtoffer 1] deed het prostitutiewerk om haar kinderen in [land] te kunnen onderhouden. Zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] stuurde een deel van haar verdiensten naar hun familie in [land] ; om dat te kunnen doen waren zij eveneens afhankelijk van verdachte en medeverdachte, die hen dan naar een zogeheten RIA-kantoor bracht.
Dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zich in een kwetsbare situatie bevonden en niet kunnen worden gelijkgesteld aan een Nederlandse mondige prostituee staat naar het oordeel van de rechtbank gelet op het voorgaande dan ook vast.
Verdachte en haar medeverdachte waren (grotendeels) van deze omstandigheden op de hoogte, of hebben deze zelf gecreëerd. Verdachte gaf in het algemeen aan te weten dat de vrouwen met wie zij werkte geen werkvergunning hadden en dus niet in Nederland mochten werken en zij wist dat de vrouwen hier kwamen om geld te verdienen en hun gezin te onderhouden. Ook wist verdachte dat [land] veel armer is dan Nederland en noemde zij Nederland “het walhalla van Europa”, waar het leven veel beter is.
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] konden door de hiervoor geschetste kwetsbare situatie en het overwicht van verdachten niet zelf bepalen waar, wanneer en onder welke omstandigheden zij hun prostitutiewerkzaamheden verrichtten en of zij hun verdiensten zelf hielden. Zij waren immers niet in staat zelfstandig werk te zoeken, zelfstandig onderdak en/of werkplekken te regelen en zelfstandig contact te leggen met klanten en met hen afspraken te maken.
Dat met name [medeverdachte] het overwicht ook liet gelden, leidt de rechtbank onder meer af uit diverse WhatsApp-berichten. De rechtbank wijst op een conversatie van 19 augustus 2021 waarin [medeverdachte] aangeeft dat hij [slachtoffer 1] naar een ander huis gaat brengen waar ze in haar eentje zal verblijven, waarop [slachtoffer 1] aangeeft dat zij samen met [slachtoffer 2] wil blijven en dat zij bang is in haar eentje. [medeverdachte] heeft hier geen boodschap aan en zegt dat
[slachtoffer 1] hier niet is om te feesten, maar om te werken en dat hij geld nodig heeft. Ook wijst de rechtbank op WhatsApp-berichten van 27 augustus 2021 waarin [medeverdachte] aan [slachtoffer 1] meedeelt dat zij maar op de bank moet slapen en opmerkt: “Ben ik de baas of jij”.
Dat verdachte hier ook van op de hoogte is, leidt de rechtbank af uit WhatsApp-berichten die
[medeverdachte] hieromtrent aan haar stuurt, onder meer inhoudend “ [slachtoffer 1] doet moeilijk (..). Ik heb gezegd dan ga je maar lekker op de bank. Ik ben hier om geld te verdienen en niet om gezeik van wijfen aan te horen." en "praat jij lekker tegen [slachtoffer 1] dat ze het niet voor het kiezen heeft. En anders maar lekker weg gaan."
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte en medeverdachte ten opzichte van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gebruik hebben gemaakt van de dwangmiddelen misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht.
Gebruik van overige dwangmiddelen acht de rechtbank niet bewezen. De officier van justitie heeft aangevoerd dat tevens sprake was van (dreiging met) geweld. Hiervan is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gebleken. Hoewel [medeverdachte] door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] wordt omschreven als agressief en hoewel [slachtoffer 1] erbij zou zijn geweest toen verdachte door [medeverdachte] werd mishandeld, is dit naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende voor het aannemen van (dreiging met) geweld als dwangmiddel ten opzichte van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , ook omdat een daadwerkelijk causaal verband tussen deze omstandigheden en het (blijven) werken en/of (blijven) afstaan van verdiensten voor/aan verdachte en medeverdachte niet is gebleken.
Door onder de genoemde omstandigheden en met gebruik van dwangmiddelen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] - kort gezegd - het prostitutiewerk te laten doen en hier zelf van te profiteren, acht de rechtbank bewezen dat verdachte handelde met het oogmerk van uitbuiting. Dat niet in de eerste plaats in het belang van de vrouwen werd gehandeld - zoals medeverdachte [medeverdachte] aanvankelijk enkele malen aangaf - maar puur in het eigen financiële belang, wordt helder geïllustreerd door het WhatsApp-berichten tussen verdachte en [medeverdachte] , waarbij laatstgenoemde onder meer stuurde “laat ze nu de kut maar kapot neuken. Moet geld hebben voor begrafenis”, waarna verdachte klantafspraken voor de dames bleef maken.
De rechtbank acht met betrekking tot deze twee vrouwen de sub-onderdelen 1, 4, 6 en 9 dan ook wettig en overtuigend bewezen. Nu zij bovendien toen zij samen in [land] verbleven door [medeverdachte] via WhatsApp zijn geworven om (weer) in Nederland in de prostitutie te komen werken en nu voor [slachtoffer 1] vervolgens een vliegticket naar Nederland is geregeld en betaald door verdachte en medeverdachte, acht de rechtbank sub-onderdeel 3 eveneens wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank zal de vraag of verdachte zich (telkens) schuldig heeft gemaakt aan in vereniging plegen
(zoals gevorderd door de officier van justitie) of aan medeplichtigheid (zoals bepleit door de verdediging) beantwoorden na de beoordeling van de vragen of sprake was van uitbuiting van [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 3] .
-
[slachtoffer 4]
is afkomstig uit [land] , een economisch zwakker land dan Nederland. [slachtoffer 4] beheerste de Nederlandse taal niet, maar de Engelse taal wel. Zij was niet op de hoogte van de in Nederland geldende wet- en regelgeving en daaruit voortvloeiende rechten en plichten, had geen Nederlandse bankrekening en zij had in Nederland geen sociaal netwerk. Voor haar huisvesting en het al dan niet krijgen van klanten en verdiensten was zij volledig afhankelijk van verdachte en medeverdachte.
heeft verklaard dat zij een hartoperatie in een privékliniek moet ondergaan, dat zij deze operatie zelf moet betalen en dat dit de reden is dat ze in de prostitutie werkte.
Verdachte wist in ieder geval vanaf 8 mei 2021 dat [slachtoffer 4] een hartoperatie moest ondergaan en dat zij daarvan overstuur was. In plaats van haar gezondheid op de eerste plaats te stellen (of haar volledig haar verdiensten te laten houden), bleef verdachte het prostitutiewerk faciliteren en haar verdiensten incasseren. Sterker nog; toen [slachtoffer 4] op 16 mei 2021 aan [medeverdachte] stuurde dat ze uitgeput is en een vrije dag nodig heeft (die ze in meer dan een maand werken nog niet eerder had gehad), weigerde hij dit. Aan verdachte gaf hij vervolgens aan dat het [slachtoffer 4] 100 euro zou kosten als ze toch een vrije dag zou nemen. Ook volgt uit WhatsApp-berichten dat [medeverdachte] op een ander moment toch nog een klant naar [slachtoffer 4] stuurde, terwijl zij had aangegeven die dag geen klanten meer te willen ontvangen, dat [medeverdachte] pushte en dat hij haar geld niet gaf op het moment dat zij het wilde ontvangen.
