ECLI:NL:RBNNE:2023:4432

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
31 oktober 2023
Publicatiedatum
31 oktober 2023
Zaaknummer
18-012908-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van medeplichtigheid aan bankhelpdeskfraude met ouderen als slachtoffers

Op 31 oktober 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij bankhelpdeskfraude. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet bewezen kon worden dat hij medepleger was van de oplichtingen, maar wel dat hij medeplichtig was aan de uitvoering van de fraude. De verdachte had op 11 en 12 januari 2023 als chauffeur gefungeerd voor zijn medeverdachten, die ouderen oplichtten door zich voor te doen als bankmedewerkers. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de primair ten laste gelegde feiten, maar achtte de subsidiaire tenlastelegging van medeplichtigheid aan oplichting en diefstal bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 195 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, die door de oplichting niet alleen financieel, maar ook emotioneel schade hadden geleden. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen beoordeeld en een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij [bedrijf].

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18-012908-23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 31 oktober 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] , wonende Van [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 2 oktober 2023 (inhoudelijke behandeling) en 17 oktober 2023 (sluiting van het onderzoek). De strafzaak tegen verdachte is eerder behandeld op de zitting van 25 april 2023 (pro forma).
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. Y. Finani, advocaat te Utrecht. Ter terechtzitting van 17 oktober 2023 zijn beiden niet verschenen.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G. Veenstra en ter terechtzitting van 17 oktober 2023 door mr. H.J. Mous.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 12 januari 2023 te [adres] , in de gemeente Aa en Hunze, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bedrijf] en/of een hoeveelheid geld en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • ( telefonisch) voorgedaan alszijnde een medewerker van de [bedrijf] en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 1] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er een vreemdebetaalopdracht van 200 euro was gedaan vanaf de rekening vanuit [adres] en/of die [slachtoffer 1] gevraagd haar rekening te controleren en/of die [slachtoffer 1] gevraagd of zij nog andere rekeningen had en/of hoeveel geld er op die rekening(en) stond en/of die [slachtoffer 1] gevraagd of het juist was dat op haar spaarrekening een bedrag van 26.000 euro stond en/of dat zij haar bankpas naar het kantoor in [adres] moest brengen om het te laten blokkeren en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 1] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er toevalligiemand in de buurt was die ook in [adres] woonde en wel even langs zou komen en/of
  • zich bij het (woon)adres) van die [slachtoffer 1] gemeld en zich voorgedaan als een medewerker vande [bedrijf] en/of
  • samen met die [slachtoffer 1] op de mobiele telefoon van die [slachtoffer 1] ingelogd op de [bedrijf] app en/of ingelogd op de laptop van die [slachtoffer 1] en/of
  • die [slachtoffer 1] aangegeven dat de bankpas inmiddels was geblokkeerd en die [slachtoffer 1] gevraagd of zij zich financieel kon redden en/of
  • toen die [slachtoffer 1] aangaf dat zij nog 700 euro contant geld in de woning had liggen die[slachtoffer 1] medegedeeld dat dit geld mee moest om te controleren of het hier niet om vals geld ging en/of
  • een hoeveelheid geld, te weten (in totaal) ongeveer 670 euro van die [slachtoffer 1] in ontvangstgenomen en meegenomen en/of
  • van de spaarrekening van die [slachtoffer 1] een overboeking van
  • een overboeking gedaan van
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meerdere (onbekend gebleven) perso(o)n(en) op of omstreeks 12 januari 2023, te [adres] , in de gemeente Aa en Hunze, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bedrijf] en/of een telefoon, waarop de bankapp was geïnstalleerd en/of een hoeveelheid contant geld (in totaal (ongeveer) 670 euro) en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meerdere (onbekend gebleven) perso(o)n(en) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • ( telefonisch) voorgedaan alszijnde een medewerker van de [bedrijf] en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 1] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er een vreemdebetaalopdracht van 200 euro was gedaan vanaf de rekening vanuit [adres] en/of die [slachtoffer 1] gevraagd haar rekening te controleren en/of die [slachtoffer 1] gevraagd of zij nog andere rekeningen had en/of gevraagd hoeveel geld er op die rekening(en) stond en/of die [slachtoffer 1] gevraagd of het juist was dat op haar spaarrekening een bedrag van 26.000 euro stond en/of dat zij haar bankpas naar het kantoor in [adres] moest brengen om het te laten blokkeren en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 1] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er toevalligiemand in de buurt was die ook in [adres] woonde en wel even langs zou komen en/of
  • zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer 1] gemeld en zich voorgedaan als een medewerker vande [bedrijf] en/of
  • samen met die [slachtoffer 1] op de mobiele telefoon van die [slachtoffer 1] ingelogd op de [bedrijf] app en/of ingelogd op de laptop van die [slachtoffer 1] en/of
  • die [slachtoffer 1] aangegeven dat de bankpas inmiddels was geblokkeerd en die [slachtoffer 1] gevraagd of zij zich financieel kon redden en/of
  • toen die [slachtoffer 1] aangaf dat zij nog ((in totaal) ongeveer) 700 euro contant geld in de woninghad liggen die [slachtoffer 1] medegedeeld dat dit geld mee moest om te controleren of het hier niet om vals geld ging en/of
  • een hoeveelheid geld, te weten (in totaal) ongeveer 670 euro van die [slachtoffer 1] in ontvangstgenomen en meegenomen en/of
  • van de spaarrekening van die [slachtoffer 1] een overboeking van 26.000 euro gedaan naar delopende rekening van die [slachtoffer 1] en/of
  • een overboeking gedaan van 16.778 euro naar een rekening van [bedrijf] , waardoor die [slachtoffer
1] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 12 januari 2023, te Arnhem en/of te [adres] , althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3]
  • een voertuig, te weten een personenauto (merk Toyota, type Aygo, voorzien van het kenteken[kenteken] ) ter beschikking te stellen en/of
  • met voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] met die/eenpersonenauto naar de plaats van het misdrijf te rijden en/of (vervolgens)
  • in de (onmiddellijke) nabijheid van het misdrijf in en/of bij, althans met, dat/die personenauto tewachten teneinde die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] bij onraad te waarschuwen en/of die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] te helpen vluchten en/of de vlucht gemakkelijk te maken, althans dat hij, verdachte, op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft;
2 hij op of omstreeks 11 januari 2023 te [adres] , in de gemeente Aa en Hunze, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bedrijf] en/of een hoeveelheid geld en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • ( telefonisch) voorgedaan alszijnde een medewerker van de [bedrijf] en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven- gevraagd of hij houder was van derekening op naam van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 2] en eindigend met de cijfers [cijfers] en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er nog eenrekening openstond van 2250 euro en/of die [slachtoffer 2] gevraagd of hij zich goed kon redden met de computer en/of dat hij wel een collega langs kon sturen om hiermee te helpen en/of
  • zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer 2] gemeld en zich voorgedaan als een medewerker vande [bedrijf] en/of
