In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser en eiseres tegen het verlenen van een omgevingsvergunning voor een tijdelijke woonunit, luifel en berging tot 1 januari 2023. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden had op 15 september 2021 een omgevingsvergunning verleend, waartegen eiser en eiseres bezwaar maakten. De rechtbank heeft het beroep op 13 juli 2023 behandeld, waarbij eiser en eiseres, samen met hun gemachtigde, aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de vergunninghouder, die geen partij is in deze procedure, een aanvraag voor de omgevingsvergunning had ingediend, die door het college is goedgekeurd. Eiser en eiseres zijn van mening dat hun belangen onvoldoende zijn meegewogen en dat de vergunning ten onrechte is verleend, omdat de maximale termijn van 10 jaar voor tijdelijk afwijkend gebruik zou zijn verstreken. De rechtbank oordeelt echter dat de termijn van 10 jaar nog niet is verstreken, omdat de vergunning van 2014 een nieuwe instandhoudingstermijn heeft gekregen met de vergunning van 2015. De rechtbank komt tot de conclusie dat het college in redelijkheid tot het verlenen van de omgevingsvergunning heeft kunnen overgaan en verklaart het beroep ongegrond. Eiser en eiseres krijgen het door hen betaalde griffierecht niet vergoed.