Dat [slachtoffer 4] zich in een kwetsbare situatie bevond en niet kan worden gelijkgesteld aan een Nederlandse mondige prostituee staat naar het oordeel van de rechtbank gelet op het voorgaande dan ook vast. Nu verdachte en zijn medeverdachte (grotendeels) van deze omstandigheden op de hoogte waren, of deze zelf hebben gecreëerd, acht de rechtbank beide misbruik-dwangmiddelen dan ook bewezen. Dat ten aanzien van [slachtoffer 4] ook andere overige dwangmiddelen zijn gebruikt zoals betoogd door de officier van justitie - is naar het oordeel van de rechtbank niet gebleken.
Door [slachtoffer 4] onder de genoemde omstandigheden en met gebruik van dwangmiddelen - kort gezegd - het prostitutiewerk te laten doen en hier zelf van te profiteren, acht de rechtbank bewezen dat verdachte handelde met het oogmerk van uitbuiting.
De rechtbank acht met betrekking tot [slachtoffer 4] de sub-onderdelen 1, 4, 6 en 9 dan ook wettig en overtuigend bewezen. Nu [slachtoffer 4] bovendien toen zij tijdelijk terug in [land] was door [medeverdachte] via WhatsApp is geworven om weer in Nederland voor/met hem in de prostitutie te komen werken waarna verdachte haar heeft opgehaald van [luchthaven] , acht de rechtbank subonderdeel 3 eveneens wettig en overtuigend bewezen.
-
[slachtoffer 5] en [slachtoffer 3]
[slachtoffer 5] is afkomstig uit [land] en spreekt Engels. Zij is op 20 augustus 2021 aangekomen in
Nederland en opgehaald door verdachte. Via WhatsApp overlegde zij met verdachte en
[medeverdachte] over haar werktijden, vrije dagen en klanten. [slachtoffer 5] gaf aan dat zij vond dat er te weinig werk was en ze vroeg om haar advertentie omhoog te plaatsen. Als bepaalde klanten haar niet aanstonden, liet ze verdachte hen afzeggen of wegsturen. De afspraak met verdachte en medeverdachte was dat zij in ruil voor het zorgen voor een werkplek, het beheren van de seksadvertentie en het maken van afspraken met klanten 50% van haar inkomsten ontvingen. Van die 50% betaalden verdachte en medeverdachte de huur voor de woning waarin [slachtoffer 5] woonde en werkte, condooms en glijmiddel, de kosten voor (het omhoog plaatsen van) de seksadvertentie, alsmede de benzinekosten in het geval van zij naar een andere werkplek werd gebracht.
Uit WhatsApp-berichten leidt de rechtbank af dat [slachtoffer 5] op 8 september 2021 is gestopt met werken voor/met verdachte en medeverdachte. [slachtoffer 5] heeft verklaard dat zij het prostitutiewerk uit vrije wil doet en er wel van houdt.
[slachtoffer 3] komt uit [land] en spreekt Engels. Over haar is verder weinig informatie in het dossier te vinden. [medeverdachte] heeft verklaard dat hij meent dat zij enkele weken bij hem en verdachte heeft gewerkt. Wat enkel vaststaat ten aanzien van [slachtoffer 3] is dat verdachte en medeverdachte met haar, net als met de andere vrouwen, de afspraak had dat zij 50% van haar verdiensten ontvingen en in ruil daarvoor het prostitutiewerk faciliteerden (op de wijze zoals zojuist genoemde ten aanzien van [slachtoffer 5] ).
Beide dames hebben geen aangifte tegen verdachte en/of medeverdachte gedaan.
Onder de hierboven genoemde omstandigheden kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden geoordeeld dat [slachtoffer 5] en [slachtoffer 3] verkeerden in een kwetsbare positie of dat sprake was van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht van verdachte en/of medeverdachte op deze vrouwen. Nu naar het oordeel van de rechtbank ook geen sprake is van andere ten opzichte van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 3] gebruikte dwangmiddelen, kunnen ten aanzien van deze vrouwen de ten laste gelegde sub-onderdelen 1, 4 en 9 niet worden bewezen.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank ten aanzien van [slachtoffer 5] en
[slachtoffer 3] evenmin sprake van seksuele uitbuiting. Het eveneens ten laste gelegde sub-onderdeel
6 ( profijt trekken van uitbuiting) kan dan ook niet bewezen worden. Ditzelfde geldt voor subonderdeel 3, nu geen sprake is van omstandigheden waarbij uitbuiting kan worden verondersteld.
3
-
In vereniging plegen
De rechtbank overweegt dat voor de kwalificatie medeplegen (of in vereniging plegen) is vereist dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is slechts gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde - intellectuele en/of materiële - bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Of hiervan sprake is geweest, dient aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval te worden beoordeeld. In de regel zal de bijdrage van de medepleger worden geleverd tijdens het begaan van het strafbare feit in de vorm van een gezamenlijke uitvoering van het feit. Een geringe rol of het ontbreken van enige rol in de uitvoering van het delict zal moeten worden gecompenseerd, bijvoorbeeld door een grote rol in de voorbereiding.
4
De rechtbank overweegt dat uit de bewijsmiddelen - waaronder de verklaring van verdachte zelf volgt dat verdachte en [medeverdachte] samenwerkten en intensief contact onderhielden over [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] en over hun afspraken en verdiensten. Verdachte en [medeverdachte] zorgden samen voor werkplekken en vervoer voor de vrouwen. Verdachte maakte de advertenties, zette ze online en plaatste ze omhoog. Zowel verdachte als [medeverdachte] maakte afspraken met potentiële klanten en ook haalden ze nadien allebei de verdiensten van de vrouwen op. Zoals [slachtoffer 2] ook verklaarde: verdachte en [medeverdachte] deden hetzelfde en waren inwisselbaar. Er was naar het oordeel van de rechtbank dan ook sprake van een gezamenlijke uitvoering waaraan verdachte een bijdrage van voldoende gewicht heeft geleverd.
Verdachte heeft verklaard dat ze geen weet had van de manier waarop [medeverdachte] met de vrouwen omging en meende dat de dames netjes werden behandeld door [medeverdachte] . Hier gaat de rechtbank niet in mee. Uit diverse WhatsApp-berichten blijkt dat [medeverdachte] ook aan verdachte laat weten dat hij de vrouwen laat weten dat hij de baas is, zoals reeds besproken met betrekking tot het alleen of op de bank laten slapen van [slachtoffer 1] en het weigeren van een vrije dag voor [slachtoffer 4] . Ook liet [medeverdachte] zich ten opzichte van verdachte met regelmaat neerbuigend, respectloos en autoritair uit over de vrouwen. In dit verband wijst de rechtbank nog op het bericht dat [verdachte] op 11 maart 2021 aan verdachte stuurde inhoudende dat zij het zat was om telkens te moeten oplossen als [medeverdachte] ruzie met “zijn hoeren” had en dat zij ze eruit moest zetten. Van onwetendheid met betrekking tot de verhouding tussen [medeverdachte] en de vrouwen was dan ook geenszins sprake.