  • op de laptop van die [slachtoffer 2] , met behulp van de bankpas en bijbehorende pincode van die
[slachtoffer 2] , ingelogd op de [bedrijf] website en/of - een overboeking gedaan van 6305 euro naar de [bedrijf] , waardoor die [slachtoffer 2] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
(zaaksdossier 25, aangifte pag. 678)
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meerdere (onbekend) gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 11 januari 2023 te [adres] , in de gemeente Aa en Hunze, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bedrijf] en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meerdere (onbekend gebleven) perso(o)n(en) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • ( telefonisch) voorgedaan alszijnde een medewerker van de [bedrijf] en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven- gevraagd of hij houder was van derekening op naam van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 2] en eindigend met de cijfers [cijfers] en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er nog eenrekening openstond van 2250 euro en/of die [slachtoffer 2] gevraagd of hij zich goed kon redden met de computer en/of dat hij wel een collega langs kon sturen om hiermee te helpen en/of
  • zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer 2] gemeld en zich voorgedaan als een medewerker vande [bedrijf] en/of
  • op de laptop van die [slachtoffer 2] met behulp van de bankpas en bijbehorende pincode van die[slachtoffer 2] ingelogd op de [bedrijf] website en/of
  • een overboeking gedaan van 6305 euro naar de [bedrijf] , waardoor die [slachtoffer 2] werdbewogen tot bovengenoemde afgifte,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 11 januari 2023, te Arnhem en/of te [adres] , althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een ander(e) perso(o)n(en)
  • een voertuig, te weten een personenauto (merk Toyota, type Aygo, voorzien van het kenteken[kenteken] ) ter beschikking te stellen en/of
  • met voornoemde [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een ander(e) perso(o)n(en) metdie/een personenauto naar de plaats van het misdrijf te rijden en/of (vervolgens)
  • in de (onmiddellijke) nabijheid van het misdrijf in en/of bij, althans met, dat/die personenauto tewachten teneinde die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een ander(e) perso(o)n(en) bij onraad te waarschuwen en/of die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een ander(e) perso(o)n(en) te helpen vluchten en/of de vlucht gemakkelijk te maken, althans dat hij, verdachte, op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft;
3
(zaaksdossiers 25, 26/ aangiftes 678,736)
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 11 januari 2023 tot en met 12 januari 2023 op na te noemen plaats, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) een of meer geldbedrag(en) , in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele aan een ander of anderen toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , (telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (telkens) zonder toestemming van die genoemde perso(o)n(en) haar/zijn/hun bankpas(sen) te gebruiken, (telkens) met het gebruik van de bij die bankpas(sen) bijbehorende pincode(s) geldopnames heeft/hebben verricht,
middels een [bankpas] van de rekening, ten name van [slachtoffer 2] , te weten; - 11 januari 2023 bij de Geldmaat te [adres] , een geldbedrag van 1250 euro en/of
middels een [bankpas] van de rekening, ten name van [slachtoffer 1] , te weten; - 12 januari 2023 bij de Geldmaat te [adres] , een geldbedrag van 1110 euro;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meerdere (onbekend gebleven) perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 11 januari 2023 tot en met 12 januari 2023 op na te noemen plaats, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) een of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele aan een ander of anderen toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , (telkens) heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meerdere (onbekend gebleven) perso(o)n(en) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (telkens) zonder toestemming van die genoemde perso(o)n(en) haar/zijn/hun bankpas(sen) te gebruiken, (telkens) met het gebruik van de bij die bankpas(sen) bijbehorende pincode(s) geldopnames heeft/hebben verricht, middels een [bankpas] van de rekening, ten name van [slachtoffer 2] , te weten op 11 januari 2023 bij de Geldmaat te [adres] , een geldbedrag van 1250 euro en/of middels een [bankpas] van de rekening, ten name van [slachtoffer 1] , te weten op 12 januari 2023 bij de Geldmaat te [adres] , een geldbedrag van 1110 euro,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 11 januari 2023 tot en met 12 januari 2023, te Arnhem en/of te [adres] , althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een ander(e) perso(o)n(en)
  • een voertuig, te weten een personenauto (merk Toyota, type Aygo, voorzien van het kenteken[kenteken] )ter beschikking te stellen en/of
  • met voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of eenander(e) perso(o)n(en) met die/een personenauto naar de plaats van het misdrijf te rijden en/of (vervolgens)
  • in de (onmiddellijke) nabijheid van het misdrijf in en/of bij, althans met, dat/die personenauto tewachten teneinde die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een ander(e) perso(o)n(en) bij onraad te waarschuwen en/of die [medeverdachte 1] en/of
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een ander(e) perso(o)n(en) te helpen vluchten en/of de vlucht gemakkelijk te maken, althans dat hij, verdachte, op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft.
Beoordeling van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bewezenverklaring gevorderd voor de feiten 1 primair, 2 primair en 3 primair, gelet op de aangiftes, camerabeelden, telecom/mastgegevens, ANPR-gegevens, gegevens van onder meer Amazon, digitaal onderzoek aan de inbeslaggenomen telefoons alsmede de eigen afgelegde verklaringen van verdachte en de medeverdachten. Er is telkens sprake van medeplegen van oplichting en van diefstal in vereniging door middel van een valse sleutel in het ruime verband, omdat de vier medeverdachten zowel onderling, als met de opdrachtgever en de afhalers van de bestelde goederen hebben samengewerkt.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder feiten 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde. Verdachte heeft slechts twee keer als chauffeur zijn medeverdachten van en naar adressen gereden waar de delicten plaatsvonden. Hij had geen gelijkwaardig aandeel aan de delicten en heeft ook geen uitvoeringshandelingen verricht. Van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking is niet gebleken.
Ten aanzien van het onder feiten 1 subsidiair, 2 subsidiair en 3 subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
Vooraf
Nadat de politie eind 2022 opvallend veel meldingen ontving van ouderen die op een vergelijkbare wijze waren opgelicht in Noord-Nederland werd het onderzoek Foessa gestart. Daaruit ontstond de verdenking dat meerdere dadergroepen actief waren die afzonderlijk van elkaar opereerden. Om die reden werd het onderzoek opgesplitst in Foessa 1 en Foessa 2. In Foessa 1 heeft de rechtbank eerder, te weten op 14 september 2023 vonnissen gewezen. Onderhavige zaak ziet op Foessa 2 waarbij een viertal verdachten in beeld is gekomen bij de politie. Onder de vier verdachten zijn in totaal 21 oplichtingszaken ten laste gelegd. De rechtbank heeft per verdachte beoordeeld welk aandeel en welke rol zij al dan niet hebben gehad in de specifiek onder hen ten laste gelegde feiten.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Ten aanzien van [slachtoffer 1] (feiten 1 en 3)
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 12 januari 2023,opgenomen op pagina 736 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023011152 (genaamd: ‘FOESSA 2’) d.d. 25 juli 2023, inhoudende de verklaring van aangeefster [slachtoffer 1] :
Aangeefster: [slachtoffer 1] . Adres: [adres] te [adres] .
