In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op het verzoek van verzoekers om een voorlopige voorziening te treffen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Fryske Marren heeft op 3 augustus 2023 een omgevingsvergunning verleend voor het vervangen en vergroten van een bestaande garage op de locatie [adres] te [plaats]. Verzoekers, eigenaren van het naastgelegen perceel, hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 6 oktober 2023 behandeld.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, oordelend dat het college de garage terecht heeft aangemerkt als bijbehorend bouwwerk. Dit houdt in dat het college bevoegd was de vergunning te verlenen op basis van artikel 4, onderdeel 1, van Bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor). De voorzieningenrechter concludeert dat er geen strijdigheid is met een goede ruimtelijke ordening, ondanks de bezwaren van verzoekers over de oppervlakte en hoogte van de garage. De voorzieningenrechter stelt vast dat de vergunning is verleend op grond van de juiste wet- en regelgeving en dat de activiteit niet in strijd is met het bestemmingsplan.
De voorzieningenrechter concludeert dat het bezwaar van verzoekers geen redelijke kans van slagen heeft en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van mr. T. Meijer, griffier, en is openbaar uitgesproken op 17 oktober 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.