De rechtbank is echter niet blind voor het feit dat verdachte zich ten opzichte van [medeverdachte] zelf ook in een ondergeschikte positie bevond, zoals aangevoerd door de verdediging en zoals duidelijk volgt uit het dossier. Dit noopt echter niet tot een andere juridische conclusie met betrekking tot het medeplegen. De rechtbank laat dit wel een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat.
Feit 2: witwassen
Het onder 2 primair ten laste gelegde medeplegen van witwassen kan bewezen worden nu verdachte en medeverdachte als gevolg van de uitbuiting van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] beschikten over uit enig misdrijf afkomstig geld, dat zij hebben gepind, gestort, omgewisseld (bij de moeder van verdachte) en gebruikten om zelf van te leven en van op vakantie te gaan.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1 primair en 2 primair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
zij in de periode van 1 december 2020 tot en met 9 november 2021 te Leeuwarden en/of Sneek en/of [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] , en/of elders in Nederland en/of in [land] , tezamen en in vereniging met een ander, anderen, te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] ,
A) telkens door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
- heeft geworven, vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] en
  • heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard en
  • heeft gedwongen verdachte en verdachtes mededader te bevoordelen uit de opbrengst van hun,seksuele handelingen met een derde en
B)
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die anderen, te weten
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] ,
immers heeft zij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander, (van/voor) die [slachtoffer 1]
  • tewerkgesteld als prostituee en afspraken gemaakt met potentiële klanten en klanten geregeld, en
  • advertenties gemaakt en geplaatst op internetsites zoals “ [naam] ”, waarin zij onder de naam[slachtoffer 1] en [slachtoffer 1] werd aangeboden als prostituee, en het beheer van die advertenties gedaan, en
  • de telefoon opgenomen voor die [slachtoffer 1] en afspraken gemaakt voor die [slachtoffer 1] metpotentiële klanten voor prostitutie, en
  • een werkplek voor die [slachtoffer 1] geregeld en aan haar ter beschikking gesteld, en
  • ondergebracht in een woning aan de [adres] , en aan de [adres] en de [adres] te Leeuwarden enaan de [adres] te [plaatsnaam] en aan de [adres] te [plaatsnaam] en
  • vervoerd naar een werkplek en
  • zorg gedragen voor controle op en toezicht op de prostitutiewerkzaamheden en verdiensten enafspraken over de uitbetaling van haar verdiensten, en
  • een gedeelte van de verdiensten uit haar prostitutiewerkzaamheden laten afstaan en geïncasseerdop basis van een 60%-40% regeling en/of een 50%-50% regeling, terwijl die [slachtoffer 1] de Nederlandse taal niet beheerste en onbekend was in Nederland en met de Nederlandse regels en wetten en gewoonten en niemand in Nederland kende en niet over eigen huisvesting in Nederland beschikte, en aldus bewerkstelligd dat die [slachtoffer 1] van hen afhankelijk was;
EN (van/voor) die [slachtoffer 2]
  • tewerkgesteld als prostituee en afspraken gemaakt met potentiële klanten en klanten geregeld, en
  • pikante foto's gemaakt en vervolgens een advertentie gemaakt en geplaatst op internetsites zoals "
[naam] ", waarin zij onder de naam [slachtoffer 2] en [slachtoffer 2] werd aangeboden als prostituee, en
  • het beheer van die advertenties gedaan, en
  • de telefoon opgenomen voor die [slachtoffer 2] en afspraken gemaakt voor die [slachtoffer 2] metpotentiële klanten voor prostitutie, en
  • een werkplek voor die [slachtoffer 2] geregeld en aan haar ter beschikking gesteld, en
  • vervoerd naar en van een werkplek, en
  • ondergebracht en laten verblijven in een woning aan de [adres] en de [adres] te Leeuwarden enaan de [adres] te [plaatsnaam] en aan de [adres] te [plaatsnaam] en
  • zorg gedragen voor controle en toezicht op de prostitutiewerkzaamheden en verdiensten enafspraken over de uitbetaling van haar verdiensten, en
  • een gedeelte van de verdiensten uit haar prostitutiewerkzaamheden laten afstaan op basis van een
50%-50% regeling, terwijl die [slachtoffer 2] de Nederlandse taal niet beheerste en onbekend was in Nederland en met de Nederlandse regels en wetten en gewoonten en niemand in Nederland kende en niet over eigen huisvesting in Nederland beschikte, en aldus bewerkstelligd dat die [slachtoffer 2] van hen afhankelijk was;
EN (van/voor) [slachtoffer 4]
  • tewerkgesteld als prostituee en afspraken gemaakt met potentiële klanten en klanten geregeld, en
  • pikante foto's gemaakt en vervolgens een advertentie gemaakt en geplaatst op internetsites zoals "
[naam] ", waarin zij werd aangeboden als prostituee, en
  • het beheer van die advertenties gedaan, en
  • de telefoon opgenomen voor die [slachtoffer 4] en afspraken gemaakt voor die [slachtoffer 4] metpotentiële klanten voor prostitutie, en
  • een werkplek voor die [slachtoffer 4] geregeld en ter beschikking gesteld, en
  • vervoerd en laten vervoeren naar en van een (werk)adres/plek, en
  • ondergebracht en laten verblijven in een woning aan de [adres] en de [adres] te Leeuwarden enaan de [adres] te [plaatsnaam] en aan de [adres] te [plaatsnaam] en
  • zorg gedragen voor controle en toezicht op de prostitutiewerkzaamheden en verdiensten enafspraken over de uitbetaling van haar verdiensten, en
  • een gedeelte van de verdiensten uit haar prostitutiewerkzaamheden laten afstaan op basis van een
50%-50% regeling, terwijl die [slachtoffer 4] de Nederlandse taal niet beheerste en onbekend was in Nederland en met de Nederlandse regels en wetten en gewoonten en niemand in Nederland kende en niet over eigen huisvesting in Nederland beschikte, en aldus bewerkstelligd dat die [slachtoffer 4] van hen afhankelijk was, en
C) anderen te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] heeft aangeworven en medegenomen met het oogmerk die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen:
  • die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] vanuit [land] en/of [land] en/of [land] naarNederland laten komen om daar prostitutiewerkzaamheden te verrichten en
  • die [slachtoffer 1] naar het buitenland, [land] , vervoerd om prostitutiewerkzaamheden te verrichten,terwijl die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] de Nederlandse taal niet beheersten en onbekend waren in Nederland en niemand in Nederland kenden en niet over eigen huisvesting en inkomsten in Nederland beschikten en illegaal in Nederland verbleven en aldus bewerkstelligd dat die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] van hun afhankelijk waren;
2.