Vandaag, 12 januari 2023, rond 11.00 uur, werd ik gebeld op de huistelefoon door iemand die vertelde te werken bij de [bedrijf] . Deze man vertelde mij dat er een vreemde betaalopdracht van 200 euro was gedaan vanaf mijn rekening vanuit [adres] . De man vroeg mij om te controleren of dit geld al was afgeschreven. De man vroeg of ik ook nog een andere rekening had en vroeg hoeveel geld ik daarop had staan. Ik vertelde dat ik ook nog een spaarrekening had en zij vroegen of het klopte dat ik daar iets van 26.000 euro op had staan. Ik bevestigde dit aan hen. Ik moest mijn bankpasje naar het kantoor in [adres] brengen, zodat zij het pasje van mij konden blokkeren. De man gaf aan dat dit geen probleem was en dat er toevallig iemand in de buurt was die ook in [adres] woonde en dat die wel even langs zou komen. Ik was nog maar 5 minuten aan de telefoon toen er plots werd aangebeld. Ik zag dat er een jongeman bij mij aan de deur stond. Toen de man binnen was nam hij de telefoon van mij over en hebben zij een gesprek gehad. Ik heb mijn mobiele telefoon aan de man gegeven en hem mijn [bedrijf] app laten zien. Ik had deze app ook geopend zodat hij toegang had tot mijn app. Die man vertelde mij dat ik de app wel moest openen omdat hij van de [bedrijf] was en dit nodig was om het pasje te blokkeren. De man was druk bezig met mijn mobiele telefoon in combinatie met het gesprek met de vaste telefoon. Op een gegeven moment was het gesprek op de telefoon afgelopen en toen ben ik met de man naar de slaapkamer gelopen en heb ik de laptop opgestart. De man in de woning is aan de slag gegaan met de laptop. Op een gegeven moment werd mij verteld dat de bankpas was geblokkeerd en werd mij heel aardig gevraagd of ik mij financieel even kon redden. Ik gaf aan dat ik nog wel ongeveer 700 euro in de woning had. De man vertelde mij dat dit geld mee moest om te controleren dat het hier niet om vals geld zou gaan. Ik heb de man toen 670 euro gegeven. Uiteindelijk is de man in een drafje vertrokken vanuit mijn woning.
2. Een schriftelijk bescheid, te weten rekeningafschriften van de [bedrijf] , opgenomen op pagina 740 en verder van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
De onderstaande overboekingen hebben plaats gevonden op 12 januari 2023 vanaf de lopende rekening van [slachtoffer 1] [rekeningnummer] .
Tegenrekening naam [naam]
Bedrag € - 1.110,00
Datum & tijd 12 januari 2023 12:39
Tegenrekening naam [slachtoffer 1]
Bedrag € 26.000,00
Tegenrekening (IBAN) [rekeningnummer]
Datum & tijd 12 januari 2023 13:01
Tegenrekening naam [bedrijf] via Mollie
Bedrag € -16.778,00
Datum & tijd 12 januari 2023 13:13
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 17 januari 2023, opgenomen op pagina 940 en verder van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte [medeverdachte 1] :
V: Je bent vervolgens bij de [adres] naar binnen gegaan.
A: Klopt.
V: Hoe ging het daar in zijn werk?
A: Ik had iemand aan de telefoon gekregen. Ik moest aanbellen. Ik kreeg de telefoon en ik moest doen wat diegene aan de lijn tegen mij zei.
V: En waarom stelde jij je voor als [naam] .
A: Dat moest.
V: Van wie?
A: In de auto werd mij dat gezegd.
V: Je bent binnen bij de mevrouw, je hebt je " collega " aan de lijn. Wat moet je dan doen?
A: Ik moest als eerst in zon apparaat zon [apparaatje] de pas doen. Toen moest ik de telefoon aan de vrouw geven. Toen zei de vrouw haar code. Die moest ik toen invoeren op het apparaat. Toen hij het vierkantje gaf moest ik dat zeggen aan de telefoon. Toen moest ik hem doorknippen. Toen moest mevrouw de telefoon weer hebben. Het was zo'n [apparaatje] . Ik moest de code controleren. Ik moest kijken of ik een vierkant te zien kreeg, want dan klopte de code.
V: Moest je ook iets scannen?
A: Nee, ik moest alleen kijken of de camera opende, dus of de code klopte. Toen moest ik daarna de pas doorknippen. Toen was iemand steeds met die vrouw aan de telefoon. Op het allerlaatst moest ik nog een keer terug. Daarvoor heb ik geld gepind. Ik moest een code scannen met kleuren. Ik moest een code hardop noemen die kwam op die [apparaatje] . Daarna moest ik zo snel mogelijk naar de auto. Ik moest daar binnen twee minuten zijn. Ik had een telefoon gekregen, die ligt hier op het bureau. Daar kreeg ik via videobellen een code op te zien die moest ik scannen. Daarna moest ik binnen twee minuten bij de auto zijn.
V: Je moest die pas doorknippen. Waarmee?
A: Een schaar die ik ook mee kreeg.
V: Halverwege moest je pinnen, maar je had de pas doorgeknipt. Hoe ging dat.
A: Ik moest de pas aan 1 van hun geven en ik kreeg hem later heel terug. Hij was toen vastgeplakt.
V: We gaan even terug naar de woning van de vrouw, je ging pinnen en kwam terug.
A: Ja ik moest wat meenemen. Die vrouw kwam aan met een enveloppe en telefoon. Mijn collega aan de telefoon zei tegen mij dat ik dat mee moest nemen en moest afgeven.
V: Weet je ook wat er in de enveloppe zat?
A: Geld, dat kon ik duidelijk zien. Dat wat ik gepind heb moest ik direct afgeven in de auto. ik moest het geld van het pinnen geven aan die persoon die reed.
V: Resume, iemand in de auto wist welke route gereden moest worden en naar welke adres jij moest gaan. Jij moest het geld wat jij heb gepind en het geld wat in de enveloppe zat direct afgeven aan een persoon in de auto. Klopt dat?
A: Ja.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 16 februari 2023, opgenomen op pagina 1107 en verder van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte [medeverdachte 2] :
V: [adres] .
A: Ik wil mijn aandeel verklaren bij deze oplichting. Mijn aandeel was... ja ik was contactpersoon van [naam] en de chauffeurs. Dus ik was het middelpunt eigenlijk.
A: Ik zorgde ervoor dat [naam] af werd gezet en opgehaald werd. Ja.. en dat de chauffeurs ook wisten waar ze naartoe gingen.
A: Ik regel niet dat hij naar binnen moet ofzo. Ik haal de chauffeurs op. En [naam] . En bij het vervoeren ben ik erbij. Ik wordt in contact gebracht met degene die die rol op zich nemen. Voor deze zaak had ik zelfs de chauffeurs geregeld.
V: Jij wordt dus ook opgehaald. En dan?
A: We zitten met elkaar in de auto. En dan rijden we naar een adres.
V: Hoe kom je aan dat adres?
A: Van een persoon. Ik ben alleen de vervoerder en contactpersoon.
