In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, staat de restauratie van een Chevrolet Impala centraal. De eigenaar, aangeduid als [eiser in conventie], heeft de oldtimer in september 2021 bij Eastend Classics B.V. gebracht voor restauratie. Tijdens de procedure is er een geschil ontstaan over de kosten van de restauratie en de waarde van de oldtimer na voltooiing. Eastend had aangegeven dat de totale kosten van de restauratie ongeveer € 85.000,00 zouden bedragen, terwijl de waarde na restauratie op € 75.000,00 werd geschat. Echter, na verloop van tijd bleek dat de kosten aanzienlijk hoger uitvielen en de waarde na restauratie veel lager was dan eerder gecommuniceerd. De eigenaar heeft de restauratieovereenkomsten vernietigd op basis van bedrog en dwaling, en vordert terugbetaling van de onverschuldigd betaalde bedragen. Eastend heeft de vorderingen betwist en vordert op haar beurt betaling van openstaande facturen. De rechtbank heeft geoordeeld dat Eastend de mogelijkheid heeft om tegenbewijs te leveren tegen het bewijsvermoeden dat zij de kosten en waarde onjuist heeft voorgesteld. De zaak is aangehouden voor bewijslevering en verdere behandeling.