zij in de periode van 1 januari 2018 tot en met 9 november 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, (van) een voorwerp, te weten een hoeveelheid geld heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft omgezet, en gebruik heeft gemaakt, terwijl zij, verdachte, en haar mededader wisten dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

primair Mensenhandel, terwijl het feit in vereniging wordt gepleegd, meermalen gepleegd;
primair Medeplegen van witwassen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de feiten 1 primair en 2 primair wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met daaraan gekoppeld als bijzondere voorwaarde een contactverbod met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair gepleit voor oplegging van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf waarbij het onvoorwaardelijke deel ten hoogte gelijk is aan de duur van het voorarrest. Subsidiair is verzocht om het onvoorwaardelijk deel van de gevangenisstraf ten hoogste zes maanden te laten bedragen, zodat verdachte (na aftrek van het voorarrest) nog drie maanden in detentie moet verblijven en mogelijk haar huurwoning kan behouden gedurende die periode.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het psychologisch onderzoek van 14 september 2022, de reclasseringsrapportages van onder meer 6 oktober 2023, 24 oktober 2022 en 6 januari 2022, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met de medeverdachte, haar toenmalige partner, schuldig gemaakt aan de seksuele uitbuiting van drie prostituees. Deze vrouwen, van wie twee afkomstig uit [land] en een uit [land] , belandden in de prostitutie uit financiële noodzaak. Zij moesten hun familie onderhouden en een van hen werkte om haar hartoperatie te kunnen betalen. Zij spraken de Nederlandse en Engelse taal niet of nauwelijks en hadden geen netwerk in Nederland. Verdachte en zijn medeverdachte faciliteerden het sekswerk van de vrouwen, waarbij de vrouwen de helft van hun opbrengsten moesten afstaan.
Verdachte heeft zich laten leiden door haar zucht naar financieel gewin en heeft het belang van de slachtoffers bij het behoud van hun waardigheid en zelfbeschikkingsrecht daaraan ondergeschikt gemaakt. Hiermee heeft zij inbreuk gemaakt op hun geestelijke en lichamelijke integriteit. De rechtbank rekent haar dit aan, temeer nu zij zelf ook in de prostitutie werkzaam was en weet hoe zwaar het werk is.
Ten aanzien van de bepaling van de (hoogte van de) straf overweegt de rechtbank dat gelet op de aard en ernst van de feiten, het aantal slachtoffers en de lange pleegperiode een onvoorwaardelijke gevangenisstraf het uitgangspunt moeten zijn.
De straf die de rechtbank oplegt is lager dan de officier van justitie heeft geëist. Dat heeft allereerst te maken met het feit dat de rechtbank uitgaat van de uitbuiting van drie vrouwen in plaats van vijf vrouwen, zoals de officier van justitie doet. Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op de oriëntatiepunten voor strafoplegging (LOVS). De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat deze vorm van seksuele uitbuiting binnen de oriëntatiepunten valt in de genoemde categorie I, waarbij het vertrekpunt bij oplegging van een gevangenisstraf is vastgesteld op een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden.
De rechtbank acht hierbij van belang dat er sprake is van meerdere slachtoffers die zich in een kwetsbare situatie bevonden en dat sprake is van medeplegen over een langere periode.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De rechtbank sluit - net als de officier van justitie - de ogen niet voor de positie van verdachte ten opzichte van de medeverdachte. Uit het dossier volgt dat medeverdachte de bovenliggende partij binnen hun relatie was en dat hij haar op diverse momenten heeft mishandeld. Hiermee houdt de rechtbank in strafmatigende zin rekening, alsmede met het feit dat verdachte ter zitting inzicht heeft getoond in het laakbare van haar handelen.
De rechtbank komt tot alles afwegend de conclusie dat een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk, passend en geboden is. Een kortere
(onvoorwaardelijke) straf zou naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht doen aan het feit dat het gaat om drie kwetsbare slachtoffers.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
De rechtbank ziet geen aanleiding om een contactverbod met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan verdachte op te leggen. Namens deze slachtoffers is niet verzocht om het opleggen van een contactverbod. Nu zij niet meer in Nederland zouden verblijven en de rechtbank niet is gebleken van een wens tot contact met deze slachtoffers van de zijde van verdachte, dient het opleggen en handhaven van een contactverbod geen redelijk doel.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[slachtoffer 1] , tot een bedrag van € 10.000,00 ter vergoeding van immateriële schade primair entot een bedrag van primair € 22.881,51, subsidiair € 22.500,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 2] , tot een bedrag van € 10.000,00 ter vergoeding van immateriële schade en
€ 8.000,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de integrale toewijzing van beide vorderingen gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft met betrekking tot het immateriële deel van de beide vorderingen aangevoerd dat de rechtbank niet gebonden is aan de uitgangspunten van het Schadefonds Geweldsmisdrijven (hierna: het schadefonds). In de onderbouwing van de vorderingen is aansluiting gezocht bij categorie
4 zoals vastgesteld door het schadefonds en waarbij een bedrag van € 10.000,- hoort, maar een op de persoon toegespitste onderbouwing ontbreekt.
De raadsvrouw heeft verzocht het toe te wijzen bedrag te matigen.
Met betrekking tot het materiële deel van de beide vorderingen heeft de raadsvrouw verzocht om de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen te verklaren, nu de beoordeling daarvan een onevenredige belasting voor het strafgeding zou vormen. De Tikkies die op de rekening van verdachte binnenkwamen, betroffen zowel haar eigen verdiensten als die van de op de tenlastelegging genoemde dames. Bovendien pakte [medeverdachte] de verdiensten van de dames ook weer van [verdachte] af als zij deze had opgehaald, hetgeen maakt dat het de vraag is of een hoofdelijke veroordeling passend is.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de
immateriële schadeis de rechtbank inzake de vorderingen van beide slachtoffers van oordeel dat aannemelijk is geworden dat er immateriële schade is geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 primair bewezen verklaarde. In het geval van mensenhandel brengen de aard en de ernst van de normschending mee dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon als bedoeld in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek kan worden aangenomen. Ook uit de ter onderbouwing van beide vorderingen overgelegde stukken volgen de nadelige gevolgen genoegzaam.
Ten aanzien van de hoogte van het toe te wijzen bedrag ter vergoeding van de geleden immateriële schade overweegt de rechtbank als volgt. In de onderbouwing van beide vorderingen is aangesloten bij categorie 4 van het Schadefonds Geweldsmisdrijven (hierna: het schadefonds), waaraan een vast bedrag van € 10.000,- is gekoppeld, welk bedrag aan [slachtoffer 2] reeds is toegekend door het schadefonds. De rechtbank constateert dat het schadefonds verschillende gradaties van mensenhandel heeft ondergebracht in de categorieën 2, 3, 4 en 5, die oplopen in ernst van het feit en in hoogte van het bedrag.