V: [naam] komt terug bij de auto. En dan?
A: Soms moet hij gaan pinnen. Soms blijft hij zitten.
V: Je rijdt vanaf Arnhem naar het Noorden. Je komt bij dat adres aan en dan?
A: Dan gaat [naam] naar binnen.
V: Jullie zijn er wel de hele dag mee bezig? Krijg je per dag of per adres betaald?
A: Per dag. 100 Euro.
V: in de auto is een schaar aangetroffen. Deze is gebruikt om de pinpassen door te knippen. [naam] zegt dat hij de schaar van één van jullie heeft gekregen. Wat kun je hierover verklaren?
A De schaar heeft [naam] van mij gekregen.
V: Waarom geef jij [naam] een schaar?
A: Die moest ik doorgeven.
V: Van wie?
A: De derde persoon die mij opdrachten geeft.
5. De door verdachte ter zitting van 2 oktober 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat ik op 11 en 12 januari 2023 ben meegereden naar [adres] . Ik ben gevraagd om op beide dagen de chauffeur te zijn en dit heb ik gedaan. Op 12 januari 2023 reden we met mijn auto en hiervoor kreeg ik een tankvergoeding.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 januari 2023,opgenomen op pagina 150 en verder van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [naam] :
Naar aanleiding van dit onderzoek werd op 16 januari 2023 een vordering gedaan inzake de ANPR registraties met betrekking tot een Toyota Aygo met kenteken [kenteken] , met als ten naam gestelde [verdachte] .
Ten aanzien van [slachtoffer 2] (feiten 2 en 3)
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 12 januari 2023,opgenomen op pagina 678 en verder van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer 2] :
Aangever: [slachtoffer 2] . Adres: [adres] .
Op 11 januari 2023 tussen 15:00 uur en 16:00 uur kreeg ik een telefoontje op mijn vaste lijn. De man die ik aan de lijn had deed zich voor als een medewerker van de [bedrijf] in [adres] . Ik hoorde de man vragen of ik houder was van de rekening op naam van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 2] en eindigend met de cijfers [cijfers] . Ik bevestigde dit. Ik hoorde de man zeggen dat er een rekening openstond van 2.250 euro. Dit vond de man verdacht. Ik hoorde hem vragen of ik goed met de computer overweg kon. Ik hoorde de man vervolgens zeggen dat hij anders wel, indien akkoord, een collega kon langs sturen om mij hier mee te helpen. Toen ik nog met deze man aan de lijn zat hoorde ik hem zeggen dat er al een collega van hem voor de deur stond. Ik ben ondertussen naar de deur gelopen en heb man binnen gelaten. De man gaf aan dat hij de medewerker van de [bedrijf] . Ik heb vervolgens de telefoon overgegeven aan de man die binnen kwam. Ik had voor hem mijn bankpas klaargelegd bij de laptop. Ook heb ik de man de pincode gegeven om in te loggen op de [bedrijf] website. Toen ik weer in de keuken kwam zag ik dat de man nog achter de laptop zat en nog steeds in contact was met zijn collega via mijn telefoon. Hij is vervolgens nog even naar buiten geweest is hooguit tien minuten weggeweest. Vervolgens kwam hij weer binnen en nam weer plaats achter de laptop. Op een gegeven moment zei hij tegen mij dat ik een nieuwe pas zou krijgen en dat mijn oude pas, de pas die op dat moment op tafel lag, vernietigd moest worden. Ik zag dat hij de bankpas door de midden knipte. Uiteindelijk zei de man dat hij klaar was. Ik zag dat hij in de richting van het centrum liep. Ik zag vervolgens dat de bankpas niet meer aanwezig was Ik heb vervolgens te horen gekregen dat er tweemaal een afschrijving is gedaan vanaf mijn rekening. Dit was eenmaal bij de (voormalige) [bedrijf] vlakbij een drogisterij in [adres] een geldmaat om 15:11 uur. Dit was een bedrag van euro 1.250,-. Vervolgens is er nog een afschrijving gedaan bij de [bedrijf] online en dit was om 15:45 uur. Dit was een bedrag van euro 6.305,-. Mijn rekeningnummer betreft: [rekeningnummer] .
8. Een schriftelijk bescheid, te weten rekeningafschriften van de [bedrijf] , opgenomen op pagina 682 en verder van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Rekeninghouder: [slachtoffer 3] eo [slachtoffer 2] [rekeningnummer]
Geldmaat Zuidlaarderwe € - 1.250,00 AF [adres]
Omschrijving: Geldautomaat 15:11 [nummer]
Verwerkingsdatum: 11 januari 2023
Rekeninghouder: [slachtoffer 3] eo [slachtoffer 2] [rekeningnummer]
[bedrijf] € - 6.305,00 AF
Omschrijving: [bedrijf] x5249 [nummer]
Transactiereferentie: 11-01-2023 15:47
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 12 januari 2023,opgenomen op pagina 1172 en verder van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte] :
V: Heb je meerdere telefoons?
A: Nee.
V: Wat is je telefoonnummer?
A: [nummer] .
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 15 februari 2023,opgenomen op pagina 1203 en verder van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte] :
O: Dan gaan we het nu hebben over 11 januari 2023 V: Wat kan jij verklaren over deze dag?
A: Die dag zijn we wel naar [adres] gereden. Ik moest die jongen afzetten. Ik moest in de auto wachten en ben toen teruggereden.
V: Met wie was je deze dag?
A: Zoals ik al had aangegeven met [naam] , [naam] en nog een voor mij onbekend persoon.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 februari 2023,opgenomen op pagina 220 en verder van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant
[naam] :
Van [naam] [medeverdachte 2] was bekend dat hij gebruikt maakte van het telefoonnummer [nummer] . Van dit nummer zijn historische verkeersgegevens opgevraagd.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 februari 2023,opgenomen op pagina 246 en verder van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [naam] .
Telefoonnummer: [nummer]
Op 11 januari 2023 om 14:48 uur wordt er op de applicatie Apple Maps een zoekopdracht naar het adres [adres] gedaan. Ik zag dat er om 14:55 uur een zoekopdracht wordt gedaan op de Apple Maps applicatie naar pinautomaat. Ik zag dat daarna de [bedrijf] aan het adres [adres] te [adres] werd geselecteerd. Ik zag in de aangifte staan dat er met de bankpas van aangever [slachtoffer 2] bij de voormalig [bedrijf] is gepind, dit zou dichtbij de drogisterij zijn. Dit komt overeen met het adres [adres] te [adres] .
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 januari 2023,opgenomen op pagina 80 en verder van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [naam] :
In het onderzoek FOESSA werden vanaf 6 januari 2023 de gesprekken gevoerd met het telefoonnummer [nummer] opgenomen middels een technisch hulpmiddel.
Sessie3105: Op 10-01-2023 te 22:25:02 een inkomend gesprek over inloggegevens en dat er live op afstand wordt meegekeken.
Sessie 3162: Op 10-01-2023 een inkomend gesprek over de angst om te worden gepakt als ze met vier man in de auto zitten.