De door het schadefonds bij categorie 4 gegeven omschrijving houdt onder meer in “seksuele uitbuiting met seksueel binnendringen, gedurende een langere periode, (wat) stelselmatig (is) gebeurd”. De rechtbank overweegt in de eerste plaats dat het schadefonds geen inzage heeft gehad in het volledige dossier, noch in hetgeen de rechtbank uiteindelijk bewezen heeft verklaard; in dit geval wordt bijvoorbeeld vrijgesproken van gebruik van het dwangmiddel geweld. Weliswaar is sprake van seksuele uitbuiting en binnendringen, maar het aan verdachte gemaakte verwijt ziet vooral op het misbruik maken van de situatie van de slachtoffers en van (de verdiensten van) hun prostitutiewerk; niet op het verrichten van het werk an sich.
Buiten kijf staat immers dat beide slachtoffers reeds werkzaam waren in de prostitutie en naar Nederland zijn gekomen met het specifieke doel om het hier beter betaalde prostitutiewerk te gaan doen. Dat zij daarbij beperkt zijn in hun vrijheden en dat zij ook verdachte en medeverdachte hebben moeten verrijken in plaats enkel van zichzelf, maakt dat naar het oordeel van de rechtbank terdege sprake is van een aantasting in de persoon die een immateriële schadevergoeding rechtvaardigt, maar dit is van een andere aard dan het volstrekt ongewild verrichten van prostitutiewerk.
Gebruikmakend van haar schattingsbevoegdheid ex artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek zal de rechtbank inzake beide vorderingen een bedrag van € 5.000,00 toewijzen ter vergoeding van immateriële schade. Dit bedrag sluit aan bij het in categorie 3 van het schadefonds genoemde bedrag en is conform het voorstel van de verdediging. Dit sluit bovendien aan bij de rechtspraak in vergelijkbare zaken toegewezen bedragen voor immateriële schadevergoeding. De rechtbank zal de vordering van immateriële schade voor het overige deel afwijzen.
Ten aanzien van de
materiële schadeis de rechtbank inzake de vordering van [slachtoffer 2] van oordeel dat aannemelijk is geworden dat zij materiële schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 primair bewezen verklaarde. Het gevorderde bedrag is gebaseerd op reeds bij de politie door [slachtoffer 2] genoemde klantenaantallen en verdiensten en vindt ook overigens voldoende steun in het dossier. Beoordeling van deze schadepost brengt dan ook geenszins een onevenredige belasting van het strafproces met zich mee. De rechtbank zal het gevorderde bedrag toewijzen.
Ten aanzien van de
materiële schadeis de rechtbank inzake de vordering van [slachtoffer 1] van oordeel dat aannemelijk is geworden dat zij materiële schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 bewezen verklaarde. Het gevorderde bedrag betreft aan verdachte en medeverdachte afgestane verdiensten. Onder meer nu bij het vaststellen van het primair gevorderde bedrag rekening is gehouden met het afstaan van 50% van de verdiensten en met kosten die [slachtoffer 1] zou hebben gemaakt voor de aanschaf van condooms, terwijl de rechtbank uit het dossier afleidt dat [slachtoffer 1] aanvankelijk 40% van haar verdiensten afstond en dat de kosten voor condooms telkens werden betaald door verdachte, gaat de rechtbank niet mee in deze berekening van de verdediging. Het subsidiair gevorderde bedrag bedraagt € 22.500,- en is gebaseerd op een algemene schatting op basis van gewerkte dagen en netto verdiensten van € 250,0 per dag.
De rechtbank ziet in het dossier voldoende aanknopingspunten om zelf een schatting te maken op basis van de informatie uit het dossier. Deze schatting brengt geenszins een onevenredige belasting van het strafproces met zich mee. De rechtbank slaat bij haar schatting acht op de gewerkte periodes/weken en de door [slachtoffer 1] bij de politie genoemde schatting van haar eigen inkomsten (dus exclusief het deel van haar verdiensten bedrag dat zij moest afstaan aan verdachte) per week, variërend van € 700,- tot € 1600,-, rekening houdend met het feit dat zij daarvan aanvankelijk 40% en later 50% moest afstaan. Alles afwegend schat de rechtbank de afgestane inkomsten van [slachtoffer 1] op € 20.000,-. De vordering van materiële schadevergoeding zal dan ook worden toegewezen tot een bedrag van € 20.000,-. Hetgeen meer is gevorderd, zal de rechtbank afwijzen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de zowel door [slachtoffer 2] als [slachtoffer 1] geleden schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte deze al heeft betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank telkens de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Inbeslaggenomen goederen

Met betrekking tot de op de lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen met strafrechtelijke beslagtitel (gehecht als bijlage aan dit vonnis) genoemde voorwerpen 7 tot en met 27 is de rechtbank van oordeel dat deze vatbaar zijn voor verbeurdverklaring nu deze toebehoren aan verdachte en feit 1 met behulp hiervan is begaan of voorbereid. Met betrekking tot het op diezelfde lijst genoemde voorwerp 1, te weten een geldbedrag van
€ 1.310,77, is de rechtbank van oordeel dat niet is komen vast te staan dat een van de feiten met behulp hiervan is begaan of voorbereid, dan wel dat dit baten zijn die zijn verkregen uit of door middel van de bewezenverklaarde feiten. Dit geldbedrag is tevens vermeld op de lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen met conservatoire beslagtitel; het is aan het openbaar ministerie om te zijner tijd een beslissing te nemen ten aanzien van dit voorwerp.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 47, 57, 273f en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot zes maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Ten aanzien van feit 1: [slachtoffer 1].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer 1] te betalen:
  • het bedrag van € 25.000,00 (zegge: vijfentwintigduizend euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 november 2021 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering voor het overige af.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat te betalen een bedrag van € 25.000,00 (zegge: vijfentwintigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 november 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit € 20.000,00 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 160 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van feit 1: [slachtoffer 2].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer 2] te betalen:
  • het bedrag van € 13.000,00 (zegge: dertienduizend euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 november 2021 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering voor het overige af.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat te betalen een bedrag van € 13.000,00 (zegge: dertienduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 november 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit € 8.000,00 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 100 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Verklaart verbeurdde op de lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen met strafrechtelijke beslagtitel (gehecht als bijlage aan dit vonnis) onder 7, 8, 9 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26 en 27 genoemde voorwerpen, te weten:
7. plastic bakje met oa. envelopje en simkaart
8. kistje met inhoud (oa simkaarthouders en simkaart)
9. sim-kaart
10. USB-stick
11. Adapter met micro-USB
12. GSM
13. GSM
14. GSM
15. GSM
16. GSM
17. GSM
18. GSM
19. GSM
20. GSM
21. Computer: tablet
22. GSM
23. GSM
24. Computer: laptop
25. Computer: computerkast
26. GSM
27. Computer: laptop
Gelast de bewaringten behoeve van de rechthebbende van de op de lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerp met strafrechtelijke beslagtitel (gehecht als bijlage aan dit vonnis) onder 1 genoemde voorwerp, te weten:
1. bankrekeningnummer] )
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. R.B. Maring en mr. M.M. Spooren, rechters, bijgestaan door mr. C.L. van der Woude, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 10 november 2023.
Mr. Dölle en mr. Van der Woude zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage 1Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
zij op één of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 december 2020 tot en met 9 november 2021 te Leeuwarden en/of Sneek en/of [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] , en/of (elders) in Nederland en/of in [land] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander of anderen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of (een) verder onbekend gebleven perso(o)n(en),
A)
(telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitlijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
  • heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksueleuitbuiting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) (sub 1°) en/of
  • heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid ofdiensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en)zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°) en/of
  • heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachte(s) mededader(s) te bevoordelen uitde opbrengst van zijn/haar/hun, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en)seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub 9°) en/of
B)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die/een ander of anderen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer
5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en), (sub 6°),
immers heeft/is zij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van/voor) die [slachtoffer 1]
  • tewerkgesteld als prostituee en/of een (vervolgens) afspraken gemaakt en/of laten maken met eenof meer (potentiële) klanten en/of klant(en) geregeld, en/of
  • ( pikante) foto('s) gemaakt en/of laten maken en/of (vervolgens) advertentie(s) gemaakt/vervaardigden/of laten maken/vervaardigen en/of geplaatst en/of laten plaatsen op internetsite(s), zoals “ [naam] ”, waarin zij (onder de naam " [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 1] ") werd aangeboden als prostituee, en/of (geheel of gedeeltelijk) het beheer van die advertenties gedaan, en/of
  • ( geheel of gedeeltelijk) het beheer van die advertenties gedaan, en/of
  • de telefoon opgenomen voor die [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) afspraken gemaakt voor die[slachtoffer 1] met (potentiële) klanten voor prostitutie, en/of aan die [slachtoffer 1] (een) telefoon(s) ter beschikking gesteld om zelf contact te hebben met klanten voor prostitutie, en/of
  • een (werk)kamer/plek voor haar/die [slachtoffer 1] geregeld en/of laten regelen en/of aan haar/die[slachtoffer 1] ter beschikking gesteld, en/of
  • ondergebracht en/of laten verblijven in (een) woning(en) (aan de [adres] , waarin - onder meer - ookzijn mededader verbleef, en/of (aan de [adres] en/of de [adres] ) te Leeuwarden en/of (aan de [adres] ) te [plaatsnaam] en/of (aan de [adres] ) te [plaatsnaam] en/of
  • vervoerd en/of laten vervoeren naar en/of van een (werk)adres/plek en/of (een) klant(en), en/of
  • zorg gedragen en/of laten dragen voor controle op en/of begeleiding van en/of toezicht op deprostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of afspraken over de uitbetaling van haar verdiensten (daaruit), en/of
  • ( een gedeelte van) de verdiensten of opbrengsten uit haar prostitutiewerkzaamheden laten afstaanen/of geïncasseerd (op basis van een 60%-40% regeling en/of een 50%-50% regeling) en/of
  • voor die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal money transfer(s) en/of overboekingen (via
[naam] en/of [naam] heeft gedaan naar het buitenland ( [land] ),
terwijl die [slachtoffer 1] de Nederlandse taal niet of onvoldoende sprak/beheerste en/of onbekend was in Nederland en/of met de Nederlandse regels en/of wetten en/of gewoonten en/of gebruiken en/of (bijna) niemand in Nederland kende en/of niet over eigen huisvesting in Nederland beschikte, en/of (aldus) bewerkstelligd dat die [slachtoffer 1] van haar/hen afhankelijk was;
EN (van/voor) die [slachtoffer 2]
  • tewerkgesteld als prostituee en/of een (vervolgens) afspraken gemaakt en/of laten maken met eenof meer (potentiële) klanten en/of klanten geregeld, en/of
  • ( pikante) foto('s) gemaakt en/of laten maken en/of (vervolgens) advertentie(s) gemaakt/vervaardigden/of laten maken/vervaardigen en/of geplaatst en/of laten plaatsen op internetsite(s), zoals " [naam] ", waarin zij (onder de naam " [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 2] ") werd aangeboden als prostituee, en/of
  • ( geheel of gedeeltelijk) het beheer van die advertenties gedaan, en/of
  • de telefoon opgenomen voor die [slachtoffer 2] en/of (vervolgens) afspraken gemaakt voor die[slachtoffer 2] met (potentiële) klanten voor prostitutie, en/of aan die [slachtoffer 2] (een) telefoon(s) ter beschikking gesteld om zelf contact te hebben met klanten voor prostitutie, en/of
  • een (werk)kamer/plek voor haar/die [slachtoffer 2] geregeld en/of laten regelen en/of aan haar/ die[slachtoffer 2] ter beschikking gesteld, en/of
  • vervoerd en/of laten vervoeren naar en/of van een (werk)adres/plek en/of (een) klant(en), en/of
  • ondergebracht en/of laten verblijven in (een) woning(en) (aan de [adres] en/of de [adres] ) te
Leeuwarden en/of (aan de [adres] ) te [plaatsnaam] en/of (aan de [adres] ) te [plaatsnaam] en/of
  • zorg gedragen en/of laten dragen voor controle op en/of begeleiding van en/of toezicht op deprostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of afspraken over de uitbetaling van haar verdiensten (daaruit), en/of
  • ( een gedeelte van) de verdiensten of opbrengsten uit haar prostitutiewerkzaamheden laten afstaanen/of geïncasseerd (op basis van een 60%-40% regeling en/of een 50%-50% regeling), en/of
  • een bankrekening op naam van haar/die [slachtoffer 2] heeft geopend en/of laten openen en/of geldheeft gestort op de rekening van die [slachtoffer 2] ,
terwijl die [slachtoffer 2] de Nederlandse taal niet of onvoldoende sprak/beheerste en/of onbekend was in Nederland en/of met de Nederlandse regels en/of wetten en/of gewoonten en/of gebruiken en/of (bijna) niemand in Nederland kende en/of niet over eigen huisvesting in Nederland beschikte, en/of (aldus) bewerkstelligd dat die [slachtoffer 2] van haar /hen afhankelijk was;
EN
(van/voor) die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en)
  • tewerkgesteld als prostituee en/of een (vervolgens) afspraken gemaakt en/of laten maken met eenof meer (potentiële) klanten en/of klant(en) geregeld, en/of
  • ( pikante) foto('s) gemaakt en/of laten maken en/of (vervolgens) advertentie(s) gemaakt/vervaardigden/of laten maken/vervaardigen en/of geplaatst en/of laten plaatsen op internetsite(s), zoals " [naam] ", waarin zij werd(en) aangeboden als prostituee, en/of
  • ( geheel of gedeeltelijk) het beheer van die advertenties gedaan, en/of
  • de telefoon opgenomen voor die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of dieverder onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of (vervolgens) afspraken gemaakt voor die [slachtoffer
3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) met (potentiële) klanten voor prostitutie, en/of
  • een (werk)kamer/plek voor die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of dieverder onbekend gebleven perso(o)n(en) geregeld en/of laten regelen en/of ter beschikking gesteld, en/of