Beller: [nummer]
Gebelde: [nummer]
Sessienr: 3105
A:NNM0200
B:NNM4009
B: He, hij heeft mij gewoon die akkie (fon) gestuurd. Alleen eeh, hij heeft alleen die akkie nodig toch, want hij moet gewoon die ding daar droppen ook toch?
A: Jaa toch, die boy kan ook gewoon op die akkie zetten.
B: Ja, gewoon op afstand gooit hij erop toch.
A: Wat zeg je?
B:Hij gooit gewoon op afstand toch?
A: Ja, maar jullie zien gewoon live mee eigenlijk.
B: Ja, eigenlijk wel toch.
A: Hij is gewoon in die app. Ik was vorige keer ook gewoon in die app.
B: Maar wat heeft hij nodig? Heeft hij gewoon die heeft hij die inloggegevens nodig dan?
A: Alleen inlog, alleen inlog. Maar, ik zeg je wanneer hij die mij moet sturen, doe maar laten sturen.
Beller: [nummer]
Gebelde: [nummer]
Sessienr: 3162
Gesprek gaat over met hoeveel ze in de auto gaan.
Gebelde vindt met 4 man te heet. Gebelde wil liever dat beller samen met hem gaat.
Beller zegt dat met 3 of 4 man geen verschil maakt.
Gebelde is bang dat ze dan juist worden gepakt.
Beller zegt dat ze toch niet met "hem" zijn als hij bezig is.
Gebelde zegt dat als ze worden aangehouden met hem in de …ntv… Dat is dan gelijk 4 man in de kooi Beller geloofd niet dat dat gebeurt, die kans is echt klei.
Beller zegt dat ze gewoon met hem samen kunnen rijden.
Anders moet gebelde morgenochtend maar tegen die jongen zeggen dat hij niet wist dat die ander kwam.
Vaststelling van de feiten
Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte heeft op 11 en 12 januari 2023 als chauffeur gefungeerd tijdens ritten naar het Noorden van het land. Bij alle ritten waren zijn vrienden en tevens medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] aanwezig. Op beide dagen was ook telkens een vierde persoon in de auto aanwezig die verdachte moest afzetten. Op 12 januari 2023 was dat medeverdachte [medeverdachte 1] . De jongens die hij moest afzetten kende hij niet. Medeverdachte [medeverdachte 2] zocht de adressen van aangevers en de pinlocaties op waar medeverdachte [medeverdachte 1] vervolgens op 12 januari in de nabije omgeving door verdachte werd afgezet. Daarop verrichte medeverdachte
[medeverdachte 1] de uitvoeringshandelingen ten aanzien van de oplichting en diefstal. Op 11 januari
2023 werden deze uitvoeringshandelingen door iemand anders verricht en was medeverdachte [medeverdachte 3] degene die die de uitvoerder afzette met zijn auto. Verdachte was daarbij ook aanwezig en heeft die dag op de terugweg gereden.
Bewijsoverweging medeplegen
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat de rol van verdachte uitsluitend die van chauffeur is geweest. Niet is gebleken dat verdachte anderszins een significante bijdrage heeft geleverd aan de hem ten laste gelegde feiten. Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting volgt immers niet dat verdachte een rol heeft gespeeld bij de voorbereiding of uitvoering van de delicten. Zo is niet gebleken dat hij bij de woningen van aangevers naar binnen is geweest, herhaaldelijk adressen van aangevers en pinautomaten heeft opgezocht of dat hij met de ontfutselde pinpassen heeft gepind. Er is niet gebleken dat hij zou delen in de buit. Van een intellectuele bijdrage is evenmin gebleken.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten niet is komen vast te staan. De bijdrage van verdachte hieraan is naar het oordeel van de rechtbank van onvoldoende gewicht. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken van het onder feiten 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde.
Bewijsoverweging medeplichtigheid
De rechtbank stelt voorop dat voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen moet worden bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op zijn handelingen als medeplichtige als bedoeld in artikel 48, aanhef en onder 1° of 2º van het wetboek van Strafrecht (verder Sr.), maar ook dat zijn opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op het door de dader gepleegde misdrijf (het gronddelict). Bij de bewezenverklaring en kwalificatie van de medeplichtigheid moet worden uitgegaan van de door de dader verrichte handelingen, ook indien het opzet van de medeplichtige slechts was gericht op een deel daarvan. Het opzet van de medeplichtige behoeft niet te zijn gericht op de precieze wijze waarop het gronddelict wordt begaan. Onder die precieze wijze waarop het gronddelict wordt begaan, is ook begrepen of het gronddelict al dan niet in deelneming wordt begaan; op die deelnemingsvorm behoeft het opzet van de medeplichtige dus niet te zijn gericht.
Ingeval het (voorwaardelijk) opzet van de medeplichtige niet (volledig) was gericht op het gronddelict, moet het misdrijf waarop het opzet van de medeplichtige wel was gericht, voldoende verband houden met het gronddelict. Of van een dergelijk verband sprake is, is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval. Doorgaans kan worden aangenomen dat dit verband bestaat indien het misdrijf waarop het (voorwaardelijk) opzet van de medeplichtige was gericht, een onderdeel vormt van het gronddelict, zoals het geval is bij een misdrijf dat is begaan onder strafverzwarende omstandigheden. Maar ook in andere gevallen, waarbij zowel de aard van het gronddelict als de aard van de gedraging van de medeplichtige en de overige omstandigheden van het geval van belang zijn, kan sprake zijn van een dergelijk verband.
Verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting ontkend wetenschap te hebben gehad van de oplichtingen en diefstallen. De rechtbank is echter van oordeel dat verdachte wel degelijk voorafgaand aan het plegen van de feiten wist dat er strafbare feiten gepleegd zouden worden. In de avond van 10 januari 2023, een dag voorafgaand aan de eerste oplichting en diefstal, hebben medeverdachten [medeverdachte 2] en verdachte immers nog twee telefoongesprekken gevoerd waaruit de rechtbank die wetenschap afleidt. Tijdens het eerste gesprek spreken verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] over het live op afstand meekijken, terwijl een ander in de app zit en daar alleen inloggegevens voor nodig heeft. De rechtbank leidt hieruit af dat een deel van de oplichtingswerkwijze wordt besproken. In beide zaken is er immers telkens een persoon die telefonisch contact opneemt met de aangevers, terwijl een medeverdachte ondertussen in de woning op afstand de inloggegevens van de aangevers ontfutselt. Tijdens het tweede gesprek spreekt medeverdachte [medeverdachte 2] vervolgens de angst uit om gepakt te worden. Verdachte is degene die expliciet aangeeft dat hij niet gelooft dat dit zal gebeuren en dat hij die kans erg klein acht.