  • vervoerd en/of laten vervoeren naar en/of van een (werk)adres/plek en/of naar (een) klant(en),en/of
  • ondergebracht en/of laten verblijven in (een) woning(en) (aan de [adres] en/of de [adres] ) te
Leeuwarden en/of (aan de [adres] ) te [plaatsnaam] en/of (aan de [adres] ) te [plaatsnaam] , en/of
  • zorg gedragen en/of laten dragen voor controle op en/of begeleiding van en/of toezicht op deprostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of afspraken over de uitbetaling van haar verdiensten (daaruit), en/of
  • ( een gedeelte van) de verdiensten of opbrengsten uit hun/haar prostitutiewerkzaamheden latenafstaan en/of geïncasseerd (op basis van een 60%-40% regeling en/of een 50%-50% regeling),
terwijl die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven
perso(o)n(en)de Nederlandse taal niet of onvoldoende sprak/beheerste(n) en/of onbekend was/waren in Nederland en/of met de Nederlandse regels en/of wetten en/of gewoonten en/of gebruiken en/of (bijna) niemand in Nederland kende(n) en/of niet over eigen huisvesting in Nederland beschikte(n), en/of (aldus) bewerkstelligd dat die [slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) van haar /hen afhankelijk was/waren, en/of
C) een ander of anderen te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en), (telkens) heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling (sub 3°),
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen:
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) gevraagd of zij andere vrouwen kennen die in de prostitue willen werken voor verdachte en/of zijn mededader(s) en/of die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) vanuit [land] en/of [land] en/of [land] en/of [land] en/of [land] , althans uit het buitenland, naar Nederland laten komen om daar prostitutiewerkzaamheden te verrichten en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) naar het buitenland ( [land] ) vervoerd/gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten,
terwijl die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) de Nederlandse taal niet of onvoldoende sprak(en)/beheerste(n) en/of onbekend was/waren in Nederland en/of (bijna) niemand in Nederland kende(n) en/of niet over eigen huisvesting en/of inkomsten in Nederland beschikte(n) en/of illegaal in Nederland verbleef/verbleven en/of/aldus bewerkstelligd dat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) van haar /hun afhankelijk was/waren;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
dat [medeverdachte] op één of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 december 2020 tot en met 9 november 2021 te Leeuwarden en/of Sneek en/of [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] , en/of (elders) in Nederland en/of in [land] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een ander of anderen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of (een) verder onbekend gebleven perso(o)n(en),
A)
(telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitlijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
  • heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksueleuitbuiting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) (sub 1°) en/of
  • heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid ofdiensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en)zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°) en/of
  • heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachte(s) mededader(s) te bevoordelen uitde opbrengst van zijn/haar/hun, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en)seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub 9°) en/of
B)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die/een ander of anderen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer
5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en), (sub 6°),
immers heeft/is hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van/voor) die [slachtoffer 1]
  • tewerkgesteld als prostituee en/of een (vervolgens) afspraken gemaakt en/of laten maken met eenof meer (potentiële) klanten en/of klant(en) geregeld, en/of
  • ( pikante) foto('s) gemaakt en/of laten maken en/of (vervolgens) advertentie(s) gemaakt/vervaardigden/of laten maken/vervaardigen en/of geplaatst en/of laten plaatsen op internetsite(s), zoals “ [naam] ”, waarin zij (onder de naam " [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 1] ") werd aangeboden als prostituee, en/of (geheel of gedeeltelijk) het beheer van die advertenties gedaan, en/of
  • ( geheel of gedeeltelijk) het beheer van die advertenties gedaan, en/of
  • de telefoon opgenomen voor die [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) afspraken gemaakt voor die[slachtoffer 1] met (potentiële) klanten voor prostitutie, en/of aan die [slachtoffer 1] (een) telefoon(s) ter beschikking gesteld om zelf contact te hebben met klanten voor prostitutie, en/of
  • een (werk)kamer/plek voor haar/die [slachtoffer 1] geregeld en/of laten regelen en/of aan haar/die[slachtoffer 1] ter beschikking gesteld, en/of
  • ondergebracht en/of laten verblijven in (een) woning(en) (aan de [adres] , waarin - onder meer - ookzijn mededader verbleef, en/of (aan de [adres] en/of de [adres] ) te Leeuwarden en/of (aan de [adres] ) te [plaatsnaam] en/of (aan de [adres] ) te [plaatsnaam] en/of
  • vervoerd en/of laten vervoeren naar en/of van een (werk)adres/plek en/of (een) klant(en), en/of
  • zorg gedragen en/of laten dragen voor controle op en/of begeleiding van en/of toezicht op deprostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of afspraken over de uitbetaling van haar verdiensten (daaruit), en/of
  • ( een gedeelte van) de verdiensten of opbrengsten uit haar prostitutiewerkzaamheden laten afstaanen/of geïncasseerd (op basis van een 60%-40% regeling en/of een 50%-50% regeling) en/of
  • voor die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal money transfer(s) en/of overboekingen (via
[naam] en/of [naam] heeft gedaan naar het buitenland ( [land] ),
terwijl die [slachtoffer 1] de Nederlandse taal niet of onvoldoende sprak/beheerste en/of onbekend was in Nederland en/of met de Nederlandse regels en/of wetten en/of gewoonten en/of gebruiken en/of (bijna) niemand in Nederland kende en/of niet over eigen huisvesting in Nederland beschikte, en/of (aldus) bewerkstelligd dat die [slachtoffer 1] van hem/hen afhankelijk was;
EN (van/voor) die [slachtoffer 2]
  • tewerkgesteld als prostituee en/of een (vervolgens) afspraken gemaakt en/of laten maken met eenof meer (potentiële) klanten en/of klanten geregeld, en/of
  • ( pikante) foto('s) gemaakt en/of laten maken en/of (vervolgens) advertentie(s) gemaakt/vervaardigden/of laten maken/vervaardigen en/of geplaatst en/of laten plaatsen op internetsite(s), zoals " [naam] ", waarin zij (onder de naam " [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 2] ") werd aangeboden als prostituee, en/of
  • ( geheel of gedeeltelijk) het beheer van die advertenties gedaan, en/of
  • de telefoon opgenomen voor die [slachtoffer 2] en/of (vervolgens) afspraken gemaakt voor die[slachtoffer 2] met (potentiële) klanten voor prostitutie, en/of aan die [slachtoffer 2] (een) telefoon(s) ter beschikking gesteld om zelf contact te hebben met klanten voor prostitutie, en/of
  • een (werk)kamer/plek voor haar/die [slachtoffer 2] geregeld en/of laten regelen en/of aan haar/ die[slachtoffer 2] ter beschikking gesteld, en/of
  • vervoerd en/of laten vervoeren naar en/of van een (werk)adres/plek en/of (een) klant(en), en/of
  • ondergebracht en/of laten verblijven in (een) woning(en) (aan de [adres] en/of de [adres] ) te
Leeuwarden en/of (aan de [adres] ) te [plaatsnaam] en/of (aan de [adres] ) te [plaatsnaam] en/of
  • zorg gedragen en/of laten dragen voor controle op en/of begeleiding van en/of toezicht op deprostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of afspraken over de uitbetaling van haar verdiensten (daaruit), en/of
  • ( een gedeelte van) de verdiensten of opbrengsten uit haar prostitutiewerkzaamheden laten afstaanen/of geïncasseerd (op basis van een 60%-40% regeling en/of een 50%-50% regeling), en/of
  • een bankrekening op naam van haar/die [slachtoffer 2] heeft geopend en/of laten openen en/of geldheeft gestort op de rekening van die [slachtoffer 2] ,
terwijl die [slachtoffer 2] de Nederlandse taal niet of onvoldoende sprak/beheerste en/of onbekend was in Nederland en/of met de Nederlandse regels en/of wetten en/of gewoonten en/of gebruiken en/of (bijna) niemand in Nederland kende en/of niet over eigen huisvesting in Nederland beschikte, en/of (aldus) bewerkstelligd dat die [slachtoffer 2] van hem/hen afhankelijk was;
EN
(van/voor) die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en)
  • tewerkgesteld als prostituee en/of een (vervolgens) afspraken gemaakt en/of laten maken met eenof meer (potentiële) klanten en/of klant(en) geregeld, en/of
  • ( pikante) foto('s) gemaakt en/of laten maken en/of (vervolgens) advertentie(s) gemaakt/vervaardigden/of laten maken/vervaardigen en/of geplaatst en/of laten plaatsen op internetsite(s), zoals " [naam] ", waarin zij werd(en) aangeboden als prostituee, en/of
  • ( geheel of gedeeltelijk) het beheer van die advertenties gedaan, en/of
  • de telefoon opgenomen voor die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of dieverder onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of (vervolgens) afspraken gemaakt voor die [slachtoffer
3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) met (potentiële) klanten voor prostitutie, en/of
  • een (werk)kamer/plek voor die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of dieverder onbekend gebleven perso(o)n(en) geregeld en/of laten regelen en/of ter beschikking gesteld, en/of
  • vervoerd en/of laten vervoeren naar en/of van een (werk)adres/plek en/of naar (een) klant(en),en/of
  • ondergebracht en/of laten verblijven in (een) woning(en) (aan de [adres] en/of de [adres] ) te
Leeuwarden en/of (aan de [adres] ) te [plaatsnaam] en/of (aan de [adres] ) te [plaatsnaam] , en/of
  • zorg gedragen en/of laten dragen voor controle op en/of begeleiding van en/of toezicht op deprostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of afspraken over de uitbetaling van haar verdiensten (daaruit), en/of
  • ( een gedeelte van) de verdiensten of opbrengsten uit hun/haar prostitutiewerkzaamheden latenafstaan en/of geïncasseerd (op basis van een 60%-40% regeling en/of een 50%-50% regeling),
terwijl die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven
perso(o)n(en)de Nederlandse taal niet of onvoldoende sprak/beheerste(n) en/of onbekend was/waren in Nederland en/of met de Nederlandse regels en/of wetten en/of gewoonten en/of gebruiken en/of (bijna) niemand in Nederland kende(n) en/of niet over eigen huisvesting in Nederland beschikte(n), en/of (aldus) bewerkstelligd dat die [slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) van hem/hen afhankelijk was/waren, en/of
C)
een ander of anderen te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en), (telkens) heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling (sub 3°),
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen:
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) gevraagd of zij andere vrouwen kennen die in de prostitue willen werken voor verdachte en/of zijn mededader(s) en/of die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) vanuit [land] en/of [land] en/of [land] en/of [land] en/of [land] , althans uit het buitenland, naar Nederland laten komen om daar prostitutiewerkzaamheden te verrichten en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) naar het buitenland ( [land] ) vervoerd/gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten,
terwijl die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) de Nederlandse taal niet of onvoldoende sprak(en)/beheerste(n) en/of onbekend was/waren in Nederland en/of (bijna) niemand in Nederland kende(n) en/of niet over eigen huisvesting en/of inkomsten in Nederland beschikte(n) en/of illegaal in Nederland verbleef/verbleven en/of/aldus bewerkstelligd dat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) van hem/hun afhankelijk was/waren;
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, in of omstreeks de periode 1 december 2020 tot en met 9 november 2021 te Leeuwarden en/of Sneek en/of [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] , en/of (elders) in Nederland en/of in [land] , opzettelijk gelegenheid heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- ( ( een) ticket(s) te boeken voor [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) om naar Nederland af te reizen en/of
  • die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) op te halen vanaf [luchthaven] en/of te vervoeren naar een (ander) huis en/of hotel teneinde prostitutiewerkzaamheden te verrichten en/of
  • een (aantal) (erotisch getinte) foto('s) van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) te maken en/of
  • ( een) advertentie(s) op [naam] te plaatsen, waarin die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) zich aanbood/aanboden voor het verlenen van seksuele diensten tegen betaling en/of
  • afspraken met klanten voor prostitutie voor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) te maken en/of die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en) naar klanten voor prostitutie te brengen en/of
  • boodschappen te halen en/of te kopen voor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of die verder onbekend gebleven perso(o)n(en);
2.
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 9 november 2021 te Sneek en/of Leeuwarden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van) een voorwerp(en), te weten een hoeveelheid geld (€ 42.795 en/of € 2.355) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt, terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 9 november 2021, te Sneek en/of Leeuwarden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van) een voorwerp(en), te weten een hoeveelheid geld (€ 42.795 en/of € 2.355), althans een of meer voorwerpen, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl zij, verdachte, wist althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) onmiddellijk afkomstig was/waren uit enig eigen misdrijf.
Bijlage 2Beslaglijst
1. Hoge Raad 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7099 2 Kamerstukken II 2003/04, 29 291, nr. 3, p.19.
3. Hoge Raad 17 mei 2016, ECLI:NL:HR:2016:857
4. Hoge Raad 24 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:716.