Gelet op het hetgeen hiervoor is besproken is de rechtbank van oordeel dat verdachte zowel opzet heeft gehad op het behulpzaam zijn als (voorwaardelijk) opzet op de oplichtingen en de diefstallen. Verdachte wist van tevoren dat er strafbare feiten gepleegd zouden worden en er is zelfs een deel van de oplichtingswerkwijze met hem besproken. Vervolgens is hij bewust op twee achtereenvolgende dagen als chauffeur opgetreden en heeft hij zijn medeverdachten die de uitvoeringshandelingen verrichtten gebracht en afgezet in de nabijheid van de woningen van aangevers en de pinautomaten en daar ook op hen gewacht.
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder feiten 1 subsidiair, 2 subsidiair en 3 subsidiair ten laste gelegde.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1 subsidiair, 2 subsidiair en 3 subsidiair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. subsidiair
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en een of meerdere onbekend gebleven personen op 12 januari 2023, te [adres] , in de gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] hebben bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bedrijf] en een telefoon, waarop de bankapp was geïnstalleerd en een hoeveelheid contant geld in totaal 670 euro en het ter beschikking stellen van enig goed, hebbende die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en een of meerdere onbekend gebleven personen zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
  • telefonisch voorgedaan alszijnde een medewerker van de [bedrijf] en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer 1] - zakelijk weergegeven - er op gewezen dat er een vreemdebetaalopdracht van 200 euro was gedaan vanaf de rekening vanuit [adres] en die [slachtoffer 1] gevraagd haar rekening te controleren en die [slachtoffer 1] gevraagd of zij nog andere rekeningen had en gevraagd hoeveel geld er op die rekening stond en die [slachtoffer 1] gevraagd of het juist was dat op haar spaarrekening een bedrag van 26.000 euro stond en dat zij haar bankpas naar het kantoor in [adres] moest brengen om het te laten blokkeren en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer 1] - zakelijk weergegeven - er op gewezen dat er toevalligiemand in de buurt was die ook in [adres] woonde en wel even langs zou komen en
  • zich bij het woonadres van die [slachtoffer 1] gemeld en zich voorgedaan als een medewerker vande [bedrijf] en
  • samen met die [slachtoffer 1] op de mobiele telefoon van die [slachtoffer 1] ingelogd op de [bedrijf] app en ingelogd op de laptop van die [slachtoffer 1] en
  • die [slachtoffer 1] aangegeven dat de bankpas inmiddels was geblokkeerd en die [slachtoffer 1] gevraagd of zij zich financieel kon redden en
  • toen die [slachtoffer 1] aangaf dat zij nog in totaal ongeveer 700 euro contant geld in de woning hadliggen die [slachtoffer 1] medegedeeld dat dit geld mee moest om te controleren of het hier niet om vals geld ging en
  • een hoeveelheid geld, te weten in totaal 670 euro van die [slachtoffer 1] in ontvangst genomen enmeegenomen en
  • van de spaarrekening van die [slachtoffer 1] een overboeking van 26.000 euro gedaan naar delopende rekening van die [slachtoffer 1] en
  • een overboeking gedaan van 16.778 euro naar een rekening van [bedrijf] , waardoor die [slachtoffer
1] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte,
bij en tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 12 januari 2023, in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest, door die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]
  • een voertuig, te weten een personenauto merk Toyota, type Aygo, voorzien van het kenteken[kenteken] ter beschikking te stellen en
  • met voornoemde [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] met diepersonenauto naar de plaats van het misdrijf te rijden en vervolgens
  • in de onmiddellijke nabijheid van het misdrijf in en met die personenauto te wachten.
2 subsidiair
[medeverdachte 2] en een of meerdere onbekend gebleven personen op 11 januari 2023 te [adres] , in de gemeente Aa en Hunze, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] hebben bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bedrijf] en het ter beschikking stellen van enig goed, hebbende die [medeverdachte 2] en een of meerdere onbekend gebleven personen zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
  • telefonisch voorgedaan alszijnde een medewerker van de [bedrijf] en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven- gevraagd of hij houder was van derekening op naam van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 2] en eindigend met de cijfers [cijfers] en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er nog eenrekening openstond van 2.250 euro en die [slachtoffer 2] gevraagd of hij zich goed kon redden met de computer en dat hij wel een collega langs kon sturen om hiermee te helpen en
  • zich bij het woonadres van die [slachtoffer 2] gemeld en zich voorgedaan als een medewerker vande [bedrijf] en
  • op de laptop van die [slachtoffer 2] met behulp van de bankpas en bijbehorende pincode van die[slachtoffer 2] ingelogd op de [bedrijf] website en
  • een overboeking gedaan van 6.305 euro naar de [bedrijf] , waardoor die [slachtoffer 2] werdbewogen tot bovengenoemde afgifte,
bij en tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 11 januari 2023, in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest, door die [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en een andere personen
  • met een personenauto naar de plaats van het misdrijf te rijden en vervolgens
  • in de onmiddellijke nabijheid van het misdrijf in en met die personenauto te wachten.
3 subsidiair
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en een of meerdere onbekend gebleven personen in de periode van 11 januari 2023 tot en met 12 januari 2023 op na te noemen plaats, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, op verschillende tijdstippen, telkens een of meer geldbedragen, telkens geheel aan anderen toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] , telkens hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en een of meerdere onbekend gebleven personen zich telkens die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door telkens zonder toestemming van die genoemde personen hun bankpassen te gebruiken, telkens met het gebruik van de bij die bankpassen bijbehorende pincodes geldopnames hebben verricht, middels een [bankpas] van de rekening, ten name van [slachtoffer 2] , te weten op 11 januari 2023 bij de Geldmaat te [adres] , een geldbedrag van 1.250 euro en middels een [bankpas] van de rekening, ten name van [slachtoffer 1] , te weten op 12 januari 2023 bij de Geldmaat te [adres] , een geldbedrag van 1.110 euro,
bij en tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 11 januari 2023 tot en met 12 januari 2023, in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en een andere persoon
  • een voertuig, te weten een personenauto merk Toyota, type Aygo, voorzien van het kenteken[kenteken] ter beschikking te stellen en
  • met voornoemde [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en een anderepersoon met die personenauto naar de plaats van het misdrijf te rijden en vervolgens
  • in de onmiddellijke nabijheid van het misdrijf in en met die personenauto te wachten.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

1. subsidiair. Medeplichtigheid aan oplichting.
2. subsidiair. Medeplichtigheid aan oplichting.
3. subsidiair. Medeplichtigheid aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1 primair, 2 primair en 3 primair wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 104 dagen met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht zodat het onvoorwaardelijk deel van de gevangenisstraf gelijk is aan de duur van het voorarrest.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaren.
Tevens heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair bepleit een gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van het voorarrest, omdat verdachte zich goed heeft gehouden aan de schorsingsvoorwaarden, hij berouw heeft getoond en zijn rol slechts die van medeplichtige is geweest in een gering aantal gevallen.
Subsidiair heeft de raadsvrouw bepleit daarbij een voorwaardelijke (taak)straf op te leggen.
Het oordeel van de rechtbank
Algemeen
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het rapport van de reclassering, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw.
Ernst van de feiten
Verdachte is op twee achtereenvolgende dagen als medeplichtige behulpzaam geweest bij de uitvoering van zogenoemde bankhelpdeskfraude.
De werkwijze was als volgt. Een tot nog toe onbekend gebleven persoon zocht telefonisch contact met de beoogde slachtoffers en hield hen voor dat de bank had ontdekt dat er vreemde activiteiten zouden hebben plaatsgevonden op hun bankrekening. Zo zou een vreemde betaalopdracht zijn gedaan en zou er nog een rekening openstaan. Deze persoon gaf vervolgens aan dat een collega bankmedewerker zou langskomen om hen hierbij te helpen. Doordat de beller beschikte over (bank)gegevens van de hoogbejaarde aangevers, waaronder hun telefoonnummers, banksaldo’s en bankfiliaalgegevens werd hun vertrouwen gewekt. De aangevers bleven aan de lijn met de beller terwijl één van de verdachten zich ondertussen aandiende bij de woonadressen van aangevers en zich voorstelde als de collega bankmedewerker. Deze verdachte werd vervolgens binnengelaten in de woning en nam het telefoongesprek veelal over. Door leugens, verzinsels en babbeltrucks wist de verdachte vervolgens de bankpassen, pincodes en inloggegevens van de aangevers te bemachtigen. Waarna met de bemachtigde gegevens voor grote bedragen bestellingen zijn geplaatst bij webshops en forse geldbedragen zijn gepind. Tegen de tijd dat de aangevers erachter kwamen dat er iets niet in orde was, was het leed al geschied.
In de periode van 11 en 12 januari 2023 is verdachte twee keer meegereden naar het Noorden van het land waarbij ouderen zijn opgelicht en geld van hen is gestolen. Verdachte is daarbij behulpzaam geweest door op beide dagen als chauffeur voor zijn medeverdachten te fungeren. Op de tweede dag
heeft hij hiervoor zelfs zijn eigen auto ter beschikking gesteld. Door zijn handelen konden de medeverdachten bij de woningen van de slachtoffers naar binnen gaan en werd het mogelijk om nadien met de ontfutselde bankpassen en pincodes geldbedragen op te nemen.
De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij het mogelijk heeft gemaakt dat anderen op zulke doortrapte en slinkse wijze geld afhandig hebben gemaakt van de slachtoffers. Slachtoffers die naar het oordeel van de rechtbank niet willekeurig, maar op basis van hun hoge leeftijd werden uitgekozen. Verdachte heeft er niet alleen mede voor gezorgd dat aangevers financiële schade hebben opgelopen, maar heeft ook het vertrouwen dat zij hadden in de medemens zeer ernstig geschaad. De rechtbank vindt het stuitend dat verdachte zich kennelijk niets heeft aangetrokken van de financiële en psychische schade waarmee hij de slachtoffers opzadelde. Uit de aangiftes en de vordering van de benadeelde partij is gebleken dat de impact van het handelen van verdachte en zijn mededaders op het leven van de slachtoffers groot is geweest en dat zij ook nu nog steeds de gevolgen van die daden ondervinden.
Documentatie
De rechtbank heeft kennis genomen van het uittreksel justitiële documentatie van 12 september 2023 van verdachte. Daaruit blijkt dat hij één keer eerder onherroepelijk is veroordeeld wegens een andersoortig feit. Voorts houdt de rechtbank rekening met het bepaalde in artikel 63 Sr.
Persoon van verdachte
Uit het reclasseringsadvies van 10 februari 2023, opgesteld door I.M.T.J. Weiss, reclasseringswerker Reclassering Nederland te Zutphen, blijkt onder meer dat er bij verdachte, voor zover de reclassering dit heeft kunnen inschatten, stabiliteit heerst op de leefgebieden. Verdachte heeft huisvesting, werkt en er zijn geen financiële problemen. Ook is hij naar eigen zeggen nooit gediagnosticeerd en is hij niet eerder met een hulpverlenende instantie in aanraking gekomen.
Doordat verdachte zich op zijn zwijgrecht heeft beroepen, kon er door de reclassering geen betrouwbare inschatting worden gemaakt van de kans op recidive. Uit het risico-taxatie instrument Oxrec, dat wordt gebaseerd op zowel statische als dynamische gegevens, werd een laag-gemiddeld risico gegenereerd.
Door de reclassering is geadviseerd het volwassenenstrafrecht toe te passen. Het commune strafrecht is het meest passend gebleken. Verdachte heeft zijn mbo-niveau 4 diploma behaald waardoor de reclassering inschat dat verdachte niet functioneert op een laagbegaafd niveau. Hij werkt als zzp-er in de zorg en woont zelfstandig waardoor er geen sprake meer is van pedagogische beïnvloeding. Gezinsgerichte hulpverlening wordt daarom niet nodig geacht en ook heeft verdachte geen voorwaarden nodig die alleen beschikbaar zijn in het jeugdstrafrecht. Bij een veroordeling wordt gelet op het voorgaande dan ook een straf zonder bijzondere voorwaarden geadviseerd.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat een vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat de aard en de ernst van het bewezen verklaarde door afdoening met een lichtere strafmodaliteit dan een gevangenisstraf miskend zou worden. De rechtbank zal een deel van deze vrijheidsstraf voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst wederom strafbare feiten te plegen. Daarbij wordt een lange proeftijd opgelegd, omdat de rechtbank het zorgelijk vindt dat verdachte, terwijl hij zijn leven ten tijde van de feiten ogenschijnlijk goed op de rit had, zich toch heeft weten te verleiden tot het plegen van strafbare feiten. Een bijkomende straf is naar het oordeel van de rechtbank gelet op zijn rol als medeplichtige en het aantal feiten niet aan de orde.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 195 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren voldoende recht doet aan de ernst van de feiten.

Inbeslaggenomen goederen

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder verdachte in beslag genomen jas aan hem kan worden teruggegeven. Het sieraad kan worden teruggegeven aan de rechthebbende omdat is gebleken dat deze niet aan verdachte toebehoort. Voorts heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de auto en alle drie de onder verdachte inbeslaggenomen telefoons moeten worden verbeurdverklaard.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder verdachte inbeslaggenomen auto al reeds aan hem is teruggegeven waardoor verbeurdverklaring niet langer mogelijk is.
Voorts heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de onder verdachte inbeslaggenomen jas aan hem moet worden teruggegeven omdat de jas niet is gebruikt bij de delicten. Omtrent het inbeslaggenomen sieraad en de inbeslaggenomen telefoons heeft de raadsvrouw geen standpunt ingenomen.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de inbeslaggenomen telefoons vatbaar voor verbeurdverklaring omdat deze zijn gebruikt bij het plegen van de bewezenverklaarde feiten en deze toebehoren aan verdachte. De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen jas moet worden teruggegeven aan verdachte, omdat het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet. Voorts is de rechtbank van oordeel dat het inbeslaggenomen sieraad teruggegeven moet worden aan de rechthebbende hiervan, omdat uit het dossier blijkt dat dit sieraad niet aan verdachte maar aan een ander toebehoort. Tot slot zal de rechtbank geen beslissing nemen ten aanzien van de inbeslaggenomen auto, omdat de raadsvrouw te kennen heeft gegeven dat het voertuig reeds is teruggegeven aan verdachte.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[bedrijf] . (hierna: [bedrijf] ), tot een bedrag van € 35.893,89, bestaande uit materiële schade;
[slachtoffer 2] , tot een bedrag van € 1.250,00, bestaande uit materiële schade.
Alle benadeelde partijen hebben verzocht de vordering te verhogen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan en een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van de vordering van de [bedrijf] heeft de officier van justitie geconcludeerd dat de vordering hoofdelijk toewijsbaar is tot een bedrag van € 2.150,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit de schadeloosstelling aan de benadeelde partij die onder verdachte ten laste is gelegd, te weten € 1.250,00 en de gemaakte onderzoekskosten van € 900,00. Daarbij is door de officier van justitie uitdrukkelijk gevorderd de schadevergoedingsmaatregel niet toe te wijzen.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 2] heeft de officier van justitie geconcludeerd tot afwijzing, omdat vast is komen te staan dat de [bedrijf] deze schade reeds heeft vergoed.
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de vordering van de [bedrijf] heeft de raadsvrouw bepleit dat de vordering toewijsbaar is tot het uitgekeerde bedrag aan schadeloosstelling dat onder verdachte ten laste is gelegd. Daarbij heeft de raadsvrouw bepleit dat van dit bedrag van € 1.250,00 slechts een gedeelte aan verdachte toe te rekenen is en verdachte hiervoor niet hoofdelijk aansprakelijk is, omdat verdachte voor zijn deelneming aan de strafbare feiten slechts een beperkte financiële vergoeding zou krijgen.
Ten aanzien van de door de [bedrijf] gevorderde onderzoekskosten heeft de raadsvrouw zich primair op het standpunt gesteld dat de [bedrijf] niet-ontvankelijk verklaard moet worden, omdat niet inzichtelijk is gemaakt waar deze onderzoekskosten en -duur uit bestaan. Te meer omdat in de zaak van [slachtoffer 1] geen schade is uitgekeerd, maar wel onderzoekstijd in rekening is gebracht. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht de onderzoekskosten enkel hoofdelijk toe te wijzen in de zaak waarin door toedoen van verdachte daadwerkelijk schade is geleden dan wel in de twee zaken waarbij verdachte betrokken is geweest, respectievelijk € 60,00 dan wel € 120,00.
Ten aanzien van de vordering van benadeelde [slachtoffer 2] heeft de raadsvrouw bepleit de vordering niet-ontvankelijk te verklaren gelet op de reeds vergoede schade.
Tevens heeft de raadsvrouw bepleit in alle gevallen geen schadevergoedingsmaatregel op te leggen gelet op het conservatoire beslag.
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de [bedrijf] (feiten 1 subsidiair, 2 subsidiair en 3 subsidiair)
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de [bedrijf] schade heeft geleden door het uitbetalen van schadeloosstellingen en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair en 3 subsidiair bewezen verklaarde. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de vordering van de [bedrijf] moet worden opgesplitst zodat alleen de schadeloosstellingen worden meegerekend die onder verdachte ten laste zijn gelegd en bewezen zijn verklaard. Voorgaande houdt in dat enkel de schadeloosstelling inzake [slachtoffer 2] meegerekend kan worden. Daarmee bedraagt het bedrag aan schadeloosstellingen in totaal € 1.250,00. De rechtbank is van oordeel dat verdachte hiervoor geheel aansprakelijk is. Verdachte wist van tevoren dat er strafbare feiten gepleegd zouden worden en heeft zich hieraan niet onttrokken, maar is bewust met zijn medeverdachten meegegaan.
Verder komen de redelijke kosten ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b van het Burgerlijk Wetboek (verder: BW) voor vergoeding in aanmerking. De [bedrijf] heeft voldoende onderbouwd gesteld welke verrichtingen er hebben plaatsgevonden om de geleden schade vast te stellen. Ook intern gemaakte bedrijfskosten, in de vorm van aan de zaak bestede tijd door eigen deskundige medewerkers, komen in beginsel voor vergoeding in aanmerking.
1De rechtbank is van oordeel dat de [bedrijf] in alle zaken voornoemde onderzoekskosten heeft moeten maken, ongeacht het feit of er al dan niet daadwerkelijk schade is geleden door de aangevers. Gelet daarop zal de rechtbank ook de onderzoekskosten inzake [slachtoffer 1] meenemen. Ook hier worden de onderzoekskosten door de rechtbank opgesplitst zodat alleen de onderzoekskosten worden meegerekend die onder verdachte ten laste zijn gelegd en bewezen zijn verklaard. Daarmee bedraagt het bedrag aan onderzoekskosten in totaal € 120,00 ( [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] ).
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de vordering toewijzen tot een bedrag van € 1.370,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 januari 2023. De rechtbank verklaart de vordering voor het overige niet-ontvankelijk.
Hoofdelijkheid
De rechtbank stelt vast dat verdachte telkens de strafbare feiten samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. Anders dan door de verdediging is bepleit, zal de rechtbank daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partijen hoeft te betalen indien zijn medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal geen schadevergoedingsmaatregel opleggen, omdat de [bedrijf] een professionele partij is die in staat moet worden geacht om zelfstandig de vordering te innen.
Veroordeling in de kosten
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Ten aanzien van [slachtoffer 2] (feiten 2 subsidiair en 3 subsidiair)
De rechtbank stelt vast dat de [bedrijf] de door benadeelde partij gevorderde materiële schade reeds heeft vergoed. De vordering zal dan ook worden afgewezen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 48, 49, 57, 63, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder feit 1 subsidiair, feit 2 subsidiair en feit 3 subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een gevangenisstraf voor de duur van 195 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 90 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
3 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.

Verklaart verbeurd de in beslag genomen:

  • GSM met omschrijving 1565114, zilver, merk: Apple IPhone S;
  • GSM met omschrijving 1565908, zwart, merk: Apple IPhone; - GSM met omschrijving 1564852, Apple.
Gelast de teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven jas met omschrijving 1566709.
Gelast de teruggaveaan de rechthebbende van het in beslag genomen en nog niet teruggegeven sieraad met omschrijving 1566719.

Benadeelde partijen

Ten aanzien vande [bedrijf] ,feiten 1 subsidiair, 2 subsidiair en 3 subsidiair
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan de
[bedrijf]te betalen:
  • het bedrag van € 1.370,00 (zegge: duizend driehonderdzeventig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 januari 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van de
[bedrijf]voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting.

Ten aanzien van [slachtoffer 2] , feiten 2 subsidiair en 3 subsidiair

Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] af.

Bepaalt dat [slachtoffer 2] zijn eigen proceskosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M.L. Wolters, voorzitter, mr. B.F. Hammerle en mr. R. Tesfai, rechters, bijgestaan door mr. M. Linde, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 31 oktober 2023.
Mr. R. Tesfai is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1 HR 1 juli 1993, ECLI:NL:HR:ZC1036 en HR 24 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1278.